DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
ZONDAGSBLAD
26ste Jaargang
ZATERDAG 13 OCTOBER 1934
No. 7938
S)e £cld^elvc(Soii^mit
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week1 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.G0 per kwartaal
Franco per post 1 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 1
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
GeWone Advertentiën 30 cent per regal
Voor Ingezonden Mededeellngen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur eo
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
DE NIEUWE ST. PETRUSKERK TE LEID EN MET HET BOUWCOMPLEX
IN VOGELVLUCHT. (Zie uitvoerige beschrijving in het 3e blad)
V De gave gulden.
Omtrent de gerucht-makende redevoering
van een pater Capucijn wordt in de
„Maasbode" door de „Commissie van Sa
menwerking" te Helmond met instem
ming van den spreker zelf o.m. ver
klaard:
Het „Millioenen armen rond den ga
ven gulden" bleek duidelijk niet be
doeld als een pleidooi-zonder-meer voor
devaluatie, maar als een schrijnende
kreet om werk, werk tot eiken prijs,
óók, al zou de gulden er voor moeten
vallen!
Zóó bedoeld, zijn wij het er volkomen
mee eens! Jammer, dat de spreker zijn be
doeling niet had geformuleerd in woorden,
minder berekend op een zeker oratorisch
effect en meer gericht op klare, kalme voor
lichting.
Indien er met het vallen van den gul
den meer werk komt d.w.z. meer loo-
nend werk, dus meer welvaart, dan is
ieder voorstander van devaluatie, behalve
in bekrompen inzicht van eigen belang
verblinde „kapitalisten". Ieder weiden
kend mensch echter mqet dan zeker zich
verklaren voor devaluatie en er voor ijve
ren, dat deze tot stand komt. De. vraag is
echter „slechts": zou er dan werkelijk
meer werk, meer welvaart komen of nog
minder werk en nog minder welvaart?Om
deze vraag draait de hééle kwestie een
kwestie, welke niet zoo maar kan worden
opgelost, doch die ook niet wij herhalen
het weer in het duister mag wor
den gelaten, waarin o.i. wel méér licht
kan en dus moet worden ontstoken door
hen, die door kennis en kunde daartoe be
kwaam en geroepen zijn.
PIJLTJESDAG
R.K. Jeugbwerk, bisdom Haarlem
Morgen, Zondag 14 October, zullen er
diverse pijlen op u worden afgeschoten ten
bate van het R.-K. Jeugdwerk in ons Bis
dom.
Een frissche, actieve Jeugdbeweging is
een dwingende noodzaak van den tijd.
Wil dit werk uit kunnen groeien, dan is
er krachtige, financieele steun noodig.
De mannelijke en vrouwelijke Jeugdbe
weging voeren hiervoor tezamen morgen
daartoe deze actie en wel in allesteden
en alle dorpen.
Geen parochie wordt vergeten!
Als gezamenlijk symbool kozen zij de
pijl, omdat zij „vooruit willen schieten"
naar hun groote doel: de wereld te winnen
-voor Christus.
De Jeugdbeweging in haar diverse scha
keeringen wil vooruit....
Als bewijs van meeleven en sympathie
met dit echt Katholieke streven kunnen we
wel niet anders doen, dan den pijlenregen
op te vangen morgen.
Geen Katholiek mag achterblijven: ieder
van ons richte zijn pijl.
Het Eucharistisch Congres
Men meldt d.d. 12 October uit Buenos
Aires aan de „Tijd":
Na de feestelijke plechtigheden van de
openingsdagen is in de werkzaamheden van
het congres een rustiger rhythme ingetre
den, dat heden en morgen zal voortduren.
De verschillende vergaderingen volgen el
kander op en verheugen zich in groote
deelname. Hedenmiddag heeft de Neder-
landsche sectie, evenals de andere nationale
groepen, om drie uur een vergadering ge
houden waarna om vijf uur in het Paler
mo Park de tweede algemeene vergadering
bijeenkwam.
Het onderwerp van dezen dag is het ko
ningschap van Christus en het modern ka
tholieke leven. „De dag van het Latijnsche
ras" is herdacht met een Pontificale Hoog
mis in de kathedraal, die door de regee
ring en de vijf te Buenos Aires aanwezige
kardinalen werd bijgewoond.
Zilveren trompetten bliezen gedurende
de consecratie het largo, dat gewoonlijk bij
de Pausmis in den Sint Pieter te Rome
wordt uitgevoerd.
Hedenavond heeft in het Theatro Colón
een gala-voorstelling plaats ter herdenking
van Columbus' eerste landing voor 442 jaar
De Romeinsche correspondent van de
„Tijd" seint d.d. 12 Oct.:
Het Vaticaansche radiostation heeft alles
in gereedheid gebracht voor de overzending
van den Pauselijken Zegen over het Eucha
ristisch Congres op Zondag a.s.
De Paus zal Zijn zegen uitspeken na de
Pontificale Hoogmis, die de Kardinaal-Le
gaat in het Palermo-Park te Buenos Aires
op Zondagmorgen zal opdragen.
De uitzending zal niet voor 3.30 uur Ita-
liaanschen tijd, 11.30 uur Argentijnschen
tijd, 2.50 uur Nederlandschen tijd, plaats
hebben op de golflengte van het Vaticaan
sche radiostation.
De Italiaansche zenders zullen de uitzen
ding overnemen.
Men meldt uit Buenos Aires d.d. 12 Oct.
nog aan de „Tijd": Heden werd te 10 uur
in de kerk van de E. E. Paters Redempto
risten een Pontificale H. Mis opgedragen
door Z. Hoogw. Excelentie Mgr. J. H. G.
Jansen, Aartsbischop van Utrecht; de Ne-
derlandsche congressisten, zoowel de gede
legeerde als de te Buenos Aires gevestigde,
woonden de indrukwekkende plechtigheid
bij. Des namiddags te 2 uur vergaderde de
tweede Nederlandsche sectie, waarin aller
eerst Z. Hoogw. Excellentie Mgr. Dr. J. H.
Lemmens, Bisschop van Roermond, het
woord voerde.
Hierna was in deze sectie het woord aan
den heer C. van Luyt van Buenos Aires,
die een rede hield over „Persoonlijke gods
vrucht tot het H. Sacrament".
De laatste woordvoerder in de Neder
landsche sectie was heden de -eereerwaar
de Pater Jan Smits, die gevoelvol sprak
over „Sociale godsvrucht tot de H. Eucha
ristie".
De sprekers vonden in de gewijde sfeer,
waarin heel Buenos Aires in deze dagen
lc^ft, een dankbaar gehoor.
KAN DE REGEERING ONS
UIT DEN PUT HELPEN 7
Onder het opschrift „Gevaarlijk vergif'
schrijft de „Mijnwerker":
,,'t Is niet zoo'n heele toer om tegenwoor
dig op een volksvergadering een onbedaar
lijk applaus te ontketenen.
Wanneer men slechts de kunst verstaat
om met „volksche" taal en suggestieve
uitingen critiek uit te oefenen op Regeering
of andere instanties, welke een zekere ver
antwoordelijkheid dragen, dan kan men bij
voorbaat reeds van dat applaus verzekerd
z\jn.
Het volk dat onder ontzettende moeilijk
heden gebukt gaat, is daarvoor buitenge
woon bevattelijk; het zoekt uitkomst en
vergaapt zich maar al te licht aan een
schoonen woordenstroom, ook al behelst
die niets dan negatieve critiek en ontbreekt
daarin elke aanduiding voor een construc
tieve herstelpolitiek.
Er wordt op die wijze ook wel door
menschen die het goed meenen met den ar
beidersstand en die zich juist daardoor wel
eens wat licht laten gaan aan ons volk
heel wat gif toegediend.
Ongewild en onbedoeld ongetwijfeld,
maar dat daarom vroeg of laat in niet min
dere mate zijn rampzalige uitwerking zal
hebben.
Wij houden telkens weer ons hart vast,
wanneer we lezen, dat die of die het toch
maar weer eens goed gezegd heeft, hetgeen
dan hierop neerkomt dat de schuld van al
de ellende waarin we leven, te wijten is
aan een landsregeering of politieke verte
genwoordiging, die niet van goeden wil of
wel onbekwaam is.
Dergelijke voorstellingen moeten funest
werken.
Ze wekken den indruk dat een regeering
of politieke partij ons „uit den put zouden
kunnen helpen", wanneer ze maar bereid
zijn een anderen koers in te slaan.
De menschen komen daardoor op een
dwaalspoor.
Geen regeering, welke ook, Is in staat
ons zoo maar eventjes uit den put te hel
pen. Bij onze tegenwoordige gecompliceer
de wereldeconomie speelt geen enkele re
geering het klaar de crisis te bezweren en
de ellende te doen verdwijnen voor wel
vaart. Hoogstens zal ze kunnen probeeren
de crisisgevolgen te verzachten en ons volk
zoo dragelijk mogelijk door de moeilijkhe
den heen te leiden.
Wie het anders voorstelt is niet vr\j te
pleiten van overdrijving.
Feit is dat de gewijzigde verhoudingen
in de economische wereldstructuur niet on
opgemerkt aan ons land en ons volk kun
nen voorbijgaan.
Wij hebben die harde werkelijkheid te
aanvaarden en er ons ook voor te hoeden
het volk in den waan te brengen, dat we
zelfs door een andere ordening in het
economisch leven zoo maar door de moei
lijkheden heen zijn".
„HET VROUWTJE
VAN STAVOREN"
Uit een artikel in de „Gelderlander":
„Nu hebben we gisteren kunnen lezen,
dat de Veehouderijcentrale heeft besloten
aan de regeering te adviseeren 150.000 stuks
rundvee op te ruimen; 125.000 stuks zouden
worden ingeblikt, 10.000 zouden worden in
gevroren en de rest worden vernietigd.
Dit vernietigingsadvies voor 15.000 stuks
runderen is eenvoudig verbijsterend. Dui
zenden armen snakken naar vleesch; zou
den nu werkelijk niet de arme gezinnen,
die eenvoudig niet in staat zijn, zich een
toereikende hoeveelheid vleeschvoedsel aan
te schaffen, niet geholpen dienen te wor
den?
De aanbevolen vernietiging gaat zonder
meer tegen de natuur der dingen in. Er is
vleesch beschikbaar, dat vernietigd zou
wordenterwijl in honderden gezinnen
naar dat vleesch wordt gesnapt!
Over het verbijsterende van zulk een ad
vies moest eigenlijk geen woord behoeven
te worden gezegd!
In onze jeugd lazen we de geschiedenis
van het Vrouwtje van Stavoren, van de
schatrijke vrouw, die een scheepslading
kostbaar graan in zee liet werpen! En
waarvoor de natuurlijke straf niet uitbleef
Is het eigenlijk niet God verzoeken een
kostelijke gave als vleesch aan vernietiging
prijs te geven, terwijl zoovele anderen ge
brek lijden? Niet alleen in gezinnen, waar
de geesel der werkloosheid al langen tijd is
binnengedrongen, maar ook in die van vele
kleine middenstanders, van kleine ambte-
nars en dergelijken, waar vleesch een bijna
ongekende weelde is geworden.
Trouwens ook het advies voor inblikken
en invriezen is er van dien aard, dat nog
wel eens geducht onder de loupe mag wor
den genomen".
STADSNIEUWS
Maatschappij voor
Toonkunst
Opening der nieuwe Muziekschool
Onder veelzijdige belangstelling heeft
gistermiddag te half vijf in het gebouw
Nieuwe Rijn 19 de officieele opening plaats
gehad van de nieuwe Muziekschool der
Leidsche Maatschappij voor Toonkunst.
Onder de vele aanwezigen merkten we
behalve de leden van het bestuur der Mij.
met hunne dames, directeur, leer ar essen en
leeraren der school o.m. op den heer T. S.
Goslinga, wethouder dezer gemeente na
mens het gemeentebestuur, benevens den
gemeente-secretaris mr. dr. C. E. van
Strijen, voorts afgevaardigden van de Mij.
tot bevordering der Toonkunst, afgevaar
digden van verschillende Leidsche vereeni-
gingen, w.o. enkele muziekvereenigingen,
enz.
Historisch overzicht der
school.
Toen allen in de beneden-concertzaal
een plaatsje hadden gekregen, sprak de
voorzitter der Mij., notaris A. D. Vygh, een
woord van welkom tot de aanwezigen en
vervolgde dan:
Het bestuur had v(jf maanden geleden,
toen de Maatschappij haar eeuwfeest vier
de, nog geen zekerheid, dat het thans voor
een nieuwe belangrijke gebeurtenis zou
staan, n.1. voor de verhuizing van de Mu
ziekschool.
Gaan wij de geschiedenis der Muziek
school na, dan lezen wij dat de Maatschap
pij n a hare oprichting op 12 Mei 1834 al
dadelijk voor de moeilijkheid stond: waar
kon zij een lokaliteit vinden geschikt voor
de school. Men wendde zich tot B. en W. en
dit College gaf de keuze tusschen de vroe
gere Regentenkamer er. de Stadsgehoor
zaal. Besloten werd tot laatstgenoemd ge
bouw en werd aldaar de Muziekschool ge
opend op 2 Augustus 1834.
Zoo bleef de school aldaar gevestigd tot
1 Januari 1843, toen het Stadsbestuur in
middels voorwaarden had gesteld voor
verlenging van de huur, voor de Maat
schappij dermate bezwarend, dat zij die
voorwaarden niet kon aanvaarden.
Op advies van een commissie uit het be
stuur werd daarop besloten, de school tij
delijk te vestigen in een perceel aan de
Papegracht.
Van deze tijdelijke woning behoefde
slechts korten tijd gebruik te worden ge
maakt, want vier maanden later, 1 Mei
1843, verhuisde de Muziekschool naar het
pand aan de Langebrug, Wijk 4 No. 455.
Daar bleef de Muziekschool eenige jaren
gevestigd totdat wegens bouwvalligheid
van dit gebouw, de school in 1847 tijdelijk
werd overgebracht naar de woning van de
Wed. Bevel op de Pieterskerkgracht.
Daarna werden onderhandelingen ge
voerd met het Departement Leiden der
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
waarvan het gevolg was, dat met ingang
van 1 Mei 1850 eenige lokaliteiten van het
Nutsgebouw aan de Steenschuur aan de
Maatschappij werden verhuurd.
Deze huur werd voortdurend verlengd;
zoodat de Muziekschool dus thans niet min
der dan 84 jaar in het Nutsgebouw was ge
vestigd.
Op 1 Maart j.l. ontving het bestuur be
richt van het Nutsbestuur, dat het huurcon
tract met 1 Januari 1934 werd opgezegd.
Het bestuur richtte daarop een schrijven
aan het bestuur van het Nut met verzoek
de voorwaarden te mogen vernemen waar
onder het Nutsbestuur een nieuw huurcon
tract zou willen aangaan.
Die voorwaarden waren voor het be
stuur ten eenenmale onaannemelijk; zoo
dat het zich verplicht zag naar andere lo
kaliteiten om te zien.
Verschillende gebouwen in deze stad
werden bezichtigd, waarbij de penning
meester der Maatschappij, de heer Juta,
zich zeer verdienstelijk maakte, en ten
slotte werd door het bestuur de keuze ge
vestigd op dit pand Nieuwe Rijn No. 19
en werd met de eigenares een huurcon
tract voor eenige jaren aangegaan.
De Muziekschool wordt thans gevestigd
in een uitstekend gelegen pand in het mid
den der stad.
Hiermede wordt dan een hartewensch
vervuld van het bestuur, het hebben
vaneen eigen gebouw, waaraan
groote voordeden zijn verbonden. Zooals
u zoo straks bij den rondgang zult zien, is
dit pand voor ons doel uitermate geschikt,
het gebouw heeft een ruime zaal voor mu
ziekuitvoeringen, en een groot aantal loka
len voor het geven van de muzieklessen;
terwijl ook de muziek-bibliotheek uitste
ken is ondergebracht. Tevens bestaat ge
legenheid lokalen te verhuren aan corpo-
ratiën en vereenigingen tot het houden van
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF
BLADEN W.O. GEILL. ZONDAGS
BLAD.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
De Identiteit van den moordenaar blijft
fcog steeds een mysterie (3de blad).
net conflict In de Evangelische Kerk In
Duitschland (3de blad).
De Spaansche opstand schijnt ln Asturlë
nog niet geheel onderdrukt (3de blad).
Weekabonné't, die geabonneerd zijn op
het Zondageblad, worden er aan herin
nerd, dat dit vanaf heden ad 50 cent
betaald moet worden.
DE ADMINISTRATIE.
vergaderingen en het geven van uitvoerin
gen met gebruik van de in de lokalen aan
wezige piano's.
Dit alles brengt mede, dat het bestuur
met vertrouwen de toekomst tegemoet
gaat; het heeft alle aanleiding om te ge-
looven, dat de school in deze nieuwe om
geving in bloei zal toenemen; de muziek
school staat onder leiding van den ener
gieken directeur, den heer Richard Boer,
bijgestaan door een corps leeraressen en
leeraren, uitstekend voor hun taak bere
kend, die met groote toewijding hun bes
te krachten geven aan de Muziekschool, die
zich krachtens hare statuten ten doel stelt
het geven van goed en niet kostbaar mu-
ziekonderricht.
Moge deze verwachting in vervulling
gaan.
Hierna gaf spr. het woord aan den heer
Goslinga, met het verzoek de Muziekschool
in dit gebouw geopend te verklaren.
Toespraak woth. Goslinga.
Wethouder Goslinga zeidc, dat de bur
gemeester tot zijn spijt verhinderd was
aanwezig te zijn, evenals de wethouder van
Onderwijs, mr. Tepe.
Spr. bracht vervolgens de zeer harte
lijke gelukwensehen van het gemeentebe
stuur 't als een eigen home gaat beschouwen
we gebouw, dat voor dit instituut zij en
blijve een waardige en gewaardeerde huis
vesting, iets eigens, waarop het stempel
der Mij. gedrukt wordt zóó, dat het be
stuur als een eigen home gaat beschouwen,
als een gekoesterd en bemind cultuurcen
trum temidden van een koude, harde, rom
melige en rammelende wereld.
Vervolgens bracht spr. de groote waar
deering over, welke het gemeentebestuur
koestert voor het werk der Mij.: de kinde
ren van ons volk bekend te maken met de
schoonste en allerheerlijkste kunst, die God
aan zijn schepselen gaf: de toonkunst.
Reeds in de allervroegste tijden, toen de
menschheid nog stond in de allereerste pe
riode van haar bestaan, schonk Hij aan Ju-
bal, den zoon van Lamech, verstand en
wijsheid om harpen en orgelen te maken.
Deze eerste „muzickmakcr" is de vader ge
weest van een lange rij eminente en bege
nadigde kunstenaars, die alle eeuwen door
in dit donkere ondermaanschc tranendal
de harten en zinnen der menschen heb-
bon opgeheven en uitgeheven boven hun
dagelijkschen sleur, hun zorgen en hun
kommer, doch vertolkt hebben hun vreug
de en blyheid, hun weelde en zonne
schijn.
Dat de Mij. nu reeds 100 jaar aan jonge
menschen in deze stad de gelegenheid
heeft geboden in de wondere wereld der
muziek te worden Ingeleid en daarmee
het cultuurleven van onze burgers heeft
mogen verryken wordt door het gemeen
tebestuur op hoogen prijs gesteld.
In klinkende munt heeft het gemeente
bestuur, voor zoover spr. bekend, zijn waar
deering nimmer geuit. Hoe paradoxaal dit
ook moge klinken, zegt spr.: wccst er
dankbaar voor. Overheidssteun werkt ook
verslappend, staalt niet maar verzwakt
meestal eigen veerkracht, eigen initiatief,
eigen kunnen. Nog pas geleden is een ver-
eeniging in Amsterdam, die n.l. voor
Volkszang, aan subsidieering bezweken.
Door den ongunst der tijden meende het
Amsterdamsch gemeentebestuur het sub
sidie belangrijk te moeten verlagen. Men
had verleerd op eigen beenen tc staan en
kon een operatie daardoor niet doorma
ken .oD veroeniging bezweek. Gij staat nog
overeind, aldus fpr., en toont na 100-jarig