Tien Jaar Amsterdam-Batavia door de lucht. „VEILIGHEID VOOR ALLES" Hoe het groeide 1 24 November 1924. In het verre Oosten, in In- dië, ronkt een vliegtuig met duizelingwekkende /aart door de lucht. Pijl snel nadert het eind punt van een koene tocht, van een sprong, vrijwel in hst onbeken de. Batavia! De groots verwachting zal weldra werkelijkheid zijn ge worden. In het vader land trilt de zenuwacn- tige spanning, in Bata via staan de duizenden gereed om het eerste vliegtuig uit Nederland met gejuich te begroe ten. De halve aarde rond hebben zij gevlo gen, de drie pioniers: van Weerden Poelman, van der Hoop en van der Broeke. Over onbe kende streken, over oer wouden, bergen en wcstijnen, door drei gende moesson-regens en zandverstuivingen. Zij kwamen er in 20 vliegdagen, 127 uur en 16 minuten, met een ge middelde senlheid van 120.76 K.M. per uur. het geleek iets ongehoords en dit was het ook. Het legde een nieuwen band tusschen Nederland en Indië, het bracht de beide dealen van het Rijk nader tot elkaar -en het had den schijn, alsof nu de geïsoleer de positie van de koloniën geïsoleerd ten opzichte van het Moederland tot het verleden behoorde. De post, welke van der Hoop in zijn HN.A.C.C. meevoerde, woog 4 K.G.; er zaten 231 brieven in, tegen een tarief van 10.voor 20 gram! de 30.000 K.M. heen en terug af te leggen. Op Woensdag 15 Juni 1924 des mor gens half negen steeg de H—N.A.P.D. op met Mr. van Lear Black en zijn kamerdie naar Baylin aan boord, koers zettend naar het Oosten. De eerste Indië-vlucht; v.l.n.r. v. Weerden Poelman, v. d. Hoop, v. d. Broek, Fokker. De tocht verliep voorspoedig en ditmaal werd ook retour gevlogen. Laaiend enthousiasme op Schiphol bij den terugkeer. De piloten, mecaniciens en van Lear Black werden geridderd voor hun koene prestatie. Tien dagen heen en veertien dagen terug het was haast on denkbaar. De eerste postvlucht. Kort daarna, op 1 October 1927, startte het eerste driemotorige vliegtuig, de „Post duif", met Luitenant Koppen voor da eer ste geregelde postvlucht. 10 October land de hij te Batavia en voloracht de thuisreis in tien dagen. Nadien ging het snel. In 1928 werd de Koninklijke Nederlandsch-Indië Lucht vaart Maatschappij, een zusteronderneming van de K.L.M., opgericht. Een viertal vlieg tuigen, voor deze maatschappij bastem.i, moesten vanuit Amsterdam naar Indië worden overgebracht. Het waren vier Fok kervliegtuigen van hetzelfde type, ais waarmede Luitenant Koppen zijn retour vlucht naar Indië aflegde. Met elk der vliegtuigen werd post meegegeven, waar voor een extra luchtrecht werd geheven van 40 ct. per briefkaart en 75 ct. per 20 gram voor de overige stukken. Dit tarief was al heel gunstig, vergeleken bij de tien gulden, welke het jaar te voren nog moes ten worden betaald. De bemanning der machines was aldus: de eerste bestuurders waren burgervlie gers, die aan de K.N.I.L.M. waren verbon den; de tweede bestuurders Indische mili taire vliegers en voorts een mecanicien voor elk vliegtuig. De K.L.M.-pilcot Smirnoff, na zijn record vlucht met de Pelikaan. Voortvarende ondernemingsgeest. De ongekende geestdrift sloeg een voort varende ondernemingsgeest los. Weliswaar werd de eerste vlucht niet vice-versa volbracht; de moeilijkheden waren te groot en de veiligheid in de waag. schaal stellen voor een wel bewonderens waardige, maar tenslotte onverstandige en riskante sportprestatie, was in strijd met het devies der K.L.M. „Veiligheid vóór alles" was ook toen de leuze van onze bur gerlijke luchtvaart en zij heeft er wel by gevaren. De luchtlijn AmsterdamBatavia heeft zich, na de vlucht van van der Hoop, snel ontwikkeld; immers de drie jaren, welke liggen tusschen de eerste en de tweede vlucht vprmen slechts een korte periode voor het geweldige werk, dat verzet moest worden om een min of meer geregelden luchtdienst mogelijk te maken. De eerste passagierstocht. De tweede vlucht naar Indië, tevens eerste passagierstocht, werd ondernomen door Geysen- dorffer, Scholte en den mecani cien Weber. Het was eigenlijk een pleziertochtje ten gerieve van den Amerikaan van Lear Black, die, zooals men weet, eenige jaren geleden met een vliegtuig is verongelukt. De heer van Laer Black, stelde zich in Februari 1924 met een reisbu reau te Londen in verbinding om op de snelst mogelijke wijze naar Cairo te kunnen reizen. Dit bureau verwees hem naar de Air-taxi-onderne ming, welke echter niet over comfortabele vliegtuigen beschikte en den heer van Lear Black op haar beurt bij de K.L.M. intro duceerde. Met Geysendorffer en Scholte ondernam hij de vlucht naar Cairo, gevolgd door vele andere reizen. Op een van die reizen kwarn het denkbeeld van een vliegtocht naar In dië ter sprake en van Lear Black besloot te vinden was, moest hier een ander tra ject worden gekozen. Na zeer veel proeven kon dan in Sep tember 1930 de geregelde veerticndaagsche postdienst op Indië worden geopend door den piloot Evert van Dijk met de F. VII b, de „Reiger". Dit toesiel had nog geen radio-tele grafist aan boord; eerst in 1931 kreeg de „Rei ger" een radio-installa tie. Waarmee gevlogen wordt. Het materiaal der K. L.M, is al even zorg vuldig uitgezocht als ae route. In het begin meende men, dat de Indië-vluchten met wa tervliegtuigen moesten worden uitgevoerd. Waar dit vliegtuigty pe erg onvoordeelig is in het gebruik, zag de K.L.M. ervan af en voerde da gewone „land"-vliegluigen in, welke dan ook voor 100 pet. hebben voldaan. Toen op 1 October 1931, dus juist zeven jaar na de eerste In dië-vlucht, de veertien- daagsche dienst in een wekelijkschen werd om gezet, had de K.L.M. een aantal F VII b's en een aantal F XII 's in gebruik. De eer sten werden al spoedig te klein voor het steeds grooter afmetingen aannemend ver voer. Zij werden dan ook uit de Indië- route genomen om plaats te maken voor toestellen met meer ruimte en grooter snel heid. De thans meest in de vaart zijnde Indië-vliegtuigen zijn die van het type F XVIII. Deze machine bezit drie motoren Pratt en Whitney Wasp C, elk van 425 K.P. De kruissnelheid f dezer machines bedraagt 200 K.M. Deze toestellen bieden plaats voor vier passagiers, die zich comfortabel in gemakkelij ke, tot ligstoelen uitschuifbare stoelen kunnen installeeren. De K.L.M. besteedt voortdu rend al haar zorg aan snelheid en comfort en waar-deze beiden opgevoerd kunnen worden, staat zij klaar. Daarom werden verle den zomer machines van de L, F. XX in gebruik genomen, wel ke nog grooter snelheid kun- kunnen bereiken. En tenslotte: de beide nieuwste aan winsten, de F. XXXVI en de Douglas DC2. De F. XXXVI biedt plaats aan zestien rei zigers, die in vier compartimenten wor den ondergebracht. De F. XXXVI is uit gerust met vier motoren, aan den vleugel gemonteerd, zoodat de weerstand, welke motorgondels bieden, tot een minimum is teruggebracht. De kruissnelheid bedraagt 225 K.M. en aan de bemanning is een vier de lid toegevoegd, n.l. een steward, die zich uitsluitend aan de passagiers zal wijden. Geregelde dienst! Zoo is de verbinding Neder landIndië gegroeid tot een ge regelde dienst, een dienst aan vankelijk, welke uitsluitend het vervoer van post beoogde. Al de vluchten, welke wij hierboven memoreerden, hadden tenslotte, ondanks de regelmatigheid, waarmede zij voorkwamen, een experimenteel karakter, zij het dan zonder gevaarlijke experi menten. Men moest nog velerlei ervaring opdoen omtrent de me teorologische toestanden in de gebieden, welke men overvloog, de lan dingsterreinen moesten worden verkend en, waar noodig, moesten pogingen wor den aangewend de terreinen in een betere conditie te verkrijgen, hetgeen intusschen niet steeds vlot gelukte. Last not least moest een perfect functionneerende ser vice worden ingesteld voor het vervoer 3-Motorig Fokker F IX (1929). en gereed houden van benzine, olie en vliegtuigonderdeelen. De route baarde dan ook veel zorg. De kortste lijn zou geweest zijn Amsterdam, Berlijn, Astrakan,. Turkestan, over het Hi- malaya-gebergte, Deli, Medan, Batavia een route van 11360 K.M. Meteorologische en economische factoren maakten het vol gen van deze route evenwel onmogelijk. Toen legde de K.L.M. de route over Tur kije, maar aangezien dit land hiervoor niet Fokker F VH (1924—1925). Roemrijke dagen. De geschiedenis der Nederlandsche luchtvaart is roemrijk als geen andere, hoe jong zij ook nog is. Roemrijke dagen zijn het geweest, de eerste vluchten, roemrijke dagen waren het op het einde van 1933, toen de „Pelikaan" naar Indië en weer te rug stormde in cecord-tijden met Smirnoff, Soer en Beukering als be manning. Roemrijke dagen beleven wij ook nu weer, nu nog zoo versch in ons leeft de herinne ring aan de „Uiver". De lucht vaart is de nieuwe glorie van Neder land. Zoo lang sinds de Gouden Eeuw hebben wij geteerd op den roem van moedige zeevaar ders, Tè lang hebben wij dit gedaan. Het'werd tijd, dat er iets kwam, waaruit de grootheid van hot kleine volk zou De blijken. Sinds Ne derland een burgerlijke luchtvaart heeft, is de naam van ons land en ons volk in aanzien gestegen. Houden wij dien naam hoog en danken wij hen, die dezen roem vastigden. H. P. B. Zij, die vielen. Hulde aan de nagedachtenis van de verongelukte bemanning van de Ooievaar. De K.L.M. is veilig wij weten het al len en ook de buitenlanders weten het. De Indië-vluchten gaan met een regelma tigheid, waarvan desnoods de spoorwe gen nog het een en ander kunnen afkijken en de dienst is zoo geperfectionne. ^d, dat ongelukken menschelijkerwijs bijna niet voor kunnen komen. Toch zijn er, nu bijna drie jaar geleden, drie mannen gevallen in de uitoefening van hun be roep, drie trouwe medewerkers van de K.L.M., die meehielpen werken aan den uitbouw van deze pracht-organisatie, die hun aandeel leverden in het vestigen van den Nederlandschen vlie- gersroem. Het was de „Ooievaar", welke op Zondag 7 December te Bang kok verongelukte. De beman ning, bestaande uit de hseren Wiersma, gezagvoerdei', Jan van Onlangs, tweede bestuurder, en J. F. O. W. Knotte, mecanicien, kwam om het leven. De ontsteltenis was begrijpelijkerwijze groot. Het ongeluk was echter incidenteel, de organisatie der K.L.M. had zich juist in dit opzicht niets te verwijten. Het be ruchte kleine hoekje, waarin een ongeluk zit, had aan drie moedige jonge mannen het leven gekast. Aan hen past een eer biedige hüldebetuiging op deze plaals, waar wij den moed van alle Indië-vliegers gedenken en zeker van hen, die hun leven gaven voor hun werk. Hulde aan hun nagedachtenis! $H-N A B C Fokker F II (1921—1924). KCG VERDER IN DE TOEKOMST? Na de LondenMelbourne-race Men heeft, na het succesvol volbrengen van den wedstrijd LondenMelbourne door de „Uiver" uit den mond van den heer Plasman, directeur der K.L.M. via de radio kunnen vernemen, dat de K.L.M. hoopte zeer spoedig een geregelde verbin ding van Australië met Europa tot stand te kunnen brengen. Het is niet de eerste keer, dat van Ne derlandsche zijde dit voornemen en dezen wensch te kennen worden gegeven. Eind 1930 waren er eenigszins omlijnde plannen de lijn AmsterdamBatavia door te trekken naar Australië, waarvan de mo gelijkheid werd gedemonstreerd in de vlucht PattistMoll en Elleman met de Abel Tasman van 1227 Mei 1931. De bedoeling van de K.L.M. was steeds het luchtpostvervoer tusschen Engeland en Australië in handen te krijgen, waartoe zij ook een verzoek bij de Australische re geering indiende. De Australische regee ring beschikte echter afwijzend, waar zij zelf plannen had in deze richting. Intusschen zijn deze Engelsch-Australi- sche plannen nog niet verwezenlijkt, ech ter gaat het er op lijken, dat de Engelsche luchtvaartmaatschappijen, welke reeds sinds 1911 experimenteeren op dit traject, in niet al te verre toekomst in staat zullen zijn postvluchten met kleine, snelle ma chines te kunnen doorvoeren. Het door trekken van de K.L.M.-vluchten naar Australië zou het wekelijksch deficit van rond 27.500 dekken, een deficit overi gens, dat de postorganisators in Nederland en Nederlandsch-Indië lijden. De LondenMelbourne-race heeft in Engeland de publieke opinie wakker ge schud, niQt alleen wat betreft de post-, maar ook de passagiersvluchten. De zaken staan voor Engeland inder daad zeer gunstig, omdat zij in Australië in eigen huis zijn. Hoewel de Britsche luchtvaart-ondernemingen nog niet over snelle en comfortabele passagiersvliegtui gen beschikken, zullen naar alle waarschijn lijkheid toch spoedig postvluchten inge legd worden. Immers: de LondenMel bourne-wedstrijd heeft b'ewezen, dat En geland snelle machines bezit, machines, welke te vergelijken zijn met onzen Pan derjager, welke laatste, zooals men weet, eveneens bestemd was om alleen post te vervoeren. De vraag is gewettigd, of de K.L.M. te gen dezen stroom zal kunnen oproeien. De heer Plesman liet zich door de radio daarover nogal optimistisch uit, maar of het inderdaad ook zoo gemakkelijk zal gaan, staat nog te bezien. Wij kunnen ons echter voorloopig troosten met de weten schap, dat de jaloersche Engelschen wel eens meer pogingen hebben gedaan de vluchten naar Indië te bemoeilijken, zon der succes nochtans. Wij mogen dus de D. H. 9 (1919). gegronde hoop voeden, dat de K.L.M. ook ditmaal de moeilijkheden zal weten te overwinnen. DE PIONIERS VLUCHTEN IN DATA EN KILOMETERS. Stijgende snelheid. Hieronder volgen vergelijkende tabellen der eerste drie vluchten naar Indië. Van der Hoop had een maand oponthoud te Phi'lippopel door een defect aan zijn mo- tor. Van der Hoop, 1924. K.M. 1 Oct. AmsterdamPraag 825 2 Eslgrado 800 3 Philippopel 530 2. Nov. Constantinopel 550 3 Angora 400 5 Alrppo 670 6 Eagdad 800 7 Eushir 920 8 Bender-Abbas 670 9 Karachi 1130 10 Ambala 1200 12 Allahabad 820 13 Calcutta 770 14 Akyab 650 15 Rangoon 700 17 Eangkok r 18 Sengora 865 21 Medan 23 Muntok 930 24 Eatavia 660 Totaal dus 20 vliegdagen of 1 27 uur en 16 minuten; gemiddelde snelheid 120.76 K.M. per uur. Geyssendorffer, Juni 1927. K.M. 15 Juni AmsterdamBoedapest 1350 16 Constatinopel 1430 18 Aleppo 1070 19 Bagdad 800 22 Bender-Abbas 1590 23 Karachi 1130 24 Allahabad 1500 25 Calcutta 770 23 Rangoon 1350 27 Eangkok 700 28 Sengora 835 29 Singapore 750 20 Batavia 1200 Totaal 13 vliegdagen of 86 uur 27 minu- ten; geniiddelde snelheid 169.74 K.M. per uur. Koppen, October 1927. K.M. 1 Oct. AmsterdamSofia 1850 2 Aleppo 1500 3 Bushir 1550 4 Karachi 1350 5 Allahabad 1500 7 Calcutta 700 8 Bangkok 2140 9 Singapore 1615 10 Batavia 1200 het nieuwste 4-motorig vliegtuig der K.L.M., bestemd voor de Indië-route en plaats biedend aan 32 passagiers. Het kan in 5 minuten een hoogte bereiken van 3000 voet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 13