26ste Jaargang
VRIJDAG 9 NOVEMBER 1934
No. 7960
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Algemeen© Beschouwingen over de
Staatsbegrooting
3)e Ceid^eheSoti/fcct/ttt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week1 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. ENT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, FOSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regal
Voor Ingezonden Mededcelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 8.50
TWEEDE KAMER
De leider van de Kamerfractie der R.K. Staatspartij
Prof. Mr. Aalberse, hcudt een belangrijke rede
Gisteren is d e rede van het debat over
het regeeringsbeleid gehouden, en wel door
den leider der Katholieke fractie, den heer
Aalberse, die gedurende meer dan een
half uur ten volle het oor der Kamer had.
De heer Aalberse is een zeer welwillend
man, iemand, die nu eenmaal welhaast
geen boos woord kan zeggen. Als zoo
iemand een zóó ernstige waarschuwing tot
de regeering richt, ais hij gisteren heeft
gedaan, moet dat ongetwijfeld zeer hoog
worden aangeslagen.
De Katholieke leider heeft zijne rede be
perkt tot drie hoofdpunten; en daarin
school voor een niet gering deel haar
kracht. Wel sprak hij even de verwachting
uit, dat de Regeering de herclassificatie
niet ten uitvoer zou brengén en repte hij
terloops ook over de Grondwetsherziening,
welke de heer De Geer ter sprake had ge
bracht; doch voor het overige was zijn
mooi gebouwde rede geheel gewijd aan wat
inderaaad de hoofdpunten zijn van het re
geeringsbeleid: de aanpassing, de werkloos
heid en het ingrijpen in de autonomie der
lagere organen.
Wat.de aanpassing in enger en zin betreft,
erkende hij de noodzaak van bezuiniging.
Vap. belastingverhooging is zeker niet veel
te verwachten. De voorstanders daarvan
letten te eenzijdig op de mogelijkheid van
menigeen, om nog wat meer belasting te
betalen, doch niet genoeg op de uitwer
king, welke zulk een verhooging in het
economisch leven en ook'op het rendement
der, overige belastingen zou hebben.
In vroeger en tijd had in een crisis de aan
passing plaats langs zuiver economischen
weg. Dit is nu om vele redenen niet meer
mogelijk, zoodat de overheid de aanpas
sing moet bevorderen. Maar dit geschiedt
nu te eenzijdig: de vaste lasten moeten
evenzeer worden aangepakt als de loonen,
salarissen enz. Zonder ook deze verlag.ng
is het doel der aanpassing niet te bereiken.
Spr. verkoos ook dit middel boven het mid
del der devaluatie, dat hypotheekhouders
en andere crediteuren immers óók aantast,
maar bovendien een nog veel verder strek
kende werking heeft.
In ruimeren zin moet er aangepast wor
den aan de gewijzigde structuur der we
reldeconomie. Spr. schetst de groote wijzi
gingen daarin doordat de vroegere agrari
sche landen thans ten deele industrie-lan
den geworden zijn; o.a. met Japan is dit in
zeer sterke mate het geval. -Te midden van
deze gewijizgde structuur der wereld
economie is de positie van ons land, die ge
heel gebouwd was op de stsructuur van het
verleden, uiterst moeilijk. Wij moeten aan
passen bij deze gewijzigde wereldstructuur,
wat ook belangrijke wijzigingen eischt in
onze eigen volkshuishouding. Het is dwaas
heid, een herstel van de vroegere verhou
dingen te verwachten; dat zou neerkomen
op het wachten op het weer aangroeien van
een afgerukt been. Deze doelbewuste ver
andering onzer eigen volkshuishouding kan
in de omstandigheden van nu niet worden
overgelaten aan het vrije spel der economi
sche krachten. Er moet ordening komen
onder leiding van de regeering. Het doel
van de liberaal-individualistische economie:
zoo hoog mogelijke productie zonder te let
ten op de distributie, moet vervangen wor
den door de doelstelling: voldoende pro
ductie met zoo rechtvaardig mogelijke ver
deeling. Spr. meent, dat veel in de M. v. A.
in deze lijn gaat, maar het tempo is te lang
zaam. Het lijkt wel of de minister-president
uitgaat van den stelregel: il est urgent
d'attendre! (Het is dringend noodig te
wachten). Spr. zou accelerando wenschen,
waar de Regeering diminuendo zet.
Wat de werkloosheid betreft, erkende de
Kath. leider, dat er hier te lande door de
regeering veel voor de werkloozen is ge
daan, maar op het gebied der werkverrui
ming, waartoe ook het werkbehoud behoort,
zijn de resultaten onbevredigend. Met be
zuiniging alléén kan het financieel even
wicht niet worden bereikt. Er moet meer
werk komen. Men zorge ervoor, als bij de
uitvoering van het 60-millioen-plan, dat de
degelijkheid de snelheid niet benadeele.
De werkloozensteun kan misschien
niet in zijn geheel worden verhoogd.
Maar er moeten verbeteringen komen
In zijn rede in de Tweede Kamer
heeft prof. Aalberse een aantal
wenschen der geheele katholieke
Tweede Kamer-fractie tot verlich
ting der ondersteunden te kennen
gegeven. De kosten daarvan zijn,
naar het oordeel der Katholieke
Kamerleden, niet onoverkomelijk en
in ieder geval verantwoord.
voor de groote gezinnen. En met veel
klem drong de spr. aan op een extra-
uitkeering dezen winter voor schoeisel
kleeding enz.
Inderdaad welsprekend werd de heer
Aalberse, toen hij den eisch stelde, dat
de steunreeling niet langer een belet
sel zou blijven voor de ontplooiing der
particuliere weldadigheid. Hij haalde
het geval aan van een groot gezin,
waarvan eenige kinderen geregeld bij
een tante mochten gaan eten, en dat
deswege 1.25 pei week moest terug
betalen. De minister van Sociale zaken
knikte hierbij ontkennend, doch uit de
katholieke fractie klonken bevestigin
gen. Zeer duidelijk stelde spr. den
eisch, dat de belemmeringen, welke de
steunregeling bevatte voor de ontplooi
ing der particuliere weldadigheid zou
den worden weggenomen.
Ten aanzien van de autonomie der ge
meenten constateerde de heer Aalberse, dat
het aantasten daarvan te ver was gegaan.
De Katholieke fractie zal aan een voort
schrijden op dezen weg geen steun verlee-
nen, integendeel! Dit liet aan duidelijk
heid niets te wenschen over.
Aan het eind van zijn betoog vroeg spr.
Hoe zal de houding zijn van onze fractie
jegens het kabinet? En het antwoord luid
de: op dit oogenblik is die houding afwach
tend. Van het antwoord der regeering zal
het afhangen, hoe onze verdere houding zal
zijn.
De heer Aalberse sprak gisteren het
laatst; de kamer ging zeer onder den indruk
van zijn rede naar huis.
Aan de overige sprekers had zij niet die
aandacht gegeven welke zij den Katholie
ken leider schonk; wat niet zeggen wil, dat
er geen andere goede redevoeringen wer
den uitgesproken. In hunne soort waren
ook redevoeringen van de heeren Snee
vliet (Rev. Soc.) en Bierema (V.B.)
staaltjes van goede parlementaire spee
chen.
Hetzelfde kan niet zonder voorbehoud
worden getuigd van de rede des heeren
Schouten (A.R.) die zich te zeer in al
lerlei details verloor en ook te kennelijk
klein politiek was toegespitst tot een
scherpen aanval op Minister Marchant,
dien de Anti's blijkbaar liefst uit het ka
binet zagen verdwijnen. Voor zoover ze
zich op algemeener terrein bewoog, was
er een kennelijke en duidelijke tegenstel
ling op allerlei punten met de rede van
den katholieken leider. Zoo zag de heer
Schouten op het gebied van de verlaging
der vaste lasten geen taak voor de regee
ring, was hij van oordeel, dat op de steun
verlaging in geen enkel opzicht diende te
worden teruggekomen, en meende hij, dat
de Regeering wél rekening moest houden
met hetgeen de particuliere liefdadigheid
doet. Ook viel bij hem het accent buiten
gewoon sterk op nóg meer bezuiniging.
Met den heer Aalberse was hij tegenstan
der van devaluatie, maar het is wel te ver
wachten dat hij over de niet al te sterke
argumenten, waarmede hij dien tegenstand
motiveerde, het een en ander te hooren zal
krijgen.
Wat den heer Sneevliet aangaat, be
grijpt men wel, .dat hij over het regeerings
beleid in het geheel niet te spreken was.
De heer Colijn, zeide hij, blijft beneden de
maat van zijn eigen willen; zijn beleid
past niet op de analyse, welke hijzelf van
den toestand heeft gegeven, namelijk, dat
wy met een structureele crisis te maken
hebben. De uitbarsting van het oproer te
Amsterdam was niet door eenige partij
uitgelokt. Als er straks een oproer in
Maastricht losbarst, zal men dan zeggen
dat het te wijten is aan den modernen Sa-
vanorola, die thans in ons land zijn stem
doet hooren? Mussert noemde spr. een
„caricatuur van een caricatuur", dat hem
een vermaning van den Voorzitter op den
hals haalde, waarschijnlijk omdat deze
hierin een aanval zag op een bevriend
staatshoofd.
De heer Bier em a a tenslotte bleek
uitermate ongerust over den economischen
toestand en wilde een veel sterkere en
consequentere houding der regeering in
zake de aanpassing.Met verlaging van de
loonen alleen komen we er niet, ook de
vaste lasten moeten worden aangepakt. De
rente en aflossing vormen een ondraaglij
ke last op de begrooting, vooral nu de gul
den zoozeer in waarde is toegenomen. De
liberale leider is minder door de woorden
dan wel door de daden der Regeering te
leurgesteld. Zij doet teveel alsof zij wacht
op het groote wonder van het herstel,
waaraan zij zelf niet gelooft. Evenals de
heer Schouten- was ook deze spreker tegen
de herclassificatie; zoodat deze herclassi
ficatie geen goed woord van welke zijde
in het Parlement dan ook heeft ontvangen.
Laten we tot besluit vermelden, dat het
zeer spoedeischende Clearingwetje zonder
noemenswaardige discussie werd afgedaan.
Artikel 26, waartegen de Kamer groot be
zwaar had, omdat het de regeering zou
machtigen tot afwijking van wetten bij al-
gemeenen maatregel van bestuur, was bij
de Nota van Antwoord teruggenomen; en
het had niet veel zin, dat de heer A1 b a r-
da (S.D.A.P.) daar nu nog eens extra op
terugkwam; de Minister van Econo
mische Zaken, de heer Steenber-
g h e, volstond dan ook met de opmerking,
dat de regeering zich niet bewust was in
strijd met de grondwet te hebben gehan
deld.
Heden zouden nog de heeren Bongaerts
en Kersten aan het woord komen en dan is
het de beurt der Regeering.
Laster tegen de Katholieke
Kerk
Na de moord tfe Marseille
Ondanks het feit, dat in Duitschland een
strenge censuur bestaat op de dagbladpers,
op de predicaties van bisschoppen en de
redevoeringen van vooraanstaande Katho
lieken, ten einde de „godsdienstvrede" niet
te verstoren, is het toch mogelijk, dat in
diezelfde Duitsche pers de gemeenste las
ter tegen de Katholieke Krk wordt ver
spreid. In de jongste aflevering van
„Flammenseigen", het volksblad voor de
verspreiding van den Noord-Germaanschen
geest in godsdienst en cultuur enz
werd dezer dagen een artikel gepubliceerd
ïr.et het volgende opschrift: „Het Room-
sche Katholieke Nationalisme der Kroaten
tn de moord te Marseille". Hierin wordt de
Katholieke Kerk zonder meer aansprake
lijk gesteld voor deze afschuwelijke mis
daad. Zij immers duldt dit Kroatisch na
tionalisme niet alleen, doch geeft het zelfs
voedsel. Als bewijs daarvan geeft men een
heel verhaal ovr den strijd, die tusschen
de Duitsche en Kroatische Katholieken in
het diocees Diakovo zou gevoerd worden
en waarover wij ons thans nog geen juist
oordeel kunnen vormen.
Het blad vervolgt dan: „Wil men den
aanslag te Marseille juist verstaan, dan
moet men de geest van dit volk kennen
en moet men ook weten, op welke wijze
deze geest door de Roomsche Kerk ge
steund en gevoed wordt. Zonder de haat,
die deze Kerk aankweekt, was de aanslag
te Marseille ondenkbaar geweest.
De Roomsche Kerk, die zulke toestanden
duldt, is dus hier in den diepsten grond l
aansprakelijk. Rome zal hier niet „pogen""
zijn handen in onschuld te wasschen"., en
op een andere plaats:
„Men moet bij het beoordeelen van den
moord wel in het oog houden, dat de
Kroaten een fanatiek katholiek volk zijn
en dat de haat tegen het Grieksch-Ortho-
doxe koinngshuis vooral door de Room
sche Kerk werd aangewakkerd".
Men weet niet genoeg haat tegen de Ka
tholieke Kerk aan te kweeken. Eerst ver
wijt men haar dat zij de volksaard vernie
tigt, dan weer het omgekeerde. Dat de
Kroatische volksaard door de Kerk wordt
beschermd, (terwijl een geschil met een
bisschop daaraan niets wezenlijks veran-
I dert), is efen der meest roemrijke, bladen
i nde geschiedenis van de Kerk. De sprong
echter van deze bescherming naar de
moord-hetze is een acrobaten-toer, die
alleen Rome-haters kunnen uitvoeren.
„Onze Staatsinrichting"
Door den Centralen Propagandadienst
der R.K. Staatspartij is uitgegeven een
boekje, getiteld „Onze Staatsinrichting".
Ofschoon dit werkje hoofdzakelijk be
doeld is voor de verspreiding onder de
jongere Katholieken is „Onze Staatsin
richting" ook uitnemend geschikt voor de
zoo noodzakelijke algemeene voorlichting
op staatkundig gebied onder het geheele
Katholieke Volksdeel.
„Onze Staatsinrichting" geeft in 64 pa
gina's een duidelijke en zeer overzichtelij
ke beschrijving van het geheele Neder-
landsche Staatsbestel, zoowel van het Be
stuur van het Rijk in Europa, als van de
Koloniën in Oost en West.
Achtereenvolgens passeeren de revue:
de Wetgevende-, de Uitvoerende- en de
Rechterlijke Macht. Beschreven wordt het
tot stand komen van Grondwetsherziening,
van Rijkswetten, Provinciale Besluiten en
Gemeentelijke verordeningen. Bij de be
handeling van deze stof wordt een afzon
derlijke bespreking gewijd aan alle be-
stuursinstanties van Rijk, Provincie, Ge
meente en Waterschappen, waarvan de sa
menstelling, taak en bevoegdheid beknopt
wordt aangegeven (o.a. Eerste- en Tweede
Kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraden
enz Een speciaal hoofdstuk is gewijd aan
„Financiën", waarin het geheele belasting
stelsel onder de loupe genomen wordt.
De tekst wordt nog aanzienlijk verdui
delijkt door een aantal schematische voor
stellingen, welke een bepaald onderwerp
in één oogopslag volkomen duidelijk ma
ken.
De prijs voor dit bondige studieboekje
verkrijgbaar bij het Algemeen Secretariaat
der R.K. Staatspartij, Mauritskade 25, Den
Haag (giro No. 692), bedraagt slechts 25
cents.
Het boekje bevelen wij in breeden le
zerskring warm aan. Het kan zeer veel al
lernuttigst werk doen ter voorlichting en
ontwikkeling op politiek gebied.
DJT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
HET WEER OP ZONDAG.
Westenwind-weer te verwachten, later
weer kouder.
Gedurende de afgeloopen week kwam
ons land te liggen op de grens tusschen een
te warm gebied over Midden-Europa en
een te koud gebied over de Britsche Eilan
den. Deze omstandigheid had ten gevolge,
dat het een groot verschil zou maken of
deze grens zich naar het Oosten of naar het
Westen verplaatste. Gedurende eenige da
gen gebeurde noch het een noch het ander,
maar aan het begin der tweede helft trad
er toch een afkoeling in, die een gevolg
was van een sterkere toestrooming van
koude lucht uit het reeds genoemde ge
bied met de te lage temperaturen.
Het is te verwachten, dat aan dezen on-
zekeren toestand een einde komt, zoo daar
aan bij het verschijnen van deze beschou
wing niet reeds een einde is gekomen. Om
streeks het midden der week verscheen
n.l. weer een nieuwe depressie bij IJsland,
die zich in Zuid-oostelijke richting voort
bewoog. Daarvan kan worden verwacht,
dat zij tegen het einde der week over de
Noordzee ligt. Het gedeelte van Europa,
waarin ons land ligt, zal dan onder den
invloed staan van een in hoofdzaak Wes
telijke luchtstroommg, welke wellicht niet
overal precies Westelijk zal zijn, maar die
zijn oorsprong vindt in ver in het Wes
ten of Noord-westen gelegen gebieden.
Wij krijgen dus voorloopig z.g. Westen
wind-weer.
Wat de bijzonderheden van de weers
vooruitzichten betreft, deze vooruitzichten
zijn in het algemeen onzeker, daar het
moeilijk te zeggen is of de naderende de
pressie zich tot een stormwind zal ontwik
kelen of van betrekkelijk weinig actieven
aard zal blijxen. Ten Westen dezer depres
sie schijnt een koude Noordelijke lucht
stroom door te komen, zoodat wel met vrij
groote zekerheid mag worden verwacht,
dat het weer, na korten tijd zachter te zijn
geweest, tegen het einde der week weer
guur zal worden, zoodra deze Noordelijke
wind zijn luchtmassa's naar het Vasteland
transporteert.
De naderende depressie kan ook krachti
ger worden. Hiervoor zou een sterke baro
meterdaling het sein zijn. Zonder deze da
ling kan men op een tamelijk rustig ver
loop van den weerstoestand rekenen.
BUITENLAND.
De regeeringscrisis in Frankrijk is ge
ëindigd door de samenstelling van een ka-
binet-Flandin. (2de blad).
Massa-betooging van de Belijdende Kerk
te Berlijn. (2de blad).
Een boom-aanslag op Tsjang-Kai-Sjek.
(2de blad).
De triomftocht van de „Uiver" door In-
dië. (Ned. O. Indië, 2de blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Broccardo-Guimbretière winnen den 3en
Amsterdamschen Zesdaagsche. (3de blad).
Het K.N.A.C.-Congres tegen het lawaai.
(3de blad).
WIJ GEVEN EEN GEÏLLUSTREERDE
PAGINA OVER DE LUCHTVAART „AM-
STERDAM-BATAVIA". (4de blad).
Ambtsaanvaarding
prof. dr. W. A. Goddijn.
Prof. dr. W. A. Goddijn, benoemd tot
buitengewoon hoogleeraar in de faculteit
der wis- en natuurkunde der Leidsche
Universiteit om onderwijs te geven in de
pharmacographie, de gallenische pharma-
cie en de receptuur heeft hedenmiddag te
4 uur in het groot-auditorium dit ambt aan
vaard met het uitspreken van een rede over
„Pharmacognosie en phytochemie in ver
band met Ned. Indië".
HET NIEUWE KABINET-FLANDIN.
PARIJS, 9 Nov. (V. D.). Vannacht
te half één is het kabinet-Flahdin defini
tief als volgt samengesteld:
Flandin: minister-president zonder por
tefeuille.
Herriot: minister van staat zonder por
tefeuille.
Louis Marin: minister van staat zonder
portefeuille.
Laval: Buitenlandsche Zaken.
Pernot: Justitie.
Regnier: Binnenlandsche Zaken.
Generaal Maurin: Oorlog.
Piétri: Marine.
Generaal Denain: Luchtvaart.
Marchandeau: Handel.
GermainMartin: Financiën.
Mallarmé: nationale opvoeding.
Roy: Openbare werken.
Bertrand: Koopvaardij.
Jacquier: Arbeid.
Rivollet: Pensioenen.
Casser: Landbouw.
Queille: Openbare Gezondheidszorg.
Mandel: Post en Telegrafie.
Onderstaatssecretaris bij de Kanselarij
van den Premier is Perreau—Pradier.
Het kabinet zal zich a.s. Dinsdag aan de
Kamer voorstellen.