MAANDAG 10 DECEMBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT 1 ERDEBLAD. - PAG. 11 GEMENGDE BERICHTEN AUTO OP HET TROTTOIR. Dame overreden en gedood. Zaterdagavond ongeveer half negen is een vrachtauto geladen met bloemkool op weg van Bovenkarspel naar Tiel te Soest van den rijweg op het trottoir gereden. De ongeveer zestigjarige mevrouw B. komende uit de kerk en juist voor haar woning aan gekomen, geraakte daarbij tusschen de auto en het hek dat voor haar woning staat, bekneld, zij was vrijwel onmiddellijk dood. De auto, waarvan de chauffeur van het ongeluk niets had bemerkt, werd door voor bijgangers tot stilstand gebracht en is door de politie in beslag genomen. AUTO TEGEN BOOM GEREDEN. Eén doode, drie zwaar gewonden. Gisterochtend heeft op den straatweg HeerlenAken even over de Nederland- sche grens een ernstig auto-ongeluk plaats gehad, waarbij een persoon om het leven is gekomen en drie anderen ernstig wer den gewond. Doordat de auto, welke werd bestuurd door den heer Becker uit Heerlen een hond aanreed verloor de chauffeur de macht over het stuur en vloog de auto tegen een boom. De wagen werd geheel vernield. De heer Becker was op slag dood. De drie overige inzittenden werden allen zwaar gewond. Het waren de heeren Bies- mans, Wolff en Waayfoort, die allen drie naar het ziekenhuis te Heerlen zijn over gebracht. Ook het stoffelijk overschot van den heer Becker is daarheen vervoerd. De heer Becker bekleedde de functie van ambtenaar bij de Oranje Nassaumijnen, waar de heeren B. en W. eveneens werk zaam waren. De heer Waayfoort is 1 ee raar aan het handelsinstituut „Studio" te Heerlen, OUDE MAN GEDOOD. Door de blauwe tram overreden. Zaterdagmiddag ongeveer half één Is op den Waalsdorper weg bij den Raamweg te Den Haag een 60. a 65-jarige heer, ver moedelijk G. D., wonende in de Van Die- penburchstraat, door de blauwe tram aan gereden en onmiddellijk gedood. AUTOBUS BOTST TEGEN TRAM. Gisterochtend omstreeks half tien is bij het viaduct op den Rijswijkschen Weg te Den Haag een autobus van den intercom- mun alen dienst AmsterdamRotterdam in botsing gekomen met een tram. De auto bus werd zwaar beschadigd. De 41-jarige mejuffrouw F. B., wonende in de Doove Netelstraat te Amsterdam, werd ernstig ge wond. Zij kreeg een hersenschudding en ook eenige blessures aan het gelaat. Zij is in liet gemeente-ziekenhuis Zuid wal ter verpleging opgenomen- Ook is nog bij het ongeval een jongetje gewond, doch niet ernstig. MEISJE IN BRAND GERAAKT. Door het spelen met lucifers. Zaterdagavond is een meisje in pand 103 aan den Binnenweg te Rotterdam in haar bed in brand geraakt. Het meisje, de 10- jarige M. Elshout, dat eenigszins achterlijk as, lag in een opkamertje achter den win kel, waar haar moeder en de dienstbode bezig waren klanten te bedienen. Het kind heeft in haar bed met lucifers gespeeld. De moeder hoorde gegil en op hetzelfde oogen- blik snelde een buurman den winkel bin nen omdat hij bespeurd had dat er in het kamertje achter-dien winkel brand was uit gebroken. Het beddegoed was in brand ge- Brutale roofoverval te Oosterhout Alleenwonende land bouwer overvallen en gekneveld. - De daders spoorloos verdwenen. Vrijdagavond is te Oosteinde, gem. Oos terhout (N.-Br.) een roofoverval gepleegd op den alleenwonenden landbouwer Bos- sers. Oosteind is eigenlijk slechts een bebouwd stuk weg van den straatweg Ooster houtDongen. De huizen staan er vrijwel aaneenge- bouwd, slechts gescheiden door een land wegje, tuin of een perceel weide. Ook het huis van Jan Bosses is aan den straatweg gelegen. Aan de eene zijde is een schuur ge bouwd, want Bosses is landbouwer en be woont alleen zijn huis. Aan de andere zijde loopt een landwegje met een fietspad naar Dongen. Een stuk weiland naast de schuur scheidt de hoeve van de pastorie, welke naast de R.K. kerk van het dorp is ge bouwd. Vlak naast het wegje, zoo juist genoemd, staat een woonhuis, terwijl tegenover de woning van Bosse aan de overzijde van den straatweg op ongeveer tien meter af stand eveneens bouwland zich bevindt. De omstandigheid, dat de roofoverval om ongeveer half zes werd gepleegd, mag dus wel een buitengewoon staaltje van bru taliteit heeten. Toen nog geen twee minu ten voor den overval de krant was ge bracht, ging Bosses .naar buiten langs de achterdeur, naar 'n erf van ongeveer tien meter diep en waarachter de boomgaard zich uitstrekt. De hond lag in den stal aan den ketting. Deze werd steeds iets later in den avond los gemaakt voor de veiligheid van den be woner. Hebben de aanvallers dat geweten? Toen Bosses zich weer in huis wilde be geven, zag hij van uit het landwegje naast zijn woning door een doorgang in de heg iemand aankomen met een lichtje. Bosses ging hem tegemoet, niets vermoe dend, gezien het vroege uur en denkende, dat iemand zijn fiets tegen den gevel wilde zetten, wat meer gebeurde. Toen hij den onbekende genaderd was, hield deze het licht plotseling vlak voor Bosses en gelastte „Handen op!" Nog dacht Bosses aan geen ernst en lach te goedmoedig. Toen echter het kommando werd her haald en met een revolver kracht werd bijgezet, kwam Bosses tot de overtuiging, dat hier van geen grapje sprake was. Hij sloeg er onmiddellijk op los, trachtte raakt, evenals de nachtkleedinig van het kind. De moeder wist de vlammen te dooven. Het kind is met ernstige brandwonden aan het bovenlichaam naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd, alwaar het later is overleden. Het vuur in het kamertje had zich ook meegedeeld aan een stoel en wat kleeding. Het brandje was spoedig gebluscht. ARBEIDERSWONING AFGEBRAND. Gistermiddag omstreeks twee uur brak brand uit in de arbeiderswoning van den heer Heymans op de Berg te Rosmalen. De familie was juist bij buren op visite gegaan. De brandweer kon bij gebrek aan water niets uitrichten, zoodat het heele huisje tot den grond toe afbrandde. Een geit en eenige kippen kwamen in de vlam men om, terwijl ook de inboedel een prooi der vlammen werd. De schade wordt slechts gedeeltelijk door verzekering ge dekt. Omtrent de oorzaak van den brand tast men in het duister. Doordat de wind in Zuidelijke richting woei, kon echter worden voorkomen, dat het vuur oversloeg naar de belendende perceelen. de revolver weg te slaan en trok zich te rug naar de dichtstbijzijnde deur van zijn woning. Intusschen was een tweede onbekende naderbij gekomen. Er ontstond een worsteling in de ach terkeuken, waar Bosses voor de overmaent moest bezwijken en tegen een aldaar staan de kast werd geworpen, waarbij hy bloe dende wonden opliep aan het hoofd. Direct vielen beide indringers op hem en bonden hem handen en voeten. De achterdeur werd door de bandieten gegrendeld en Bosses werden de sleutels afgenomen, waarna de overvallers hun on derzoek begonnen, om het geld machtig te worden, waarvoor zij blijkbaar gekomen wafen. Alles werd doorzocht en onderste boven gehaald. Als een vertrek was doorzocht werd het gebonden slachtoffer medegedragen naar het volgende vertrek, waar hem een laken over het hoofd werd gelegd, teneinde te beletten, dat hij kon zien. Toch ontging het het slachtoffer niet, dat een lampje, dat in de woning brandde en waarvan de roovers zich bedienden, la ger werd gedraaid teneinde het lieht te temperen. Toen alles doorzocht was en de roovers hun buit in hun bezit hadden, lieten zij Bosses gebonden achter en verdwenen langs de achterzijde van de woning. Zich zelf bevrijd. Het slachtoffer heeft met moeite met zijn gebonden handen de touwen, waarmede zijn voeten gebonden waren, weten los te maken en is toen naar de voordeur geloo- pen. Met zijn gebonden handen heeft hij de voordeur weten te ontsluiten, juist toen een 14-jarige jongen van het dorp zich daar bevond, wien hij vroeg de touwen van zjjn handen los te maken. Deze schrok echter zoodanig, dat hij hard weg liep naar zijn huis om zijn vader te waarschuwen. Voor deze echter ter plaatse was, had Bosses reeds met een mes de touwen los gesneden en was naar een buurman ge gaan, die den ongelukkige weer wat op zijn verhaal wist te brengen. De politie werd gewaarschuwd. Deze was vrij spoedig ter plaatse en stelde een uit gebreid onderzoek in, dat nog steeds wordt voortgezet, zonder echter nog een spoor van de daders te hebban opgeleverd. Uit het onderzoek bleek, dat de daders een beduidend bedrag aan geld hebben medegenomen, waarvan echter niet vast staat, hoeveel dit is geweest. Opgemerkt mag nog worden, dat onge- waardige papieren als effecten hebben me degenomen, maar acten e.d. ongemoeid hebben gelaten. Als verdere bijzonderheid kunnen wij nog mededeel en, dat bij Bosses ook in den afgeloopen zomer, terwijl hij afwezig was, 300 is gestolen, van welken diefstal de daders onbekend bleven. Bosses staat bekend als welgesteld en als iemand, die niet gemakkelijk van zijn stuk te brengen is. Dit bewijst trouwens zijn verzet, ondanks de revolverbedreiging. Hij moet dan ook totaal zijn verrast. Opgemerkt mag norg worden, dat onge veer vijf en twintig jaar geleden een soort gelijke ovérval plaats had in dezelfde buurtschap bij den landbouwer Timmer mans, waar alleen geld werd weg geno men, doch papieren met rust werden gela ten. Algemeen is men van meening, dat geen onbekenden dezen brutalen overval heb ben gepleegd en het verlangen heerscht, dat het de politie moge gelukken de beide onbekenden spoedig op te sporen. De rust zou er des te spoediger door te rugkeer en. Bij geruchte vernam de „Tijd", dat een broer van J. Bosses, eveneens ter plaatse wonende, Donderdag vóór den overval een dreigbrief zou hebben ontvangen, waarin toezegging werd gedaan, „dat zijn hoofd er af moest". UIT DE RADIOWERELD Programma's voor Dinsdag 11 Dec. Huizen. 1875 M. K. R. O.-Uitzending. 8.00 Morgenconcert. 10.— Gramofoon. 11.30 Godsdienstig halfuurtje door Pas toor Perquin, 12.15 Gramofoon en K. R. O.-boya. 200 Vrouwen uurtje. 3.00 Modecursus. 4.15 Het K. R. O. Kamerorkest, afgewis seld door gramofoon. 6.40 Esperanto-cursus. 7.15 Rector J. Bots over het Grootstads probleem. Daarna gramofoon. 8.00 Vaz Dias en gramofoon. 8.10 Causerie door Z.Exc. Minister H. P. Marchant voor de vereeniginig „Spellings- vrede". Daarna gramofoon. 9.15 Concert door het Stedelijk Orkest van Maastricht m. m. v. Oda Slobodskaya, sopraan. 10.L. Aber over het ontstaan van den Nobelprijs. 10.15 Gramofoon. 10.25 Vaz Dias. 10.30 Vervolg Stedelijk Orkest van Maas tricht. 11.15 Gramofoon. Hilversum, 301 M. AVRO-Uitzending. 5.30 uur VPRO cn 6.30 uur RVU. 8.00 Gramofoon platen. 10.003 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Kook- en bakpraatje. 11.00 Orgelconcert. v 12.00 Omroeporkest. 2.00 Concert door S. Jongsma (bas), Bo ris Lensky (viool) en Egb. Veen (piano). 3.004.00 Knipcursus. 4.15 Gramofoonplaten. 4.30 Radio-Kinderkoorzang. 5.00 Voor kleine kinderen. 5.30 Jeugdhalfuur v. d. VPRO. 6.00 Barnabas von Géczy en zyn orkest 6.30 RVU. Causerie. 7.00 Vervolgconcert. 7.30 Engelsche les. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Omroeporkest. I. Menges (viool). 8.30 Gramofoonplaten. 8.45 Barnabas von Gèczy en zijn orkest 9.30 Derde acte van „Smaadschrift", spel van Wooll, 10.10 Charlois' Ghr. Mannenkoor. 10.30 Gramofoonplaten. 11.00 Vaz Dias. 11.1012.00 Uit „Le Papillon", Amster dam: Freddy Johnson's Butterflies m. m. v. Rose Poindextie (zang). Droit wieh 1500 M. 10.3510.50 Morgenwijding. 11.05 en 11.20 Lezingen. 11.40 Gramofoonplaten. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Mantovani en zijn orkest. 1.20 Birminghamsch Hippodrome-orkest, 2.25 Voor de scholen. 4,20 Gramofoonplaten. 4.50 New English strijkkwartet 5.35 Londensch Zigeuner-orkest. 6.20 Berichten. 6.50 Oude muziek voor strijkkwartet. 7.10 Fransche causerie. 7.40 Gramofoonplaten. 7.50 Lezing. 8.20 „The Air-Do-Wells" in hun reper toire. 9.20 Viool-red tal. 9.50 Berichten. BEDENKELIJKE ST. NICOLAASVIERING In het Oost-Brabantsche Peeldorp Voikel waren vier gemaskerde personen aan het St. Nicolaas spelen. Op hun weg ontmoet ten zij een landbouwersknecht, dien zy aan vielen en met een mes dusdanige verwon dingen toebrachten, dat deze zich onder 10.20 Lezing. 10.35 BBC-Theater-orkest. 11.30 Voordracht. 11.3512.20 Joe Loss en zyn Band. „Radio Paris", 1648 M. 7.20 en 8.20 Gramofoonplaten. 12.20 Symphonieconcert. 9.05 „Le jeu de Robin et de Marion", spel van La Halle. Hierna oude muziek. 10.20 Concert op oude instrumenten. 10.50 Dansmpzlek. Kalundborg 1261 M. 11.201.20 Concert uit Rest. „Wivex". 2.204.20 Omroeporkest m. m. v. solisten 7.20 Hoorspel. 7.35 Omroeporkest. 8.20 L. Preii's Radio-dansorkest. 9.35 Kamermuziek. 10.2011.50 Vervolg dansmuziek. Keulen. 458 IL 5.20 Gramofoonplaten. 6.35 Orkestconcert. 11.20 Concert uit Berlijn. 12.35 Blaasconcert. 1.35 Zang en accordeon. 3.20 Omroep-kleinorkest en solisten. 5.10 Zang en piano. 5.45 Keulsch Vrouwenkoor. 6.40 Zang. 7.30 Omroeporkest. 8.20 Radio-Tooneel. R o m e, 421 M. 8.05 Concert m. m. v. orkest en sopraan. 8.50 Radio-tooneel. 9.20 Dansmupziek. Brussel, 322 en 484 M. 3.22 meter: 12.20 Gramofoonplaten. 1.302.20 Salon-Oorkest. 5.20 Omroeporkest. 6.50 en 7.35 Gramofoonplaten. 8.20 Omroeporkest. 9.20 Salon-orkest. 10.3011.20 Gramofoonplaten. 484 meter: 12.20 Omroeporkest. I.30è2.20 Gramofoonplaten. 5.20 Orgelconcert. 6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Salon-orkest. 8.20 Concert m. m. v. solisten, koor en orkest, 10.5011.15 Gramofoonplaten. Deutschlandsender, 1571 M. 7.30 „Met Geeang und Spaten", hoorspel uit een Arbeidskamp. 8.20 Zie Kalundborg. 9.20 Berichten. Causerie. Weerbericht. 10.20—11.20 Zie Kalundborg. Gemeentelijk Radiodistributiebedrijf en de R.O.V. Radio-centrale 3e Programma. 8.0012.20 Deutschland Sender. 12.2014.20 Luxemburg. 14.2015.20 Kalndborg. 15.20—17.20 Stuttgart. 17.20—19.10 Brussel VI. 19.1021.20 Beromunster. 21.20—22.20 Brussel VI. 22.20—aü. Stuttgart. 4e Programma. 8.05 Luxemburg. 8.208.50 Parijs Radio. II.0515.20 Londen Reg. 15.20—10.50 Keulen. 16.50—18.20 Droitwich. 18.2019.00 Deutschl. Sender. 19.0019.30 Tuinpraatje door den heer J. Jonker, ctef Afd. Gom. Plantsoenen. 19.3020.20 Londen Reg. 20.2021.50 Droitwich. 21.50afloop Londen Rog. (Wijzigingen voorbehouden). geneeskundige hulp moest stellen. Na het plegen van hun weinig dappere daad heb ben de St. Nicolaasvierders zich uit de voe ten gemaakt. De politie heeft de zaak in onderzoek. Men betwijfelt echter de schul digen te zullen kunnen ontdekken, daar hunne vermoming het onderzoek uit den aard der zaak ten zeerste bemoeilijkt. FEUILLETON. LIEFDE IN HET OERWOUD Naar het Engelsch door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden.). 24) Hij stond te wankelen op zijn beenen en ze kon het hem dus moeilijk weigeren, maar ze deinsde even terug, toen ze zijn hand op haar arm voelde. Hij scheen het niet te merken, maar strompelde door den donkeren nacht naar zijn tent, waar hij zich weer vastgreep aan de touwen en een vreemden blik vor zich uit bleef staren. Toen vroeg Honor scherp: „Je voelt niet veel voor Alec Rimington, hè?" „Ik vind. dat hij een bemoeial is", zei hij ontwijkend. „Je vergeet, dat ik het hem gevraagd heb", zei ze kort. „En waarom in 's hemelsnaam?" „Omdat, zooals ik je al gezegd heb, ik Le grand niet vertrouwde en het blijkt niet zonder reden te zijn geweest,een man die kinderen ontvoert, misschien vermoord heeft; in alle gevallen een man, die zich verlaagd heeft tot den een of anderen hei- denschen afgodendienst." „Hoe weet je dat?" viel hij uit. „Dat heeft mr. Rimington me verteld." „Zoo, waarachtig!" Hij lachte minach tend. En toen na een pauze: „Maar heeft hij je niets verteld over het kind?" Honor wachtte even met antwoorden en in zijn oogen kwam een uitdrukking van vrees en scherp viel hij uit: „Waarom geef je geen antwoord? Heeft hij je niets over het kind verteld?" „Hij heeft me verteld, dat Legrand een kind had gestolen, dat is alles", zei zc rustig. Ze zag, dat de vrees weer uit zijn oogen verdween en ze hoorde in haar geest plot seling weer Mannering's uitroep van een paar avonden geleden, toen ze zonder het te willen een deel van Mannering's ge sprek met Legrand had opgevangen: „Neen, neen, Legrandeen kind!" „Goeie hemel, man.De man bij haar had van het kind af geweten, had er waarschijnlijk over gesproken met Le grand en stelde er om de een of andere reden levendig belang in. Waarom? Zc vond geen antwoord op die vraag, maar het was een afschuwelijke gedachte dat George iets uit te staan zou hebben met een man als Legrand. „Trek je er maar niets van aan, Honor", suste Mannering. „We hebben er niets mee te maken. Er zit hier een flinke hoeveel heid schurken in de wildernis. Het eenige, wat we doen moeten, is voor ons zelf zor gen. En als we veilig en wel in M'Buba zijn, zullen we samen lachen om...." „Niet samen", viel ze hem plotseling in de rede. Haar toon gaf aan de woorden een be- teekenis, welke hij onmogelijk misverstaan kon. Hij greep de tentouwen heel kramp achtig vast en staarde haar ongeloovig aan. „Honor", riep hij uit. „Wat bedoel jo in 's hemelsnaam?" „Wat ik zeg! Ik heb me vergist. Ik geloof niet, dat wij samen gelukkig zouden zijn en ik ben blij, dat ik dat bijtijds ontdekt heb." Ze zei het rustig en met een beslistheid Mannering verloor zijn zelfbeheersching volkomen tegenover deze onverwachte me- dedeeling. „Maar goeie hemel.... Honor, wat is er met je? Het was vastgesteld. En nu...." Zijn bleek, mager gedicht begon zenuw achtig te trekken, toen vloog opeens een hoogroode kleur over zijn wangen en hij riep heftig: „Het is die schurk van een Rimington! Je hebt naar hem geluisterd. Hij heeft meer gezegd, dan jij mij verteld hebt. Hij...." „Hij heeft niets gezegd. Het is abso luut mijn eigen besluit en je zult je er in moeten schikken, George. Het heeft met mr. Rimington niets te maken. Ik heb ont dekt, dat ik je niet lief heb, dat is het eenige en het is alles." Zij wachtte zijn verdere protesten en mo gelijke tegenwerpingen niet af, maar draaide zich om en liep snel naar haar eigen tent. Maar toen ze eenmaal veilig in het donker van haar tent was, verborg ze haar gezicht in de handen en bleef zoo langen tijd zitten. Uit de hut van Fatuma drong van tijd tot lijd 'n flauw weeklagen tot haar door. Ze trachtte na te denken en poogde uit haar va ge verdenkingen en enkele feiten die ze wist de geheele geschiedenis te reconstrueeren, maar tevergeefs. Het bleven losse, op zich zelf staande gegevens en de schakels, die hen vorbonden, bleven voor haar verbor gen. Na een poos zag zc aan het lichter wor den van de duisternis, dat de maan opge komen was. Het was heel stil, ook het ge kreun van Fatuma was opgehouden, en Ho- nor dacht, dat ze waarschijnlijk de eenige in het kamp was, die niet sliep. Ze had niet de minste behoefte aan slaap en liep zacht naar de tentopening, maakte de klep los en ging naar buiten. De volle maan stond als een bleeke schijf aan den donkerblauwen nachthemel en het meer, de rafiapalmen er om heen, de groote hoo rnen, waarin enkel zachtgele bloemen glansden, lagen voor haar als een zilverig, vredig sprookjesland. Het was een won derbare tropennacht. Een poos stond ze te luisteren naar de volkomen stilte en was op het punt naar haar tent terug te gaan, toen ze uit de richting van het woud een geluid hoorde, dat haar deed blijven. Het was een heel licht maar regelmatig geluid, dat ze dien avond al eenmaal gehoord had: het zachte, het doffe geklepper van een paar bloote hollende voeten. Ze legde haar oor tegen den grond. Ze hoorde het geluid nu duidelijker; zc sprong weer op en staarde in afwachting voor zich uit. Pal men en andere boomen beletten haar ver te zien, maar plotseling kwam in een open ruimte tusschen twee boomen iets te voor schijn, dat even snel weer verdween. Haar hart begon heftig te kloppen. Het was een inlander, die op weg was naar het kamp; waarschijnlijk een bode van Alec Rimington, want wie anders zou een bood schap naar het kamp sturen? Er rees een angstige vraag in haar hart op. Was hem iets overkomen? Stuurde hij om hulp of had hij nieuws voor Fatuma? Ze zag de bewegende gestalte weer en nu duidelij ker. Nog bleef ze wachten, zag hem voor den derden keer en verloor hem toen uit het oog achter een groep boomen op kor ten afstand van het kamp. Ze wachtte verwonderd en in scherp luisteren. Een paar minuten gingen lang zaam voorbij, toen hoorde ze plotseling aan haar rechterkant een licht geritsel en toen ze zich haastig in de richting draaide, zag ze een man zich oprichten uit het lange gras en spiedend in de richting van het kamp kijkend. Omzichtig deed ze een paar stappen achteruit en sloeg hem gade, ze ker, dat ze onzichtbaar was in de schaduw van haar eigen tent. Hij liep langzaam en omzichtig naar de open ruimte voor hem. Wie was hij? Wat wilde hij? Waarom naderde hij het kamp zoo voorzichtig, als hij van Alec Riming ton kwam. Haar hart begon angstig te klop pen en ze keek naar do plagenhuttcn, waar de dragers sliepen. Moest ze hen niet waarschuwen, dat iemand het kamp nader de? Of Mannering? Ze aarzelde en toen ze weer in de rich ting van den man keek, zag ze, dat hij iets droeg, dat glinsterde in het maanlicht een speer waarschijnlijk. Als zc zich nu buiten de schaduw van haar tent waagde, moest hij haar onvermijdelijk zien en als hy vijandige bedoelingen had, zou hij óf vluchten óf haar aanvallen, wanneer zy de anderen ging waarschuwen. Toen her innerde ze zich, dat Mannering's geweer in de tent achter haar was. Zc glipte terug, laadde het wapen met kloppend hart, hoe wel haar hersens volkomen koel en helder waren. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 11