t
BRIEVEN OVER ONS
GELOOF
VRIJDAG 19 OCTOBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD. - PAG. 13
Een slotstuk van de bewijzen,
dat Christus een zichtbare Kerk
heeft gesticht. Waarom hier
over zoo uitvoerig werd geschre
ven. De dwalingen van vrijzin
nige Protestanten, Modernisten,
en orthodoxe Protestanten over
dit punt en de consequenties daar
van.
Wij hebben nu, Paul, den draad drie
maal laten vallen en hem tweemaal opge
raapt! Nu doe ik het voor de derde keer en,
voor wat dit bewijs betreft voor 't
laatst.
Om je memorie te hulp te komen en je
misschien een wanhopig gescharrel in het
onnoemelijk aantal velletjes, dat ik je reeds
zond, te besparen, begin ik hieronder met
een waschlijstje, een balans of hoe je 't
noemen wilt van het „reeds verhandelde
in de onderhavige materie" (zou een „Me
morie van toelichting" zeggen) te geven.
Pro memorie dus eerst:
Wij zijn bezig te bewijzen, dat Jezus
Christus een zichtbare Kerk heeft gesticht,
m.a.w. dat Hij heeft gewild, dat Zijn vol
gelingen een uiterlijk kenbare Vereeniging
of „maatschappij" zouden vormen.
Eerst heb ik je nog nader uiteengezet,
wat een „vereeniging" of „maatschappij"
eigenlijk is. Toen heb ik je er op gewezen,
dat het „zich vereenigen" geheel is
overeenkomstig de menschelijke na
tuur, ja soms een gebiedende eisch daar
van is (huisgezin, staat) en dat het daar
om reeds vóór elke strikte bewijsvoering
al zeer waarschijnlijk moet borden ge
acht, dat Jezus Christus voor de verbrei
ding en bewaring Zijner openbaring den
vorm van een zichtbare vereeniging heeft
gekozen.
Dan heb ik je aangetoond, dat uit de
wijze waarop Jezus Christus
zelf sprak over Zijn volgelingen, dui
delijk blijkt, dat Hij hen beschouwde als
vereenigden in een uiterlijk kenbare een
heid: zoo bijv. vergelijkt Hij hen met een
r ij k, een schaapstal bestuurd door
een herder, een stad, die „boven op een
berg gelegen is" en „niet verborgen kan
blijven", en vooral, zooals ik je uiteen
zette, bleek dit duidelijk toen Hij, sprekend
tot Petrus, hen noemde zijn „Kehala", een
woord, dat zooals ook de Aposte
len wisten, beteekent: een georganiseer
de, zichtbare vereeniging.
Vervolgens heb ik je in mijn vorigen
brief aangetoond, dat Christus het sa
mengaan en samenwerken van Zijn volge
lingen zóó heeft ingericht, dat zij hadden:
een gezamenlijk doel (geloofsbelijdenis,
-prediking en -beleving als naaste doel, de
eeuwige zaligheid als laatste doel), geza
menlijk dezelfde uiterlijk-kenbare midde
len (n.l. vooral de Sacramenten. Wegens
je gesprekken met je Protestantschen colle
ga schreef ik je speciaal over het eerste en
noodzakelijkste Sacrament: het Doopsel,
dat ook htf erkent) en een gezag: het
leergezag en het herderlijk gezag der
Apostelen (waarbij ik het oppergezag van
den H. Petrus nog buiten bespreking liet).
Dus gaf ik je in mijn vorigen brief de
kern van het bewijs. Immers, toen Chris
tus gedurende Zijn leven op aarde vóór en
na Zijn Verrijzenis aan Zijn volgelingen
hetzelfde blijvende doel stelde, hun de
zelfde, uiterlijk kenbare middelen tot
bereiking van dat doel gaf en hen plaatste
onder een menschelijk bestuur, toen
stichtte Hij een uiterlijk-kenbare vereenir
ging, een zichtbare Kerk.
Vandaag wil ik je, met de H. Schrift,
(een betrouwbaar geschiedboek, zooals wij
bewezen), in de hand, tenslotte laten zien,
hoe het in de tijden der eerste Christenen
voor een ieder overduidelijk geweest moet
zijn, dat zij werkelijk „bij. elkaar behoor
den" en wel zóó dat zij, afgescheiden
van de Joden en heidenen, een
eigen georganiseerde gemeenschap vorm
den, een zichtbare Kerk, die, naar men van
het begin af overtuigd was, door Christus
was gesticht.
„Alle n", zoo verhalen de Handelingen
der Apostelen, „bleven eendrachtig
samenkomen in de zuilengang van Sa
lomon. En niemand van de anderen
durfde hen lastig vallen; integendeel het
volk sprak slechts met lof over hen. Steeds
méér sloten zich bij hen aan, die
in den Heer geloofden; heele groepen van
mannen en vrouwen." 1)
Eenzelfde uiterlijk kenbare handeling:
het Doopsel, gold niet slechts als blijk van
toetreding tot die gemeenschap, van Chris
tenen; het was als eerste middel nood'g,
ter bereiking van hun gezamenlijk laatste
doeL Een ander middel: het allerheiligst
Sacrament, gold eveneens óók als een
zichtbaar teeken der eenheid, van hen die
dezelfde geloofsleer beleden: „Zij dan, die
(op het Pinksterfeest) Petrus' woord aan
vaardden, ontving het doopsel; dien dag
traden er ongeveer drie duizend
menschentoe. Zij bleven volharden
in de leerder apostelen en in de ge
meenschap van het breken des
Broods en in gebed." 2)
De „leer der Apostelen", niet
dus der Joodsche Wet en: het „breken des
Broods" (de H. Communie), niet dus de
Joodsche eeredienst! 3)
„Eén Heer, één geloof, één doopsel",
schrijft de Apostel Paulus ter kenschetsing
van de onderlinge eenheid der Christenen.
„Want", (zoo motiveert hij in zijn eersten
brief aan de Corinthiërs deze eenheid)
„allen toch, of wij joden of heidenen wa
ren, slaven of vrijen zijn, allen zijn wy in
eenen Geest tot één lichaam gedoopt". 4)
De H. Paulus gebruikt ook allerlei verge
lijkingen, waarin hij de scherpe scheiding
tusschen de gemeenschap der Christenen
en de niet-Christenen verduidelijkt als
„licht" tegenover „duisternis", en hij
noemt de Christenen: de „uitverkorenen",
de „geroepenen", de „geheiligden". „Dus
zijt ge niet langer", schrijft hij ook,
„vreemdelingen en gasten, maar medebur
gers der geheiligden leden van Gods
huisgezin, dat gebouwd is op den
grondslag der Apostelen en
profeten, waarvan Christus Jezus
de hoeksteen is. In Hem wordt heel
het gebouw bijeen gehouden en rijst
het op tot een tempel, heilig in den
Heer." 5)
Herhaaldelijk heeft Paulus het over de
Ecclesia, de Kerk, en dan bedoelt hij
niet een of andere plaatselijke „gemeente",
zooals de Protestanten beweren, maar de
geheele Kerk. Want hij schrijft bijv.:
„Gij hebt immers gehoord van mijn vroe
ger leven in het Jodendom: hoe ik Gods
Kerk heftig vervolgde...." 6). Hier stelt
Paulus dus a.h.w. tegenover het Jodendom:
Gods Kerk, en elders, in de Handelingen,
staat ook: „Nu genoot de Kerk (niet: ge
noten de Kerken) vrede in heel Judaea,
Galilaea en Samaria; steeds meer nam Zij
toe in de vreeze des Heeren en breidde
zich uit door de inspraak van den H.
Geest" 7)
Het is Christus, volgens de Apostelen,
die deze afgescheiden eenheid heeft ge
sticht: Christus is de hoeksteen, las je hier
boven al, voortdurend wijst Paulus daar
op:. „God heeft Christus aan de Kerk ge
schonken als het Hoofd van alles". 8) Hij,
de Apostel Paulus, heeft zijn macht van
Christus ontvangen.
Die' eenheid der Christenen gehoorzaam
de aan een eigen gezag: de Apostelen
en Hun opvolgers die hun macht, zooals
Paulus erkent, van Christus hebben ont
vangen. De geloovigen erkenden dit g e-
z a g, zooals uit een overvloed van teksten
blijkt. Ik neem bijv. een paar passages uit
de Handelingen (4. 34 en 35): „....er was
namelijk geen enkele noodlijdende onder
hen. Want allen, die landerijen of huizen
bezaten, verkochten ze, brachten de op
brengst mee en legden dien voor de voe
ten vande apostelen neer; dan werd
er uitgedeeld naar ieders behoefte...."
Op bevel van de Apostelen kozen de ge
loovigen zeven mannen, welke door de
Apostelen tot diaken gewijd werden door
gebed en handoplegging 10). De Aposte
len ook .stelden in alle gemeenten na
bidden en vasten, door handoplegging
priesters over hen aan.11). Toen er on
der de Christenen kwestie was of onder
werping aan de Joodsche wet moest wor
den gehandhaafd, maakten de Apostelen,
met Petrus aan 't hoofd, uit, dat deze wet
niet meer verplichtte. 12)
Ook de kerkelijke schrijvers uit de eer
ste eeuwen van het Christendom beves
tigen het feit, dat van dqn beginne af over
de Christenen gezag werd uitgeoefend
door de Apostelen en hun opvolgers,
m.a.w. dat de Christenen van 't begin af
een eenheid vormdan onder een eigen
bestuur: een georganiseerde eenheid
dus, en wel onder een bestuur, dat bestond
uit de Apostelen eD hun wettige opvolgers.
Zoo schreef omstreeks 160 n. Chr. Ire-
neui (hy stierf in 202, voor dezen schrij
ver was het dus in 't geheel niet moeilijk
om die bestuursopvolging, die toen nog
geen eeuw besloeg, na te gaan): „....op
noemen kunnen wij degenen, die door de
Apostelen als bisschoppen zijn
aangesteld en hunne opvolgers tot
onze dagen toe". 13)
Zoo meen ik je in groote trekken, Paul,
te hebben aangetoond in dezen brief en in
mijn twee vorige, dat Christus Zijn volge
lingen heeft vereenigd in een werkelijke
„maatschappij", een zichtbare vereeniging,
een zichtbare Kerk.
Waarom ik je zoo uitvoerig
schreef, juist over deze kwestie? Omdat ze
van zoo groot gewicht is. De „moderne",
liberale Protestanten en de „Modernisten"
(vroeger vertelde ik je, wie dat zyn) en
ook de orthodoxe Protestanten bestrijden
deze waarheid en hun dwaling hierin voert
tot de ernstigste consequenties.
De „moderne" of vrijzinnige Protestan
ten meenen, dat Christus er niet eens aan
gedacht heeft een bepaald-georganiseerde
kerk te stichten. Volgens hen hebben Zijn
aanhangers, meest onder den druk der ver
volgingen, die zij eerst van de Joden dan
van de heidenen te verduren, hadden, zich
langzamerhand van de Joodsche kerk (de
„Synagoge") afgescheiden. Langzamerhand
pas in den loop in de tweede eeuw hebben
zij een eigen bestuursvorm gevonden, die
z(j vooral hebben afgekeken van de Ro-
meinsohe staatsinrichting. Ze hebben voorts
hune leer uitgebreid en opgesmukt met al
lerlei leerstellingen ontleend aan de hei-
densche wijsgeeren en zoo is er van de oor
spronkelijke leer van Christus, van het
zuivere Evangelie, niet veel meer over ge
bleven.
De consequentie hiervan is, dat men
eigenlijk niet als lid van eenig Christelijk
kerkgenootschap (en zeker niet als lid van
het Katholieke Kerkgenootschap met al
zijn dogma's) „Christen" moet zQn, maar
men moet zoeken naar de „oorspronkelij
ken bovenkerkelijken Christus" op eigen
gezag en los van allen gezagsinvloed of
leerstelligheid!
Ook de „Modernisten" (zooals je weet, is
het Modernisme geen aparte godsdienst
sec te, maar een reeks van dwalingen wel
ker geest in alle god^dienstrichtingen is
doorgedrongen) ontkennen, dat Jezus per
soonlijk een georganiseerde kerk heeft ge
sticht. Degenen, wier innerlijk leven was
bewogen door Christus' leer, wilden die
innerlijke gevoelens ook tot uiting brengen
tegenover hun medemenschen en zochten
daarom met „gelykvoelenden" contact,
zoodat er langzamerhand een vereeniging
ontstond van gelijkgezinden, die nu hun
Christelijke gevoelens probeerden te for
muleeren in een leer, die dan successie
velijk als d e leer door die steeds groeiende
groepeering wordt aanvaard, evenals een
bestuur, dat voor de instandhouding
van die groepeering, die kerk, noodzake
lijk was.
De consequentie uit deze dwaling is, dat
de geloovigen, die vandaag, tengevolge van
het verschil van plaats, tijd en omstandig
heden innerlijk anders „gevoelen" dan in
de eerste eeuwen, nu ook maar andere for
mules moeten zoeken om die gevoelens te
uiten m.a.w. de kerk moet zich in haar leer
stellingen aanpassen aan de moderne tij
den. Nu er, volgens hen, toch geen sprake
van is, dat Christus een bepaald omschre
ven leer ter bewaring en verspreiding aan
een door Hem gestichte Kerk heeft meege
geven staat het den menschen immers vrij
hun denkbeeldige Christus-idealen naar de
omstandigheden te wijzigen!
Wat de orthodoxe Protestanten hierover
zeggen, schreef ik je aL Zij meenen in
hoofdzaak, want hun meeningen zijn
uiteenloopend dat Christus tusschen
Hem en „alle door het geloof gerechtvaar
digden" (Luther) of tusschen Hem en
„alle ter zaligheid uitverkorenen" (Cal-
vijn), wel een zekere gemeenschap heeft ge
sticht, welke men Christus'Kerk moet noe
men, (een onzichtbare gemeenschap
dus, omdat men immers uiterlijk niet kan
waarnemen wie er toe behooren), maar
geen zichtbare Kerk. Het stichten var
zichtbare kerkgenootschappen, zooals wij
die thans kennen, heeft Hij geheel aan de
menschen zelf overgelaten, het zijn dus
zuiver-menschelijke instellingen, en dus
veranderlijk: hun inrichting hangt
geheel af van tijd, plaats en omstandighe
den, waaronder de menschen leven. Al die
kerkgenootschappen zijn goed, mits zij
maar gegrondvest zyn op de ware begin
selen van het zuivere Evangelie (hetgeen
de Katholieke Kerk volgens hen natuurlijk
niet is!). Daarom doet het er eigenlijk
niet toe, van welk kerkgenootschap men
lid is, als het maar „zuiver Evangelisch"
is. Ja, eigenlijk is niemand verplicht lid van
een bepaald kerkgenootschap te zyn: Chris
tus immers heeft aan geen enkele zooda
nige instelling de noodzakelijke middelen
ter zaligheid bij uitsluiting verbonden!
Daartegenover staat de Katholieke leer:
die ik je uiteenzette. Ook wij erkennen,
zooals ik je schreef, dat Christus ook een
onzichtbare gemeenschap stichtte n.l. van
allen die in Zijn liefde (d.i. in staat van
genade leven. Maar daarenboven heeft
Christus persoonlijk Zijn volgelingen ver
eenigd in een vereeniging die duidelijk een
van de anderen onderscheiden eenheid
vormde: eigen geloofsleer en geloofsbelij
denis, eigen zedeleer, eigen zichtbare mid
delen, eigen zichtbaar bestuur: Hy stichtte
een zichtbare Kerk!
1) Hand. 5. 12 en 13; 2) Hand. 2. 37—42;
3) Epr. 4. 5; 4) I Cor. 12, 13; 5) Eph. 2.
19—22; 6) Gal. 1. 13; 7) Hand. 9. 31; 8)
Eph. 1. 22; 9) II Cor. 10. 8; 13, 10; 10) Hand.
6. 2—6; 11) Hand. 14, 23; 12) Hand. If;
13) Adv. Haer. in. 2.
Correspondentie-adres: Mr. A. Diepen-
brock, Hageveld, Heemstede.
GEMENGDE BERICHTEN
WIELRIJDER DOOR EEN AUTO
GEDOOD.
Op den Provincialen weg den Langendijk
bij Dedemsvaart reeds gistermorgen de
66-jarige B. Jonker, houder van een
waschinrichting aldaar op zijn rijwiel ter
hoogte van de Katholieke kerk, toen uit
de richting Zwolle een personenauto na
derde, bestuurd door den heer T. J. uit
Zwolle. Toen deze auto hem dicht gena
derd was, stak Jonker plotseling den weg
over en een aanrijding was onvermijdelijk.
De man werd tegen den grond gesmakt en
bewusteloos opgenomen. Kort na het on
geval is hij overleden.
MEISJE DOOR VRACHTAUTO
OVERREDEN EN GEDOOD.
Gistermiddag is bij het uitgaan van de
school aan den Kuipersweg te Buitenpost
het ongeveer 10-jarig dochtertje van de
familie Deiboer door een vrachtauto over
reden en op slag gedood.
KOLENDAMP VERGIFTIGING TE
ALKMAAR.
Twee personen bewusteloos.
Ten huize van de wed. H. te Alkmaar
werd gistermorgen ontdekt^ dat de 24-jn-
rige zoon en de 23-jarige commensaal No-
tebos, die op een slaapkamertje op de bo
venverdieping sliepen, bewusteloos waren.
Er bleek in den schoorsteen, waarop de
kachel in de benedenkamer is sangesloten,
een luikje te zijn opengevallen, waardoor
er kolendamp in de kamer was gekomen.
De politie slaagde er niet in met een zuur
stof-apparaat beide mannen by te brengen.
Op medisch advies werden zij naar het
Sint Elisabethziekenhuis overgebracht,
waar men er in slaagde beiden in den loop
van den morgen weer tot bewustzijn te
brengen. «Tel."
TRAGISCHE DOOD.
Woensdag, toen dominee Van Giessen te
Oost-Graftdyk naar zyn zoon, den vlieger
luitenant Van Giessen, die boven het dorp
vloog, stond te wuiven, zakte hij.plotseling
in elkaar en overleed spoedig daarna.
VERMEENDE STRANDING VAN EEN
STOOMSCHIP.
Op het Borkummer Rif.
Uit Oostmahorn wordt gemeld: Gister
middag te Omstreeks half twee werd be
richt, dat benoorden het eiland Schiermon
nikoog aan de Oostzijde van het Borkum
mer Rif een groot stoomschip, metende on
geveer tienduizend ton, waarvan de naam
en de nationaliteit niet bekend waren,
moest zyn gestrand. Het schip had draad
loos om hulp gevraagd. De sleepboot „Hol
land" van de reederij Doeksen is onmiddel
lijk ter assistentie uitgevaren, evenals de
reddingsboot van het eiland Borkum. De
„Insulinde", de reddingboot van de Noord
en Zuid-Hollandsche Redding Maatschap
pij te Oostmahorn, welke zich voor het
doen van hydrographische peilingen bui
tengaats bevond, werd draadloos van de
stranding in kennis gesteld en 'naar dc
opgegeven plaats gedirigeerd.
Te omstreeks zes uur kwam te Oostma
horn een radiobericht van de „Insulinde"
binnen, dat men het schip niet heeft kun
nen vinden. De „Insulinde" is daarop naar
de haven van Borkum gevaren om daar
informaties in te winnen.
De sleepboot „Holland" werd tegen te
ven uur op de plek van de stranding ver
wacht
De JHolland" en de „Insulinde"
keeren oeiverrlchterzake terug.
Zoowel de sleepboot „Holland" als de
reddingboot „Insulinde" zijn In den loop
van den avond naar hun standplaatsen on-
verrichterzake teruggekeerd, omdat zij op
de aangeduide plaats geen gestrand schip
hebben kunnen ontdekken.
Men neemt derhalve aan, dat de mede-
deeling inzake de stranding, welke niet
van het schip zelf, doch van het kustwacht
station op het eiland Rottumeroog afkom
stig was, op een verkeerde waarneming
heeft berust, hetgeen zou zijn toe te achrij-
aan het slechte zicht tengevolge van
de hevige regenbuien.
Ook acht men de mogelijkheid niet uit
gesloten, dat er inderdaad een schip aan
den grond is geloopen, dooh dat dit op
eigen kracht weer is vlot gekomen. Ook
zou het eventueel vastgeloopen schip door
een sleepboot, welke eerder ter plaatse zou
kunnen zijn geweest, zijn vlot gebracht,
hoewel de kans daarop heel gering wordt
geacht.
JDe „Insulinde" werd te ongeveer tien
uur te Oostmahorn terugverwacht, en de
.Holland" te omstreeks middernacht in de
haven van Terschelling.
DIEFSTALLEN BIJ DE NED.
SCHEEPSBOUWMAATSCHAPPIJ.
De Rijks- en gemeentepolitie hebben tc
Oostzaan drie personen gearresteerd, ver
dacht van diefstal, en heling van verf, wel
ke is ontvreemd gedurende dc Jaren 1932,
'33 en de afgeloopen maanden bij de Ne-
derlandsche Scheepsbouw Maatschappij.
De gearresteerden zijn een zekere K. uit
Oostzaan, K. uit Landsmeer en C. uit
Landsmeer. De laatste van dit drietal is
thans nog werkzaam bij de Nederlandache
Scheepsbouw Maatschappij, de beide an
deren zyn destijds in verband met den cri
sis ontslagen. Eenigc voorraden verf zijn
gisteren in beslag genomen. De daders be
kenden de diefstallen te hebben gepleegd
en zich aan heling te hebben schuldig ge
maakt.
FIETSENDIEF GEARRESTEERD.
De Bussumschc politie heeft oen goede
vangst gedaan door Woensdagavond te
Amsterdam een 25-jarigen Leidcnaar
te arresteeren, die sinds ecnigen tyd dage
lijks een of meer fietsen in het Gooi kwam
stelen en deae te Amsterdam aan den man
bracht. Tevoren waren Dordrecht en Den
Bosch zyn opcratieteirein, in samenwer
king met een kameraad, die onlangs te Gor-
cum is aangehouden. Sedert had hij. alleen
gebleven, zyn werkzaamheden naar het
Gooi verlegd.
Dc politie kon aanvankelijk niet achter
halen wie de schuldige was. Door langdu
rig te posten en door een speciaal ingestel
de surveillance voor dit doel, trof zij in
den nacht van Dinsdag op Woensdag een
man aan op een damesrijwiel. Zij hield den
man aan en ondervroeg hem, doch omtrent
de herkomst van het damcsrijwlel kon hij
geen voldoende verklaring geven. Wegens
gebrek aan bewijs moest de recherche den
man echter weer vrij laten.
De politic zat echter niet stil en stelde
een uitgebreid onderzoek naar den betrok
ken persoon in, waarbij aan het licht
kwAm. dat de man zich rcoda aan rijwiel
diefstal had schuldig gemaakt. Daarna ar
resteerde de Bussumsche recherche den
man opnieuw in een logement te Amster
dam en bracht hem naar Busirum over.
Na een uitvoerig verhoor bekende hi),
dat hij een heele reeks rijwieldiefstallen te
Bussum gepleegd had, terwijl hij boven
dien nog verdacht wordt van rijwieldief
stallen te Gorinchem en 's-Hertogenbosch;
de politie van deze plaatsen zocht den man
reeds een maand.
De man is een recidivist R. genaamd,
die dan eens in dit dan weer in dat loge
ment verblijf houdt.
De Bussumsche recherche houdt zich
thans bezig inet het opsporen der ont
vreemde rijwielen. R. Is in verzekerde be
waring gesteld en zal ter beschikking wor
den gesteld van den officier van Justitie.
Nader vernemen wc, dat de Busaurnsche
recherche ook een 30-Jarige heler S. uit
Amsterdam aangehouden heeft. Deze heeft
de rijwielen ver beneden de waarde ge
kocht.
R. is reeds eerder wegens het helen van
gestolen rijwielen veroordeeld.
GEHEIME DISTILLEERDERIJ ONTDEKT
Gistermiddag Is door den rijksveldwach
ter van Nieuwerbrug en den gemeenteveld
wachter van Rietveld, in samenwerking
met eenigc commiezen een Inval gedaan in
de boerderij vkn den heer M. onder de ge
meente Rietveld, daar het vermoeden be
stond, <lat zich aldaar oen geheime distil
leerderij bevond.
Bij onderzoek bleek dit Juist t« zUn en
M. en een medeplichtige uit Gouda, werden
op hectcrdaad betrapt. Reeds waren eenigc
liters alcohol vervaardigd.
De geheele Installatie en de drank wer
den in beslag genomen. Tegen M en zijn
medeplichtige, die bekenden, werd proces
verbaal opgemaakt.
t-Rirhfin^-Vprkcpr
Dit roode bord met
witte streep betr<-krntf
gesloten voor alle ver-
koer in deze richting