WOENSDAG 24 OCTOBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 6 BUITENLAND ONTWAPENING. VLOOTBESPREGINGEN BEGONNEN. Bilaterale conferentie tusschen Engeland en Japan. Gistermorgen om 10.30 uur zyn in de ambtswoning van den Engelschen premier, Downingstreet, onder leiding van MacDo- nald, de voorbereidende besprekingen voor de Vlootconferentie 1935 geopend met een onderhoud tusschen de Britsche en Japan- sche gedelegeerden. De chef van de Japansche delegatie, ad miraal Jamamoto, en de Japansche ambas sadeur Matsoederira worden terzijde ge staan door den gezantschapsraad Kato, twee zee-officieren als deskundigen en een tolk. Het eerste onderhoud tusschen de Air.e- rikaansche en Japansche gedelegeerden is voorloopig op heden bepaald. FRANKRIJK. Verzet van den Franschen Senaat. De Fransche minister-president Dou- mergue heeft groote hervormingsplannen. Hij is voornemens den beiden kamers voor te stellen, den nationalen raad tegen den vijftienden November bijeen te roepen. De hervormingsplannen betreffen de volgende punten: 1. De eerste minister krijgt bijzondere volmachten en de rechten van een pre mier, terwijl hij op het oogenblik niets meer is dan de overige kabinetsleden. 2. De minister-president mag in geval van ernstige meeningsverschillen tusschen regeering en kamer den staatspresident zonder voorafgaande goedkeuring van den senaat verzoeken, de kamer te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. 3. De regeering zal alleen het recht krij gen de begrootingsuitgaven voor te stellen. 4. De begrooting van het loopende jaar kan verlengd worden, wanneer de eerst volgende begrooting niet tijdig is aange nomen. 5. In het kader van de grondwet wordt een ambtenarenwet uitgevaardigd. Het schijnt, dat de meerderheid van den senaat vijandig staat tegenover het toe kennen aan het hoofd der regeering of het hoofd van den staat van het recht tot ont binding der kamer, waarin het plan-Dou- mergue voorziet. Dit is gebleken op de bijeenkomst, wel ke gistermiddag is gehouden door het da- gelijksch bestuur van de belangrijkste par tij in den senaat, de „gauche démocrati- que", welke met de redicaal-socialistische partij in de kamer overeenkomt. Bij de bespreking van de kwestie der grondwetsherziening waren de radicale se natoren het eens over de noodzakelijkheid, zich te verzetten tegen bepaalde punten van het program, dat Doumergue in zijn jongste radio-rede heeft uiteengezet. Het bestuur besloot zich onverwijld met den voorzitter der radicaal-socialistische partij, Herriot, in verbinding te stellen om hem mede te deelen, dat de senatoren ge kant zijn tegen het ontwerp inzake het ontbindingsrecht. Het bestuur hoopte, dat Herriot in dien zin bij Doumergue zijn in vloed zal doen gelden. Daar Herriot zich niet te Parijs bevond, stelde het bestuur zich in verbinding met William Bertrand, den minister van koop vaardij en benoemde daarna een delegatie, die zich naar Doumergue begaf om dezen den toestand uiteen te zetten. Des avonds stelde Doumergue de jour nalisten van dit bezoek op de hoogte. „Ik deelde de delegatie mede", zeide hij, „dat mijn plannen gereed zijn en dat ik ze in een radio-rede zal kenbaar maken. Ik denk er niet aan, er afstand van te doen, maar neem mij voor, het er op aan te laten ko men. Ik zal zoo noodig alle constitutioneele middelen gebruiken om de hervormingen o.a. de ontbinding, er door te krijgen. Ik za 1 de grondwet niet schenden, ik zal ze toepassen." SPANJE. DE TOESTAND IN ASTURIE. Het laatste verzet opgegeven. De opstandelingen, die zich te Mieris in Asturië nog handhaafden, hebben thans ook deze laatste verzethaard opgegeven. Zij deden dit niet zonder slag of stoot, omdat zij terneer geslagen waren wegens gebrek aan levensmiddelen in hun gezinnen en het opraken der munitievoorraden. De door het blad „El Debate" naar Astu rië gezonden verslaggever geeft uitvoerig zijn indrukken van het tooneel van den strijd in Asturië weer. De huizen zijn groo- tendeels platgeschoten. Viaducten en brug gen zijn door de rebellen opgeblazen en slechts voorloopig door pioniers met be hulp van planken en balken hersteld. Hart verscheurende tooneelen speelden zich bij de bevrijding van Oviedo onder de inwo ners af. Eenerzijds de vreugde van het weerzien van hen, die na dagen lang niets van elkander te hebben gehoord hun vrien den en verwanten gezond en wel aantrof fen, anderzijds de smart dergenen, die tot de ontdekking moesten komen, dat hun fa milieleden bij het vreeselijke bloedbad wa ren omgekomen. Te Sama werden in to taal 110 politie-agenten vermoord. Te La Gelguera moeten de rebellen, volgens het blad. 60 man en de politietroepen 78 man hebben verloren. In de verschillende revolutiecentra had den deels de syndicalisten of de socialisten en deels het communisme de overhand. lieem bij nuüTU-en rwbpij of andere pijnen MIJNHARDT'S POEDERS „WatMijnhard! maakt is goed." Hierdoor was vooral, ook de wijze waarop de revolutionnaire comité's te werk gingen, verschillend. Te Moeres werd direct na de eerste gevechten op 6 October de commu nistische republiek uitgeroepen, met een revolutionnair comité als hoogste instantie en verder strijd-, programma-, transport en gezondheidscomité's. Men schafte het geld af en gaf als betaalmiddel geldbons uit, waarmede het goederenverkeer werd geregeld. Dokters moesten van 's morgens 8 tot 's avonds 8 uur dienst doen en van 's avonds 8 tot 's morgens 8 uur in het re volutionnaire hospitaal waken. Voor dit werk ontvingen zij voor hun geheele familie een geldbon van 1 peseta. Boven de doctoren werd een volontair aan gesteld, die o.a. de door de artsen geschre ven recepten moest goedkeuren. Bij de politie te Madrid ^eft zich een 26-jarig student aangemeld, die beweer de, de verantwoordelijke leider van de schietpartijen en overvallen tijdens den op stand te Madrid te zijn geweest. Hij achtte het den plicht van iederen revolutionnai- ren leider, de volle verantwoordelijkheid voor de onder zijn leiding gepleegde daden op zich te nemen, en betreurde het zeer, dat zich een aantal leiders der beweging door de vlucht aan de verantwoordelijk heid had onttrokken. Zijn onmiddellijke chef was eveneens gevlucht, met medene ming van een aanzienlijke som gelds. De minister van Justitie heeft bekend gemaakt, dat de door de krijgsraden te Barcelona en Asturië uitgesproken dood vonnissen aan het hooggerechtshof zullen worden voorgelegd. Aangezien het aantal der door de regeeringstroepen in Asturië gevangen genomen rebellen buitengewoon groot is, staat men bij het onderbrengen der gevangenen voor een moeilijk pro bleem. Daar de gevangenissen van Asturië reeds overvol zijn en in verband met het slechte weer het instellen van concentra tiekampen moeilijkheden oplevert, is een groot schip naar de Asturische haven Gij on gezonden, dat op dezelfde wijze als dit reeds te Barcelona geschiedt een deel der gevangenen zal moeten herbergen. OOSTENRIJK. NAAR EEN NIEUWEN BURGERSTRIJD? Onthullingen in politie-orgaan. Het orgaan van den bond van politie personeel te Weenen „Die Bundespolizei" publiceert onthullingen over de voorberei ding van een burgeroorlog door socialisten en communisten, die een eenheidsfront heb ben gevormd en over ruime geldmiddelen beschikken. Volgens dift orgaan worden verboden bla den en vlugschriften verspreid en wapens naar Oostenrijk gesmokkeld. Door talrijke inbeslagnemingen is de juistheid van die op vatting bewezen. Er wordt o.a. een blad, „Der Kunsthandier" uitgegeven, waarin wordt aangespoord geld te geven voor het strijdfonds. JOEGO-SLAVIE. TERRORISTEN-KAMP IN ITALIë? Beschuldigingen van de „Prawda" Een uitvoerige beschrijving van het kamp van Zuid-Slavische opstandelingen, Borgo- taro, in Italië verschijnt in de „Prawda", welk blad de lezers herinnert aan de eerste poging, om koning Alexander te vermoor den, in December 1933. „De misdadige bedrijvigheid van de op standelingen-organisatie „Oestasja", welker verzamelpunt zich te Borgotaro in Italië bevindt, aldus het blad, is ontdekt door de bekentenissen van Oreb, die in September van het vorig jaar een aanslag moest ple gen op den koning. Oreb had toen van Pavelitsj opdracht ge kregen, naar Agram te gaan en den aanslag uit te voeren, waarvoor 500.000 dinaren be loofd waren. Oreb kreeg twee bommen, twee revolvers met 90 schoten munitie en valsche passen en legitimatieibewijzen. Met zes makkers ging hij op weg, kwam ook tijdig in Agram aan, maar had geen moed, den aanslag uit te voeren. Door zijn kameraden met ver wijten overladen beloofde hij den koning den volgenden dag te dooden. Intusschen had de politie van Agram ech ter zijn spoor gevonden en deed des mor gens bij verrassing een inval in zijn wo ning. Het kwam tot een vuurgevecht tusschen Oreb en de politie, waarbij een agent werd gedood en 'n tweede zwaar werd gewond. Oreb slaagde er in te ontvluchten, .doch werd nog denzelfden avond in de omge ving van de stad gearresteerd. Het gerechtshof veroordeelde hem op 19 Maart ter dood. In den loop van het onder zoek had hij een uitvoerige bekentenis af gelegd en mededeelingen over het kamp leven van Borgotaro gedaan, waarbij hij o.m. mededeelde, dat bij zijn vertrek onge veer 400 man in het kamp aanwezig waren. Zij waren gekleed in een grijze uniform en moesten dagelijks militaire oefeningen doen. Zij werden vooral geoefend in het bommenwerpen en revolverschieten. Naar Reuter uit Turijn meldt hebben Pavelitsj en Kramer, tijdens hun verhoor nadrukkelijk ontkend iets met den aanslag te Marseille te maken te hebben. Pavelitsj zeide dat indien de mannen, die in Frankrijk gearresteerd zijn, beweren van hem bevel gekregen te hebben, zij eenvou dig liegen. Hij ontkende in Marseille te zijn geweest. Hy was van Turijn naar Brescia gegaan en van daar naar Milaan. Kramer, alias Kwaterniitsj verklaarde: „Sedert tien maanden ben ik een balling; ik verborg mij te Berlijn bij een vriend, maakte intusschen eenige reizen naar Oos tenrijk. Ik ben geen handlanger van Pa velitsj en sedert 1930 was ik niet in Frank rijk". BUTTENL. BERICHTEN. ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ DUISBURG. De drie inzittenden verbrand. Gisternacht te ongeveer 2 uur heeft een ernstig auto-ongeval plaats gehad in de nabijheid van Duisburg. Een vrachtauto uit Eitorf botste, door tot nu toe onbekende oorzaken, met zulk een kracht tegen een boom, dat het voorste gedeelte van den wagen, waarin twee broers en een jonge vrouw waren gezeten, geheel werd platgedrukt. Het benzine-re servoir explodeerde, waardoor de auto in brand vloog. De drie inzittenden zijn le vend verbrand. BANDIETEN OVERVALLEN TREIN IN KOREA. Zes passagiers gedood, negen ontvoerd. In den nacht- van Zondag op Maandag hebben Chineesche bandieten een overval gepleegd op den soorweg Tatoengou Tsjoeng-Sjoe (Korea). Een personentrein werd door zes bandieten beschoten en aan gehouden en de passagiers leeggeplunderd. Zes passagiers werden door de bandieten gedood en negen passagiers ontvoerd. Van het station Dasjisjau heeft men troepen gezonden ter achtervolging van de roovers. JUWEELENDIEFSTAL TE WEENEN. In een Weensoh hotel is een groote dief stal van sieraden gepleegd. Hoteldieven hebben de kostbare sieraden gestolen vaii gravin Cecilie Sternberg, die van haar slot in de nabijheid van Praag naar Weenen was gekomen, om daar eeni ge dagen door te brengen. Zij had al haar sieraden meegebracht en bewaarde deze in het hotel. Onder de gestolen voorwerpen bevinden zich uiterst zeldzame steen en, welke ge deeltelijk uit het bezit van een maharadja afkomstig zijn. INGEZONDEN STUKKEN NEDERLANDSCHE CRISIS-POLITIEK EN DIE DOMME HOLLANDERS, DIE NIETS BEGRIJPEN. Wat is er al niet geschreven om ons, ge wone Hollanders, duidelijk te maken, dat Nederland met zijn aanpassings-politiek op den goeden weg is. Als we maar flink doorgaan met bezui nigen en inkrimpen eenerzijds en alle hoo- ge en verhoogde lasten blijven betalen an derzijds, dan zullen we eens zien hoe puik wij in Nederland er voor staan als aan stonds de Crisis is afgeloopen. Wie er met die wij bedoeld wordt, zegt men ons niet. Toch waren er ondanks al dat beweren ook nog eenige Nederlanders, die reeds lang aan deze richting twijfelden, neen stellig durfden beweren, dat we met onze aanpassings-politiek op den verkeer den weg zijn. Het aantal van hen die evenzoo denken is sinds Januari 1934 bedenkelijk toegeno men, zoodat we thans gerust kunnen zeg gen: heel Nederland voelt het en zegt het. Maar wat weten nu gewone Nederlan ders, die niet in Regeering of Kamer zit ten, van Staatkunde en Economie af? Wat begrijpen die nu van tarieven-po litiek, van prijzen en loon-politiek, van ar beiders- en werkeloozen-vraagstukken? Niets weten of begrijpen die daar van. Ze begrijpen niet eens hoe ver ze wel naar beneden zullen moeten met hun loo- nen en de waarde van hun goederen-bezit, om de welvaart in ons land te doen terug- keeren en hoe dat dan gebeuren zal. Daarom hebben die gewone Nederlan ders altijd een onprettig gevoel als ze steeds opnieuw hooren: We moeten naar naar beneden, maar constateeren, dat er blijkbaar in dien zin een woord verkeerd staat en bedoeld wordt: J u 11 i e moeten naar beneden, want wij hebben er geen trek in. Dit alles weten en begrijpen alléén ras echte politikers en ieder ander gewoon Ne derlander moest zich schamen om over die zaken te spreken, alsof de Regeering niet alles en veel beter zou weten. Wel hebben ook vele onzer knappe pro fessoren en hoogleeraren al maanden lang verteld en geschreven, dat het voor ons met de Nederlandsche aanpassings-politiek verkeerd zal afloopen, maar dat zijn geen mannen uit de praktijk en die zitten ook niet in de politiek, daardoor begrijpen zij er ook niets van. Toch hebben zich bij deze heeren een groot aantal van onze knapste Industrielei ders aangesloten, maar die weten er ook niets van en beoogen hoofdzakelijk eigen belang. Met zulke motieven kan en mag geen re geering rekening houden. Maar nu in Helmond werd het nog mooier; daar kwam voor enkele dagen een Pater Capucyn ook al vertellen, dat het zoo niet goed gaat, dat onze geheele nijvere en werkende bevolking zoo tot de bedel staf zal worden gebracht, dat we niet van onze verplichting af zijn door de werkloo- zen te steunen, maar dat we verplicht zijn, dezen werk te verschaffen, productieve arbeid tegen een behoorlijk loon. Maar wat weet nu zoo'n Pater van de brandende vraagstukken van dezen tijd, van werkloosheid, die ons volk demorali seert en verarmt? Welnee, zoo'n Pater zegt maar wat. En als in de kolommen van de „Maas bode" de vraag is gesteld of die Pater Hen- ricus wel eens over een en ander grondig heeft nagedacht, dan kunt u gerust geloo- ven, als u dat prettig vindt, dat iemand die zulke rake, alarmeerende dingen zegt, na tuurlijk nooit denkt, dooh slechts een on doordacht verhaaltje vertelt, dat geloove wie het wil. Zeer juist schrijft een schrijver (onder den naam Oudeis) in de „Nieuwe Eeuw", dat deze rede van Pater Henricus zuiver is afgestemd op de gedachten en beste ver langens van millioenen Nederlanders, die deze klare, duidelijke taal beter verstaan en begrijpen, dan de vele hoogdravende, om de zaak heengaande, niets zeggende dooddoeners, die him dagelijks worden op gediend. Gejuicht hebben millioenen in den lan de bij deze juiste en duidelijke vertaling van de grootsche Encycliek „Quadragesi- mo Anno". Wij hebben nu twee jaar genoten van de regeering-Colijn en kregen in de laatste Troonrede te hooren, dat, ondanks alle maatregelen, het er steeds donkerder gaat uitzien, zoodat er zelfs geen lichtpunten meer zijn aan te wijzen, dat wy in duide lijk Hollandsch gezegd: steeds dieper de kuil inglijden en daarom gaan we onver- wonderd door. Neemt u het ons niet kwalijk, Regeering, maar dat begrijpen wij ook niet. Maar vermoedelijk wordt het wel begre pen door het kleine groepje Nederlanders wier bezit grootendeels bestaat uit baai- geld vorderingen en zeker wel door de verschillende banken zooals Hypotheek-, Crediet. en Voorschotbanken en meer van deze de menschhedd helpende instel lingen, die, dank zy de maatregelen welke ons volk steeds zwaarder drukten, hun geldbezit geregeld in waarde zien stijgen, ten koste van alle arbeidswaarde en goe deren waarde. Maar ach, wat weten wij, gewone Neder landers, daar toch allemaal van. Begrijpen we dan niet, dat we in zoo'n landje als Nederland deze wereld-crisis niet kunnen oplossen. Dat we toch moeten waohten tot zulks door de groote landen wordt gedaan. Proost! Onzinnig kunnen wy, gewone Neder landers, toch denken. Wie gaat er nu als er een aardbeving heeft plaats gehad in zijn eigen huis de boel weer in orde brengen. Dat kan toch niet voordat buiten eerst de straten en de geheele stad in orde ge bracht is. Zoolang blijft je huis natuurlijk tus schen de scherven zitten wachten. In Engeland, Scandinavië en Tsjecho Slowakije hebben ze dat wel niet gedaan, maar daar is het heel wat anders als hier en weten ze er ook niets van. Neen, laten we hier in Nederland maar voorzichtig zijn en vooral geen experimen ten. Laten we maar liever de kat uit den boom blijven kijken. Het is wel een geweldige taaie kat, die Crisis-kat. Als dit zoo blijkt zal het niet meevallen die uit den boom te kijken en zullen er voor dat gebeurd heel wat kijkers bezwe ken zijn. Maar daar is niets aan te doen, daardoor zullen juist de sterksten en de besten met het grootste uithoudingsvermogen overblijven en zullen de uitvallers zich een anderen werkkring moeten zoeken; dien hebben ze tegenwoordig zoo. En mochten ze daarmee niet slagen, dan kunnen ze worden opgenomen in de rijen der steuntrekkenden bij het Crisis-comité. Beter en meer kan men toch van een Re geering niet verlangen. Gelukkig maar, dat wij voor twee jaar zulke sterke mannen in onze regeering hebben gekregen, die zich door niets van hun weg laten afbrengen, al zou het grootste deel der bevolking straatarm worden. Ja, dat is pas sterk en sterke politiek, maar daar begrijpen gewone Nederlan ders ook niets van, en dat is maar goed ook. J. J. M. MELJERS. De classificatie. In uw Dagblad van 17 Oct. jongstleden lees ik in een stukje, dat het leven in de stad duurder is (ten minste volgens uw be schouwing) dan in een dorp. Op welken grond berust dit? Volgens onze beschou wing is dit niet. Men kan het leven in de stad wel duurder maken, maar in het alge meen is het goedkooper. Als dit niet zoo is: waarom komen dan de menschen van bui ten hun levensmiddelen in de stad halen en ook bijna al haar kleeding en schoeisel. Men betaalt in een dorp veel meer dan in de stad, bij voorbeeld te Voorschoten 25 ct. voor een pond speklappen, 5055 ct. voor 'n pond magere varkenslappen, 89 ct. voor 1 kilogram aardappelen, 30 ct. voor 1 Kilowatt electriciteit, 7 ct. voor 1 M3. gas enz. De Belastingen zijn ook bijna ge lijk als in de stad. Voor een behoorlijke woning ook 4.50 tot 5.50. De loonen zijn lager dan in de stad, de levensmiddelen duurder. Dus volgens mijn beschouwing is het leven in de stad goedkooper dan in een dorp. Maar beschouwt u, zooals een stad bewoner mij al eens heeft verteld, de bios coop als een levensbehoefte? Zoo ook een uitvoering in de Stadsgehoorzaal? Maar men mag hieraan toch niet toeschrijven het duurdere leven in de stad, zooals u dit heeft bedoeld. Indien mijn schrijven op een verkeerde ondergrond berust wil u mij dan mede- deelen, op welke wijze u het goedkoope le ven in het dorp beschouwt? U dankend voor de verleende plaats ruimte R. W. KAANDORP, Voorschoten. Wy hebben juist in denzelfden geest als inzender betoogt, dat de classificatie heel veel willekeurigheden bevat; dat er geen verschil is; zoo sohreven wij, tusschen Am sterdam en Leiden en tusschen Leiden en Hillegom wat de duurte van het leven be treft. Daarnaast erkenden wij echter wel een verschil tusschen de gemeenten onder ling, welk verschil zou kunnen leiden tot een 1ste en 2de klasse-indeeling. Niet is waar, dat in alle dorpen het leven goed kooper is dan in de steden. Maar ook is waar, dat er dorpen zijn, waar huishuur, levensmiddelen enz. zeker betrekkelijk veel goedkooper zijn, dan in de steden. In laatst bedoelde dorpen mogen de salarissen en loonen daarom zeker lager zijn. Leiden, 23 October 1934. „Het Katholieke principe". Mijnheer de Redacteur, Mag ik naar aanleiding van het ingezon den stuk in uw blad, d.d. 23 October '34, over: „De N.S.B. en het Katholieke prin cipe" een paar opmerkingen maken? De inzender heeft het over principe. Nu als ik een principe nastreef, durf ik daar voor ook uitkomen. Nu teekent inzender met: „Een R.K. bezoeker van de vergade ring der N.S.B." Ook heeft inzender het over: „van de aanwezige Katholieken enz." Denkt inzen der nu heusch, dat dit dan allemaal volge lingen van Mussert zijn? Ook ondergeteekende heeft meerdere malen een vergadering der N.S.B. bijge woond, doch is daarom nog geen aan hanger dier beweging. Integendeel. Geachte inzender, wil men ergens op reageeren, dan moet men ook recht door zee durven en daarom teekenü! met uw naam. Als N.S.B.-er moet men dit toch durven. Uit het ingezonden stuk van u moet ik, of ik wil of niet, opmaken, dat u volbloed volgeling der N.S.B. bent en durft u daarvoor nu niet uitkomen? Het is be lachelijk. Ik ben een felle tegenstander van de N.S.B. en van alle fascistische partijen; daarvoor durf ik ook uitkomen. M. de Redacteur, u bij voorbaat dank zeggend, teeken ik, J. W. DE HEIDEN, Morschstraat 35a, Leiden. M. de Redacteur, Bijbetrekkingen van onderwijzers. Naar aanleiding van het onderschrift van Oom Wim bij het versje „Een moeder over vacantietijd", moet mij toch iets van 't hart, n.l. hoe het mogelijk is, dat onder wijzend personeel durft klagen over druk ke bezigheden, daar zij die toch zelf zoe ken!! Dat een onderwijzer zich houdt aan de hem opgedragen taak, n.l. onderwijzer te zijn van 's morgens 912 en 's middags 24, is misschien ook wel 'ns zwaar. Doch de grootste drukte komt van de bijbetrek kingen, daar mij van zeer nabij bekend is, dat de meeste onderwijzers het drukker hebben na- dan onder schooltijd. (Dat is wel erg overdreven! Red.) Gezien in verband met vele onderwij zers, die niets te doen hebben, zouden deze werkloozen de bijbetrekkingen kunnen vervullen van degenen, die alreeds een sa laris hebben, dus het leven zou dan aan merkelijk lichter worden. En van den an deren kant kan daarbij ook een collega met een klein beetje zijn geholpen, die mis schien in 't vooruitzicht gesteld was, ge- ruimen tijd werkloos te blijven. J. v. d. B.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 6