WUENSDAG 17 OCTOBER 1934
CE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD. - PAG. 12
UIT DE RIJNSTREEK
GEMEENTERAAD VAN WARMOND
WOERDEN.
DE L. T. B. UIT ZIJN SLAAP
ONTWAAKT.
Een vurige rede van prof. Clcophas.
De afdeeling Woerden van den L. T. B.
hield gisteravond een vergadering in café
Buys voor leden en huisgenooten. Het be
zoek was bevredigend te noemen. Dea te
meer viel dit op, daar de afdeeling de
laatste jaren in een soort slapende toe
stand verkeerde.
De voorzitter, de heer Smorcnburg, open
de de vergadering en sprak zijn spijt er
over uit dat de geestelijk adviseur verhin
derd was aanwezig te zijn. Hu verwelkom
de in 't bijzonder den spreker van dezen
avond, prof, Cleophas, hooglceraar te War
mond, die zou spreken over het vereeni-
gin galeven.
De ecrw. spreker begon zijr rede met
er op te wijzen, dat men zich bewust moet
zijn van het principieele der Katholieke
organisatie.
Vooral in dezen tijd van crisis, die maar
steeds nog niet 2s opgelost.
Het liberalisme, aldus spr., heeft de
mcnsch geleerd alles te doen voor zichzelf,
zonder eenigszins rekening te houden met
God. We hebben daardoor een systeem ge
kregen, waardoor we ten slotte zitten voor
een toestand, waarin aan de ecne zijde een
groot aantal goederen is opgepropt en aan
de andere zijde niets is.
Niemand minder dan de Paus heeft zoo
juist op de kwaal van onze tijd gewezen.
Een streven naar welstand is geoorloofd,
maar dit moet tot een zekere hoogte gaan.
Het leven in dc maatschappij, goed ge
leefd, zal zich uiten in een goede arbeids
verdeling. Waar we voor werken, het is
voor het levensonderhoud. Toch hebben
we ook een deel te doen van het werk, dat
voor anderen noodig is.
Hier komt de spreker tot de z.g. standen
d.z. de functies die de leden in de maat
schappij vervullen. Ook in de boerenstand
is noodig een redelijke arbeidsverdeeling.
De menschen zijn volgens het woord van
den Paus vergeten, dat ze allen deelen
van één lichaam zijn.
Een maatschappij moet steunen op een
redelijke verdeeling. Als redmiddel wordt
aangegeven de verdeeling in bedrjjfs-
schappcn, de ordening van de maatschap
pij naar de standen.
Steeds blijkt, dat de mensch tot egoisme
geneigd is, maar wanneer hij zijn plaats
weet in de maatschappij kan dit tot de
kleinste proporties worden /teruggebracht.
De eenigste weg tot redding der maat
schappij is, behalve natuurlijk Gods zegen,
dat iedereen zijn plaats weet in die maat
schappij. Zooals we nu de organisaties
hebb#n zijn we nog lang niet waar we
wezen moeten. Maar de menschen moe
ten hierdoor al vast tot gemeenschapszin
worden gebracht. Zij moeten ons weer
brengen tot de liefde voor onze medemen-
schen, een liefde die offers weet te bren
gen. Deze hebben we in onze dagen hard
noodig. En dit beginsel moet onze maat
schappij weer gezond maken.
Ook noodig voor onze tijd is een veran
dering van zeden.
Zonder de Kerk is het onmogelijk te ko
men tot deze verandering van /eden, die
leidt tot sociale rechtvaardigheid en lief
de. De sociale rechtvaardigheid moet het
beginsel worden van ons maatschappelijk
leven, terwijl de liefde daarin naar bui
ten moet worden gedragen.
De kerk is het eenigste instituut, dat
ons deze verandering kan leeren.
Met klem wijst spr. op de plicht om ka
tholiek georganiseerd te zijn, omdat wü
daardoor dc beginselen der Katholieke
Kerk vanuit deze organisaties kunnen op
nemen.
De geest van dat slappe Katholicisme
moet er uit de geest die helaas nog vele
Katholieken bezielt. Men moet de uiterste
consequenties van ons geloof aanvaarden.
In 't bijzonder wijst spr. er op, dat we
ook de jongeren in onze beweging kunnen
betrekken door middel van de aspiran-
ten-afdeelingen.
De jeugd moet dan ook ontwikkeld wor
den voor later en hierbij dringt spr. aan
op het volgen van onderwijs.
Ten slotte wijst" spr. nog op het ontzag
lijke werk dat voor ons staat. Hiervoor is
kracht noodig, die we moeten putten uit
onze Katholieke beginselen. De taak, die
wacht, is mooi en in onze sombere tijd lig
gen toch nog mooie perspectieven open.
Voor het werk, dat nog voor ons ligt, moe
ten we elkaar vinden in onze organisatie,
aldus besluit spr. zijn heldere en enthou
siast voorgedragen rede.
Van de gelegenheid tot vragen wordt
slechts weinig gebruik gemaakt.
De voorzitter dankt hierna de spreker
voor zijn vurige rede en hoopt, dat deze
ook leiden mag tot de noodige actie. Daar
na volgt sluiting.
NOORDEN.
Volksbond. Gisteravond hield dc
Volksbond een ledenvergadering met den
Christelijkcn groet en heette allen wel
kom, vooral den kapelaan en de heeren
Steinmetz en P. M. v. d. Weydcn. Een be
knopte uiteen/ettin werd gegeven op so
ciaal en staatkundig gebied, door het
Tweede Kamerlid, de heer W. Stinemetz.
Vervolgens werden nog eenige vragen ge
steld. welke naar behooren werden beant
woord. Hierna werd dank gebracht aan
den spreker voor de leerzame rede. tevens
werden alle thans aanwezigen uitgenoo-
digd om den veleenden cursusavond bij te
wonen, welkt. 'ven wordt op 13 Novem
ber door den heer Kuypcr, hoofdbestuur
der van .de Landarbeidersbond. Hierna
bracht de voorzitter dank aan alle leden
en belangstellenden en sloot dc vergade
ring met den chr. groet.
Onder voorzitterschap van den heer A.
J. L. Ketelaar hield de Raad dezer gemeen
te een openbare vergadering, waarbij alle
leden tegenwoordig waren. De bijeenkomst
werd op de gebruikelijke wijze geopend,
waarna op verzoek van den voorzitter de
notulen der vorige bijeenkomst werden
aangehouden.
Bij de ingekomen stukken werd voor
lezing gedaan van het ingekomen rapport
betreffende opneming van kas en boeken
en controle van de administratie van den
gemeente-ontvanger, welk rapport voor
kennisgeving werd aangenomen. Hierna
werd overgegaan tot afwerking van de
agenda. Bij punt 2 van deze agenda deelde
de voorzitter mede, dat door Gedeputeer
de Staten bezwaren waren geopperd, met
betrekking tot het in de vorige vergadering
genomen besluit tot het aangaan van een
conversie-leening groot 150.676.25. Onder
dit bedrag is begrepen een bedrag van
60.500.ten dienste van het Waterlei
dingbedrijf. Het door den Raad vastgestel
de aflossingspian dezer laatste leening kan
niet de goedkeuring wegdragen van Go-
deputeerde Staten. Burgemeester en Wet
houders stellen derhalve voor, aan het ver
langen van Gedeputeerde Staten tegemoet
te komen en het aflossingsplan samen te
stellen op de wijze ais door dit College
aangegeven.
De heer Weijers betreurt het, dat het
eerste plan niet de goedkeuring heeft kun
nen wegdragen, daar dit plan toch voor de
Gemeente het meest juiste was. Spreker
keurt het af, dat van honger hand steeds
besluiten van de Gemeente worden afge
keurd, waarvan de Raad de overtuiging
heeft, dat zü toch genomen zün, In het
belang der Gemeente. De voorzitter zegt,
dat de wijzigingen welke door Ged. Sta
ten in het aflossingsplan gewenscht wor
den niet van zoo'n ingrijpende beteekenis
zijn.
Na nog eenige bespreking wordt beslo
ten het aflossingsplan te wijzigen in den
zin als door Ged. Staten aangegeven.
Hierna komt aan de orde het verleg
gen van de vijver bij de buitenplaats van
mr. Nüpels en de villa „de Driehoek" voor
verbreeding van den Heerenweg.
Burgemeester en Wethouders verzoeken
den Raad machtiging om met bedoelde
eigenaren een voorloopige overeenkomst
aan te gaan. De definitieve plannen zullen
den Raad te zijner tijd worden voorgelegd.
Conform het voorstel van Burgemeester
en Wethouders wordt besloten.
Vervolgens worden diverse comptabili-
teitsbesluiten vastgesteld met betrekking
tot wijziging van de begrooting van in
komsten en uitgaven dezer gemeente,
dienstjaar 1934.
Komt ter tafel een voorstel van Burge
meester en Wethouders tot het aangaan van
een overeenkomst met de firma Schouls te
Leiden, met betrekking tot het door deze
firma verschuldigde opslag en havengeld
voor het lossen en opslaan van steencn, be-
noodigd voor den nieuwen Rijksstraatweg.
Zij stellen voor de door genoemde firma
verschuldigde tarieven te verlagen, waar
tegenover de firma zich verbindt eenige
werkloozen uit deze gemeente voor het
1 Dssen dezer steenen in dienst te nemen en
aan hen hiervoor uit te keeren 80 centen
per 1000 steenen, terwijl zij tevens een man
als opperman in dienst zullen nemen. Het
wil Burgemeester en Wethouders voorko
men, dat deze regeling in het belang der
Gemeente is, niet het minst in dat van de
werkloozen, weshalve zij den Raad machti
ging verzoeken meergenoemde overeen
komst aan te gaan.
De Raad, overtuigd van het werkelijk be
lang, dat aan deze overeenkomst voor de
Gemeente verbonden is, besloot met alge-
meene stemmen de gevraagde machtiging
te verleenen.
De contra-prestatie.
Bij de gebruikelijke rondvraag ontspon
zich een langdurige discussie met betrek
king tot het verrichten van contra-presta
tie door de werkloozen alhier. De heer
Weijers is van oordeel, dat het niet
juist is, dat de 10 pet. toeslag, die aan
de werkloozen wordt gegeven op hun steun
als zij werken in contra-prestatie moeten
verdiend worden, m.a.w., dat ook voor
deze toeslag gewerkt moet worden. Dit is
zijns inziens niet juist, daar dan niet van
een extra-vergoeding kan worden gespro
ken. Spreker is van oordeel, dat op deze
wijze onder de arbeiders verzet gekweekt
wordt. Hij zou derhalve Burgemeester en
Wethouders willen verzoeken pogingen in
hfet werk te stellen, om dezen toeslag bui
ten de werkprestatie te plaatsen.
Wethouder Zwetsloot kan zich met de
zienswijze van den heer Weijers niet ver
eenigen. Spreker zegt, dat niet uit het oog
mag worden verloren, dat momenteel in
contra-prestatie meer verdiend wordt, dan
in het vrije bedrijf. Hij voor zich kan dan
oook niet indenken, dat er onder de ar
beiders verzet is tegen het werken ook voor
den toeslag. Het is zijn stellige meening,
aat het overgroote deel der arbeiders te
gen de thans geldende regeling geen be
zwaren hebben, doch dat het verzet komt
uit een bepaalde groep. Spreker weet wel,
dat de arbeiders bang zijn, dat door deze
maatregel de loonstandaard gedrukt zal
worden, doch laten zij zich wel indenken,
dat vele andere kleine menschen moeten
rondkomen met een bedrag nog minder
dan wekelijks aan de werkloozen aan steun
wordt uitgekeerd, terwijl zij dan boven
dien in den vorm van belasting aan de
steun aan de werkloozen moeten bijdra
gen.
Wethouder Oudshoorn had liever gezien,
dat het uurloon hooger was gesteld en
vindt het werken voor den toeslag uit bil-
lijkheidsoogpunt niet juist. Spreke%is ook
van meening, dat de geest onder de ar
beiders goed is, behoudens enkele uitzon
derlijke gevallen, waarvan hij ér persoon
lijk een heeft meegemaakt. Tégen derge
lijke gevallen moet en zal ook krachtig
worden opgetreden, aldus spreker.
De voorzitter zegt, dat ook hij liever had
gezien, dat het uurloon hooger was ge
steld en voof den toeslag niet gewerkt be
hoefde te worden. Te dezer zake zijn ech
ter van den Minister bindende voorschrif
ten ontvangen. Burgemeester en Wethou
ders willen op verzoek van den Raad wel
pogingen in het werk stellen, om alsnog
den toeslag buiten de werk-prestatie te
houden, met welk voorstel de Raad ac-
coord ging.
Hierna werd overgegaan in geheime zit
ting, ter afdoening van eenige belasting
aangelegenheden.
DE RIJKE OOM UIT AMERIKA.
Aan de reeling van het stoomschip leunt
John Murdock, passagier eerste klas. Nie
mand zou het gelooven, dat hij zich in deze
voorname zalen, op deze deelen van het
dek bewoog ja eenige luxe-cabines voor
zich had gehuurd. Maar allen wisten het:
achter den man in het ouderwetsche,
eenigszins armoedige costuum verborg zich
een der rijkste mannen van Amerika.
John Murdock is vrijgezel, verstokte vrij
gezel. een werker, een wroeter, een, die
vóór 30, 40 jaren arm en veracht in de Sta
ten kwam, in de stadsriolen sliep, een, die
met iederen cent woekerde en ze tot dol
lars opeenhoopte en uit een dollar er 100
wist te slaan en bij wie de honderden tot
millioenen groeiden, niemand kan zeggen,
hoe. Hij zelf ook niet.
En nu leunt hij tegen de reeling en kijkt
door den dichten nevel heen.... niemand
weet waarnaarWeet hij het zelf?
Den volgenden morgen. In een hotelka
mer, te midden van een heele reeks pronk-
volle kamers, waarvan de deuren wijd ge
opend staan, zoodat men de heele, opdrin
gerige rijkdom van zijden en fluweelen be
hangen, schitterende lusters en spiegels,
vergulde meubels met eenige blikken op
kan nemen, temidden van al deze pracht
staat, in zijn armoedige kleeren, handen
wrijvend John Murdock.... kijkt in dezen
spiegelenlacht met zijn eigen
beeld.... pakt in den rechter, daarna in
den linkerborstzaktast naar het chèque-
boek en potlood. Niets is vergeten. „Nie
mand zal mij herkennen", mompelt de een
zame man.
„Oom Bernard niet, tante Siddy niet, Ed
ward niet en Jane nietniemand.
„Oogen zullen ze opzetten.... God....
oogen als theekoppen....!
Hij drukt op de knop van de bel.
Direct meldt zich een page in livrei en
vraagt naar zijn wenschen.
„Wenschen! mompelt hij. ..Heb er geen.,
momenteel heelemaal niet. Zijn nu alle ver
vuld".
Hij lacht in zich zelf, snauwt dan den
jongen toe: „Kijk me aanik wil weten
hoe ik er uitzie".
Daar de boy aarzelt en niet weet wat
hij zeggen zal, snauwt John Murdock hem
toe: ,,'k Weet zelf, dat ik geen Amor en
geen Adonis ben! Wil weten of men aan
mij kan zien wat ik ben: De rijke oom uit
Amerika. Hè, zie ik er zoo uit?....
Nu, dus niet?.
Lach niet lummel.... Vogelverschrikker
hè? Armoedig genoeg.... Zal een verras
sing zijn voor mijn lieve familieleden....
Hebben 40 jaar niets van me gehoord....
Dus armoedig genoeg?
„Dank je.... Ga heen!"
De boy is blij, als hij de deur tusschen
zich en deze raadselachtigen man dicht
trekt.
Maar de millionair staat nog een heele
poos voor den spiegel, bindt een oude ge
vlekte das om, lacht in zich zelf, lacht tot
de spiegel rinkelt, slaat met de vuist op
tafel en mompelt, met zijn tandenloozen
mond. „O, zij zullen lachen, zullen weer
lachen met den domkop, die met niets naar
Amerika gaat en daar fortuin wil maken..
Uitlachen zullen ze mij evenals voor 40
jaar.... Oom Bernard, oom William, de
nichtjesallemaal, Mabel Vichy met
haar zomersproeten en rood haar, Jane,
Augusta.Maar dan, dan.
En hij glundert al hoe het zijn zal, als hij
spelend het chèqueboek voor den dag haalt
en den reiscredietbrief van de Lloyd als
hü hun zeggen zal, hoeveel kamers hü in
dit hotel bewoont, waarvan zijn oom steeds
met den grootsten eerbied sprak ja en
als hij hen uitnoodigen zal op een prachtig
diner.... en als hij hun dan naderhand de
deur wijzen en de straat op gooien zal,
zooals zij eens hem, den bedeljongen vóór
40 jaren.
Daarop had hij gewacht, daarvoor had
hü gewerkt, geploeterd, geschraapt, ge
wroet 40 jaar lang. 40 jaar voor dit eene
oogenblik. Maar dan is er iets hoe zal
hij het zeggen: 40 jaar is een heele tüd.
Of Vichy of Jane zonen zouden hebben?
Zoons, die nu zün neven waren, zooals hü
toen Bernards neef was? En wat zal hü
met hen doen? Op straat gooien zooals
die, dieEn dus zelf zün, zooals die
oom was? Of zal hü een oom zün, zooals
hü zich als jongen die gedroomd had, lief
devol, edelmoedig?
John Murdock weet het niet, voelt het,
dat hü juist dit niet weet, nog niet weet.,
hü zal afwachten, zien, het oogenblik zal
hem wel de juiste daden ingeven.
Uren later. Met een verkreukeld plan van
de groote stad in de bevende handen
dwaalt een eenzame man door de haven-
wük. Argwanend bekükt hü huis na huis.
„Hier woonde oom Bernard", bromt hü
in zich zelf. „Hier heb ik met Jane en Ed
ward gespeeld daar in die deur was de
scène met de katwat was dat toch weer
met die kat van tante SiddyAch, ik
weet het niet meer, maar ik heb slaag ge
kregen, dat weet ik. Of ook vandaag daar
weer jongens spelen, mün neven?.... Wist
ik maar wat ik met hen beginnen moest.
Och wat, er uit met hen, met allemaal.
Waarom zouden ze het beter hebben dan
ik?"
Hü stapt op uitgesleten treden, zoekt
naar naamplaatjes, het eene is er niet bü-
Hü gaat een groentewinkel binnen, kwaad
aardig kükt de vrouw hem aan, want hü
koopt niets, voor geen penny....
„Murdock, wat is dat voor e ennaam?
Nooit gehoord. Sedert menschen heugenis
woont zü in hetzelfde huis, maar Murdock?
Wat voor christenmensch had nu zoo'n
naam.... Hier niet, in huis niet, in de
straat niet.... in de heele stad niet..., bü
God niet.
Wankelend verlaat John Murdock den
winkel, kükt hoofdschuddend rond, laat de
deur met de gebroken ruiten op en neer
gaan eens sloeg hü er een van kapot en
kreeg er een flinke aframmeling voor.
In een café bestelt hü een whiskey en een
adresboek. Met sidderende handen slaat hü
het open, zoekt., zoekt. Likt aan den vin
ger en bladert.geen Murdock staat er in.
Bernard niet, Edward nietHij lacht.
Jammer. Heimwee, echt heimwee had hü
naar den oom gehad, ja, en naar den neef.
Maar met hen zal hü het anders doen, die
zullen hem niet voor de voeten gooien, wat
hü tegen den oom had; die zullen hem ze
genen, die tenminsteal zouden de an
deren vloeken, wanneer zün naam valt, de
neven, jongens, zooals hü er een was
Neen, voor hen zal hü goed zijn, later,
maar eerst zullen zij hetzelfde lot onder
gaan, wat hü de zünen toegedacht had. Hü
glimlacht.
Cromer zoekt hü nu, William Cromer.
Oom William, die hem het hardste pak
slaag van zün leven toediendeen waar
voor? Om een peer.... Ja, ook voor oom
William is een plaats aan zün tafel ge
dekt, een eereplaats, met bloemen versierd
en een blik in zün bankboek. En ook oom
William zal op de straat terechtkomen,
wanneer hij zich de oogen ziek gekeken
heeft aan de Dollarszon
Maar ook William Cromer is in het dikke
boek niet te vinden. Op dezen avond zien
politieagenten een ouden man in de goot
zitten. De beenen heeft hü. dwars over el
kaar gelegd, de veters van zün versleten
schoenen hangen bijna in het vuile stroo-
mende rioolwater. Naast hem ligt een hoop
je papieren, telkens neemt hij een blad,
vouwt het dicht, vouwt het nog eens
tot een scheepje, zooals kinderen dat doen,
idioot.... lachend zet hü het in het grüs-
gele snel stroomende water, ziet het na,
lacht het na: „Goede reis, groet oom Ber
nard, groet Mabel Vichy, Jane, allemaal..
Maar het is voor John, uw lieven kleinen
John, alleen voor hem, een ander heeft er
niets mee te maken! Vinger er af, roert
het niet aanSchooiers die ge züt!"
Zün stem is krüschend geworden; dan
weer scheurt hü een papier in honderd
stukjes, gooit het weg en grinnikt het na:
„Voor den kleinen Dickie is het, uw kleinen
Dickie, met 'n hobbelpaard daarvoor koo-
pen, looden soldaatjes.... wat hü wil, de
kleine Dickie....!"
Een poosje kijken de bobbies naar hem,
lachen achter zün rug, wüzen op zün voor
hoofd, laten hem rustig voortgaan, met zün
onschuldig speL Toen de lantaarns oplich
ten zei plotseling een van hen: „God ze-
gene mün oogen maar dat is geld! De
oude speelt met geld!"
En krachtig zet hü den voet op de rest
van de bankbiljetten. De man in de goot
merkt het niet eens. Hü lacht maar, goedig,
zooals nog nooit anders.
„Alles voor Dickie, alles voor den kleinen
John, niets voor oom William, geen penny
voor oom Bernard.
Gewillig laat hü zich bü den arm om
hoog tillen en wegleiden. Alleen toen ze
de Prince Edward-straat passeeren is het
een seconde, alsof hü een oud, somber don
ker huis met versleten trappen binnen wil
treden. Maar hü schudt het hoofd en komt
tegeUjk weer terug en de agenten hooren
hem mompelen: „Niemand meer daar
Alles vergeefs. Veertig jaar40
jaar...."
STOOM V AARTBERICHTEN
STOOMV MAATSCH. NEDERLAND.
TANIMBAR (thuisr.) vertr. 15 Oct. van
Sabang.
KON. NED. STOOMB MAATSCHAPPIJ
EUTERPE arr. 16 October van Amster
dam te Bordeaux.
MARS, Cephalonia naar Amsterdam,
pass. 16 Oct. nam. 1 uur 50 St. Catharines
Point.
PERSEUS arr. 15 Oct. van Bilbao te San
tander.
TRAJANUS vertr. 15 Oct. van Licata n.
Palermo.
ULYSSES vertr. 16 Oct. van Salonica a.
Smyrna.
RESTES vertr. 16 Oct. van Amsterdam
naar Hamburg.
KON. PAKETV. MAATSCHAPPIJ.
LE MAIRE vertr. 13 Oct. van Mombassa
naar Batavia.
SAWAHLOENTO vertr. 14 Oct van Lo
renzo Marques naar Port Natal.
TASMAN vertr. 15 Oct. van Kaapstad
naar Mosselbaai.
HOLLAND-AMERIKA-LIJN.
BEEMSTERDIJK New Orleans naar
Rotterdam 15 Oct. op 460 mül West van
Land's End.
VOLENDAM arr. 16 Oct. van New York
te Rotterdam.
NEBRASKA, Vane.Rotterdam arr. 15
Oct. te Liverpool.
KON. HOLL. LLOYD.
SALLAND (thuisr.) arr. 16 October te
Bahia.
ROTTERDAMSCHE LLOYD
KOTA TJANDI (thuisr.) pass. 14 Oct
Perim.
KOTA GEDE (uitr.) pass. 16 October te
Gibraltar.
SIBAJAK (uitr.) vertr. 16 Oct. van Port
Said.
STOOMVAART MIJ. OCEAAN.
HECTOR, Japan-Rotterdam vertr. 16
Oct. van Aden.
STENTOR Ja va-Amsterdam vertr. 15
Oct. van Port Said.
ANTENOR arr. 15 Oct van Rotterdam
te Glasgow.
POLYPHEMUS vertr. 13 Oct van Bata
via naar Amsterdam.
VEREEN NEDERL SCHEEPVAART MIJ.
(HollandAustralië Lijn).
AAGTEKERK (thuisr.) vertr. 15 October
van Antwerpen naar Londen.
(HollandOost-Azië Lijn».
MEERKERK (thuisr.) vertr. 14 Oct van
Sjanghai
ZEG ZE WSA AR GERUST
HOE LAAT HET IS l
IEDER KATHOLIEK behoort abonné te zijn op een
Katholiek Dagblad, en dit is voor LEIDEN en OMGEVING
„De Leidsche Courant'.
Een leder die ons jen abonné (vcor minstens drie maanden)
aanbrengt, zullen wij gelegenheid geven te kunnen zien
hoe iaat het is.
Wij zenden hem (haar) onderstaand klokje