ZATERDAG 8 DECEMBER 1934
ut, LfclOSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 10
BUITENLAND
VOLKENBOND.
De beschuldiging tegen
Hongarije
BEHANDELING VOOR DEN RAAD.
De aanklacht van Jeftitsj.
De volkenbondsraad is gistermiddag om
half vier begonnen met de behandeling
van het Hongaarsch-Zuid-Slavisch conflict.
De Zuid-Slavische minister van buiten-
landsche zaken, Jeftitsj, ving aan met te
constateeren, dat de moord op koning
Alexander en Barthou de grootste opwin
ding in de Wereld had gewekt, vooral ech
ter diepen indruk had gemaakt op het
Zuid-Slavische volk.
Terecht heeft een krachtige volksstem
zich gekeerd tegen hen. die een organisatie
de gelegenheid verschaft hebben om haar
duistere daad te volvoeren.
Spreker wendt zich dan ook heden tot
den volkenbond, om te wijzen op de ver
antwoordelijkheid, die de Hongaarsche
autoriteiten op zich geladen hadden. Spre
ker is zich er daarbij van bewust, dat een
zoodanige beschuldiging buitengewoon
scherp moet lijken, temeer, wanneer zü
in zoo besliste termen voor het hoogste or
gaan van de internationale gemeenschap
geuit wordt. Daarom is zijn regeering ook
niet lichtzinnig tot dezen stap overgegaan.
Uit een hernieuwde opsomming van de
in het Zuid-Slavische memorandum reeds
vermelde argumenten trok Jeftitisj de con
clusie, dat de aanslag van Marseille het
logische eindresultaat is geweest van de
door de Hongaarsche regeering op haar
gebied gedulde misdadige actie. Jeftitsj be
sloot met de verzekering, dat er geen spra
ke van was, dat tegenover Hongarije be
paalde politieke doeleinden werden nage
streefd of twist werd gezocht.
De Tsjecho-Slowaaksche minister van
buitenlandsche zaken en de Roemeensche
minister van buitenlandsche zaken sloten
zich uitdrukkelijk aan bij de verklaringen
van Jeftitsj, waarbij zij zich het recht voor
behielden, zioh later uitvoeriger te uiten,
ning nam.
Hongarije's verweer.
De Hongaarsche gedelegeerde Tibor von
Eckhardt nam daarop het woord voor een
uitvoerige beantwoording, welke ongeveer
drie kwartier duurde.
Spr. ging er van uit, dat sedert weken
een felle veldtocht tegen de eer vam de
Hongaarsche regeering is gevoerd en stel
de daartegenover de gematigde houding
van Hongarije, dat zich zonder reden voelt
aangevallen.
De Zuid-Slavische bladen zijn onmiddel
lijk na den aanslag hun campagne begon
nen en de Zuid-Slavische regeering is over
gegaan tot de uitwijzing van Hongaarsche
onderdanen, tot een totaal, dat in de laat
ste weken tot 3600 is opgeloopen.
Hongarije wil geen repressaille-maatre-
gelen nemen, doch behoudt zich. voor, het
ingrijpen van den volkenbond te eischen.
Voortgaande besprak daarop v. Eckhart
de Zuid-Slavische aanklacht. Niets van
deze aanklacht houdt stand.
Voor zoover het de Hongaarsche regee
ring bekend is, heeft geen enkel land zoo
strenge maatregelen genomen tegen Kroati
sche emigranten.
Voorts constateerde v. Eckhardt, dat
nooit een civiele of militaire autoriteit
zich met de terroristische opleiding van
emigranten heeft beziggehouden. Van mi
litaire of civiele overheidspersonen hebben
zij nooit wapenen of ontplofbare middelen
gekregen, nooit zijn hun geldmiddelen ver
strekt.
Ook hebben de Kroatische emigranten
langs wettigen weg geen Hongaarsche pas
sen kunnen krijgen.
Hongarije heeft geen samenzwering te
gen Zuid-Slavië op touw gezet of onder
steund.
Het asylrecht, dat Hongarije den Knoa-
ten heeft toegestaan, is niet buiten de al
gemeen erkende principes uitgegaan.
De moordenaar Georgieff is nooit in
Hongarije geweest. Geen enkele voorbe
reidende handeling is uitgevoerd op Hon-
gaarsch grondgebied, zelfs niet door de bij
figuren van den aanslag in Marseille.
Hongarije heeft niet de geringste verant
woordelijkheid in dezen gehad. De ware
oorzaken van den aanslag moeten gezocht
worden in den binnenlandsoh politieken
toestand in Zuid-Slavië.
HONGAARSCHE REPRESAIDLES?
Boedapest zoo thans Joegoslavcn hebben
uitgewezen
Naar aan de „Prawda" wordt gemeld,
komen de laatste dagen te Novisad in Joe
goslavië heele treinen aan met Joegosla
vische onderdanen, die uit Hongarije zijn
gewezen, speciaal uit de districten Szege-
din en Boedapest.
Van officieele Hongaarsche zijde daarte
gen wordt het bericht, dat de uitwijzingen
uit Joegoslavië een gevolg zouden zijn
van soortgelijke Hongaarsche maatregelen
met alle beslistheid tegengesproken.
Wat de uit Joegoslavië gewezen Honga
ren betreft, meldt Boedapest, dat hun aan
tal tot dusver 2314 bedraagt. Gisteravond
zou opnieuw een trein met 400 uitgeweze
nen op Hongaarsch grondgebied gearri
veerd zijn. Onder degenen, die te Szege-
din zijn aangekomen, bevinden zich ook
300 Duitsche boeren (Zwaben).
De „Pester Lloyd" verklaart, dat de uit
Joegoslavië gewezenen reeds jaren gele
den in overeenstemming met de bepalin
gen van het vredesverdrag van Trianon
voor Joegoslavië hebben geopteerd en zoo
doende het Joegoslavische staatsburger
schap hadden behooren te krijgen. De Joe
goslavische regeering heeft deze verleening
van het staatsburgerschap echter steeds
weer uitgesteld, aldus het blad.
De studenten van de universiteit te Boe
dapest hebben gisteren met hun professo
ren aan het hoofd een betooging gehouden.
Incidenten hebben zich daarbij niet voor
gedaan.
Naar United Press verneemt, zal de
Hongaarsche regeering niet protesteeren
tegen het feit, dat Joegoslavië Hongaar
sche staatsburgers heeft uitgewezen, daar
zij het recht van Joegoslavië om hiertoe
over te gaan, niet betwist, doch wel tegen
de ruwheid waarmede deze uitwijzingen
hebben plaats gehad.
DUITSCHLAND.
DE KERKSTRIJD
Minister Frick zegt krasse dingen
De Rijksminister dr. Frick heeft gisteren
te Wiesbaden een vergadering van 50.000
personen toegesproken. Hij zette over het
kerkvraagstuk het volgende o.m. uiteen:
Het kan zijn, dat de rijksregeering in 't
streven, de 28 landskerken in de Rijkskerk
te doen opgaan, iets te stormachtig is op
getreden en verordeningen heeft uitgevaar
digd, die de vereischte juridische basis
misten. Daardoor ontstond een reactie.
Tenslotte zag echter de rijksregeering in,
dat deze weg een betere juridische fundee
ring eischte en is zij begonnen daar te bou
wen, waar het recht absoluut stevig staat,
n.L op de grondwet van de Duitsche Evan
gelische Kerk.
Er bestaat helaas zeer gegronde aanlei
ding te constateeren, dat zich onder den
dekmantel van christelijke belangen hier
alle mogelijke staatsvijandige en landver-
raderlijk elementen verzamelen om op zoo
genaamd kerkelijk gebied hun politiek te
voeren en langs dezen weg het derde rijk
moeilijkheden in den weg te leggen.
De minister riep onder daverend applaus
uit: „Ik verklaar, dat de rijksregeering niet
van plan is, dit ageeren tot in het einde-
looze aan te zien, maar dat zy vastbesloten
is, daar, waar de politieke noodzakelijk
heden dit eischen, ook tegen dergelijke
staatsvijanden en landverraders in te grij
pen.
Het Duitsche volk heeft genoeg van de
zen kerkstrijd. Het stelt heelemaal geen
belang in dit gekijf van predikanten. De
rijksregeering in ieder geval heeft er geen
belang bij, kerken,-die moeten dienen voor
de innerlijke stichting van den Duitschen
mensch, mede te financieren".
VERKORTE WERKTIJDEN IN
DUITSCHLAND
Door gebrek aan grondstoffen
Tengevolge van het toenemend verschijn
sel van gedeeltelijke tewerkstelling in ver
schillende industrieën, door het gebrek aan
grondstoffen, en de daardoor veroorzaakte
onrust onder de betrokken arbeiders, zul
len door een nieuwe verordening grootere
uitkeeringen aan gedeeltelijk werklöozen
worden verstrekt uit de middelen der
werkloosheidsverzekering voor de bedry-
ven ,waar wegens gebrek aan grondstoffen
verkort gewerkt wordt.
Deze vergroote uitkeering zal betaald
worden wanneer de arbeider in twee op
elkaar volgende weken minder dan in to
taal 72 arbeidsuren, doch niet minder dan
acht arbeidsuren werkzaam is, en zijn loon
daardoor verminderd wordt. Het is nog
niet bekend, welk bedrag hiervoor noodig
is doch het wordt op verscheidene honder
den millioenen mark per maand geschat.
Deze extra werkloozenuitkeering wordt
slechts gegeven in de bedrijven, die hier
voor speciaal in aanmerking komen. Als
eerste is daartoe toegelaten: de textielin
dustrie voor zoover daar in een bedrijf
minstens tien arbeiders of bedienden werk
zaam zijn.
Volgens een meaedeeling van het rijks
bureau voor de statistiek bedroeg het aan
tal werkuren in de textielindustrie in Oc
tober j.l. slechts 60,4 pet. der theoretische
capaciteit, tegenover 65,7 pet. in Juni
In de automobielindustrie daalde dit per
centage in dezelfde periode van 67,3 op
59,8 pet. en in de weeldeartikelen-industrie
bedroeg het in October nog slechts 40,2
pet., in de tabaksindustrie en in het brou-
werijbedrijf echter nog 72,4 pet.
SPANJE.
NIEUWE RECHTSCHE GROEP
IN SPANJE
Zij wil de staatsmacht veroveren
De monarchistische afgevaardigde, Calvo
Sotelo, oud-minister onder de dictatuur van
Primo de Rivera, heeft een manifest ge
publiceerd, dat door 140 personen uit poli
tieke, industrieele en universitaire kringen
is geteekend. Het manifest dringt er op
aan een nationaal blok te vormen ter ver
overing van de staatsmacht. De ondertee
kenaars van het manifest zyn voorstan
ders van een staatsvorm, ,die gebaseerd is
op de beginselen van duurzame eenheid,
leiderschap en corporaties, en verzoeken
de openbare meening zich uit te spreken
over den leekenstaat, den klassenstrijd,
het herstel der oude vlag en de handha
ving van het Catalaansche statuut.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN.
DE RIJN BIJ DUSSELDORP IN
VLAMMEN.
Gistermorgen zijn de bewoners van de
Rijnoevers bij Dusseldorp getuige geweest
van een merkwaardig schouwspel. Een
laag olie en petroleum ter lengte van on
geveer een y, K.M. was n.l. in de haven
van Reingolz bij Dusseldorp ten gevolge
van een achteloos weggeworpen lucifer in
brand geraakt. Het vuur verspreidde zich
met razende snelheid en er dreigde groot
gevaar voor verschillende stoom, en tank
booten, die duizenden tonnen petroleurn
inhielden. Oogenblikkelijk werd alarm ge
maakt waarop sleepbooten ter assistentie
uitvoeren. De sleepbooten moesten zich een
weg banen door 't brandende wateropper
vlak en slaagden er in nog juist bytyds
de schepen die in gevaar verkeerden weg
te sleepen. De brand werd ten slotte ge-
bluscht door gebruikmaking van chemica
liën.
BERLUNSCHE POLITIE SLUIT
21 WINKELS.
In het district Wilmersdorf te Berlijn zijn
21 groentewinkels door de politie gesloten,
daar zij voor de aardappelen een prijs be
rekenden, die hooger was dan door den
rijkscommissaris voor de prijzencontrole is
voorgeschreven. Dit beteekent een nieuwe
overwinning voor dr. Schacht en den met
hem hand in hand gaanden dr. Gördeler
op hun voornaamsten tegenstander Walter
Darré.
Darré heeft n.l. zijnerzijds gepoogd tot
een prijsvaststelling te komen, die uitging
van het ministerie van Voedingswezen. Een
strijd ontstond vooral om de aardappel
prijzen, die door het landbouw-comité, dat
gesteund wordt door Darré, 10 pfg. per 10
pond hooger werden vastgesteld dan de
commissaris voor de prijzencontrole dr.
Gördeler had bepaald. In Berlijn waren
sedert eenigen tijd dan ook twee prijzen
in gebruik. Dr. Gördeler heeft thans ech
ter besloten in te grijpen en al die winkels,
die zich houden aan de prijzen door het
landbouw-comité vastgesteld, te sluiten.
MEN TRACHTTE DE BESCHAVING
TE ONTVLUCHTEN.
Maar de Galapagos-eilenden gaven geen
rust aan de kleine gemeenschap.
Langzaam sterft, of verdwijnt het groep
je zonderlinge menschen op de Galapagos-
eilanden, dat de beschaving ontvluchtte en
hoopte rust en kalmte te vinden op een
van de nagenoeg verlaten eilanden in de
Sille Zuidzee. Lorenz en Nuggerimd, door
de heerschzuchtige barones WagnerBous-
quet verdreven, 'vonden den dood op den
weg terug naar de wereld, die zij voor al
tijd wilden verlaten, de barones en Philip-
son verdwenen en thans blijkt ook dr. Frie-
drich Ritter overleden.
Op 3 Juli 1929 vertrok dr. Ritter met
de „Boskoop" uit Amsterdam. Twee jaar
later werden brieven van hem gepubli
ceerd, waarin hij de redenen van zijn vrij
willige verbanning uiteenzette. Steeds
heeft hij zich verdedigd tegen de bewe
ring, dat hij en zijn gezellin Dora Körwin,
hysterische personen waren, die zich niet
meer konden schikken in de beschaafde
wereld.
„Wij zijn niet in het minst wanhopig,
aldus schreef Ritter, wij hebben in het ge
heel niet het gevoel, dat Europa ons als
stiefkinderen heeft behandeld. Integendeel,
wij vinden, dat het ons alles heeft gegeven,
wat het ons kon geven en dat het ons ook
graag zou hebben behouden, indien wij
zyn afgoden hadden aangebeden. Wij gaan
dus volkomen verzoend weg uit deze we
reld, omdat zij ons te arm aan genot is."
Tijdens zyn verblijf op het Crales-eiland
heeft Ritter naar ander genot gezocht. Hij
was van meening, dat al het kwaad in de
wereld, alle smarten en ellende, zoowel
geestelijk als lichamelijke, een gevolg zyn
van de beschaving en de cultuur en hij
heeft afstand gedaan van alles, wat aan de
beschaving herinnerde.
Geheel is hij daarin niet geslaagd, want
zijn leven was veeleer een compromis tus-
schen de verfijnde beschaving en het pri
mitieve. Hy had boeken meegenomen naar
de eenzaamheid, hy heeft geschreven en
zyn geschriften laten drukken, zoodat hy
toch weer gebruik maakte van de voordee-
len, die de beschaving hem kon bieden.
En tot overmaat kwamen de problemen,
die hij had ontvlucht, hem in zijn paradijs
opzoeken. In 1932 kwam barones Wagner-
Bousquet met Lonzens en Philipson naar
het eiland en het paradijs werd een hel.
In een van zijn brieven noemde dr. Ritter
haar een arrogante jonge vrouw, die den
baas speelde over domme jongelui. Tus-
schen de leden van de kleine ideale ge
meenschap ontstonden botsingen, zooals die
over de geheele wereld dagelijks voorko
men, maar daar in die eenzaamheid moes
ten de gevolgen heviger en noodlottiger
zyn.
Wat er precies op het eiland is gebeurd,
zal men wel nooit te weten komen. Ritter
had aan zijn vriend Hancock, die gisteren
Ritter's overlijden heeft gemeld, geschre
ven, dat hij hem op de hoogte wilde stel
len van dramatische gebeurtenissen op het
eiland, die hy niet op schrift wilde stellen.
Bij aankomst op het Charles-eiland ver
nam Hancock, dat Ritter aan een hartver
lamming was overleden.
Het was bekend, dat de barones als een
„keizerin" over de eilanden heerschte en
dat de regeering van Ecuador, die het ge
zag over de eilanden uitoefent, van plan
was een onderzoek naar haar gedragingen
in te stellen. Er zijn vage mededeelingen
over „onderdanen" ,die werden doodge
schoten en schipbreukelingen, onder wie
een bruidspaar op de huwelijksreis, die
met gebonden handen en voeten weer in
een bootje werden gezet, maar het juiste
weet men niet. Ritter, de man, die de
beschaving meende te ontvluchten en weer
Om half tien opende de voorzitter, de
beer G. Bulten, burgemeester, de open
bare vergadering met gebed. Afwezig was
het lid Spierenburg met kennisgeving. De
notulen der vorige vergadering werden on
veranderd vastgesteld. Onder de ingeko
men stukken bevond zich o.m. een een be
sluit van Ged. Staten, waarbij zij goed
keurden de overname van den grond tot
verbetering van den Loosterweg, van den
heer Joh. Speelman, terwijl tevens werd
mededeeling gedaan van een schrijven van
Ged. St. inzake het presentiegeld der raads
leden en de jaarwedderegeling der wethou
ders. Op voorstel van den voorzitter, gaf
de raad te kennen, dat naar zijn meening
de wethouderssalarissen en het presentie
geld voor de raadsleden geen verandering
behoeven te ondergaan.
De bouwverordening komt hierna ter-
sprake. Aangezien in de vorige vergade
ring de stemmen staakten over artikel 29,
werd thans wederom gestemd, met het ge
volg, dat het voorstel van B. en W. werd
aangenomen met 64 st. Tegen de leden
Witteman, Van Reijsen, Nijssen en De
Groot.
Naar aanleiding van eenige redactioneele
wijzigingen van den Minister van Econo
mische Zaken, werd thans een nieuwe ver
ordening door B. en W. aangeboden, welke
conform het voorstel werd aangenomen.
Begrooting waterbedrijf en
gemeentebegrooting 1935
Dit jaar heeft de traditie der laatste ja
ren, bij de behandeling der begrootingen
gebroken; hadden we vorige jaren ellen
lange niets aan duidelijkheid te wenschen
overlatende, met daarnevens leerzame al-
gemeene beschouwingen te aanhooren, dit
maal ging men onmiddellijk over tot be
handeling der begrooting. hetgeen begrij
pelijkerwijze zeer veel tijdbesparing gaf.
Herinneren we hierbij aan de raadsverga
dering, waarbij de begrooting voor 1933
werd behandeld, toen om plm. 9 uur voorm
werd begonnen, en te middernacht nog niet
beëindigd was, dan mogen we van geluk
spreken, dat deze vergadering zich heeft
gekenmerkt als zijnde: „een vlugge".
Het lid Nijssen vond de kosten aan de
controle der financiën verbonden voor het
waterbedrijf wel wat hoog. hetgeen door
den voorz. en wethouder Van der Laan
wordt bestreden. Niettegenstaande de weer
leggingen was ook het lid Van Reijsen van
meening, dat de kosten aan deri hoogen
kant waren, en daarom voorstelde, dat aan
het Verificatiebureau der Ver voor Ned.
Gemeenten een schrijven zou worden ge
richt, met verzoek om verlaging der kos
ten aan de controle zoowel voor het water
bedrijf als voor de gemeente verbonden,
hetgeen met algemeene stemmen werd
aangenomen. Hiermede was de begrooting
van het waterbedrijf teneinde, en werd
mitsdien zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld zooals deze door B. en W. was
aangeboden.
Gemeentebegrooting 1935
De commissie tot onderzoek van de ge
meente-begrooting had in haar rapport op
gemerkt, dat zij het geen juist financieel
beleid achtten, om het tekort van vroegere
dienstjaren over 10 dienstjaren te verdee-
len, en vonden het aanvankelijk inzicht
van B. en W. om voor dezen post dekking
te zoeken in 3 dienstjaren, veel juister. De
voorz. merkt naar aanleiding hiervan op,
dat noodgedwongen op advies van Ged. St.
tot dit beleid werd overgegaan, om daar
door te voorkomen, dat het noodig zou
zyn, de gemeente te laten profiteeren van
het werkloosheidssubsidiefonds. Na de
verder nog verstrekte mededeelingen door
B. en W. kon het lid Van Reijsen zich
de zienswijze van B. en W. indenken.
Het lid Witteman betreurt de verlaging
van het presentiegeld voor de leden der
stembureaux, waardoor naar zijn meening,
een arbeider het zitting-nemen in zoo'n
bureau a.h.w. wordt onmogelijk gemaakt.
Weth. Van der Laan zegt, dat B. en W.
op verlangen van Ged. St. ook deze ver
laging hebben moeten toepassen, terwijl
naar zijn meening f 3 per dag met de
verschaffing van eenig eten, in aanmerking
nemende het huidige loonpeil voor een ar
beider, nog niet aanleiding benoeft te zyn,
dat dezulken uit de stembureaux worden
gemeden. De heer Witteman verdedigt
nogmaals zijn standpunt, waarna de stem
ming over het voorstel van B. en W. het
voorgestelde deed handhaven met 8 tegen
2 stemmen. Tegen de leden Witteman en
De Groot.
Koffie op tafel
Het li# Nijssen acht het geen overbodige
luxe, dat gedurende de raadsvergaderingen
den leden een kop koffie of thee wordt
aangeboden. Hij stelt mitsdien voor, een
post van ƒ25 of ƒ30 voor dit doel uit te
trekken. Ook anderen schijnen voor dit
idee, dat eertijds werd afgestemd, wel wat
te voelen, zoodat met algemeene stemmen
deze post met 30 wordt verhoogd, en de
leden in de vervolge dus weer een „bakje"
kunnen doen (Als nu de vergaderingen ook
maar niet langer gaan duren!)
Over den politie-vakcursus is thans nog
wel wat te doen. De commissaris der Ko
ningin dringt aan op deelname aan dien
cursus, terwijl de burgemeester, deze idee
verdedigt. De wethouders schijnen er niets
voor te voelen, terwijl zelfs het lid Van
Reijsen irVnt, waar nu de veldwachter 2
jaren deze cursus heeft gevolgd, dat hij
wel 'ns een jaartje zonder kan. Het lid
Witteman zou de post weer uitgetrokken
midden in haar problemen was geraakt, is
gestorven.
En voor zijn metgezellin Dora Korwin
ontstaat het probleem, dat zich overal el
ders zou hebben voorgedaan, voorloopig is
zij in huis genomen door het echtpaar Witt-
mer, dat thans nog volhoudt in een strijd
tegen de beschaving, die mislukt kan wor
den genoemd.
NTERAAD VAN VOORHOUT
willen zien, om tegemoet te komen aan den
wensch van den commissaris der Koningin.
Zijn voorstel kan evenwel geen genade
vinden, zoodat de voorz. het eens probeert,
die eveneens bakzeil haalt, want zijn voor
stel wordt verworpen met 8 tegen 1 stem.
Voor het voorstel van den voorz. was be
grijpelijkerwijze het lid Witteman, terwijl
weth. Van der Laan niet aan de stemming
heeft deelgenomen.
De post voor den keuringsdienst van wa
ren te Leiden wordt hierna met algem. st.
verlaagd met 50, in verband met een ont
vangen becijfering.
Bij post 159, vraagt het lid Van Reij
sen belangstellend, of, wanneer en op wel
ke wijze met de verbetering van den
Loosterweg zal worden begonnen.
De voorz. deelt hierop mede, dat in het
voorjaar van 1935 een aanvang zal worden
gemaakt met het werk, terwijl gedurende
den zomer van 1935 met de teerbedekking
een begin zal worden gemaakt De heer
Van Reijsen meent goed te doen om M. en
W. in overweging te geven deze Looster
weg tijdens deze werkzaamheden geheel
voor het doorgaand verkeer af te sluiten.
Het lid Nijssen, blijkbaar geprikkeld door
de verfraaiing van den Loosterweg, maakt
de opmerking, dat naar zijn meening de
Engelsche laan en de Prinsenweg veel har
der verlegen zyn opgeknapt te worden dan
de weg, waarover thans werd gesproken.
De toestand van die wegen is van dien
aard, dat de zorg voor een gesloten weg
dek voorziening behoeft. De heer Nijssen
schijnt bevredigd door het antwoord van
den voorz., die mededeelt, dat het ook het
plan is van B. en W. om na den Looster
weg ook de Engelschelaan en den Prinsen-
weg op dezelfde wijze onder handen te
riemen.
De onderwijs-uitkeering.
Bij volgno. 175 blijft men, zooals we
reeds gewoon zyn, even langer stilstaan.
Het betreft hier n.l. de uitkeering van de
gemeente aan bijzondere scholen ingevol
ge art. 101 der L.O. wet van 1920. Het lid
Van Reijsen betreurt hierbij de afwezig
heid van zijn medelid Spierenburg, die be
ter in dit onderwerp zit ingewerkt, en dus
beter ook het standpunt van de Commis
sie van Onderzoek had kunnen verdedigen
De voorz. maakt zoo tusschen de regels
van het lid Van Reijsen de opmerking, dat
hier nóch aan B. en W., nóch aan hèm een
verwijt van toepassing kan zijn; immers
wordt steeds des avonds vergaderd, uitge
zonderd eens per jaar, by de behandeling
van de begrooting, wanneer des morgens
wordt begonnen; zoodat steeds aan de wen
schen van de leden wordt tegemoet geko
men. Het lid Van Reijsen verduidelijkt zijn
gezegde van zoo juist, met de mededee
ling, dat geenszins zijn bedoeling was eenig
verwijt, aan wien ook te richten. De hooge
rente der waarborgsom v. d. Chr. school,
zoo vervolgt spr., welke hem thans eerst
is bekend geworden, heeft aanleiding ge
geven, zijn standpunt te wijzigen, in dien
zin, dat hij thans medegaat met het voor
stel van B. en W. Ook de vergelijking met
een zekere stad, waar nog minder aan de
scholen werd uitgekeerd dan hier, was
voor deze zienswyze-verandering aanlei
ding. Het lid Witteman spreekt in vrijwel
gelijken zin, doch blijft bij zijn meening,
dat ƒ7.50 per leerling aan den lagen kant
is, en het onderwijs voor de arbeiderskin
deren zeker niet ten goede kan komen;
anderen kunnen desnoods elders een on
derkomen vinden op scholen in andere
plaatsen. De voorz. bestrijdt in het kort
al het voorgaande en zegt, dat de gemeen-
tefinanciën tot deze versobering evenwel
dwingen. Laten de schoolbesturen b.v. be
zuinigen op kosten schoonmaak-personeel
enz. De voorz. besluit echter met den
wensch, dat het bedrag van 7.50 per leer
ling, de laagste grens zal zijn, welke in
Voorhout zal worden uitgekeerd, om weer
spoedig opwaarts te gaan. Dok weth. Van
der Laan mengt zich in de discussies, en
verdedigt eveneens het voorstel van B. en
W., terwijl als laatste het lid Jansze zich
volkomen aansluit bij B. en W. en de post
zonder hoofdelijke stemming wordt aan
genomen.
B. en W. hadden voorgesteld om het pre
sentiegeld van de Commissie tot wering
van Schoolverzuim te bepalen op ƒ30 per
jaar, het salaris van den secretaris op 15,
en de porti voor dit doel op ƒ5, zoodat
deze post tot 50 kon worden terugge
bracht, welk voorstel zonder hoofdelijke
stemming werd aangenomen.
Bij de behandeling van volgno. 212:
kleeding comité, verzoekt het lid Nijssen,
om berichtgeving van gedane uitkeeringen
aan de verschillende armeninstellingen ter
plaatse, opdat dubbele bedeeling kan wor
den voorkomen. Hierover ontspon zich een
korte discussie, die hierop uitdraaide, dat
voor de armen-instellingen in den vervolge
bedoelde lijsten ter visie zullen liggen ten
gemeentehuize.
Tenslotte wordt de begrooting in zyn ge
heel zonder hoofdelijke stemming na de
vorengenoemde enkele wijzigingen vastge
steld.
Rondvraag. Het lid Adtli.ajhegniln stev
Rondvraag.
Het lid Angevaare informeert naar den
stand' van zaken betreffende de overname
en verbetering van de Leidschevaart, waar
op de voorz. toezegde in de geheime ver
gadering hierop te zullen antwoorden.
Het lid Van Reijsen herhaalt zijn in de
vorige vergadering gestelde vraag betref
fende het onverlicht parkeeren van moto
ren en auto's in de bebouwde kom van de
gemeente. Hierop ontving dezen het ant
woord, dat in de eerstvolgende B. en W.-
vergadering deze aangelegenheid zal wor
den ter sprake gebracht, waarna de ver
gadering werd gesloten, om over te kun
nen gaan in comité-generaal.
Deze vergadering was te circa half twee
des middags met comité generaal incluis
beëindigd, hetgeen een unicum voor Voor
hout mag genoemd worden, en het vermel
den waard is.