WAALS
WOLLEN EN ZIJDEN STOFFEN
WOENSDAG 17 OCTOBER 1934
DE LEÏDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
BAROMETER.
TFXEGKAFIBCn WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht In den
morgen van 17 Oct. 1934, medegedeeld
door het Kon. Ned Met lust. te Oe Bildt
Hoogste barometerst.: 709.4 te Valentia.
Laagste barometerst.: 745.4 te Seydisfjord.
Verwachting tot den avond van 18 Oct.:
Tijdelijk afnemende,
later weer toenemen,
de wind uit Weste-
ijke richtingen, z^aar
bewolkt met regen-
buien en tijdelijke
opklaringen, iets
zachter.
Een stroom van daalgebieden trekt in
Zuidelijke en Zuid-Oostelijke richting over
IJsland cn Schotland. Het voorlaatste ver
sterkte de depressie in het Ooatzeegcbied,
zoodat de wind opnieuw plaatselijke storm
kracht bereikte, het laatste vormt een vrij
diepe depressie, die bij IJsland storm
brengt. De hooge drukking op den Oceaan
houdt een kern boven 775 m.m., maar trekt
zich Zuid-Westwaarts terug. Hierdoor
houdt het buiige weer ln geheel Europa
aan, alleen Scandinavië kreeg bij tijdelijke
drukstüging toenemende vorst, in Skagen
viel echter 48 m.m. regen. Op de Britache
Eilanden neemt de regen weer toe. De wind
is er tijdelijk afgenomen. In Frankrijk is
het weer nog zeer buiig met stormachtige
wind in het Noorden, ook Duitschland heeft
veel regen. In de bovenlucht werd het nog
kouder. Na een korte periode van wind
vermindering is weer meer wind en regen te
wachten.
LUCHTTEMPERATUUR
Temperatuur dea middags te half drie
10,4 gr. C.
LICIIT OP VOOR FIETSERS e.a.
Van Woensdagnamiddag 5.33 uur tot
Donderdagmorgen 5.59 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk: op Donderdag 18 October
voorm. 10.42 uur en nam* 11.30 uur.
De Leidsche Vroedschap
Het voornaamste besluit, dat In de raads
vergadering van J.l. Maandag is gevallen,
is de toestemming in de voorgestelde reor
ganisatie van de brandweer. In principe is
besloten de brandweer onder te brengen bij
dc politie.
Eén gelukkige verandering, daar het aan
alle kapten een verbetering is.
De Leidsche brandweer is van ouds een
vrijwillige geweest. Er was een kern van
acht vaste brandwachts, die in gemeente
dienst waren, en de rest werd gerecruteerd
uit vrijwilligers, die een vergoeding kregen
per keer. Men heeft het jarenlang met dit
systeem gedaan, maar de ontwikkeling
schrijdt voort, men stelt hoogcre clschcn.
De tijden, dat de Leidenaar trotsch was op
de prestatie van de spuit der weesjongens,
die volgens vaste traditie steeds het eerst
bij dc brand waren en daarvoor dc premie
opstaken, liggen achter ons. Dat was nog
in den goeden tijd van vóór den oorlog.
Natuurlijk hoeft de reeks van groote bran
den in de laatste jaren ook wel het hare
bijgedragen tot de overtuiging, dat er wat
moest gebeuren met onze brandweer.
En nu is het oogenbllk gekomen, dat er
wat gaat gebeuren. Hoe de reorganisatie
precies in zijn werk zal gaan, staat nog niet
in finesses vast. Er komt een vaste kern
van geschoold personeel onder leiding van
ccn aparten inspecteur cn deze inspecteur
zal de reorganisatie-plannen nader uitwer
ken, Zuilen dc nu in dienst zijnde acht vaste
brandwachts tot die vaste kern behooren?
Er is Maandagmiddag veel over gepraat,
maar men zal dat moeten overlaten aan den
inspecteur. Wanneer deze met zijn uitge
werkte plannen komt, zal, blijkens de toe
zegging van wethouder Splinter, alles op
nieuw in den raad worden gebracht, waarna
de leden de gelegenheid zullen hebben,
daarover nog eens breedvoerig te discus
sieeren. De Commissaris van politie, onder
wiens opperloiding der politie-brandweer
zal stpan, heeft reeds erin toegestemd, dat
hij vier van de acht vaste brandwachts zal
overnemen, maar voor de andere vier staat
dat nog niet vast. Dat zijn evenwel alle
maal ondergeschikte kwesties, waarover wij
wellicht later nog een opmerking zullen
kunnen maken; de hoofdzaak blijft het
principe-besluit, dat er een politie-brand
weer zal komen en dat kan niet anders dan
een belangrijke verbetering worden ge
noemd.
Veel is er ook gesproken over een oogen-
achijnlijk erg onschuldig voorstel van B. en
W. om n.L aan ir. Stokhuyren, die op 2 Juli
benoemd is tot adjunct-directeur van de
Lichtfabrieken, twee periodieke verhoogin
gen vervroegd uit te koeren en één aan
den heer Wiggers, die in diezelfde raads
zitting benoemd is tot administrateur al
daar. Bij de stemming over dit voorstel
staakten de stemmen (1616); de eene
helft vond de salarisverhooging (want daar
komt het op neer) billijk, omdat een promo
tie zonder salarisverhooging geen promotie
is; de andere helft meende, dat het nu geen
tijd was voor verhooging van zulke sala
rissen, die toch reeds behoorlijk genoemd
kunnen worden.
Om deze kwestie te begrijpen, moeten we
even teruggaan tot de raadsvergadering van
J.l. 18 Juni. Toen kwam aan de orde de pro
motie van drie verdienstelijke ambtenaren
bij de Lichtfabrieken n.l. ir. Fchmera, ir.
Stokhuyzen en de heer Wiggers. De eerste
was reeds adjunct-directeur en kreeg nu
den titel van adjunct-directeur plaatsver
vangend directeur, voor welke vroeger niet
bestaande functie een salaris werd uitge
trokken, welkt bU die promotic paste, het
bestaande salaris met een verhooging van
500 gld. 's jaars. De beide anderen schoven
ln rang op en kwamen in een reeds be
staande salarisregeling; zij gingen practizch
niet in salaris vooruit, omdat het maximum
salaris van hun oude rang gelijk staat met
het aanvangssalaris van hun nieuwe rang.
Aan deze mogelijkheid had de raad niet ge
dacht. Gaat men de debatten van 18 Juni
na, dan blijkt daaruit, dat het de bedoeling
van den raad was, om de prestaties dezer
beide heeren geldelijk te beloon en door
middel van een promotie, gelijk men ook
den heer Fehmers geldelijk beloonen wil
de. Door het besluit van 2 Juli (over dit
voorstel werd n.l. pas in de volgende ver
gadering gestemd) werd evenwel bereikt,
dat de heer Fehmers direct in het genot
van een hooge re wedde werd gesteld, doch
dat de beide andere heeren zouden moeten
wachten totdat hun periodieke verhooging
mettertijd vanzelf zou komen. Dit schiep
een onbillijke verhouding en vandaar het
voorstel van B. en W. Nu kan men met de
oppositie van gevoelen zijn, dat de tijden
er niet naar zijn, om zulke salarisverhoogin-
gen te geven, hoe buitengewoon ook de
prestaties der ambtenaren zijn en met volle
erkenning van de uitbreiding hunner werk
zaamheid en hunner verantwoordelijkheid.
Men kan in dat geval het besluit van 2 Juli
J.l. betreuren. Maar nu het eenmaal aange
nomen is, moet men de consequenties ervan
aanvaarden en is het onbillijk gebruik te
maken van een omstandigheid, waaraan
toen niet gedacht ia, om dat besluit gedeel
telijk illusoir te maken.
De verdere agenda-punten leveren wei
nig stof tot commentaar. Besloten is o.a. het
drukken van het stenoanalytisch verslag en
van de Ingekomen Stukken opnieuw onder
hands op te dragen aan de drukkerij Groen
en Zn., ofschoon er meermalen aangedron
gen is op een openbare aanbesteding. De
verdediging van den voorzitter was even
wel zóó warm, dat de meerderheid van den
raad meeging.
Aandrang werd ook nog uitgeoefend om
het pas vastgestelde „snorverbod" te wijzi
gen. Men wilde wel het z.g. „snorren"
weren, maar dc aan zulk een verbod ver
bonden onaangenaamheden voor het pu
bliek vermijden. Een puzzle voor de com
missie voor de strafverordeningen.
Mr. H. G.
INBRAKEN IN IIET GOOI.
Tot drie jaar veroordeeld.
Dc Amsterdamsche Rechtbank veroor
deelde vandaag den 30-jarigen koopman P.
E. J. H., wegens poging tot diefstal, dief
stal meermalen gepleegd en wegens be
dreiging met doodslag tot een gevangenis
straf van drie jaar met aftrek van voorar
rest. Het O. M. had vijf jaar gerequireerd.
De man had een groot aantal diefstallen
en inbraken in het Gooi gepleegd.
Zoo zou hij op 14 Oct. 1929 hebben inge
broken in het kinderhuis ..Erica" aan den
Naarderstraatweg te Naarden. Hij werd
gesnapt en vluchtte. Op 14 Februari 1934
had hij uit een fietstasch een electrische
lantaarn gestolen. Vervolgens had hij zijn
geluk beproefd in de woning van de fimi-
lie van Eeghen aan den Naarderstraatweg;
ook hier werd hij betrapt en moest hij
vluchten. Ook had hij ingebroken in de
woning van de familie Baas aan de Scha
pendrift te Blaricum; een aantal kleinig
heden worden vermist.
In den nacht van 1 op 2 Augustus 1930
had hU ingebroken in een villa aan de
Schubertlaan te Bilthoven. Tenslotte was
hem nog ten laste gelegd, dat hij in den
nacht van 20 op 21 October 1930 te Den
Dolder in een gebouw van dc Willem Arntz-
IEDER DIE PRIJS STELT OP CHIQUE NOUVEAUTE'S EN
PRIMA KWALITEITEN BEZOEKT ONZE SPECIAAL AFD.
DAGELIJKS AANVULLING MET DE LAATST UITGEKOMEN MODESNUFJES
ALS BIJZONDERE RECLAME l/flOTd fMPflD «i
WORDEN ALLE STOFFEN ONGEACHT
HET BEDRAG VAN UW AANKOOP
HAARL.STRAAT 130-136
LEIDEN
hoeve had ingebroken. Hier werd hij be
trapt door een der verpleegsters. Hij trok
een revolver en riep: „Als je alarm maakt,
dan schiet ik je dood". Ook hier vluchtte
de man.
De verdachte hield ter zitting zijn on
schuld vol.
OPRUIING.
Tot drie maanden veroordeeld.
De Vierde Kamer der Arr. Rechtbank
veroordeelde vandaag den heer D. Schilp,
voorzitter van den Ned. Federatieven Bond
van Personeel in openbaren Dienst te Am
sterdam, conform den eisch van het O. M.
wegens by geschrifte opruien tot een straf
baar feit, tot een gevangenisstraf van drie
maanden.
Verdachte heeft in een nummer van „de
Gemeenschap", verspreid in April en Mei
1934 opgeruid tot strafbare feiten in een
artikel, getiteld: „1 Mei 1934; op voor het
socialisme; tegen het Fascisme". Hierin
wordt opgewekt tot het ondernemen van
een aanslag met het oogmerk de grondwet
tige regeeringsvorm omver te werpen of
op onwettige wyze te veranderen.
R. K. S. V. „SANCTUS AUGUSTINUS"
„Richting in de moderne Literatuur".
In de lezingenreeks over Literatuur,
die de R. K. S. V. „St. Augustinus" voor
haar leden heeft georganiseerd, sprak
Maandagavond de heer Jos. Panhuysen
over „Richting in de moderne Literatuur".
Na een kort openingswoord van Praeses
Melief begon de heer Panhuysen voor een
zeer talrijk gehoor zijn rede.
Spreker was volkomen overtuigd van de
moeilijke taak, die hij op zich had genomen,
maar toch leek het hem goed de moderne
literatuur eens in haar geheel te beschou
wen om na te gaan of in de groote ver
scheidenheid der verschijnselen eenige
eenheid te vinden is. Daartoe leek hem
een zekere groepeering, hoe eenzijdig deze
noodwendig zyn moet, onmisbaar. Hij be
gon te spreken over de sensitivisten, den
Ier James Joyce, den Amerikaan Ernest
Hemingway en de Engelsche schrijfster
Virginia Woolf. Van een uiterste gecom
pliceerdheid komen zy tot iets eenvoudi-
gers, aan den rand van een overbeschaving
lijken ze genaderd tot een nieuw land,
vooral bij Virginia Woolf keert telkens de
gemeenschapsvraag terug, evenals, zonder
ling genoeg, bij de zeer groote groep van
individualisten.
Hiervan behandelde spreker den Duit-
scher Kaf ka, den Oostenrijker Joseph Roth,
de Engelsche schrijvers D. H. Lawrence,
Robert Graves en Aldous Huxley, en de
Fransche schrijvers André Gide, Paul Va-
léry cn André Malraux. In hen allen toon
de hij een verzet tegen een enghartig in
tellectualisme aan, een zoeken naar nieuwe
waarden, die van een grootere algemeen
geldigheid zijn, het verlangen naar een
nieuwe menschelljkheid, dat bij sommigen
echter vertwijfeling wordt, een vertwijfe
ling, die vaak tot een stoïcijnsch heroïsme
voert.
Na de pauze liet spreker zien, dat deze
drang naar een andere menschelljkheid ook
bij het grootere publiek reeds aanwezig is
en hoe daar door de schrijvers van de blo-
graphie romancée op niet altijd kieskeurige,
wijze aan voldaan wordt. Hij sprak in ver
band daarmede over het werk van den
Duitscher Emil Ludwig, den Oostenrijker
Stefan Zweig, de Franschen Delteil en
Maurois en vooral over den Engelschen
schrijver Lytten Strachey. Gewoonlijk
wordt in het werk dezer auteurs de hoo-
gere levenseenheid gemist, die de schijn
bare tegenstrijdigheden in het karakter
hunner helden opheft. Diezelfde eenheid
mist men vaak in de werken van de ge
meenschapsschrijvers, dc schrijvers der
nieuwe zakelijkheid en de communisten.
Van deze groep werd achtereenvolgens het
werk van den Amerikaan Sinclair Lewis,
van de Duitschers Fallada, Heinrich Hau-
set* en Alfred DÖblin, van den Rus Ilja Eh-
renburg, van den Amerikaan John des
Passes, van de Russen Iwanow, Romanow,
Anna Karajewa en Bogdanow beschouwd.
Spreker toonde aan hoe dc communisten,
als Indertijd de volgelingen van de Fran
sche revolutie, inderdaad een nieuwe raen-
schelijkheid willen, maar dat deze een on
houdbare aimplificatie is.
Tot zijn spijt kon hij uit tijdgebrek niet
over de moderne dichters spreken, hoewel
hij hun werk in zich hooger acht dan het
proza, hij beschouwde hier echter alleen
het tijdelijke verschijnsel in de literatuur
en dat is bij hen minder sterk aanwezig,
evenals bij de meeste katholieken, daarom
behandelde hij meer dan de Fransche schrij
vers Claudel, Mauriac en Jacob het werk
j van den Engelschen schrijver Chesterton,
dat van den Franschen schrijver Malègue
en van de Amerikaansche Willa Cather,
die, hoewel protestant, haast uitsluitend 'n
haar laatste boeken over het katholieke
geestesleven schrijft. Zij allen toonen, dat
hetgeen door de moderne literatuur ge
zocht wordt eigenlijk iets is, dat men oud
noch nieuw noemen kan, n.l. wat Chester
ton kenschetste als de everlasting man.
Eenvoudig is dit echter allerminst, en, om
dat een schrijver katholiek is, dringt hij
nog niet altijd door tot de wezenlijke be-
teekenis van het eeuwige, ook in de stre
vingen van de moderne literatuur, noch
kan hij steeds dit eeuwige nieuw toonen.
Spreker liet dan de spiegeling van het mo
derne streven in de Nederlandsche lette
ren zien en sprak daarbij over de auteurs
Menno ter Braak, Lodewyk van Deyssel,
Helman, Jef Last, Revls, en vooral over den
Doolaard en Gerard Walschap, daarna vatte
hij het gehoorde samen in enkele conclu
sies.
Hierna dankte de Pröescs spreker voor
zijn uiterst gedocumenteerd en leerzaam
betoog.
PATER BORROMAEUS VOOR
8T. PETER KANIS.
Mooie inzet van het winterseizoen.
De afd. Leiden der Kath. Jonge Midden-
standsvereeniging St. Peter Kanis heeft
gisteravond het winterprogramma ingezet
met een apologetischen avond, waarvan
de verzorging in goede handen was bij den
zeereerw. pater Borromaeus de Greeve
o.f.m.
Velen hadden aan den oproep der K. J.
M. V. gehoor gegeven, zoodat de groote
Burchtzaal nagenoeg gevuld was, toen de
voorz. van P. K., de heer J. Coster, den
aanwezigen een hartelijk welkom toeriep.
Onder hen merkten we, behalve pater Bor
romaeus en den moderator, kapelaan
Gudde, o.m. op pastoor Smitz. de paters
Frigge, Jorna en Smits alsmede kapelaan
Hessing. Verder waren er het bondsbestuur
alsmede afgevaardigden van diverse jeugd-
en andere vereenigingen.
De heer Coster noemde het een verblij
dend teeken, dat zoovelen van hun belang
stelling blijk gaven en hieruit concludeer
de hij. dat er geen propaganda-avond noo-
dig was om het doel der K. J. M. V. uiteen
te zetten.
Het gaat goed met de K. J. M. V. Het
winterprogramma geeft een groot aantal
lezingen op godsdienstig, cultureel en so
ciaal terrein, terwijl ook aan de vakkun
dige ontwikkeling der leden wordt ge
werkt door het organiseeren van cursussen
voor diverse vakgroepen.
Spr. roept ten slotte de jongeren op om
zich niet langer afzijdig te houden van dez.e
mooie beweging en vraagt ook van dc
ouderen steun, moreelen cn financieelcn
steun. Voor dit laatste heeft de K. J. M. V.
een nieuwen titel uitgedacht, in den vorm
n.l. van een steunpilaar-actie. Wie de K. J.
M. V. met een gulden per jaar steunt
wordt ingeschreven als steunpilaar.
Hierna was het woord aan pater Borro
maeus, die in de inleiding tot zijn onder
werp de K. J. M. V. noemt de Hanze-bloe-
sem aan den boom van onze Katholiciteit,
de hoop der toekomst, de ridderschap van
Christus* Kerk, een Gédeonsgroep als de
beste.
Spr. zegt dan, dat de behandeling van
het van hem gevraagde onderwerp niet in
de eerste plaats de bedoeling heeft enthou
siasme te wekken, maar eerder tot her
nieuwde beleving en diepere verinniging
van het geloofsleven. Van spr. wordt ge
vraagd te antwoorden wie die wondere
Mensch was, die voor ruim 19 eeuwen zijn
hand over de wereld heeft uitgestrekt en
voor ons den eenig volmaakten, waren
godsdienst gesticht heeft. Dat was Jezus
Christus.
Niet ieder eert hem in zijn grootheid.
De twist en strijd rondom hem neemt geen
einde. Christus is het teeken van tegen
spraak en zijn kruis splijt de wereld in
tweeën
Dwaalleeraren hebben de godheid van
Christus geloochend: Arius loochende de
goddelijke natuur, Nestorius ontkende de
eenheid in persoon en weer anderen, tal
van anderen bestreden andere eigenschap
pen van den God-Mensch.
Wat zou er van het beeld van den
Christus zijn overgebleven, indien de Ka
tholieke Kerk het niet ongerept en onge
kreukt had bewaard?
Van de dwaalleeraren verviel men in
het ongeloof en spr. noemt er verschillen
de op met Voltaire als een der grootste on-
geloovigen.
Wij katholieken hebben altijd geleerd,
dat Jezus Christus is de God-Mensch. Van
de schuurkerk tot de Kathedraal, Christus
blijft dezelfde.
Eenmaal aannemende de betrouwbaar
heid der Evangeliën, dan komt men tot de
conclusie, dat Christus is de God-Mensch.
Op vragen van zijn apostelen cn leer
lingen, van zijn vijanden en zijn rechters,
antwoordde Christus altijd klaar en dui
delijk, dat hij God was.
Bij de twistgesprekken me tde Schriftge
leerden, in den tempel bij de overspelige
AGENDA
LEIDEN.
Donderdag. „Residentieorkest". 1ste Abon
nementsconcert, Stadsgehoorzaal,
8 uur.
Donderdag. R. K. Reclasseeringsvereeniging
Zitting St Vincentiusgebouw,
Hoogl. Kerkgracht 32, 89 uur.
Dinsdag. Leidsche Kunstkring „Voor Al
len", Willem Andriessen. Stadsge
hoorzaal 8.15 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 15 tut
en met Zondag 21 October as. waar
genomen door de apotheken: G. F. Reijst,
Steenstraat 35. teief. 136, A. J. Donk, Doe-
zastraat 31, telef. 1318, en C. van Zyp, Wil-
helmin .park 8, Tel. 274, Oegstgeest.
Morgenmiddag (Donderdag) GEEN ge
legenheid tot het verkrijgen van monde
linge inlichtingen op rechtskundig gebied.
vrouw, bij de genezing op den Sabbath
van een lamme te Nazareth, tegenover
Nicodemus, later weer tot de Joden en
tenslotte by den aanvang van zyn lijden,
in het paleis van Caïphas, omringd door
het Sanhedrin.
Christus heeft bij al die gelegenheden
duidelijk getuigenis van zichzelven gege
ven en gezegd, dat hy God was.
Groote mannen waren Hem voorgegaan
en zijn na Hem gekomen: Mozes, de pro
feten, de heiligen, maar geen van allen
heeft zich ooit God durven noemen, nie
mand gaf zich uit voor den God-Mensch.
Daar is voorts het getuigenis van St.
Petrus: Gij zijt de Christus, de Zoon van
den levenden God. Verder haalt spr. aan
het tafereel op Calvarië, waar Dismas, de
goede moordenaar, tot den gekrulsten Za
ligmaker zegt: Heer, gedenk mijner, won
neer Gij in Uw rijk zult zijn gekomen. En
als God-Mensch sprak Christus: Heden nog
zult gy met Mij in het paradijs zijn.
Behalve de eigen woorden van Christus
leggen ook zijn wonderen getuigenis af van
zijn godheid. Hij genas den blindgeborene,
Hij wekte den jongeling van Na'«m op, Hij
vermenigvuldigde vijf brooden op wonder
baarlijke wyze, den storm op zee bedwong
Hij, den blinde van Jericho genas Hij, een
vrouw, die aan bloedvloeiing leed verlostte
Hij van haar kwaal. Lazarus en het doch
tertje van Jaïrus gaf Hij het leven weer
en het summum van alle macht, toonde
Christus door zyn eigen verrijzenis.
De goddelijkheid van den Christus
straalt ook uit naar buiten. Hij is het Licht
der wereld, Hy schouwt in alle diepten en
alle verborgenheden, elk van Zijn woor
den is vol vruchtbaarheid, als Hij spreekt:
Zalig dc armen, zalig die weenen, zalig de
zuiveren, zalig die vervolging lijden....
Wie heeft ooit zulke worden gesproken en
een wereld aan zijn voeten gezien!
De armen: een St. Franciscus van Assisië
en tien, ja honderdduizenden anderen, die
van alles vrijwillig afstand deden!
De weenenden: een H. Teresia, die jam
merde te gaan sterven, omdat zy dan niet
meer lijden kon!
De zuiveren: zoo talrijk velen, die zich
wijden aan den dienst van God, priesters,
zusters en broeders!
Zy die vervolging lijden: miilioenen mar
telaren, die met één woord hun leven had
den kunnen redden!
Wat een goddelijke vruchtbaarheid van
woorden!
Ook de heerlijkheid van Zijn hart
straalt naar buiten. Hij bemint en Hij be
mint geheel. Wij menschen geven slechts
'n stukje van ons zelf.
Spr. weidt hierover nog verder uit en
zegt, dat Christus alle beroemdheden van
wetenschappen en kunsten verre heeft
overtroffen, omdat Hij, zooals Renan het
zeide, niet overtroffen is kunnen worden,
want Zijn geest is onuitputtelijk door alle
eeuwen heen.
Tenslotte wordt de Godheid van Chris
tus nog bewezen, omdat Hy de voorspel
lingen die Hy heeft gedaan, heeft bewaar
heid ook na zijn dood. Christus is bemind
na zyn dood, zooals niemand ooit na zijn
dood bemind is.
Sterker echter nog: Hij wordt nog gehaat
na zijn dood. Houdt bij den dood van den
mensch alls vijandschap op, bij den God-
mensch is dit niet het geval. Hij blijft het
teeken van tegenspraak, ook na zijn dood.
Daarna spreekt pater Borromaeus een
woord van heilig enthousiasme en zegt:
wat moesten wij met ons diep geloof den
Christus toch eigenlijk liefhebben. Maar,
onder den drang naar en van het materieele
gaat er zooveel verloren van onze diepe
overtuiging. Met Bossuet herhaalt spr. de
woorden, welke deze groote Fransche rede
naar op zyn sterfbed sprak: „Tu solus Do-
minus, Tu solus Altissimus, Jesu Christe".
De mensch bemint het licht, het genie van
den geest, maar Christus is de grootste van
allen. Spr. hoopt tenslotte, dat in een stil
uurtje bij ieder deze gedachten eens verder
doorwerken zullen en dat ieder dan in diepe
overtuiging naregge het mooie woord, dat
in de H. Boeken is bewaard: Rabboni, goede
Meester!
Een hartelijk applaus volgde op de prach
tige uiteenzetting van pater Borromaeus,
waaraan d-: voorzitter van PJC. «en har
telijk woord toevoegde.
Na een korte pauze sprak de bondsvoor
zitter, de heer Lohman, nog eenige propa
gandistische woorden tot de leden der
K.J.M.V., om zichzelf te vormen tot man
nen van karakter, tot mannen, die wat
presteeren in de maatschappij, tc werken
aan de hervorming der zieke wereld. Doet
men dit en doet men dit goed, dan zal
ieder later zyn, wat spr. hun nu reeds allen
toewenscht: een gelukkig mensch.
Hierna volgde sluiting van den uitste
kend geslaagden avond, die door de Jong
Studenten Vereeniging met muziek werd
opgeluisterd.