26ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
WOENSDAG 28 NOVEMBER 1934
No. 7976
t)£ ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week1 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
anco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bjj
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, mot
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regi
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
hot dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin fa
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur
verhuur, koop en verkoop: f 0.56
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIF
5LADEN.
V De macht der propaganda.
Rondom de Uiver heeft zich heel wat af
gespeeld; heel het Nederlandsche volk is
in het Uiver-gebeuren opgenomen, heeft er
in mede geleefd.
Dat is te danken of, als men liever wil:
dat is een gevolg van de berichten in pers
en radio, in radio en pers.
Er ligt zoo heel veel waars in wat „De
Tijd" Zaterdagavond schreef:
„Er is iets bijna huiveringwekkends in de
gedachte, dat de berichten door middel van
pers en radio omtrent voorbereiding, heen
vaart en terugkeer van een vliegtuig een
spreekwoordelijke kalm en bezadigd volk
als het Nederlandsche tot de grens van
enthousiaste razernij kunnen brengen. Wij
hebben ons afgevraagd: zijn deze bewer
kers van de publieke opinie en zijn zij, die
in laatste instantie toezicht dienen te hou
den op de vorming van de openbare mee
ning, zich wel voldoende van die macht
bewust?
Nu was het een onschuldige en zelfs lof
waardige zaak, n.l. de aandacht van het
Nederlandsche volk te vestigen op het be
lang, gelegen in het welslagen van de
Melbourne-race en op de prestaties van on
ze eigen vliegers. Er kon hoogstens sprake
zijn van een weinig overschatting van
eigen en onderschatting van anderer da
den. Ons volk is echter zóó weinig chauvi
nistisch aangelegd, dat men er dit wel
op wagen mocht. Doch loopen wij geen ge
vaar en zijn er voldoende afweermidde
len, wanneer diezelfde publieke opinie
bewerkt wordt voor ideen, die in strijd
zijn met de belangen van het land, van de
gemeenschap, van het zedelijk bewust
zijn?"
Hier wordt een beschouwing gegeven, die
de overweging wèl verdient
De invloed van pers en radio is ontzag
lijk groot!
Loopen wij geen gevaar?
Als wij tegenover het gevaar in de radio
kunnen plaatsen een in alle opzichten tech
nisch gelijkwaardige christelijke radio
neen. Doch anders, ongetwijfeld, zéker!
Als wij tegenover het gevaar in de* pers
kunnen stellen een journalistiek minstens
gelijkwaardige christelijke pers neen.
Maar anders, zonder eenigen twijfel, wèl!
Doen wij alles wat wij vermogen, waar
toe wij ons Verplicht en geroepen moeten
achten, om den invloed van de goede pers
en van de goede radio zoo groot moge
lijk te maken? Een gewetensvraag. Die wij
niet nader willen bespreken. Naar aan
leiding waarvan wij alléén ons de vol
gende opmerking willen veroorloven. Zoo
nu en dan staan we er verbaasd en ver
steld van, hoe er nog zijn zelfs katholieken
van ontwikkeling, die de beteekenis van
de pers zoo weinig weten te waardeeren,
dat zij een katholiek blad achterstellen bij
een niet-katholiek blad, óók al staat het
katholieke blad journalistiek, onbetwist, op
het peil, dat men voor z'n krant mag
eischen of kan wenschen.
Wij willen veronderstellen, dat die ach
terstand in het begrip van de macht der
propaganda voortkomt uit sleur. Deze
sleur is echter betreurenswaard en kan veel
kwaad doen aan de goede zaak!
V Eindelijk!
De groenten die ons overvloe
dig worden geschonken in den wasdom van
onzen bodem zullen in den vervolge voor
zéér goedkoopen prijs aan de werkloozen,
aan de behoeftigen worden verstrekt. Ein
delijk zal 't zoover zijn!
De groenten zullen dus, waarschijnlijk,
niet mèer vernietigd worden, zooals tot nu
toe zoo herhaaldelijk is geschied. Aan
dezen gruwel we hebben het nooit an
ders kunnen zien zal dus nu, hopen we,
een einde komen.
Of nu de organisatie van de distributie,
TWEEDE KAMER
Oeconomische Zaken
Defensie
De volkomen overbodige motie-Hiemstra,
welke de Kamer de urgentie wilde doen
uitspreken van een nieuwe pachtwet, van
welker urgentie ook de Regeering ver
klaard had volkomen overtuigd te zijn,
werd natuurlijk verworpen. Slechts 22 le
den, welhaast ^uitsluitend de partijgenooten
van den voorsteller, stemden ervoor, 49
stemmen er tegen. Namens de Katholieke
fractie heeft mr. G o s e 1 i n g nog eens
verklaard, dat alleen het volkomen overbo
dige van de motie het motief was, waarom
deze ertegen zou stemmen.
Bij de voortgezette behandeling der be
grooting van Economische Zaken, waarvan
thans het hoofdstuk Visscherijen aan de or
de was, hebben tien sprekers een aantal
nogal uiteenloopende onderwerpen behan
deld, maar de hoofdzaak van het debat liep
toch over de maatregelen om onze zeevis-
scherij te helpen en het subsidie aan het
V isscherij -proefstation.
Mi nister Steenberghe heeft de
tien sprekers zeer afdoende beantwoord;
het leek wel of hij het beste op dreef kwam,
toen het einde van de behandeling zijner
begrooting in zicht kwam. Want, ofschoon
hij reeds de vorige dagen blijk had gege
ven, de stof volkomen te beheerschen, gis
teren sloegen zijne argumenten, kort en za
kelijk gehouden, zóó in, als wij het nog
niet hebben medegemaakt.
Dat ondervond bijv. de heer Wester
man (N.H.), die gezegd had, dat de Mi
nister nu toch wel heel erg snel had ge
handeld bij het stopzetten van de haring-
visscherij; en verder dat het eleganter zou
geweest zijn, indièn hij de regeling Van de
puf-visscherij niet bij de Visscherij-cen
trale had ondergebracht, doch daartoe een
wet had ingediend. Tsja, zei de Minis
ter, als ik het nu gedaan had, zooals de
heer Westerman het nu zegt te willen, ver
moedelijk zou deze heer dan geklaagd heb
ben over mijn langzaamheid en over die
alles-tegenhoudende omweg over den Raad
van State, en de beide Kamers der Staten-
Generaal. Nu ik het zakelijk vlug deed, nu
klaagt de heer Westerman dat het te vlug
en niet elegant genoeg gaat.
Ook de heeren Brautigam (S.D.A.P.)
en Zadelhof (S.D.A.P.) werden even in
het zonnetje gezet. De eerste had gewild,
dat de grenzen voor vreemde visch zouden
gesloten worden; de tweede, dat er zooveel
mogelijk visch zou worden uitgevoerd.
Maar dat gaat nu eenmaal niet in de han
delspolitiek: de eigen grenzen sluiten en
toch van anderen verlangen, dat ze hunne
grenzen voor onze goederen openhouden!
Zoo werden de beide partij genooten tegen
elkaar uitgespeeld!
Even heeft het er gespannen over het
subsidie aan het Visscherij-proefstation.
Dit subsidie is ingetrokken.
Verschillende afgevaardigden van aller
lei partijen wilden, dat het zou worden
hersteld, o.a. de heeren Drop (S.D.A.P.),
Visscher (A.R.), Duymaer van
Twist (A.R.) en Lovink (C.H.). Maar
de Minister wilde daarvan niet weten.
De zaak was reeds beslist door zijn voor
ganger, bevestigd door den heer Colyn,
toen hij minister van Economische Zaken
ad interim was; er moet eens een einde
zijn! Maar de heer Drop was niet van zijn
voornemen, om een motie in te dienen, wel
ke ook door de voornoemde heeren, als
mede door den heer Van Kempen (V.
B.) geteekend was, af te brengen. Deze
motie verzocht de Regeering het subsidie
Opnieuw in overweging te nemen. De M i-
n i s t e r verzette zich daartegen o.a. met
een beroep op een brief, waarin de Vis
scherij-Centrale zelf bevestigd, dat zij met
een verlenging van het subsidie tot Mei
genoegen zou nemen, welke verlenging
toen door de Regeering was toegestaan.
Daarop beweerde de heer Drop weer, dat
de zaak onvolledig was voorgesteld, wat
de heer Schouten (A.R.) ertoe bracht
te betoogen, dat de Kamer thans niet tot
oordeelen in staat was, zoodat hij voorstel-
I de de motie op een nader te bepalen dag
I te behandelen. Dit voorstel werd z. h. s.
i aangenomen; zoodat de motie voorloopig
J van de baan is.
De begrooting van Economische Zaken
zooals deze wordt medegedeeld (zie el
ders in dit blad) goed is, zoo goed moge
lijk? Misschien niet. Doch daarover kan
„gepraat" worden. Het voornaamste is, dat
we nu de overvloedige groenten gaan bren
gen onder het bereik dergenen, voor wie
zijn!
werd vervolgens aangenomen met 64 tegen
7 stemmen. De heer Vervoorn (PI. B.)
had nam. hoofdelijke stemming aange
vraagd, waarna de heer Kersten (Stk,
Ger.) verklaarde, dat zijne groep, o.m. op
grond van de vee-afslachting tegen zou
stemmen. Dat deden ook de communisten;
en zoo kwamen er 7 stemmen tegen de be
grooting.
Niet minder dan twintig sprekers waren
reeds ingeschreven voor de Begrooting van
Defensie, welke nu in behandeling kwam;
en, daar ze ieder een uur hebben, zal deze
behandeling nogal wat tijd in beslag ne
mén.
Voor gisteren kwamen de heer T i 1 a-
nus (C.H.), Lingbeek (Herv. Ger.),
Westerman (N.H.) en Zadelhof
(S.D.A.P.) in het vuur.
De eerste polemiseerde uitvoerig tegen
de S.D.A.P. in zake de ondergraving van
het prestige van het leger, klaagde over
den achterstand in onze bewapening en
verklaarde zich tegen de afschaffing der
burger-corveeërs,tegen het capitulanten-
stelsel doch voor de afschaffing van het
vooroefeningsinstituut; de tweede grap
jaste over de bewering van den Minister,
dat er aan boord van de „Hertog Hendrik"
geen plaats zou geweest zijn èn voor een
aalmoezenier èn voor een vlootpredikant;
de derde wilde, dat voor handhaving van
onze zelfstandigheid al het andere zou wor
den achtergesteld en de vierde verloor zich
in tegenspraken, om de houding der soci's
goed te praten. Zoo verklaarde hij, dat het
niet waar was, dat zijne fractie nader tot
de inzichten van den Minister was geko
men, want deze wilde een oorlogsleger, dat
vechten kon en zou, en de S.DA..P. wilde
alleen maar een politiemacht, die niet is
berekend om te vechten. Maar die politie
macht moest toch de Volkenbondsverplich
tingen kunnen vervullen en onze gren
zen kunnen beschermen o.a. door troepen,
welke deze grenzen zouden willen over
schrijden, te ontw^ienen. Alleen voor de
vervulling van deze doelstelling zou een
grootere legermacht noodig zijn dan waar
over wij nu beschikken!
UIT DEN LEIDSCHEN RAAD.
Het was Maandagmiddag een raadszit
ting met hindernissen.
Nauwelijks was er 'n kwartier vergaderd
of bij het voorstel tot oneervol ontslag van
een schoolhoofd werden de deuren geslo
ten, hetgeen een uurtje geheime zitting
kostte. Tegen de algemeene verwachting
in, dat dit voorstel zonder bespreking zou
worden aangenomen, begaf de heer Man-
ders zich in een beschouwing van het ge
val. Wat hij heeft willen betoogen is ons
niet duidelijk geworden door het sluiten
der deuren, evenmin weten wij wat daar
besproken is, maar het verwonderde ons
niet, toen na heropening der openbare zit
ting het voorstel zonder hoofdelijke stem
ming werd aangenomen.
De tweede stagnatie trad in bij de be
handeling van de verzoeken van het Plaat
selijk Arbeidssecretariaat en den Leidschen
Bestuurdersbond om met de regeering in
overleg te treden en er bij haar op aan te
dringen, dat verscheidene verbeteringen
zouden worden aangebracht in den werk-
loozensteun. Voor de bespreking dier ver
zoeken had de socialistische raadsfractie
een spoed-vergadering aangevraagd, welke
zij ook gekregen heeft, want behalve die
twee verzoeken stond er niets op de agen
da, dat een extra raadszitting zou kunnen
rechtvaardigen. Men kan dus zeggen, dat
deze vergadering speciaal belegd was op
verzoek van de socialisten. Hierop zin
spelend, maakte de A.R. heer Beekenkamp
de scherpe opmerking, dat de woordvoer
der der S.D.A.P. in deze aangelegenheid,
de heer v. Stralen, vergeten had B. en W.
te bedanken voor de gelegenheid, welke
het college hem geboden had, om op ge-
meentekosten, dus gratis, een propaganda-
vergadering te beleggen ter verdediging
van zijn denkbeelden. Op dit gezegde vat
ten de socialistische raadsleden vlam; zij
schreeuwden en protesteerden en wilden
den heer Beekenkamp niet verder laten
spreken, als hij dat gezegde niet introk. De
voorzitter (wethouder Splinter) hamerde
tevergeefs en schorste ten einde raad Ge
vergadering. Na enkele oogenblikken de
voorzitterszetel was inmiddels weer door
den burgemeester ingenomen werd de
vergadering weer geopend, maar opnieuw
begon het rumoer, waarbij zich vooral de
heer Kooistra duchtig weerde. Hij eischte
ten onrechte overigens onmiddellijk
het woord voor het indienen van een
voorstel van orde. Daar de voorzitter het
woord reeds gegeven had aan den heer
Beekenkamp, weigerde hij terecht den heer
Kooistra aan het woord te laten, en toen
deze bleef voortgaan met het woord te
verlangen, werd de vergadering opnieuw
geschorst, thans voor een half uur.
Was er reden voor de sooialisten om zich
zóó op te winden? De opmerking van den
heer Beekenkamp was ongetwijfeld scherp,
„sarcastisch", zooals de voorzitter zeide,
maar niet persoonlijk beleedigend en zeker
niet minder onaangenaam voor ae socialis
tische fractie dan zoo menige opmerking
van die zijde aan het adres van andere
raadsfracties. Herhaaldelijk is het ons op
gevallen, dat de S.D.A.P. zich uitlatingen
permitteert, die in hooge mate beleedigend
zijn voor het eergevoel der rechlsche par
tijen, terwijl de socialistisohe fractie direct
op haar achterste beenen gaat slaan, wan
neer zulk een balletje eens wordt terugge
kaatst. Hoe vaak heeft de heer v. Stralen
zelf bijv. het college van B. en W. niet
verweten, dat het eenvoudig „onwil" was
van de heeren om aan de wenschen der
werkloozen te gemoet te komen. Nog in
dezelfde vergadering heeft de heer v. Stra
len den Katholieken voor de voeten gewor
pen, dat zij zich achter allerlei argumen
ten probeerden te „verschuilen" om zich
aan hun verantwoordelijkheid te onttrek
ken. Verdachtmakingen, als zouden de
„heeren der rechterzijde" niet meenen, wat
zij zeggen, zijn schering en inslag bij de
socialistische woordvoerders. Waarlyk,
voordat er van den hoogen toren geblazen
wordt, is er in die kringen alle recen om
eens de hand in eigen boezem te steken.
Wat de heer Lombert voorlas uit de Leid-
sche Arbeiderskrant was teekenend ge
noeg.
Tot zoover over den vorm.
Ook over den inhoud der opmerking is
men gevallen. De heer v. Eek gaf toe, dat
de S.D.A.P. in den raad zit om propagan
da te maken, maar zeide hij dat doen
de andere partijen even goed. Wij zijn zoo
vrij dit te betwijfelen. Verstaat de heer v.
Eek onder het maken van partij-propagan
da, dat alle fracties het bestuur der stad in
den geest van of althans niet in strijd mat
hun beginselen trachten te doen geschie
den, dan heeft hij gelijk. Maar dat is het
niet, wat men de S.D.A.P. verwijt. Men
verwijt hun, dat zij het belang vam de
eigen partij op den voorgrond stellen; dat
zij met hun voorstellen niet op de eerste
plaats iets willen bereiken, maar zooveel
mogelijk populaire voorstellen indienen en
bepleiten omwille van de propaganda.
t Waaruit leidt men dat af? Uit het ka
rakter van de overgroote meerderheid
hunner voorstellen. Zij houden slechts re-
kening met de wenschen der arbeiders
zonder rekening te houden met de reali-
seerbaarheid. Zoo'n activiteit snijdt aan
twee kanten; lukt het, dan is de voorstel
ler de man, die 't klaar gespeeld heeft;
lukt het niet, dan straalt de lichtende
rechtschapenheid van den voorsteller in
volle glorie en wel des te schooner naar
mate hij zijn tegenstander zwarter heeft
weten te maken.
Nu zal iedere partij wel eens een voor
stel doen, waar zij propaganda mee kan
maken, ook al wordt het verworpen, maar
bij de S.D.A.P. geschiedt dat zóó herhaal
delijk, dat men van een systeem kan spre
ken. Zij komt systematisch met populaire
voorstellen, ondanks het feit, dat ieder op
z'n vijf vingers kan uitrekenen, dat zij ver
worpen zullen moeten worden.
Telkens dwingt men dan de overige
raadsfracties tot het nemen van onaange
name beslissingen; beslissingen, die zij ne
men moeten krachtens hun bestuursverant-
woordelijkheid; en is het dan wonder, dat
men zich tegen die tactiek verzet, soms in
bittere en felle woorden?
Over het voorstel om zich tot de regee
ring te wenden kunnen wij kort zijn. De
wenschelijkheid van de te vragen verbete
ringen staat ook voor ons vast, maar adres
sen zenden inzake de algemeene landspo-
litiek ligt niet op den weg der gemeentera
den en doet ook meer kwaad dan goed.
De raadsvergadering van Maandag heeft
de zoo hoog noodige samenwerking van al
len weer een stuk achteruit gebracht. Wat
zeer, zeer jammer is.
Mr. H. G.
WEGEN-VERBETERING.
IN 1935 VEEL WERK VIA HET WERK
FONDS.
In de bij de Tweede Kamer ingediende
begrooting van het Verkeersfonds voor
1935 wordt medegedeeld, dat voor de ver
betering van wegen op dit oogenblik over
de uitvoering van werken in werkverrui
ming tot een gezamenlijk bedrag van rond
1.8 millioen overeenstemming is bereikt
en dat deze werken of reeds in uitvoering
zijn genomen of binnenkort tot uitvoering
zullen worden gebracht.
Voor 1935 zal in ruime mate op uitvoe
ring van werken door middel van het
Werkfonds moeten worden gerekend.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Geschenkenstroom voor het huwelijk
van prinses Marina en prins George (2de
blad).
Japan tracht Italië en Frankrijk over te
halen om het Vlootverdrag eveneens op \a
zeggen (2de blad).
BINNENLAND.
In 1935 zullen in ruime mate werken
worden uitgevoerd via het werkfonds.
(lste blad).
Regeling van het verstrekken van goed-
koope groenten aan werkloozen. lste
blad).
LEIDEN.
De gunning voor den bouw van de nieu
we St Petruskerk is geschied, (lste blad).
De St. Petruskerk te Leiden
Naar wij vernemen, heeft het Kerkbe
stuur van den H. Petrus alhier den bouw
van een groote kerk voor 1400 plaatsen
met toren en pastorie opgedragen aan de
Leidsche aannemersfirma Bik en Breede-
veld voor de som van 195.000.
De volgende week zal nu begonnen wor
den met het werk.
Moge op den arbeid zegen rusten en de
St. Petrusparochie zoo spoedig mogelijk
haar nieuwe kerk bezitten.
BEDRIJFSRAAD VOOR HET
MIJNBEDRIJF?
Het standpunt van minister Kalff spoedig
bekend.
Naar „Ons Noorden" uit parlementaire
kringen verneemt, zal na krachtigen aan
drang van katholieke zijde zoowel in ais
buiten het kabinet op minister Kalff ge
oefend, deze bewindsman overgaan om zijn
medewerking te verleenen tot invoering
van een bedrijfsraad voor het Mijnbedrijf.
Op de instelling van dezen bedrijfsraad
was reeds geruimen tijd krachtig ook van
de zijde der mijnwerkers-organisaties aan
gedrongen.
In de deze week verschijnende memorie
van antwoord op Hoofdstuk IX (Water
staat) zal de minister van zijn standpunt
mededeeling doen.
DE OORZAAK VAN HET ZACHTE
WEER.
Nadat tot voor korten tijd over Midden-
Europa een gebied van lichte vorst gele
gen had is dit bijna geheel verdreven -door
een warmen luchtstroom, die uit het Wes
ten is opgekomen. De temperatuur is daar
bij gestegen tot ongeveer tien graden Cel
sius en heeft daarmede bijna een record
hoogte voor dezen tijd van het jaar bereikt.
Dit is te meer opvallend omdat het in dezen
tijd aanmerkelijk kouder kan zijn. Het
verschil kan zelfs vijftien graden bedra
gen, dat wil zeggen, in dezen tijd kan het
ook matig vriezen.
Het is opvallend, dat de hooge tempera
tuur niet beperkt is tot een klein gebied.
Plaatselijke invloeden kunnen hierbij dus
niet in het spel zijn, zeer zeker ook niet de
oorzaak zijn van het zachte weer. Integen
deel hebben wij te doen met een verschijn
sel, dat zich over geheel het middelste ge
deelte van ons werelddeel, van het Westen
tot het Oosten voordoet. De hoogste tem
peraturen komen bovendien in het Westen
boven den Oceaan voor. De diepere oor
zaak ligt dan ook hierin, dat de normale
luchtstroom, die tot het stelsel van de al
gemeene luchtcirculatie tusschen de sub-
tropen en de Noordpool behoort, thans een
abnormaal hooge temperatuur heeft. Deze
warme luchtstroom vloeit thans als een
breede Westelijke luchtstroom over Europa
en voert groote massa's warme en zeer
vochtige lucht aan. De hooge temperatuur
van den genoemden circulatiestroom is
thans een overheerschende meteorologi
sche omstandigheid te beschouwen, die het
karakter van het weer in hooge mate be
paalt.
Merkwaardig is hierbij ook, dat het ge
bied van hoogen druk zich opnieuw over
Midden-Europa heeft uitgebreid, hetgeen
weinig overeenkomt met het verloop van
de weerrgesteldhcid in andere jaren onder
oogenschijnlijk dezelfde omstandigheden.