MAANDAG 10 DECEMBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
1 ERDEBLAD. - PAG. 11
GEMENGDE BERICHTEN
AUTO OP HET TROTTOIR.
Dame overreden en gedood.
Zaterdagavond ongeveer half negen is
een vrachtauto geladen met bloemkool op
weg van Bovenkarspel naar Tiel te Soest
van den rijweg op het trottoir gereden. De
ongeveer zestigjarige mevrouw B. komende
uit de kerk en juist voor haar woning aan
gekomen, geraakte daarbij tusschen de
auto en het hek dat voor haar woning staat,
bekneld, zij was vrijwel onmiddellijk dood.
De auto, waarvan de chauffeur van het
ongeluk niets had bemerkt, werd door voor
bijgangers tot stilstand gebracht en is door
de politie in beslag genomen.
AUTO TEGEN BOOM GEREDEN.
Eén doode, drie zwaar gewonden.
Gisterochtend heeft op den straatweg
HeerlenAken even over de Nederland-
sche grens een ernstig auto-ongeluk plaats
gehad, waarbij een persoon om het leven
is gekomen en drie anderen ernstig wer
den gewond.
Doordat de auto, welke werd bestuurd
door den heer Becker uit Heerlen een hond
aanreed verloor de chauffeur de macht
over het stuur en vloog de auto tegen een
boom. De wagen werd geheel vernield.
De heer Becker was op slag dood. De
drie overige inzittenden werden allen
zwaar gewond. Het waren de heeren Bies-
mans, Wolff en Waayfoort, die allen drie
naar het ziekenhuis te Heerlen zijn over
gebracht. Ook het stoffelijk overschot van
den heer Becker is daarheen vervoerd. De
heer Becker bekleedde de functie van
ambtenaar bij de Oranje Nassaumijnen,
waar de heeren B. en W. eveneens werk
zaam waren. De heer Waayfoort is 1 ee
raar aan het handelsinstituut „Studio" te
Heerlen,
OUDE MAN GEDOOD.
Door de blauwe tram overreden.
Zaterdagmiddag ongeveer half één Is op
den Waalsdorper weg bij den Raamweg te
Den Haag een 60. a 65-jarige heer, ver
moedelijk G. D., wonende in de Van Die-
penburchstraat, door de blauwe tram aan
gereden en onmiddellijk gedood.
AUTOBUS BOTST TEGEN TRAM.
Gisterochtend omstreeks half tien is bij
het viaduct op den Rijswijkschen Weg te
Den Haag een autobus van den intercom-
mun alen dienst AmsterdamRotterdam in
botsing gekomen met een tram. De auto
bus werd zwaar beschadigd. De 41-jarige
mejuffrouw F. B., wonende in de Doove
Netelstraat te Amsterdam, werd ernstig ge
wond. Zij kreeg een hersenschudding en
ook eenige blessures aan het gelaat. Zij is
in liet gemeente-ziekenhuis Zuid wal ter
verpleging opgenomen- Ook is nog bij het
ongeval een jongetje gewond, doch niet
ernstig.
MEISJE IN BRAND GERAAKT.
Door het spelen met lucifers.
Zaterdagavond is een meisje in pand 103
aan den Binnenweg te Rotterdam in haar
bed in brand geraakt. Het meisje, de 10-
jarige M. Elshout, dat eenigszins achterlijk
as, lag in een opkamertje achter den win
kel, waar haar moeder en de dienstbode
bezig waren klanten te bedienen. Het kind
heeft in haar bed met lucifers gespeeld. De
moeder hoorde gegil en op hetzelfde oogen-
blik snelde een buurman den winkel bin
nen omdat hij bespeurd had dat er in het
kamertje achter-dien winkel brand was uit
gebroken. Het beddegoed was in brand ge-
Brutale roofoverval te
Oosterhout
Alleenwonende land
bouwer overvallen en
gekneveld. - De daders
spoorloos verdwenen.
Vrijdagavond is te Oosteinde, gem. Oos
terhout (N.-Br.) een roofoverval gepleegd
op den alleenwonenden landbouwer Bos-
sers.
Oosteind is eigenlijk slechts een bebouwd
stuk weg van den straatweg Ooster
houtDongen.
De huizen staan er vrijwel aaneenge-
bouwd, slechts gescheiden door een land
wegje, tuin of een perceel weide. Ook het
huis van Jan Bosses is aan den straatweg
gelegen.
Aan de eene zijde is een schuur ge
bouwd, want Bosses is landbouwer en be
woont alleen zijn huis. Aan de andere zijde
loopt een landwegje met een fietspad naar
Dongen. Een stuk weiland naast de schuur
scheidt de hoeve van de pastorie, welke
naast de R.K. kerk van het dorp is ge
bouwd.
Vlak naast het wegje, zoo juist genoemd,
staat een woonhuis, terwijl tegenover de
woning van Bosse aan de overzijde van
den straatweg op ongeveer tien meter af
stand eveneens bouwland zich bevindt.
De omstandigheid, dat de roofoverval
om ongeveer half zes werd gepleegd, mag
dus wel een buitengewoon staaltje van bru
taliteit heeten. Toen nog geen twee minu
ten voor den overval de krant was ge
bracht, ging Bosses .naar buiten langs de
achterdeur, naar 'n erf van ongeveer tien
meter diep en waarachter de boomgaard
zich uitstrekt.
De hond lag in den stal aan den ketting.
Deze werd steeds iets later in den avond
los gemaakt voor de veiligheid van den be
woner.
Hebben de aanvallers dat geweten?
Toen Bosses zich weer in huis wilde be
geven, zag hij van uit het landwegje naast
zijn woning door een doorgang in de heg
iemand aankomen met een lichtje.
Bosses ging hem tegemoet, niets vermoe
dend, gezien het vroege uur en denkende,
dat iemand zijn fiets tegen den gevel wilde
zetten, wat meer gebeurde.
Toen hij den onbekende genaderd was,
hield deze het licht plotseling vlak voor
Bosses en gelastte „Handen op!"
Nog dacht Bosses aan geen ernst en lach
te goedmoedig.
Toen echter het kommando werd her
haald en met een revolver kracht werd
bijgezet, kwam Bosses tot de overtuiging,
dat hier van geen grapje sprake was.
Hij sloeg er onmiddellijk op los, trachtte
raakt, evenals de nachtkleedinig van het
kind.
De moeder wist de vlammen te dooven.
Het kind is met ernstige brandwonden
aan het bovenlichaam naar het ziekenhuis
aan den Coolsingel vervoerd, alwaar het
later is overleden.
Het vuur in het kamertje had zich ook
meegedeeld aan een stoel en wat kleeding.
Het brandje was spoedig gebluscht.
ARBEIDERSWONING AFGEBRAND.
Gistermiddag omstreeks twee uur brak
brand uit in de arbeiderswoning van den
heer Heymans op de Berg te Rosmalen.
De familie was juist bij buren op visite
gegaan. De brandweer kon bij gebrek aan
water niets uitrichten, zoodat het heele
huisje tot den grond toe afbrandde. Een
geit en eenige kippen kwamen in de vlam
men om, terwijl ook de inboedel een prooi
der vlammen werd. De schade wordt
slechts gedeeltelijk door verzekering ge
dekt. Omtrent de oorzaak van den brand
tast men in het duister. Doordat de wind
in Zuidelijke richting woei, kon echter
worden voorkomen, dat het vuur oversloeg
naar de belendende perceelen.
de revolver weg te slaan en trok zich te
rug naar de dichtstbijzijnde deur van zijn
woning.
Intusschen was een tweede onbekende
naderbij gekomen.
Er ontstond een worsteling in de ach
terkeuken, waar Bosses voor de overmaent
moest bezwijken en tegen een aldaar staan
de kast werd geworpen, waarbij hy bloe
dende wonden opliep aan het hoofd.
Direct vielen beide indringers op hem en
bonden hem handen en voeten.
De achterdeur werd door de bandieten
gegrendeld en Bosses werden de sleutels
afgenomen, waarna de overvallers hun on
derzoek begonnen, om het geld machtig te
worden, waarvoor zij blijkbaar gekomen
wafen.
Alles werd doorzocht en onderste boven
gehaald.
Als een vertrek was doorzocht werd het
gebonden slachtoffer medegedragen naar
het volgende vertrek, waar hem een laken
over het hoofd werd gelegd, teneinde te
beletten, dat hij kon zien.
Toch ontging het het slachtoffer niet,
dat een lampje, dat in de woning brandde
en waarvan de roovers zich bedienden, la
ger werd gedraaid teneinde het lieht te
temperen.
Toen alles doorzocht was en de roovers
hun buit in hun bezit hadden, lieten zij
Bosses gebonden achter en verdwenen
langs de achterzijde van de woning.
Zich zelf bevrijd.
Het slachtoffer heeft met moeite met zijn
gebonden handen de touwen, waarmede
zijn voeten gebonden waren, weten los te
maken en is toen naar de voordeur geloo-
pen.
Met zijn gebonden handen heeft hij de
voordeur weten te ontsluiten, juist toen
een 14-jarige jongen van het dorp zich
daar bevond, wien hij vroeg de touwen
van zjjn handen los te maken.
Deze schrok echter zoodanig, dat hij hard
weg liep naar zijn huis om zijn vader te
waarschuwen.
Voor deze echter ter plaatse was, had
Bosses reeds met een mes de touwen los
gesneden en was naar een buurman ge
gaan, die den ongelukkige weer wat op zijn
verhaal wist te brengen.
De politie werd gewaarschuwd. Deze was
vrij spoedig ter plaatse en stelde een uit
gebreid onderzoek in, dat nog steeds wordt
voortgezet, zonder echter nog een spoor
van de daders te hebban opgeleverd.
Uit het onderzoek bleek, dat de daders
een beduidend bedrag aan geld hebben
medegenomen, waarvan echter niet vast
staat, hoeveel dit is geweest.
Opgemerkt mag nog worden, dat onge-
waardige papieren als effecten hebben me
degenomen, maar acten e.d. ongemoeid
hebben gelaten.
Als verdere bijzonderheid kunnen wij
nog mededeel en, dat bij Bosses ook in den
afgeloopen zomer, terwijl hij afwezig was,
300 is gestolen, van welken diefstal de
daders onbekend bleven.
Bosses staat bekend als welgesteld en
als iemand, die niet gemakkelijk van zijn
stuk te brengen is. Dit bewijst trouwens
zijn verzet, ondanks de revolverbedreiging.
Hij moet dan ook totaal zijn verrast.
Opgemerkt mag norg worden, dat onge
veer vijf en twintig jaar geleden een soort
gelijke ovérval plaats had in dezelfde
buurtschap bij den landbouwer Timmer
mans, waar alleen geld werd weg geno
men, doch papieren met rust werden gela
ten.
Algemeen is men van meening, dat geen
onbekenden dezen brutalen overval heb
ben gepleegd en het verlangen heerscht,
dat het de politie moge gelukken de beide
onbekenden spoedig op te sporen.
De rust zou er des te spoediger door te
rugkeer en.
Bij geruchte vernam de „Tijd", dat een
broer van J. Bosses, eveneens ter plaatse
wonende, Donderdag vóór den overval een
dreigbrief zou hebben ontvangen, waarin
toezegging werd gedaan, „dat zijn hoofd er
af moest".
UIT DE RADIOWERELD
Programma's voor Dinsdag 11 Dec.
Huizen. 1875 M.
K. R. O.-Uitzending.
8.00 Morgenconcert.
10.— Gramofoon.
11.30 Godsdienstig halfuurtje door Pas
toor Perquin,
12.15 Gramofoon en K. R. O.-boya.
200 Vrouwen uurtje.
3.00 Modecursus.
4.15 Het K. R. O. Kamerorkest, afgewis
seld door gramofoon.
6.40 Esperanto-cursus.
7.15 Rector J. Bots over het Grootstads
probleem. Daarna gramofoon.
8.00 Vaz Dias en gramofoon.
8.10 Causerie door Z.Exc. Minister H. P.
Marchant voor de vereeniginig „Spellings-
vrede". Daarna gramofoon.
9.15 Concert door het Stedelijk Orkest
van Maastricht m. m. v. Oda Slobodskaya,
sopraan.
10.L. Aber over het ontstaan van den
Nobelprijs.
10.15 Gramofoon.
10.25 Vaz Dias.
10.30 Vervolg Stedelijk Orkest van Maas
tricht.
11.15 Gramofoon.
Hilversum, 301 M.
AVRO-Uitzending. 5.30 uur VPRO cn
6.30 uur RVU.
8.00 Gramofoon platen.
10.003 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonplaten.
10.30 Kook- en bakpraatje.
11.00 Orgelconcert.
v 12.00 Omroeporkest.
2.00 Concert door S. Jongsma (bas), Bo
ris Lensky (viool) en Egb. Veen (piano).
3.004.00 Knipcursus.
4.15 Gramofoonplaten.
4.30 Radio-Kinderkoorzang.
5.00 Voor kleine kinderen.
5.30 Jeugdhalfuur v. d. VPRO.
6.00 Barnabas von Géczy en zyn orkest
6.30 RVU. Causerie.
7.00 Vervolgconcert.
7.30 Engelsche les.
8.00 Vaz Dias.
8.05 Omroeporkest. I. Menges (viool).
8.30 Gramofoonplaten.
8.45 Barnabas von Gèczy en zijn orkest
9.30 Derde acte van „Smaadschrift", spel
van Wooll,
10.10 Charlois' Ghr. Mannenkoor.
10.30 Gramofoonplaten.
11.00 Vaz Dias.
11.1012.00 Uit „Le Papillon", Amster
dam: Freddy Johnson's Butterflies m. m. v.
Rose Poindextie (zang).
Droit wieh 1500 M.
10.3510.50 Morgenwijding.
11.05 en 11.20 Lezingen.
11.40 Gramofoonplaten.
11.50 Voor de scholen.
12.10 Mantovani en zijn orkest.
1.20 Birminghamsch Hippodrome-orkest,
2.25 Voor de scholen.
4,20 Gramofoonplaten.
4.50 New English strijkkwartet
5.35 Londensch Zigeuner-orkest.
6.20 Berichten.
6.50 Oude muziek voor strijkkwartet.
7.10 Fransche causerie.
7.40 Gramofoonplaten.
7.50 Lezing.
8.20 „The Air-Do-Wells" in hun reper
toire.
9.20 Viool-red tal.
9.50 Berichten.
BEDENKELIJKE ST. NICOLAASVIERING
In het Oost-Brabantsche Peeldorp Voikel
waren vier gemaskerde personen aan het
St. Nicolaas spelen. Op hun weg ontmoet
ten zij een landbouwersknecht, dien zy aan
vielen en met een mes dusdanige verwon
dingen toebrachten, dat deze zich onder
10.20 Lezing.
10.35 BBC-Theater-orkest.
11.30 Voordracht.
11.3512.20 Joe Loss en zyn Band.
„Radio Paris", 1648 M.
7.20 en 8.20 Gramofoonplaten.
12.20 Symphonieconcert.
9.05 „Le jeu de Robin et de Marion", spel
van La Halle. Hierna oude muziek. 10.20
Concert op oude instrumenten.
10.50 Dansmpzlek.
Kalundborg 1261 M.
11.201.20 Concert uit Rest. „Wivex".
2.204.20 Omroeporkest m. m. v. solisten
7.20 Hoorspel.
7.35 Omroeporkest.
8.20 L. Preii's Radio-dansorkest.
9.35 Kamermuziek.
10.2011.50 Vervolg dansmuziek.
Keulen. 458 IL
5.20 Gramofoonplaten.
6.35 Orkestconcert.
11.20 Concert uit Berlijn.
12.35 Blaasconcert.
1.35 Zang en accordeon.
3.20 Omroep-kleinorkest en solisten.
5.10 Zang en piano.
5.45 Keulsch Vrouwenkoor.
6.40 Zang.
7.30 Omroeporkest.
8.20 Radio-Tooneel.
R o m e, 421 M.
8.05 Concert m. m. v. orkest en sopraan.
8.50 Radio-tooneel.
9.20 Dansmupziek.
Brussel, 322 en 484 M.
3.22 meter:
12.20 Gramofoonplaten.
1.302.20 Salon-Oorkest.
5.20 Omroeporkest.
6.50 en 7.35 Gramofoonplaten.
8.20 Omroeporkest.
9.20 Salon-orkest.
10.3011.20 Gramofoonplaten.
484 meter:
12.20 Omroeporkest.
I.30è2.20 Gramofoonplaten.
5.20 Orgelconcert.
6.35 Gramofoonplaten.
6.50 Salon-orkest.
8.20 Concert m. m. v. solisten, koor en
orkest,
10.5011.15 Gramofoonplaten.
Deutschlandsender, 1571 M.
7.30 „Met Geeang und Spaten", hoorspel
uit een Arbeidskamp.
8.20 Zie Kalundborg.
9.20 Berichten. Causerie. Weerbericht.
10.20—11.20 Zie Kalundborg.
Gemeentelijk Radiodistributiebedrijf
en de R.O.V. Radio-centrale
3e Programma.
8.0012.20 Deutschland Sender.
12.2014.20 Luxemburg.
14.2015.20 Kalndborg.
15.20—17.20 Stuttgart.
17.20—19.10 Brussel VI.
19.1021.20 Beromunster.
21.20—22.20 Brussel VI.
22.20—aü. Stuttgart.
4e Programma.
8.05 Luxemburg.
8.208.50 Parijs Radio.
II.0515.20 Londen Reg.
15.20—10.50 Keulen.
16.50—18.20 Droitwich.
18.2019.00 Deutschl. Sender.
19.0019.30 Tuinpraatje door den heer J.
Jonker, ctef Afd. Gom. Plantsoenen.
19.3020.20 Londen Reg.
20.2021.50 Droitwich.
21.50afloop Londen Rog.
(Wijzigingen voorbehouden).
geneeskundige hulp moest stellen. Na het
plegen van hun weinig dappere daad heb
ben de St. Nicolaasvierders zich uit de voe
ten gemaakt. De politie heeft de zaak in
onderzoek. Men betwijfelt echter de schul
digen te zullen kunnen ontdekken, daar
hunne vermoming het onderzoek uit den
aard der zaak ten zeerste bemoeilijkt.
FEUILLETON.
LIEFDE IN HET OERWOUD
Naar het Engelsch
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden.).
24)
Hij stond te wankelen op zijn beenen en
ze kon het hem dus moeilijk weigeren,
maar ze deinsde even terug, toen ze zijn
hand op haar arm voelde. Hij scheen het
niet te merken, maar strompelde door den
donkeren nacht naar zijn tent, waar hij
zich weer vastgreep aan de touwen en een
vreemden blik vor zich uit bleef staren.
Toen vroeg Honor scherp:
„Je voelt niet veel voor Alec Rimington,
hè?"
„Ik vind. dat hij een bemoeial is", zei
hij ontwijkend.
„Je vergeet, dat ik het hem gevraagd
heb", zei ze kort.
„En waarom in 's hemelsnaam?"
„Omdat, zooals ik je al gezegd heb, ik Le
grand niet vertrouwde en het blijkt niet
zonder reden te zijn geweest,een man
die kinderen ontvoert, misschien vermoord
heeft; in alle gevallen een man, die zich
verlaagd heeft tot den een of anderen hei-
denschen afgodendienst."
„Hoe weet je dat?" viel hij uit.
„Dat heeft mr. Rimington me verteld."
„Zoo, waarachtig!" Hij lachte minach
tend. En toen na een pauze: „Maar heeft hij
je niets verteld over het kind?"
Honor wachtte even met antwoorden en
in zijn oogen kwam een uitdrukking van
vrees en scherp viel hij uit:
„Waarom geef je geen antwoord? Heeft
hij je niets over het kind verteld?"
„Hij heeft me verteld, dat Legrand een
kind had gestolen, dat is alles", zei zc
rustig.
Ze zag, dat de vrees weer uit zijn oogen
verdween en ze hoorde in haar geest plot
seling weer Mannering's uitroep van een
paar avonden geleden, toen ze zonder het
te willen een deel van Mannering's ge
sprek met Legrand had opgevangen:
„Neen, neen, Legrandeen kind!"
„Goeie hemel, man.De man bij haar
had van het kind af geweten, had er
waarschijnlijk over gesproken met Le
grand en stelde er om de een of andere
reden levendig belang in. Waarom?
Zc vond geen antwoord op die vraag,
maar het was een afschuwelijke gedachte
dat George iets uit te staan zou hebben
met een man als Legrand.
„Trek je er maar niets van aan, Honor",
suste Mannering. „We hebben er niets mee
te maken. Er zit hier een flinke hoeveel
heid schurken in de wildernis. Het eenige,
wat we doen moeten, is voor ons zelf zor
gen. En als we veilig en wel in M'Buba
zijn, zullen we samen lachen om...."
„Niet samen", viel ze hem plotseling in
de rede.
Haar toon gaf aan de woorden een be-
teekenis, welke hij onmogelijk misverstaan
kon. Hij greep de tentouwen heel kramp
achtig vast en staarde haar ongeloovig aan.
„Honor", riep hij uit. „Wat bedoel jo in
's hemelsnaam?"
„Wat ik zeg! Ik heb me vergist. Ik geloof
niet, dat wij samen gelukkig zouden zijn
en ik ben blij, dat ik dat bijtijds ontdekt
heb."
Ze zei het rustig en met een beslistheid
Mannering verloor zijn zelfbeheersching
volkomen tegenover deze onverwachte me-
dedeeling.
„Maar goeie hemel.... Honor, wat is er
met je? Het was vastgesteld. En nu...."
Zijn bleek, mager gedicht begon zenuw
achtig te trekken, toen vloog opeens een
hoogroode kleur over zijn wangen en hij
riep heftig:
„Het is die schurk van een Rimington!
Je hebt naar hem geluisterd. Hij heeft
meer gezegd, dan jij mij verteld hebt.
Hij...."
„Hij heeft niets gezegd. Het is abso
luut mijn eigen besluit en je zult je er in
moeten schikken, George. Het heeft met
mr. Rimington niets te maken. Ik heb ont
dekt, dat ik je niet lief heb, dat is het
eenige en het is alles."
Zij wachtte zijn verdere protesten en mo
gelijke tegenwerpingen niet af, maar
draaide zich om en liep snel naar haar
eigen tent. Maar toen ze eenmaal veilig
in het donker van haar tent was, verborg
ze haar gezicht in de handen en bleef zoo
langen tijd zitten.
Uit de hut van Fatuma drong van tijd
tot lijd 'n flauw weeklagen tot haar door. Ze
trachtte na te denken en poogde uit haar va
ge verdenkingen en enkele feiten die ze wist
de geheele geschiedenis te reconstrueeren,
maar tevergeefs. Het bleven losse, op zich
zelf staande gegevens en de schakels, die
hen vorbonden, bleven voor haar verbor
gen.
Na een poos zag zc aan het lichter wor
den van de duisternis, dat de maan opge
komen was. Het was heel stil, ook het ge
kreun van Fatuma was opgehouden, en Ho-
nor dacht, dat ze waarschijnlijk de eenige
in het kamp was, die niet sliep.
Ze had niet de minste behoefte aan slaap
en liep zacht naar de tentopening, maakte
de klep los en ging naar buiten. De volle
maan stond als een bleeke schijf aan den
donkerblauwen nachthemel en het meer,
de rafiapalmen er om heen, de groote hoo
rnen, waarin enkel zachtgele bloemen
glansden, lagen voor haar als een zilverig,
vredig sprookjesland. Het was een won
derbare tropennacht. Een poos stond ze te
luisteren naar de volkomen stilte en was
op het punt naar haar tent terug te gaan,
toen ze uit de richting van het woud een
geluid hoorde, dat haar deed blijven. Het
was een heel licht maar regelmatig geluid,
dat ze dien avond al eenmaal gehoord had:
het zachte, het doffe geklepper van een
paar bloote hollende voeten. Ze legde haar
oor tegen den grond. Ze hoorde het geluid
nu duidelijker; zc sprong weer op en
staarde in afwachting voor zich uit. Pal
men en andere boomen beletten haar ver
te zien, maar plotseling kwam in een open
ruimte tusschen twee boomen iets te voor
schijn, dat even snel weer verdween.
Haar hart begon heftig te kloppen. Het
was een inlander, die op weg was naar het
kamp; waarschijnlijk een bode van Alec
Rimington, want wie anders zou een bood
schap naar het kamp sturen? Er rees een
angstige vraag in haar hart op. Was hem
iets overkomen? Stuurde hij om hulp of
had hij nieuws voor Fatuma? Ze zag de
bewegende gestalte weer en nu duidelij
ker. Nog bleef ze wachten, zag hem voor
den derden keer en verloor hem toen uit
het oog achter een groep boomen op kor
ten afstand van het kamp.
Ze wachtte verwonderd en in scherp
luisteren. Een paar minuten gingen lang
zaam voorbij, toen hoorde ze plotseling aan
haar rechterkant een licht geritsel en toen
ze zich haastig in de richting draaide, zag
ze een man zich oprichten uit het lange
gras en spiedend in de richting van het
kamp kijkend. Omzichtig deed ze een paar
stappen achteruit en sloeg hem gade, ze
ker, dat ze onzichtbaar was in de schaduw
van haar eigen tent.
Hij liep langzaam en omzichtig naar de
open ruimte voor hem. Wie was hij? Wat
wilde hij? Waarom naderde hij het kamp
zoo voorzichtig, als hij van Alec Riming
ton kwam. Haar hart begon angstig te klop
pen en ze keek naar do plagenhuttcn,
waar de dragers sliepen. Moest ze hen niet
waarschuwen, dat iemand het kamp nader
de? Of Mannering?
Ze aarzelde en toen ze weer in de rich
ting van den man keek, zag ze, dat hij iets
droeg, dat glinsterde in het maanlicht
een speer waarschijnlijk. Als zc zich nu
buiten de schaduw van haar tent waagde,
moest hij haar onvermijdelijk zien en als
hy vijandige bedoelingen had, zou hij óf
vluchten óf haar aanvallen, wanneer zy
de anderen ging waarschuwen. Toen her
innerde ze zich, dat Mannering's geweer
in de tent achter haar was. Zc glipte terug,
laadde het wapen met kloppend hart, hoe
wel haar hersens volkomen koel en helder
waren.
(Wordt vervolgd).