26ste Jaargang WOENSDAG 31 OCTOBER 1934 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Een beter Leven. De Kerkvervolging in Mexico. VOORNAAMSTE NIEUWS. No. 7953 3)e Ccki^clieSoii^cmt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 11 GIRONUMMER 103003, FÜSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS EEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 Dit is de weemoed van November: het jaar sterft, de zomerpracht komt tot ont binding. De tooi van het land, de tooi van de boomen is droog geworden en ver schrompeld; er zijn nog plekken geel, sche mer van het zomerfeest, maar er is veel triestig bruin, neerzwervend in de plassen en het slijk van de wegen. Het groen is jong geweest en sappig: in de lente had den de takken hun teere, gave schermen uitgezet om het voedzame licht te vangen. Ze hebben hun dienst gedaan; de voor jaarszon is er streelend overheen ge- .stroomd, de zomer zond zijn /loeden van vuur. Nu zijn de blaren gebarsten en ver weerd: een enkel schokje maakt ze onhoor baar los. Soms veegt een hooge wind den hemel schoon: dan stuift een vleugje goud over de stapelwolken boven de kim: bergen van room onder een week, doorzichtig blauw. Dan is het even, of de zomer herleeft, een vluchtige glimp van het wijde, almachtige feest. Maar alles wijst op den niet te kee- ren dood. De poldervaarten «staan in grij ze ribbels onder den strakken, machtigen wind: een wolk schuift voor de zon en een nieuwe somberheid trekt over het land. Het jaar sterft en de menschen denken aan den.dood. In het voorjaar, als het jonge leven on- toombaar een nieuwe ronde begint, strooit de Kerk hen asch op het hoofd onder dat somber vermanende woord: „Gedenk, mensch, dat je stof bent en terug zult kee- ren tot stof". Zij behoeft dit thans niet te zeggen: de natuur verkondigt het: we zien de ontbinding zich als een feit voor onze oogen voltrekken. Daarom zingt ze ons thans een ander lied. In de beklemming, die het zien van de stervende aarde om ons hart legt, wijst ze ons op de troost, die toch ontegenzeggelijk in de gedachte aan den dood verborgen ligt: de troost van het beter Leven. Vroeger las men dat in advertenties: „Onze inniggeliefde vader is tot een beter Leven overgegaan". En het was de ste reotype uitdrukking voor een doodsbericht: „Onze lieve dochter verruilde dit aardsche tranendal voor een beter Leven". Men vindt het thans niet veel meer: het was misschien teveel een gemeenplaats gewor den. Maar wat een verkwikkende werkelijk heid wordt ons in die woorden ontsloten! Een beter Leven! We houden 'e aarde zoo vaak krampachtig vast en vergeten, dat we voor iets beters geschapen zijn. Het is in deze dagen, of een luik van den hemel opengaat en over de sterver.de aar de een bundel valt van het triomfantelijke Licht: een verloren akkoord van hemel- muziek dringt tot ons door, slag van pau ken en harpen en de dreun van het bree- de gezang, het lied van de groote schare, die niemand tellen kan, uit alle stam en taal en volk en ras! Zij volbrachten die geweldige reis, die plaats grijpt in een on deelbaar moment en ze volbrachten hem goed. Voor hen is het Leven begonnen, zij leven in God. De groote eenheid werd voor hen een feit. Hun ziel ligt voor goed verankerd in den schoot der Heilige Drie vuldigheid; zij zijn daar bijeen als een onafzienbare broederschap, die haat noch tweedracht kent: want het is Dezelfde, Dien zij allen bezitten. Hier in dit leven, wat hebben we er vaak met leed en bekoring te tobben. Neen, het lijden gaat onze drempels niet voorby. Maar bedenken we dan, dat een nieuwe mensch slechts in smarten geboren wordt: zoo gaat het ook met het andere, het be tere Leven. Door het lijden gelouterd stij gen de zielen naar het Licht. Het betere Leven, het andere Leven! „Voor Uw geloovigen, Heer, wordt het le ven slechts veranderd, niet weggenomen; en als het huis van deze aardsche inwoning ontbonden is, wordt een eeuwig verblijf in den hemel verworven". Zoo zingt de Kerk in de prefatie der overledenen; we dwalen vanzelf van Allerheiligen naar Allerzielen. Ook dat is een feest van troost, want ook dat is een feest van het betere Leven. Och ja, er wordt in deze dagen wellicht nog menige traan geschreid, als een wonde, die vergeten scheen, weer even opengaat. We denken weer aan een afscheid en voelen opnieuw een gemis. Maar toch, het mag niet louter droefheid zijn, wat ons bevangt. Onze geliefden, „die ons zijn voorgegaan met het teeken van het Geloof en in den slaap van Vrede rusten", zij moeten misschien nog lijden. Maar door hun lijden heen zingt een hooge toon van geluk, een lied, dat voortdurend zwelt: ze zien den drempel des hemels nadc.-en, onfeilbaar zeker. Hunlijden is als een kaars, die bran dend zichzelf verteert: nog een wijle, dan zweven ze bevrijd omhoog, eeuwig verlo ren in het Licht. Ook zij bezitten de zeker heid reeds, dat ze bestemd zijn voor het andere, het betere Leven, „Geen beter leven, dan een goed leven", zegt de liberaal, maar hij bedoelt cham pagne. Ook de arbeiders heeft men veel over een beter leven gesproken: men be doelde een boterham met worst en radio. Ongetwijfeld, wij blijven /oor onze arbei ders een mensch waardig bestaan eischen; wij weten, dat de mensch maar moeilijk het hoogere zoekt, zoolang hij door de zorg voor het lagere wordt neergedrukt. Maar laat men toch nooit vergeten, dat al deze dingen betrekkelijk zijn. Men kan op aar de in weelde baden en ongelukkig zijn; en een dood-arme zwerver kan van vreugde fluiten, den heelen dag. Het echte geluk ligt niet in de dingen der aarde; zij zijn begrensd en gaan voorbij. Een beter leven heeft maar één vol strekte zin: zooals de Heiligen het kennen in den hemel: Leven in God, Liefde zon der grens. Zoeterwoude. Dr. HENRI VAN ROOIJEN, Kruisheer. V Om een kleinigheid. Er wordt den laatsten tijd vaak aanmer king gemaakt op de „presentiegeld-verga deringen" der Eerste Kamer. Gisteravond is er weer zoo'n vergadering geweest. Deze duurde precies 5 minuten. De critiek op zulk soort vergaderingen loopt om een kleinigheid. Indien die ver gaderingen niet meer werden gehouden, zou 's Rijks schatkist een betrekkelijk on- beteekenend, zeer onbeduidend bedrag niet behoeven uit te keer en. Ook is 't mogelijk, dat tenslotte dat presentie-geld van die korte vergaderingen gewenscht is, om den Senatoren een vergoeding te geven voor den tijd, dien zij moeten missen. Want op zulke korte openbare vergaderingen vol gen gewoonlijk meestal langdurige commissie- of clubvergaderingen, waarvoor geen presentie-geld kan worden uitgekeerd. Dit alles beziende, loopt de critiek eerlijk erkend op die z.g. presentiegeld vergaderingen om 'n kleinigheid, is zij ook dikwijls overdreven en onredelijk in haar proporties! Maar toch toch aarzelen we geen oogenblik, om het houden van de bedoelde vergaderingen der Eerste Kamer mede af te keuren. I 't Wordt nu toch wel 'ns tyd, dat de Se- natoren lessen trekken uit de op hun ge- j dragingen uitgeoefende critiek. Anders zal I die critiek in en door de kiesvereeniging I luider moeten worden uitgesproken, zóó dat ook hardhoorigen ze verstaan! Indien het presentie-geld, overschou- wend de werkzaamheden der Senatoren, te laag zou zijn, dat men 't dan verhooge. Maar 'tmoet geacht worden te liggen be neden de waardigheid van een Senator, om op de hier besproken wijze presentie gelden te fokken. Senatoren mogen niet aangeduid kunnen worden als presentie geld-fokkers! En daarom is ten slotte de hier besproken kleinigheid psychologisch beschouwd (in tegenstelling met: geldelijk) niet een kleinigheid, welke in dezen tyd onze attentie niet zou verdienen. Die atten tie is ze zeer zeker waard. De stryd tegen de Katholieke Kerk in Mexico is thans wel tot haar hoogtepunt gestegen. Weer zwijgt de wereldpers en geen enkel woord van protest wordt gehoord tegen het onrecht, dat aan de katholieken wordt aangedaan. In onder staand artikel wordt door den Amerikaanschen correspon dent van de K. W. P., die jarenlang in Mexico verbleef en kortelings van een reis door Mexico is teruggekeerd, een uiteenzetting gegev.en over de ontwikkeling der dingen aldaar, die voor ons katholieken uiterst leerzaam zijn. Katholiek land en volk. Naar het uiterlijk te oordeelen schijnt Mexico nog steeds een katholiek land te zijn: en in werkelijkheid is dat ook zoo, want meer dan 90 procent der bevolking is katholiek. Dat ondervindt men onmiddel lijk in de hoofdstad van Mexico zelf. Als men door de straten der stad wandelt, is het buitengewoon opvallend dat er zooveel kerken zijn, ongeveer allen gebouwd in denzelfden stijl, die ons sterk herinnert aan den bouwtrant uit den tijd toen Mexico nog een Spaansche kolonie was. Als men vanaf een hooger gelegen punt een heerlijk uitzicht heeft over deze millioenenstad, die op een hoogvlakte 2500 M. boven den zeespiegel gelegen is, dan wordt men nog onmiddellijk getroffen door het ontelbaar aantal kerktorens, die als monumenten van het katholieke geloofsleven getuigenis afleggen voor den godsdienstzin van het Mexicaansche volk. Het groote „Zocolo"- plein, waar ook de Regeeringsgebouwen liggen wortd geheel beheerscht door de machtige kathedraal met haar vele torens en de karakteristiek rijke voorgevel in Spaansche barokstijl. Hetzelfde beeld treffen we ook aan in andere steden in Monterrey, Puebla, Tax- co in Cuernacaca en Cholula, een klein stadje in den staat Puebla heeft niet min der dan 260 kerkjes en kapellen, dus haast voor iedere dag van het jaar een andere kerk! Als men met de trein of per autobus door de eindelooze prairie rijdt dan zijn het tel kens de slanke torentjes met hun ronde koepeltjes, die onder den glans der Zuider zon liggen te glinsteren, die de eentonig heid van het landschap verbreken. Ook het geheele huisgezin is doortrok ken met een katholieke geest. De niet zeer talrijke, goed onderhouden burgerwoningen uit den Spaanschen tijd hebben allen op de binnenplaats nog een waterput, die met godsdienstige voorstellingen is versierd, ofwel een mozaïk, dat een of ander gods dienstig tafereel uitbeeldt, terwijl in nis sen het heiligenbeeld een eereplaats in neemt. Er is haast geen enkel huis, waar niet het kruisbeeld of een schilderij van onze Lieve Vrouw van Guadeloup aan de woning een Christelijk karakter geeft. Wanneer men dat alles ziet dan zou men haast vergeten, dat Mexico op het oogen blik een tragische strijd voert om haar be staan en ontwikkeling. Vechtende generaals en inner- nerlijke verdeeldheid. Sinds 1910 is Mexico het droevig strijd- tooneel geweest van eerzuchtige generaals, en hun aanhangers, die een groote onrust brachten ovei heel het land. Na deze woe lige periode werd in de nieuwe grondwet van 1917 in artikel 27 bepaald, dat de staat beslag legde op alle goederen van kerken, kloosters en scholen, terwijl de kerk in het uitoefenen van haar godsdienstig leven zoo danig werd bemoeilijkt, dat zy langs wet telijke weg haar kerkelijk leven onmoge lijk nog in stand kon houden. Sindsdien werd de iiwloed der kerk steeds meer teruggedrongen en iedere re geering liet zich geheel leiden door een fei len haat tegen den godsdienst, hetgeen in tal van beperkende bepalingen betreffende het uitoefenen van den eeredienst tot uiting kwam. Er vallen martelaars. In 1926 verscheen er een nieuwe wet die het voor de priesters zoo goed als onmoge lijk maakte om hun bediening als zielzor ger uit te beoefenen. De katholieken kwa men in verzet, hetgeen echter bij gebrek aan voldoende organisatie weinig resulta ten opleverde. Tal van Bisschoppen en priesters werden het slachtoffer der ver volging omdat zij hun priesterlijk ambt bleven vervullen, en in die jaren werd de Mexicaansche grond gedrenkt door het bloed van honderden martelaren. Tenslotte greep de Paus in en verbood iedter verzet met wapengeweld. De onder handelingen met de regeering hebben toen tot geen enkel resultaat geleid, zoodat bij decreet van 31 Juli 1926 alle kerken in Mexico gesloten werden. Er ging een tril ling van ontroering door het katholieke volk, maar nog kwam men niet tot het be sef, dat een hechte organisatie van alle goedwillende katholieken noodzakelijk was. Toen de Aartsbisschop van Maxico Mgr. Pascual Diaz ondanks allerlei bezwaren een overeenkomst met de regeering sloot trad er een verbetering in den toestand in (die echter slechts van voorbij gaanden aard was) en onder geweldige belangstelling van de bevolking werd de kathedraal van Mexi co op 15 Augustus 1930 weer geopend. De weinige rechten die Mgr. Pascual Diaz verkregen had werden langzamerhand door de elkaar snel opvolgende vrijmetse- laarsregeeringen weer afgeschaft. De af zonderlijke staten hebben ieder voor zich het aantal priesters beperkt tot één bedie naar van den godsdienst per 25.000 per 50.000 en zelfs per 100.000 zielen. In het Federale district waartoe ook de hoofdstad behoort wonen ruim een millioen katholieken; voor dit gebied zijn 25 pries ters toegelaten. In den staat Morelos zyn voor 250.000 katholieken slechts drie pries ters beschikbaar. In Tabasco heeft men het uitoefenen van zijn bediening aan iedere priester onmogelijk gemaakt, daar men hem de verplichting wil opleggen om een huwelijk ie sluiten, waaraan de priesters natuurlyk niet kunnen voldoen. Buiten de kerk mag er geen enkele uiting van katholiek leven waarneembaar zijn: geen katholieke organisaties, geen de monstraties of processies. Geestelijken mo gen niet in priestergewaad of toga op straat verschijnen. Nog onlangs werd een bisschop bestraft, omdat hij zich in priestergewaad op straat had vertoont. Zeer vele katholieke kerken zijn geslo ten of voor andere doeleinden ingericht. In San Salvador heeft men de kerk in een garage veranderd. De toestand in de verschillende staten is zeer varieerend, naar gelang de invloed van de presidenten der verschillende pro vincies meer of minder sterk is. In som mige kerken wordt de eeredienst nog onge stoord uitgeoefend en daar kan men ook den heelen dag mannen en vrouwen zien neerknielen voor de oude kostbare heiligen beelden. Toen de staat de kerken in beslag nam en tot nationaal bezit verklaarde, moest de regeering ook zorgen voor het onderhoud der gebouwen: dit gebeurt echter zoo goed als nooit, zoodat de meeste historische kerk gebouwen, machtige oude kathedralen, thans in een verregaanden verwaarloosden toestand verkeeren. Enkele kloosters zijn tot nationale mo numenten verklaard. Ik bezocht onlangs nog het klooster van San Angel, Churubus- co en van Acolman. Een tragisch gevoel maakte zich van mij meester, toen ik door *de oude zalen schreed waar alles nog een katholieke geest en een klooster-sfeer ademde. Ik heb ook nog een bezoek gebracht aan Ordezusters: zij waren in gewoon wereld- sche kleeding en woonden nog in hun kloos ter, dat door een invloedryk weldoener was teruggekocht. Alles wat in het klooster aan God of godsdienst kon herinneren was er uit verwijderd: de kapel was dichtgemet seld en een zijkamer was verhuurd aan een schilder, die er zyn werkplaats had onder gebracht. Het Onderwijsprobleem, Niet alleen dat de godsdienst uit het on derwijs verbannen is, maar de priesters mogen in geen enkel opzicht met de jeugd in relatie komen. Toch wordt er in 't geheim godsdienst onderwijs gegeven en vooral de vrouwen uit de hoogere standen maken zich op dit gebied zeer verdienstelijk. Ik heb het vaak gezien, dat dames in de kerken godsdienst onderwijs gaven en de kinderen voorberei den op het ontvangen der H. Sacramenten. De positie der priesters is zeer moeilijk: ze leven in de grootste armoede en ontbe ring van de aalmoezen der geloovigen, die zooveel helpen als in hun vermógen is, vooral om de priesters aan reisgeld te hel pen, want iedere priester gaat iederen dag op drie verschillende plaatsen de H. Mis opdragen. Dat moet geheel in 't geheim ge schieden in schuren, kelders, op de zolders van huizen die nog in aanbouw zijn. MORGEN, Hoogfeest van Alle Hei ligen zal „De Leidsche Courant" NIET verschijnen. DE DIRECTIE. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. BUITENLAND. De Evangelische Duitsche oppositie bisschoppen door Hitier ontvangen. Hitler zou zich afzijdig verklaard hebben. (2de blad). Een Amerikaansch vijf jarenplan tegen de werkloosheid. (2de blad). BINNENLAND. Conthigentcering van steenkolen (2de blad). Verlaging crisisheffing op slachtvee (2de blad). De katholieke kerk in Mexico in de catacomben. Als men zoo door het land dwaalt, waar men God uit de harten der menschen tracht te verbannen, vraagt men zich onwille keurig af: zal de katholieke kerk ook deze beproeving doorstaan? Ik heb die vraag ook verschillende malen gesteld aan vooraanstaande kerkelijke auto riteiten en dan kreeg ik telkens een vol mondig „ja" ten antwoord. Zeker de godsdienstige opvoeding der jeugd wordt zeer bemoeilijkt, maar de ka tholieke moeders, die tot in de hoogste kringen trouw blijven aan de kerk, zullen door hun godsdienstig leven en indruk wekkend voorbeeld aanvullen wat de kerk zelf op dit oogenblik niet geven kan. Bovendien zijn er altijd nog burgemees ters en andere burgerlijke autoriteiten die dank zij het restje katholieke traditie dat nog in hen leeft, een betrekkelijk tegemoet komende houding aannemen, tegenover de kerk en de strenge bepalingen tegen de priesters weigeren uit te voeren. Op het platteland wordt de zielzorg nog vrij regelmatig waargenomen door rond reizende priesters die iederen dag drie H. Missen mogen celebreeren, terwijl door Rome dispensatie is gegeven in het kerke lijk gebod om nuchter te zijn. Er ligt ook een zekere waarborg voor het vasthouden aan het katholieke geloof in het wezen van den Mexicaan, speciaal van den Indios. Het katholicisme met zijn li turgie is een behoefte geworden voor zijn mystiek aangelegde ziel. Een Mexicaan is een heel ander mensch dan een Europeaan: hij houdt niet van de Amerikaansche ge jaagdheid: zijn leven zoekt meer de be schouwing, het passieve dat hem dus ge- eigend maakt om vast te houden aan zijn godsdienst. x Ook de katholieke priesters zijn natuur lijk kinderen van land en volk, met hun eigenaardigheden en zwakke plekken. Kli maat en omgeving zijn van zeer remmen- den invloed by hun werkzaamheden, maar met liefde en grootmoedigheid brengen zij voortdurend groote offers om de zielen van hun volk te redden. De toekomst van de kerk in Mexico. Ik verwacht op het oogenblik niet dat de katholieken zich te weer zullen stellen, om dat de regeering over het volledig machts apparaat beschikt om iedere katholieke actie onmiddellijk neer te slaan. De katho lieken zelf verwachten heel weinig van den nieuwen President Cardenas, die ge heel onder invloed staat van den Godshater President Calles. Er zal echter nog eens een tijd aanbreken, dat de regeering bij de oplossing van sociale en economische pro blemen blij zal zijn dat zij mag rekenen op den hulp van de zeer nationaal voelende groote meerderheid van het katholieke volk. Als de regeering zal inzien dat zij bij de nieuwe maatschappelijke ordening den steun der katholieken niet kan ontberen, zal er voor de geschiedenis van Mexico een nieuw bloeitijdperk aanbreken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1