VRIJDAG 39 NOVEMBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT BLAD. - PAG. ATTENTIE! Voor ik begin met een woord van dank te brengen aan U allen, die een bijdrage in stuurden voor ons speciaal St. Nicolaasnum- mer, moet ik jullie even wat zeggen. Ons Hoekje komt voortaan in de krant van Vrijdag. Dan zijn we zeker van onze plaats. In de „Verjaringslijst" zal ik voort aan de namen geven die jarig zijn, van Zaterdag tot Zaterdag. Ook zullen we voortaan trouw iedere week een stel raadsels geven. Dan hebben jullie de heele Zaterdagmiddag en Zondag en.ook nog voor de meesten den Vrij dagavond als ze moeilijk zijn om te zoeken. Ik reken op veel inzendingen. Denk aan de oplossingen op een vel papier erbij. En nu gaan we door! Met de hand voor U allen, Oom W i m. WIE ZIJN JARIG Van 1 tot en met 8 December. 1 Dec.: Annie v. d. Putten, Mirakelsteeg. 1 Dec. Truus v. d. Geest, Zijldijk 32, Lei derdorp. 1 Dec.: Bella Kniest, Abspoelweg 5, Oegst- geest. 2 Dec.: Hugo Zwetsloot, Ketelboetersteeg 3 3 Dec.: Wimmy van Zijp, Molenstraat 12a. 4 Dec.: Jan de Heijden, P. de la Courtstr. 21 4 Dec.: Antoon Schoorl, Nieuwveen. 6 Dec.: Gerarda v. Schaik, Staalv/ijkstr. 7. 7 Dec. Cootje Castelein, Oude Rijn 30. 7 Dec. Karei van Bergen Henegouwen, Hoogewoerd 169. 3 Dec.: Corrie v. Rijn, Oostmolen, Wnaar. 8 Dec.: Bernard Post, St. Jorissteeg 21. Ik feliciteer de jarigen. Wie zijn of haar naam in deze rubriek wil opgenomen zien, schrijve me minstens 14. dagen voor den verjaardag. Ik bedoel de namen van school gaande kinderen. De stukken voor dit nummer bestemd, die voor vandaag niet konden geplaatst worden, komen de volgende week. Voor de correspondentie was vandaag geen plaats, evenmin voor de Vragenbus en voor „Walewein". Ik wensch U allen een prettige en vooral een „voordeelige Sint- Nicolaas." Leve St. Nicolaas! Oom W i m. SINT NICOLAAS uit een opstel van domme Jantje, door Oom Wim. Andere Heiligen vereeren we door te bidden, maar den Heiligen Nicolaas door chocola en andere zoetigheid te eten. En toch denk ik, dat zoo een goede Heilige ook wel voor ons bidden wil. Er is nog een groot verschil. Bij andere groote feesten is er een octaaf daarna, maar bij Sint Nico laas zijn er vele weken daarvoor, dat we al toebereidselen maken, om het feest waardig te vieren. Het is ook zoo raar, dat ie altijd uit Spanje komt en vader zegt, dat, toen hij bisschop was, heel ergens anders woonde. Er zijn nog meer vreemde dingen. Je hoort elk jaar, dat ie met een schip uit Spanje komt, maar nooit wanneer dat schip weer wegvaart. En onder de scheepsberich ten in de krant staat er ook niets van. Maar ik weet niet, hoe dat schip heet; ik denk Borstplaat of zoo iets, maar dan in het Spaansch. Of zo'u hij bijgeval van 't jaar met een vliegmachine arriveeren! Het zou kunnen. Of zou zoo'n vliegtuig te klein zijn, om al de cadeautjes te bevatten, die Pie terman uitdeelen moet. Maar het is waar ook, waar moet het paard dan blijven? Neen, dat gaat niet! Hij komt niet door de lucht. Hij komt weer met de boot. Dat is beter ook. Daar is ruimte te over. Ruimte voor den Heilige Man; voor Pieter de knecht; voor 't paard; voor de cadeautjes; voor zijn gevolg. Wat ik ook niet begrijp, is hoe dat paard over de daken kan rijden, Dat moet goed afge,richt zijn en de ruiter een echte acrobaat zijn of kunstrijder. Ons dak is erg spits; heeft geen plat dak en toch rijdt ie er over enZwarte Piet luistert ook nog aan den schoorsteen. Dat is werk! Zoo'n ooren moest grootvader hebben, dan behoefde ik niet zoo hard te schreeuwen om me verstaanbaar te maken. Want groot vader zegt, wat doof aan één oor te zijn, ofschoon ik geloof aan alle bei. Vreemd is het, dat de maan moet schij nen door de boomen, als hij komt maar bij ons schijnt de maan het heele jaar door de boomen (als hij niet weggekropen is achter de wolken, of als het dag is en zich wijselijk schuil houdt!) Maar als ie schijnt door de boomen en Pieterman in de buurt is, dan moet je op houden met wild geraas, maar wel zingen, alsof zingen geen geraas maakt Als wij op school zingen, gaan de ramen dicht. Dan is te veel geraas en wordt hinderlijk voor de buren in den omtrek. Ik moest niet zoo dom zijn. Dan kon ik alles beter begrijpen. Maar wat ik wel weet is, dat speculaas erg lekker is. Gister kreeg ik een politie agent van speculaas. Ik beet hem in een hap een been af en hij deed niets terug. Ik wou dat op school alles van speculaas was. De letters, de schriften en de leien. Wat zou dat fijn zijn! Wat zouden we dan vlug leeren! Zusje is erg bang! Ik niet? Ver leden jaar speelde groote broer, geloof ik voor Zwarte Piet, en wie Sinterklaas was, durf ik niet te zeggen. Hij sprak wel bijna als vader. Het Spaansch is niet moeilijk. Ik kon alles goed verstaan. Alleen die gek- j ke Piet sprong als een kakkerlak en stiet j klanken uit als een wilde. Voor Piet was i zusje zoo ban®, dat ze van moeders schoot j niet af wou. Ik gaf niets om hem. Sinter klaas was vriendelijk genoeg en lachte. H'j lachte net als vader! Maar vader is zwart en Sint Nicolaas had lang wit haar en een lan ge witte baard. Het was wel gek! Hij had precies de oogen van vader ook en was ook zoo groot. Jammer, dat vader niet thuis was, dat had ik eens gevraagd om men in Spanje ook zulke schoenen droeg. De Hei lige Man had ook vaders schoenen aan, en de handschoenen waren als die van moeder. Ik zeg maar zoo! Sint Nicolaas en Vader zijn evengroot en evengoed en als ze nu ook nog even wijs zijn, dan krijg ik van vader ook nog wat en is mijn Sinterklaas feest zoo mooi als het kan. Toen ik dit tegen moeder zei, lachte ze: trok me naar zich toe en zei: ,.je moet niet zoo wijs zijn en ik ben zoo'n dom Jantje!" Nu snao ik er niets meer van. Ik wensch jullie allen een: ..prettig en voordeelig Sin terklaasfeest!" Daag! SINT NICOLAAS door Cor van Diest Men hoort 't in straten en pleinen, Men leest in onze krant: De kleuters juichen en zingen St. Nicolaas is weer in 't land! Nu geen kibbelende kinderen! Ze spelen nu lief en heel zoet. Verbeeld je, dat Sint Nicolaas voorbijging En bracht bracht chocolade noch suikergoed? 's Avonds, als 't klokje van gehoor zaamheid slaat Zullen allen zonder mopperen naar bed toe gaan. Daar Sinterklaas met Zwarte Piet Boven op 't dak bij den schoorsteen te luist'ren staan. Sint Nicolaas zoo lang verlangd, Bracht karrevrachten heerlijks weer mee, En stelt ieder kind, dat gehoorzaam was, Beslist met het verlangde tevree. Hij deelt met gulle, kwistige hand Zijn geschenken uit aan groot en klein; Wie zal er dan zijn best niet doen, En lief en\ gehoorzaam niet zijn? Hoe zullen hun oogjes glunderen van pret Wanneer ze in hun schoentje vinden zullen, wat hij bracht. Dankbaar kloppen hun hartjes en dan roepen ze luid: „Heb dank lieve Sint Nicolaas voor wat ons werd toebedacht!" DE FIETS ST. NICOLAASVERTELLING door Th. J. Righart van Gelder. De kinderrubriek „Voor de Jeugd" van de „Leidscha Courant" bevatte ditmaal geen prijsraadsels, maar een wedstrijd in het schoonschrijven. De prijzen zouden op St. Nicolaasdag bij de winnaars worden thuisbezorgd. In het gezin van de weduwe Vlasveld bestond groote belangstelling voor deze wedstrijd bij de kinderen. Corrie en Rie zouden er vast aan mee doen. Jan niet Zooals hij schreef kon een haan het ook! Zijn zusjes konden het wél mooi. Op school kregen zij dikwijls een pluimpje van den onderwijzer. Wat zouden ze het fijn vinden om met Sint Nicolaas een prijs thuis ge stuurd te krijgen! „Sint Nicolaas zou dit jaar wel niets stu ren", had Moeder al gezegd. Haar dochter tjes hadden terstond begrepen waarom. Moeder's zorgen waren gestegen en zy had geen geld om cadeautjes te koopen. Jan, die pas elf jaar was, besefte dit nog niet zoo. „Wat zijn de prijzen?" vroeg Jan. „O. fo totoestellen, horloges, vulpenhouders, boe ken, voetballen en nog veel meer. De hoofdprijs is een jongens- of meisjesfiets", las Corrie voor. „Een fiets. O, Moeder, vraag voor mij toch een fiets aan Sint Nicolaas". Hoopvol zag Jan zijn moeder aan bij z'n vraag. „Een fiets is zoo duurantwoordde Moeder, terwijl haar ooger een droevige uitdrukking kregen. Ze wist zoo goed dat een fiets de hartewensch van haar Jan was. „Sint Nicolaas heeft wel duizenden gul dens", zei Jan met overtuiging en hij ver liet de kamer. Buiten waren zijn school vriendjes aan het sneeuwballen gooien en Jan ging meedoen. Moeder staarde bedroefd door het ven ster, dat uitzicht gaf op de besneeuwde straat, waar ze haar jongen met zijn kame raadjes zag ravotten. Er lag een pak sneeuw, waarin je tot aan de enkels wegzakte. De zon bescheen de sneeuw en tooverde flonkerende sneeuw sterretjes. „De zon ziet kans om alles mooi te ma ken", dacht Moeder Vlasveld, „maar mijn sombere gedachten wegnemen, daar heeft de zon maar geen slag van. Wat is het toch droevig dat ik voor mijn jongen geen fie;s kan koopen." Corrie scheen moeder's gedachten te ra den en zei: „Moe, hoe vindt U het, als ik nu eens onder mijn opstel ,>Cor Vlasveld" schrijf? De wedstrijdcommissie denkt dan stellig dat ik een jongen ben. Misschien win ik dan wel de fiets voor Jan." „Je bent een schat Corrie", sprak Moeder. „Het is heel lief van je. Ik zou het voor Jan zoo prettig vinden, maar er zijn meer kinderen die mooi kunnen sohryven. Corrie en Rie hadden hun opstel ingezon den. Ze hadden hun uiterste best gedaan. Het werk zag er keurig uit. Corrie had vol gens afspraak haar opstel onderteekend met: „Cor Vlasveld." Drie weken gingen vol spanning voor bij. De wedstrijd was geen oogenblik uit hun gedachte. Wat duurden de dagen lang! Nu was het eindelijk Sint Nicolaasdag. De steden waren weer in rep en roer. Overal heerschte de bekende, opgewekte drukte en geheimzinnige stemming. Pak ken, kisten en doozen werden weggebracht en aangenomen. Geschenken maakten blij de gezichten, surprises veroorzaakten vroo- lykheid. Van deze drukte was dit jaar voor het eerst in het gezin van weduwe Vlasveld niets te bemerkenCorrie had een paar wollen handschoenen gekregen, Rie een leesboek en Jan een doos kleurpotlooden. Alles op de zeepbonnen, die moeder ge spaard had. En toch heerschte er spanning bij de jeugdige Vlasveldjes. Toch klopten ook hun harten vol verwachting. Dit kwam om dat jp dezen dag zou blijken of er een prijs gewonnen zou zijn met de schoonschrijf- wedstrijd. De uren op school waren omgevlogen, maar thuis scheen de klok langzamer haar taak te vervullen dan gewoonlijk. Het werd zes, zeven, acht uur, en nog was er geen prijs gebracht. Corrie en Rie be gonnen nu aan hun kans op een prijs sterk te twijfelen. „Ring", klonk plotseling de bel. Corrie en Rie holden om het hardst naar de voor deur. Zou dan toch nog Op de stoep lag een pakje: „Voor Moe der Vlasveld" stond er op. Sint Njcolaas was de afzender. Er zat een heerlijke ban ketletter in. Vijf minuten later werd er lekker van gesmuld. Moeder Vlasveld bedacht wien den gever van de banketletter kon zijn, Corrie en Rie hadden alle hoop op een prijs opgegeven en Jan dacht al niet meer aan de teleurstelling dat hij geen fiets had ge kregen. Rustig zat hy met zijn gekregen potlooden te teekenen. Een kwartier later: „Rrrrring", klonk de bel weer. Corrie deed open. Ze zag een groote bestelauto. „Wilt u maar even In ontvangst nemen, jongejuffrouw", sprak de besteller. „Een fiets en nog twee pakjes. Prijzen van de Leidsche-Courant-wedstrijd". Corrie'was sprakeloos van blijdschap. Ze was heelemaal In de war. Maar dan kreeg 2e haar bezinning weer." „Moeder, Rie, Jan, komen jullie eens ky- ken", schreeuwde ze. Doch Corrie had al geen geduld meer om hun komst af te wachten. Met de twee pakjes stormde ze de gang door en sprong opgewonden de kamer binnen. Eén pakje was voor Rie, een mooi schilderijtje. Het andere pakje was geadresseerd aan Cor Vlasveld en bleek een prachtig schrijfgarnituur te bevatten. Er was een brief bij waarin stond dat de directie van de Courant bij de hoofdprijs nog een extra prijs had gegeven uit waar deering voor het zeer keurige handschrift van Cor. Onder luid gejuich werd toen de fiets in de kamer gebracht Jan kon zijn oogen niet gelooven. Corrie vertelde nu hoe het was gekomen, dat zij de fiets voor hem gewonnen had. En door de extra prijs had zij zelf ook wat. „.Een Sint Nicolaasfeest uit een sprook je". vond Moeder en ze huilde vreugde tranen. „Een Sint Nicolaas-avond om nooit te vergeten", sprak Corrie overgelukkig en Rie zei: „Wie had dat durven denken!" En kleine Jan? „Leve de Leidsche Courant, leve Sint Ni colaas", zong hy aldoor, terwijl hy als een wilde-man de kamer ronddanste. Toen de klok elf uur sloeg maakte Moe der een einde aan deze heerlijke avond. „Allo, nu naar bed kinderen", comman deerde ze. Maar het duurde nog lang, heel lang eer het gelukkige drietal sliep! Zoover moeten we het nog eens kun nen brengen Theo! Zoodra ik de 100.000 uit de lotery trek, laat ik deze droom waarheid worden. Oom Wim. EEN BRIEF AAN ST. NICOLAAS door Gretha Haverkorn. De tyd is weer daar. Wij maken nu klaar Voor Sint onze wenschen; We zingen een lied. Voor Sint en zijn Piet: „Schenkt blijheid de menschen!" O, heerlijke tijd, Die velen verblijdt, Wat zult gij ons geven? Wij doen steeds ons best, Toe Sint doe de rest, Breng vreugd' in ons levenl? Al h het niet veel. Geeft ieder zijn deel. Aan armen, aan rijken. Maakt blij nu het kind. Dat gij toch bemint, Doe wel, laat dit blijken? Bij al, wat ge doet En 'vat ge ontmoet. Ja Sint, doe deez' keuze: Brengt "reugde in huis, In die met een kruis, Geeft daar, zij de leuze! ZES DECEMBER. door Clazien Karreman. Zes December dag van vreugde Zes December dag van pret, Voor wij 's avonds weer naar bed gaan, Wordt de schoen dan neer gezet. Met wat hooi en brood voor 't paardje, Van de goede beste Sint, Die bij zyn leven hier op aarde, Heel veel hield van ieder kind. Die steeds gehoorzaam en erg lief was Voor zijn ouders en op school, Vlijtig leerde, daarbij braaf was, En toch hield van pret en jool. Zulke kinderen kregen speelgoed, Letters, suiker en marsepyn. Voor een elk iets naar zyn gading, Ook voor de grooten was er iets bij. Maar de tijden zijn veranderd ('t Is wel treurig) ook voor 't kind, Daar menigeen op 6 December Niet altijd wat in zijn schoentje vindt. Als ieder kind van zijn geschenken Eén stukje afstond, zoo ik las, Dat het voor allen kinderen zeker, Dan toch nog wel St. Nicolaas was. O, WAT EEN LIJSTJE! Moeder had, toen 't Sinterklaas werd, Tot haar lieve boy gezegd: „Frits, schryf jij nu 'n lystje, „Dan komt alles wel terecht", Toen ging Fritsje aan 't schrijven. Wat hij zooal hebben wou. En hy schreef, 'n mooie vlieger, Met 'n dikke kluwen touw. 'n Voetbal zou ik ook graag hebben, Net als die van buurman Piet. O, wat zal die gek staan kijken, Als hij met ook eens ziet. Ook 'n boek om In te lezen. En als 't kan 'n teekendoos! Sinterklaas als ik te veel vraag, Wordt u zeker een beetje boos. Maar 'k wil heusch niet alles hebben, 'k Schreef er dit en dat maar bij; Daarom zal ik 't maar zeggen: Met de helft ben ik al blij. SINT NICOLAAS TE PAARD door Anny van Diest. In klare held're maneschyn Gaat over de daken stip-stap-stap. De schimmel, die Sinterklaas Al verder draagt, vlug rap! Neen, 't paardje wordt niet moe, En vindt zijn weg, in donk'ren nacht Maakt geen lawaai, de jeugd slaapt immers! Van trippel, trappel trap, gaat 't voorzichtig zacht. De kleuters, in hun warme, zachte bedjes Droomen, met een lach op 't gelaat, Van Sint Nicolaas, die gezeten op zijn schimmel, Geruischloos over hun huizen gaat. Zou, als ze morgen vroeg ontwaken. Ook in hun schoentjes iets te vinden zijn? Wat zou de goede Sint wel komen brengen Chocol, suikergoed of marsepein? 't Schoentje, dat gevuld met hooi Onder de schoorsteen te wachten staat! Wat kan 't paardje heerlijk smullen Voor 't dan weer verder gaat! Ze droomen zoo heerlijk en genieten ervan. Den geheelen, langen nacht.,.. En in 't vroege morgenuur, Kijken ze haastig of de goede Sint hen iets bracht. 6 DECEMBER door Gretha Haverkorn. Vol verwachting klopt het hart Als de Sint moet komen; Wat verdriet en wat een smart By de tragen, loomen. Sinterklaas, die beste man, Zullen wij steeds prijzen; Heusch daar krygen slechts wat van: „Braven", dus de wijzen. Ieder kind moet vlijtig zijn. Het is hun taak, hun plicht; De deugd betracht, gehoorzaam zijn, Niet voor het kwaad gezwicht! Want Zwarte Piet zal zeker, Dit is bekend gewis, Het kwade straffen, wreken, Ja Piet.... die is niet mis! 0 December, laat deez' dag, Een dag van vreugde zijn. De goede Sint, met gulle lach. Gedenke groot en klein!! (Voor de kleinen). AAN SINT NICOLAAS Jantje spreekt: „Ik heb nachten gedroomd, van U goeden Sint, „Kom dan Sint Nicolaas, kom vlug en gezwind! „Kom met je knecht uit het warme land; „Kom maar hier heen, ik geef u de hand!" ,,'k Heb zooveel moois zien liggen voor ramen en ruiten; ,,'k Zooht me veel uit, al stond ik ook buiten; ,,'k Ging alle dagen eens hier en daar kijken; „Wat me voor dien dag het beste zou lijken." ,,'k Schreef U een brief met het juiste adres; ,,'k Schreef in dien brief, dat 'k leerde mijn les, ,,'k Schreef u meteen, dat ik las als een baas „En loopen kon, loopen.zoo vlug als een haas". „Tc Schreef U ook nog, dat ik braaf was en zoet. „Nooit vuil me zou maken of zwart als 't roet, „Nooit drensen en schreien en mokken zou, niet! „Nooit plagen of sarren of vechten met Piet". „Gij weet het mijn goede, oh Heilige Man, „Uit mijn briefje voorzeker, wat ik alzoo kan. „Ik verwacht dan ook wat in 't klompje of schoen, „En.... braaf zal Ik wezen, mijn best blijven doen!" Tante Marie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 15