DE FINANCIËN DER PLATTELANDS GEMEENTEN. 26ste Jaargang DINSDAG 20 NOVEMBER 1934 No. 7969 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week1 2.50 per kwartaal Bü onze Agenten 20 cent per week t 2.60 per kwartaal Franco 'per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bü vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, FOSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt hst dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 De verschrikkelijkheden in de dictatuur. Wij zien de dictatuur in de practijk. Vóór ons ligt nog een artikel van het Fransche communistisch blad: „Humanité" (van Woensdag 10 October), dat aldus be- begint: „Zeven revolverschoten hebben bij zijn aankomst te Marseille Alexander, ko ning van Joego-Slavië, gedood". En het artikel eindigt aldus: „Indivi- dueele aanslagen zijn strijdig met het com munisme. Zij worden volstrekt veroordeeld door onze leer en onze tactiek. Onze methode is de actie van de collectieve en .georganiseerde massa!" Wat duidelijker uitgedrukt beteekent: De communisten vermoorden niet „in detail". De moord is slechts van belang, als hij ge beurt „engros", bij groote aantallen We zien in Rusland, wat de „dictatuur van het proletariaat".... ons aan „zegenin gen" brengt. En toch zijn velen er blind voor! Zooals velen ook nog maar niet schijnen te zien hoe klaar de feiten ook lichten waartoe de dictatuur van het nationaal- socialisme in Duitschland leidt. Tot welk 'n grievende, menschonwaardige onderdruk kingEen uit de zoo talrijke gevallen •b.v.: de priesters in Aken moeten zich on derwerpen aan den maatregel, dat vin gerafdrukken van hen worden genomen. De katholieke priesters in Aken wil men op deze wijze in de publieke achting neer halen tot de categorie van gevaarlijke misdadigers, van staatsgevaarlijke lieden.. En de katholieken moeten dat aan zienzwijgend. Dat moeten zwijgen, óók als men getrapt en gesard wordt in z'n overtuiging, in z'n eer dat is erg! Die katholieken-vervolging is practisch een gevolg van de dictatuur van het na- tionaal-socialisme, zooals' wij dit stelsel in Duitschland zien; al is het theoretisch, in zich niet noodzakelijk, dat katholieken-ver- -volging samengaat met de heerschappij van het nationaal-socialisme. Wèl is echter een noodzakelijk gevolg," lijnrecht voortvloei end uit den zoowel theoretischen als prac- tischen opzet van het nationaal-socialisme, zooals we dat kennen: de dwang van boven af, het onderdrukken van anderer inzicht en anderer overtuiging, als deze niet welgeval lig zijn aan de heerschers. Zulk een toestand kan geen volk, en zeker niet het Nederlandsche volk wen- schen! Beoordeeling van tegen standers. Gisteravond heeft in Leiden gesproken de leider van de N.S.B., ir. Mussert. Voor deze bijeenkomst was veel propa ganda gemaakt; en, daar wellicht meerde ren onder onze lezers belangstellend zijn naar hetgeen door ir. Mussert is ge zegd, geven wij elders in dit nummer een verslag van diens rede. Hier mogen wij er eenig commentaar bij plaatsen. Véél commentaar niet omdat de rede daarvoor geen aanleiding geeft. Als ir. Mussert ons voorhoudt, dat er coördinatie, samenwerking, moet komen in de plaats van toomelooze concurrentie; dat werkgevers en werknemers niet el- kaars vijander zijn, doch één belang heb ben dan vragen deze stellingen onzer zijds natuurlijk geen bestrijding! Wij zijn het er volkomen mee eens. En, als men opwerpt, dat er toch in deze rich ting onder het regiem van het parlemen taire stelsel of van de democratie niets ten goede is tot stand gebracht, dan meenen wij daarop een tweeledig antwoord te kun nen geven: Eerstens: kan er een waarborg van waarschijnlijkheid worden gegeven, dat een nationaal-socialistisch bewind méér ten deze zal bereiken? Niet voorname lijk de partijen staan hier in den weg, maar 't is de geestesgesteldheid, het egoïs me, de zelfzucht van de menschen indivi dueel, los van politiek en partijen, welke een sta-in-den-weg is voor die geordende samenwerking, die ir. Mussert met ons wenscht! Vervolgens: al is hel niet waar, dat te deze nog niets goeds is bereikt de feiten zijn er, om dat tegen te spreken wij erkennen natuurlijk, dat wij er op lange na nog niet zijn; maar: er wordt steeds krachtdadiger en effectiever op aangestuurd, om tot een betere ordening te geraken, en de vele obstakels uit den weg te ruimen. De politiek van vandaag toont dit aan. Om het doel te bereiken, is noodig, dat de groote politieke partijen, die een con sequentie zijn van verschil in levensopvat ting en wereldbeschouwing, elkaar ver staan, begrijpen en waardeeren. Nu laat dit laatste nog wel wat te wen- schen over. Wij geven het grif toe. Maar zóó, als ir. Mussert zijn tegenstanders be jegent, zoo doen de politieke partijen het elkaar zelden of nooit als men de com munistische partij uitzondert. Ir. Mussert zeide in zijn rede: Het herstel van het nationaal gevoel zal een geweldige ommekeer brengen in ons volk. Niet langer elkaar afbreken, maar elkaar opbouwen, dat is ons doel. En hij liet daarop volgen: Dat verontrust onze te genstanders, want zij begrijpen, dat daar uit iets beters geboren zal worden, dan zij hebben kunnen brengen. Ziet dat laatste is een zóó grove be schuldiging aan het adres van de zoo tal rijke tegenstanders van het nationaal- socialisme, als waartoe, gelijk we zeiden, de meest felle part ij-fanatici maar zelden in staat zijn! De tegenstanders van het nationaal-so cialisme zouden hun tegenstand gronden op de overweging, dat het stelsel iets be ters zal brengen, dan wij tot nu toe heb ben gehad. Dat zou inderdaad afschuwelijk, weerzinwekkend-gemeen zijn! Zóó stelt ir. Mussert zijn tegenstanders voorAl heeft hij enkele keeren terloops gezegd, dat er toch nog ook wel tegenstanders zijn, die hij respecteeren kan. Een dergelijke bejegening van hen, die 'l niet met de nationaal-socialistische be weging en haar leider eens zijn is: echt naar Duitsch model! De financiering van den werkloozensteun door A A. C. M. VAN EERSEL Burgemeester van Noordwjjkerhout. XXXVIII. De financiering van den werkloozen steun geschiedt door de gemeenten. De daarvoor noodige bedragen worden dus uit de gemeentekas betaald. Om een denkbeeld te geven van de enorme bedragen met den werkloozen steun gemoeid, volgen hier enkele cijfers. Op de begrooting 1935 zijn in de hierna te noemen gemeenten de volgende bedra gen voor werkloozensteun en werkver schaffing geraamd: Hillegom 134.000. Noordwijk ƒ199.000.Lisse ƒ95.000. Noordwijkerhout 90.000.Sassenheim 74.000.Voorhout 50.000.Dat is dus voor het centrum der bollenstreek alleen reeds ongeveer 6*4 ton. In de uitgaven, die de gemeenten ter za ke van werkloozensteun en werkverschaf fing doen, krijgen zij eene vergoeding van het Rijk. Op heden bedraagt die vergoe ding y2 tot 54V2 pet. der uitgaven, althans voor zooveel die uitgaven zijn geschied tenbehoeve van werkloozen, afkomstig uit de crisisvakken. Bedoeld worden hier de door den Minister van Sociale Zaken aan gewezen vakken, die speoiaal onder de cri sis hebben te lijden. Welk percentage de gemeente precies krijgt hangt af van de uitgaven, die de gemeente aan werkloozen steun heeft te doen, mede in verband met hare belastingcapaciteit en de uitkeering, die zij ontvangt ingevolge de wet op de fi- nancieele verhouding. ZooaLs de lezer zal begrijpen heeft een gemeente met een be trekkelijk groot aantal draagkrachtige in woners veel, een gemeente met een rela tief groot aantal onvermogende en minver mogende inwoners weinig belastingcapaci teit. Op welke wijze de belastingcapaciteit berekend wordt is in de desbetreffende voorschriften precies aangegeven. Ver keert de gemeente in buitengewone om standigheden, dan kan bij ministerieel be sluit de rijksvergoeding nog 10 pert, hoo- ger worden gesteld dan hierboven is aan gegeven. De maximum vergoeding, die eene gemeente kan verkrijgen bedraagt dus 54)4 pet. 10 pet. is 59.95 pet. Het Rijk draagt in 1934 46 millioen aan den werkloozensteun bij, welk bedrag tus- schen de diverse gemeenten volgens even- vermelden maatstaf wordt verdeeld. In 1933 droeg het Rijk 75 millioen aan den steun bij en bedroeg de uitkeering aan de gemeenten 25 tot 75 pet. der uitgaven. Ver geleken bij 1933 is het Rijk dus dit jaar heel wat schrieler met de uit te keeren subsidies. De 'gevolgen daarvan zijn dan ook niet uitgebleven. Vele gemeenten heb ben in 1934 de begrooting ook na de belastingschroef zoo sterk mogelijk te heb ben aangedraaid niet sluitend kunnen In hoeverre het Rijk bijdraagt in de kosten van werkloozensteun, wordt in dit artikel behandel/'. maken. Verkeerde een gemeente in derge lijke omstandigheden, dan werd in den Haag goedgevonden, dat het gedeelte van den werkeloozensteun, waarvoor geen dek king was te vinden, uit de begrooting werd uitgestooten. Dit in 1934 uitgestooten be drag moet op de begrootingen van 1935 en volgende jaren telkens voor 1/10 worden gebracht. Over 1935 en volgende jaren wordt de subsidie, die de gemeenten in de uitgaven voor werkloozensteun en werkverschaf fing krijgen, niet meer rechtstreeks uit 's Rijks kas verstrekt. De gemeenten krij gen dan nog wel een tegemoetkoming in deze kosten, doch deze tegemoetkoming wordt gegeven uit een speciaal daartoe in gesteld fonds het z.g. Werkloosheidssub- sidiefonds. Het Werkloosheidssubsidiefonds wordt gevormd uit de navolgende opbrengsten: a. 46 millioen, beschikbaar te stellen door het Rijk. b. 25 opcenten op de hoofdsom der ge meentefondsbelasting. c. 10 opcenten op de hoofdsom der ver mogensbelasting. d. 80 pet. van de hoofdsom van de per- soneele belasting voor zooveel betreft de grondslagen huurwaarde, meubilair en dienstboden. e. 40 pet. van de hoofdsom der grondbe- Dat beteekent dus voor 1935 eene bedui dende belastingverhooging. Maar die be- lastingverhooging geldt niet voor alle ge meenten. In de gemeenten, waar de belas tingen reeds tot het uiterste zijn opge voerd en dat zijn er reeds heel wat komt geen belastingverhooging. Het maxi mum aantal opcenten, dat tot heden door de gemeenten op de gemeentefondsbelas ting mocht worden geheven, bedroeg 100 en dat op de vermogensbelasting 50. Deze maxima worden thans tot 75 en 40 terug gebracht. Het maximum aantal opcenten op de personeele belasting is niet wette lijk vastgelegd, doch in de praktijk wordt aangenomen, dat met 200 opcenten de uiterste grens is bereikt. Van uit den Haag is aan de gemeentebesturen te verslaan ge geven, dat zij in het feit, dat 80 pet. van de hoofdsom der personeele belasting in het werkloosheidssubsidiefonds moet wor den gestort geen aanleiding mogen vinden om de opcenten op de personeele belasting op hooger dan 200 te brengen. In die ge meenten waar de belastingen tot heden laag of matig waren, zal zonder twijfel de belastingschroef een paar flinke slagen worden aangedraaid. De verdeeling van de gelden van het Werkloosheidssubsidiefonds over de diver se gemeenten zal in 1935 geschieden naar een door het Departement van Binnen- landsche Zaken ontworpen schaal. Volgens deze schaal is het hoogste percentage, dat de gemeente als tegemoetkoming in de uit gegeven steungelden en werkverschaffings- kosten kan krijgen 90 pet., het laagste per centage af van het verband, dat er be- centage af van het vereband, dat er be staat tusschen de uit te keeren steungel den en de belastingcapaciteit der gemeen te. Nieuw is, dat het percentage, dat de gemeente gerestitueerd krijgt voortaan zal worden berekend over alle door de ge meente uitgekeerde steungelden, en dus niet meer uitsluitend over de steungelden, uitgekeerd aan werkloozen, werkzaam in de door den Minister van Sociale Zaken aangewezen crisisvakken. In zeer vele ge meenten was het de gewoonte om aan werkloozen, niet afkomstig uit crisisvak ken denzelfden steun uit te keeren als aan de door den Minister van Sociale Zaken aangewezen calegoriën en die dus onder de Rijkssteunregeling vielen. In dezen steun werd door het Rijk evenwel geen bijdrage verleend en deze kwam dus geheel ten laste der gemeentekas. Aan deze onbillijkheid wordt derhalve in 1935 een eind gemaakt. Zooals boven reeds vermeld, wordt het bedrag, dat de gemeenten in 1934 hebben uitgestooten, voor 1/10 op de begrooting van 1935 gebracht. Ook tot gedeeltelijke dekking van dit 1/10 wordt uit het Werk loosheidssubsidiefonds een gelijke bijdra ge verleend als in de uit te keeren steun bedragen. Slaagt de gemeente er niet in omon danks de bijdrage, die zij, ingevolge de bo ven besproken, door het Departement van Binnenlandsche Zaken ontworpen schaal, uit het Werkloosheidssubsidiefonds geniet hare begrooting voor 1935 in evenwicht te brengen, dan kan de bijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefonds nog met een extra-bijdrage van 10 pet. worden ver hoogd. De hoogste bijdrage, die een ge meente, die in de meest ongunstige om standigheden verkeert, derhalve kan krij gen is 99 pet. van hare ter zake van steun gelden en werkverschaffingskosten ver richte uitgaven. De hier bedoelde extra-bijdrage wordt echter slechts verleend, indien ten genoege van de Regeering, die zich ter zake door Gedeputeerde Staten zal doen voorlichten, wordt aangetoond, dat inderdaad de in komsten van de gemeente zoo hoog zijn op gevoerd, als voor de gemeente, rekening houdende met de realiteit, mogelijk is en dat de huishouding der gemeente in die mate is versoberd, als in de huidige om standigheden, nu voor de dekking van de crisisuitgaven allerwege zware offers ge bracht moeten worden, gebiedend noodza kelijk is. LAND- EN TUINBOUW NEDERLANDSCHE VEEHOUDERIJ CENTRALE Door de Nederlandsche Veehouderij cen trale wordt medegedeeld: Aangezien onzerzijds werd verkregen, dat ten aanzien van de voorloopige kal- ver-toewijzing 1935, welker strekking en wijze van uitvoering door ons in een re cent bericht reeds uitvoerig werden uit eengezet, nog misverstand bestaat, zij hierbij nogmaals met klem naar voren ge bracht, dat „voorloopige toewijzing" be teekent, dat te gelegenertijd alsnog een definitieve toewijzing zal worden ver leend. De definitieve toewijzing zal uiteraard nimmer lager kunnen zijn dan de voorloo pige toewijzing, met dien verstande, dat deze definitieve toewijzing ten aanzien van de veehouders, wien voor 1943 twee of meer vaarskalveren en ongeregistreerde stierkalveren werden toegewezen, grooten- deels hooger zal zijn dan de voorloopige toewijzing, terwijl ten aanzien van de vee houders, wien voor 1934 geen of 1 kalf werd toegewezen, terwijl is vastgesteld, dat hun bij deze voorloopige toewijzing direct 1 kalf kan worden toegewezen, het definitief toe te wijzen aantal kalveren in het algemeen gelijk zal zijn aan het aantal, dat voorloopig werd toegewezen. Hierbij dient echter in aanmerking ge nomen te worden, dat voor geheel Neder land de definitieve toewijzing 1935 ten opzichte van de toewijzing-1934 een be duidende beperking zal inhouden. Tevens dient wel in acht genomen te worden, dat het verleenen van deze voorloopige toewijzing uit den aard der zaak niet inhoudt, dat kalveren, die het betreffende gewicht, te weten 60 K.G. voor stierkalveren en 10 K.G. voor vaars kalveren, hebben bereikt, in afwachting van de definitieve toewijzing onder iden- tieitsbewijs aangehouden zouden mogen worden. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Deelneming uit de geheele wereld bij het overlijden van kardinaal GasparrL (2de blad). Het nieuwe Belgische kabinet. (2de blad). Vredelievende verklaringen van Hitler. (2de blad). LEVERING ZIEK VEE De Nederlandsche Veehouderijcentrale deelt het volgende mede: Zooals reeds werd bekend gemaakt, geldt ten aanzien van de aan de Neder landsche Veehouderijcentrale te leveren, aan tuberculose of para-tuberculose lij dende, vrouwelijke runderen onder meer de bepaling, dat deze levering slechts zal kunnen geschieden, indien de eigenaar van het rund in kwestie lid is van een door de Nederlandsche Veehouderijcen- tiale erkende rundertuberculosebestrij- dingsorganisatie. Het bestuur dezer Centrale stelt zich hierbij op het standpunt, dat de organisa ties, welke in verband met de vorige vee- afname, reeds vóór 1 Maart 1934 werden erkend, ook ten aanzien van de nu plaats hebbende levering als erkend worden aangemerkt. Daarbij zal echter tevens aan recent op gerichte organisaties, alsmede aan organi saties, welke hun aanvrage tot erkenning de vorige maal te laat hebben ingediend, alsnog gelegenheid worden geboden de bedoelde erkenning te verwerven, met dien verstande, dat de betreffende aan vrage slechts in behandeling zal worden genomen, indien zij vóór 1 December bij de Nederlandsche Veehouderijcentrale, le van den Boschstraat No. 1, te 'sGraven- hage, wordt ingediend en vergezeld is van het Reglement van de organisatie in kwes tie, van de betreffende Instructie voor de(n) dierenarts(en) en van een opgave van het aantal veehouders, dat bij deze organisatie is aangesloten, alsmede van 't aantal stuks rundvee, dat volgens globale berekening aan deze veehouders toebe hoort. De „Uiver" nadert. TE MARSKILLE AANGEKOMEN. In afwachting van de laatste etappe. Het Douglas-toestel „Uiver" van de K. L. M. is hedenochtend te 11.40 uur (Amst. Tijd) te Marseille geland. De bemanning werd door een groot aantal belangstellen den op enthousiaste wijze begroet. Te 7.40 uur Amst. tijd was het toestel uit Athene vertrokken. Een korte tus- schenlanding werd gemaakt te Rome,*, waar de Douglas te 8.29 uur aankwam en waarvan het te 9.25 uur weer vertrok.. Nog meer huldigingen. Vele duizenden zullen in verband met hun werkzaamheden, overdag niet in de gelegenheid zijn aan de huldiging op Schip hol deel te nemen. Men heeft daarom de vliegers verzocht op een aan te brengen balcon aan het Carl ton Hotel, Vijzelstraat, waar zooals bekend is, als slot van de ontvangst der Uiver'oe- manning, een groot huldigingsdiner zal plaats hebben, nogmaals de huldiging van het publiek in ontvangst te nemen. Deze huldiging zal omstreeks 17.30 uur plaats vinden. De gemeente Amsterdam heeft hiervoor haar medewerking toegezegd en de Vij zelstraat tusschen Singel en Heerengracht zal met een lichtsterkte van 50.000 Watt, in een groot filmatelier veranderd wor den, terwijl de Polygoon en Profilti-jour- nalen dit moment op de film zullen vast leggen. VERONGELUKT VLIEGTUIG VAN HOBART AANGESPOELD. MELBOURNE, 20 November (V. D.). Aan de kust van de Baai van Waratah (Australië) is een groot passagiersvlieg tuig aangespoêld Uit het onderzoek is gebleken, dat het aangespoelde vliegtuig het toestel is van Hobart, dat tijdens diens vlucht naar Mel bourne op 19 October j.l. in zee is gestort, tengevolge waarvan alle inzittenden, ne gen passagiers en twee piloten, zijn ver dronken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1