WAAR HET GELD VANDAAN KOMT De grootste geldproductie wordt door Nederland geleverd ZWENDELAARS IN „KLINKENDE MUNT" „Het penningske der weduwe". In dit artikel willen wij het hebben over het muntwezen van voorheen en thans. Dit onderwerp is begrijpelijkerwijze zeer rekbaar, omdat reeds honderden ja ren vóór Chr. munten als geldstukken en eerepenningen in omloop waren. Wij wil len ons daarom hoofdzakelijk bepalen tot het Nederlandsch muntwezen, terwijl wij verder willen aanhalen het buitenlandsch muntwezen, voor zoover wij denken, dat het den lezer belangstelling kan wekken. De eerste geldbezitters. Wie de eerste bezitters van het geld zijn geweest, is niet zeker te zeggen, hoewel velen beweren, dat het de Egyptenaren wa ren, die aan het muntwezen de waarde recht als privilege profijt getrokken. De Bisschoppen van Utrecht hebben dit recht eeuwenlang zelfstandig uitgeoefend. Sedert de Unie van Utrecht had ieder der Pro vincies haar eigen Munthuis, alwaar naar de voorschriften van de Generale Staten munten werden geslagen, natuurlijk ieder in anderen vorm en andere grootte, van daar ook, dat de oude Nederlandsche mun ten een zoo groote verscheidenheid vertoo- nen. Deze provinciale Munthuizen werden eerst in 1800 opgeheven, doch die te Utrecht bleef bestaan als middelpunt van het land. Het muntwerk werd aanbesteed aan den muntmeester, die voor zijn eigen rekening personeel in dienst stelde en zich vaak moest verlaten op de betrouwbaar heid van zijn personeel. Hoe de valsche munterij werd geboren. Doordat zulk een muntmeester steeds ander per soneel in dienst kon nemen, wan- aeer bepaalde per sonen hun werk zaamheden niet naar wensch ver vulden, ofwel on eerlijk bleken, werd al spoed 'g de valsche mun terij geboren. Per sonen, die door onbetrouwbaar heid waren weg gezonden, kenden „de klappen van de zweep" en ga ven valsch geld uit, dat vaak zoo kunstig was nage maakt, dat men, als men geen ex pert was in het ontdekken van valsch geld, er nauwelijks erg in had. Het Neder landsch muntwe zen is eerst sedert 1902 een geheel zuiver overheids bedrijf geworden. Vóór het evenwel zoo ver kwam, stroomde het klachten-bij-voor baat en vooroor- deelen tegen een dergelijk bedrijf van over heidswege, welke vooroordeelen meestal' niet geheel van wantrouwen en achter dacht waren ontbloot. Doch alle geopperde technische en financieele of andere bezwa ren ten spijt, is het Muntwezen van staats wege het meest betrouwbaar en het veiligst gebleken. Het Muntbedrijf is van 1647 tot 1911 op dezelfde plaats geweest. In laatst genoemd jaar werd het overgebracht naar een nieuw gebouw met gemoderniseerde inrichting. Toen Nederland zijn geluk niet op kon. Hoewel betrekkelijk klein van omvang, is zij toch, wat haar capaciteit betreft, een der grootste in Europa. Grootsche produc tie, bijna 231 millioen stukken, verkreeg men in 1923, het recordjaar voor Neder land! Toen volgde een slappe tijd voor het Nederlandsch muntbedrijf (19231925). In deze jaren, waarin men op sommige dagen met een te groot aantal personeel moest Een speciale machine telt steeds 100 stuks af in een daarvoor be stemd rekje, zoodat men de munten per 100 stuks tegelijk kan tellen toekenden, waarop het recht had. In Egyp tische papyri, waarvan de oudste tot de Pyramidentijden behooren, komt als waar demeter een eenheid „sjet" voor, waarnaar o.a. de waarde werd bepaald van kleeren, granen, geiten, zilver, enz., welke als ar beidsloon werden uitgekeerd. Wanneer men in het bezit was van een dergelijk papier, kon men bij de kooplieden voor een bepaalde waarde aan goederen of levens middelen krijgen. Waarschijnlijk is de „sjet" oorspronkelijk niet een munt ge weest of een „bankbiljet", zooals wij het zouden kunnen noeemn, maar een een heidsbegrip. Sommige Egyptologen nemen aan, dat de sjet de helft aanduidde van de waarde van den gouden ring, welke uit het gewichtsstandaard van het Oude Rijk bekend is. In het Nieuwe Rijk ziet men dit goudring-gewicht geleidelijk verdwijnen en ook de sjet wordt zeldzaam meer genoemd. Hoe de „echte" munten ontstonden. Zij maken plaats voor een stelsel, dat zich meer aan het Babylonische systeem aanpast. Wat evenwel aan de sjet-eenheid bijzonder karakter geeft, is, dat haar waarde door den opdruk van een stempel moet zijn gewaar borgd; anders is de schrijfwij ze ervan met het zegel teeken moeilijk te verklaren. Is deze veronderstelling juist, dan zou den wij te maken hebben met een nieuw geval van een in de Egyptische cultuur niet onge woon verschijnsel; de invoering van een door andere, bij de na burige koopmansvolken ge bruikelijke ruilmetnoden ver drongentot in de laatste eeuw voor Alexander de Griek- sche beschaving echte munten invoerde. Waar Nederland zijn munten slaat. Laten wij thans eens een ky'kje nemen in ons eigen muntbedrijf. Het Rijks Munt bedrijf, dat te Utrecht is geves tigd, slaat het benoodigd geld voor Nederland en haar Over- zeesche Gewesten. In vroeger tijden hebben talrijke plaatsen hier te lande van het z.g. Munt- Een crisisbeeld waar geen ma Alles in deze wereld draait om het geld. Geen wonder dan ook, dat de ontwikke lingsgeschiedenis van het muntwezen ten zeerste geschikt is om de belangstelling van het groote publiek te trekken. Dat ook bedriegers en zwendelaars een bijzondere interesse voor dit onderwerp aan den dag legden, laat zich gemakkelijk begrijpen. Wij willen in een onderstaand artikel een greep doen uit deze hoogst interessante stol. werken, kreeg de Nederlandsche Munt herstellingen en opdrachten vanuit Polen en Danzig. De Munt hier te lande werkt in hoofdzaak voor rekening van het Neder landsch en Indisch muntwezen. Goud wordt in hoofdzaak voor de Nederlandsche Bank geslagen. De Munt van het Nederlandsch Rijk wordt als een zelfstandig staatsbedrijf beheerd, waarbij de munt werkzaamheden tegen vaste tarieven worden uitgevoerd. De voordeelen, aan onedel metaal verbon den, komen niet aan het bedrijf ten goe de; zij worden in een tweetal z.g. „munt- fondsen" gereserveerd. Laten wij thans eens de schaduwzijde van het muntwezen m oogenschouw nemen. Bedriegers en zwendelaars om en door het geld zijn er door alle eeuwen heen geweest. Een opzienbarende publicatie. Dr. Alföldy, conservator van het Hon- gaarsch Rijksmuseum te Budapest, publi ceerde eenige jaren geleden een opzienba rend werk over het valsche-muntwezen in Europa van omstreeks 1600. Reeds jaren lang viel het den geleerde op, dat in vele der collecties munten valsch Russisch geld aanwezig was. De zaak begon hem belang in te boezemen, en hij maakte er een studie van. Hij sloeg uit boeken en geschriften op, reisde veel en vond het benoodigd materiaal voor zijn opzienbarende publica tie. Volgens den geleerde moet er om streeks 300 jaar na Chr. een enorme bende valsche munters in actie zijn geweest, die met haar producten het geheele Romein- sche rijk letterlijk overstroomden. Aan het optreden dezer vervalschers moet de groote inflatie worden toegeschreven, welke des tijds in het Romeinsche geldwezen heersohte. Een internationale valsche muntersbende. De valsche munters groepeerden zich in geheime clubs en onderwezen, voor zoover dit noodig was, elkaar in hun duister be roep. De leiding dezer clubs vormde het middelpunt der internationale valsche mun- tersbedrijven. Men vond afzetgebieden in geheel Europa en daarbuiten. Afdeelingen van de „centrale" der valsche munters vond men overal, in alle groote steden kenden de munters hun kameraden. Op het laatste werd het zelfs zoo erg, dat een geheel dorp of kleine stad kon leven van het valsche munten slaan. Ook de kinderen werden voor het beroep opgeleid en toonden zich vaak nog geslepener dan de vader! Door de vervalsching van gouden munten, welke zij tot nu toe nog niet hadden durven na maken, is het geheele bedrijf aan het licht gekomen. De Romeinsche regeering zag zich genoodzaakt krachtige maatregelen te treffen tegen de bende en honderden men- schen werden met den dood gestraft. Zelfs de jeugd onderging dezen drastische maat regel. Zwendelaars als „vaklui" aangesteld. Velen onder ons zullen wellicht niet we ten, wie de uitvinder is geweest van het papieren geld dat in Europa vooral in den Chineesche „kunstvoorwerpen, welitc tijdens het transport naar Üuitschland gebroken waren, bleken een groote waarde aan valsche munten te bevatten oorlog in-zoo groote mate in omloop is ge komen. De uitvinder van het papiergeld is de financier John Law, die, hoewel in Schotland geboren, zich in Frankrijk po pulair en later berucht heeft gemaakt. Het is haast niet denkbaar, dat men vóór twee eeuwen niet anders dan met „klinkende munt" omsprong. Law kwam op het idee het papiergeld als betaalmiddel aan te wen den, wat natuurlijk vooral voor den handel van groot nut was. Het was in den tijd, dat Frankrijk behoefte had aan goud en het papiergeld werd dus een ware uitkomst. Law werd plots beroemd en een gezeten man. Men schonk hem het vertrouwen, hierin voorgegaan door Philips v. Orleans, wiens beurs steeds leeg was. Frankrijk kreeg op eenmaal 'n massa vreemdelingen te herbergen, die van het papiergeld, dat zij dachten makkelijk te verdienen, hadden ge hoord en nu hun zak ken er mee wilden vullen. Het zielental van Parijs steeg met den dag; men bouwde rijke woningen, ker ken, schouwburgen en alles werd met papier geld betaald! Hoe de rijkste man ter wereld in bittere armoe overleed. De Fransche burge rij beschouwde Law als de rfjkste en mach tigste mensch ter we reld en men benoem de hem in 1720 tot Minister van Finan ciën. Zijn roem zou even snel tanen als dat het was gestegen. John Law ontpopte zich als een bedrie ger; het vertrouwen, dat zoovelen hem hadden geschonken, had hij misbruikt. On der auspiciën van de Fransche regeering had Law een handels bank gesticht, wier doel het was Canada en het Mississippige- bied uit te buiten en de wantoestanden door misdadigers en ander gespuis, die de koloniën bevolkten, kwamen de regeering ter oore. In Mei 1720 barstte de bom: velen verloren hun geld, het papieren geld bleek plotseling waardeloos te zijn. In October werd het bankpapier aan de circulatie onttrokken en vele voor aanstaande en rijke lieden waren plotse ling straatarm. John Law, angstig gewor den door de woede van het volk, vluchtte naar Brussel en van daaruit naar Venetië, waar hij eenzaam en in bittere armoede overleed. een zekere koerswaarde en de eerste bank noten werden van dit leder vervaardigd. In enkele afgelegen gedeelten van China zijn er zelfs thans nog in gebruik. De verzamelwoede ontketent zich. Het muntstelsel van alle tijden en alle landen heeft immer een aantrekkingskracht uitgeoefend op de verzamelaars. Over ge heel de wereld vindt men muntenverzame- laars, die een heel vermogen over zouden hebben om in het bezit te komen van een speciale munt of oude penning, waar zij hunne zinnen op hebben gezet. Een der meest belangrijke muntenverzamelingen ter wereld bevattend 10.000 verschillende soorten en zich uitstrekkend over een pe- De pasgeslagen munten worden op een rollend vlak zorgvul dig nagezien voor eventueele fouten. rlode van 5000 jaar, is enkele jaren gele den gekocht door de Chaso National Bank of America van zekeren Farran Zerbo, die meer dan 40 jaar heeft besteed om deze verzameling bijeen te krijgen. Deze collec tie werd ondergebracht in een permanente tentoonstelling in de bank onder oppertoe zicht van genoemden heer Zerbo. laise schijnt te zijn! De ingezamelde gelden voor werkloozen- ondersteuning worden nageteld. Toen een Chineesch keizer in geldverlegenheid zat. Men zegt, dat de eerste bankbiljetten in de Oostersche landen werden gemaakt. Het ontstaan der lederen bankbiljetten zou zijn oorzaak in de volgende verklaring vinden: De Chineesche keizer Uti zat eens in geld verlegenheid en verzocht daarom zijn be kwaam thesaurier om middelen te bera men, teneinde de schatkist weer wat te vullen. En deze Minister van Financiën kwam toen op het volgend idee. Het was toentertijd gewoonte, dat alle prinsen en hoogwaardigheidsbekleeders slechts in te genwoordigheid van den „Zoon des He mels" (zooals de Chineesche keizers wer den genoemd) toegelaten konden worden met een lederen masker voor het gelaat. De schatmeester liet een decreet uitvaar digen, waarbij deze maskers alleen moch ten worden vervaardigd uit wit herteleder, afkomstig van de keizerlijke domeinen. Er ontstond een groote vraag naar dit leer; de prijs steeg en het geld vloeide in 's kei zers kas. Sindsdien had het leder in China De meest curieuze geldsoorten. Onder de meest curieuze types van geld noemen wij: Een blok geperste thee, de sculp van een specht, een stuk tabak, ge condenseerde melk, zout, enz. De collec tie, welke vóór den oorlog een waarde be zat van tien millioen pond, begint met een schuldbekentenis van klei, uitgegeven in Babyion 5000 jaar geleden en laat verder het eerste muntstuk zien van ongeveer 700 jaar vóór Christus en het eerste papieren geld, gedrukt door de Chineezen in 1300. Waar uw portemonnaie te klein. of te groot voor is. Men vindt verder op deze expositie een exemplaar van het grootste geldstuk, een 31 pond wegend stuk koper, twee voet lang en een voet breed, eens acht daalders in Zweden waard, en een klein geldstukje van South Indian, in goud, niet grooter dan een speldeknop. H. P. B.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 12