het R.K. SPORTPARK HAAGWEB
leder pak HONIG's VERMICELLI h'onig" 'bouillonblokje GRATIS
DE SCHAT IN HET
OUDE HOLLAND
ZATERDAG 13 OCTOBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD. - PAG. 13
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
DE KONINGSMOORD TE MARSEILLE. BARTHOU'S PLANNEN
VOORLOOPIG VERIJDELD DOOR EEN REVOLVERSCHOT. WIE
WAS DE MOORDENAAR EN WAAROM DEED HIJ DAT? DE
GRIEVEN DER KROATEN. HET EINDE VAN DEN SPAANSCHEN
OPSTAND.
Koningsmoord. Een koning is een
mensch zooals ieder van ons en heeft zyn
hooge positie slechts te danken aan het feit,
dat hij geboren werd uit een geslacht van
heerschers, die soms hun heerschappij heb
ben gegrondvest op een daad van geweld.
Toch gaat er een rilling van afschuw door
de wereld, wanneer een of ander waanzin
nig individu het waagt zijn schermende
hand op te steken tegen het leven van een
vorst. Het leven van een vorst is heilig,
niet alleen omdat hy mensch is, maar voor
al omdat hij heerscher is en zijn dood zul
ke enorme gevolgen na zich kan sleepen.
Men herinnert zich den koningsmoord
van Serajewo nog heel goed, toen de revol
ver van den moordenaar Princip een heele
wereld in brand schoot. En thans was de
eerste gedachte van de wereld opnieuw aan
een herhaling van Serajewo, een vrees,
welke gelukkig ongegrond is.
Nu zoowel als in 1914 heerschen er even
wel spanningen, die door een moord zich
kunnen ontladen tot een onheilvollen blik
semslag.
„Gelukkig, dat de moordenaar een Kroaat
is" las men allerwegen in de pers. Een
eigenaardige ontboezeming, maar teekenend
voor den toestand.
Hangt de kwestie van oorlog of vrede in
Europa dan slechts af van het antwoord op
de vraag of de wieg van den moordenaar
aan deze of aan gene zijde van de Joego
slavische grenzen stond?- Dan zou het met
den vrede al bijzonder slecht geschapen
staan. De vraag naar de nationaliteit van
den dader is evenwel in zooverre van be
lang, dat de nationaliteit een aanwijzing
geeft voor de motieven van de daad en een
doorbreken van de hartstochten, die in het
duister wroetend tot een dergelijk complot
hebben geleid, zou de wereld opnieuw in
een oorlog kunnen sleuren.
„De wereld is tegenwoordig- een wilder
nis", zeide Lloyd George, de oud-premier
van Engeland, juist op den vooravond van
den bloeddaad te Marseille. „Als wilde die
ren sluipen de volken door die wildernis
en grommen tegen elkaar?". Zoo is de toe
stand.
Alexander's doel. De koning van
Joegoslavië was naar Frankrijk gekomen
met een doel, dat bij verwezenlijking vèr
strekkende gevolgen had kunnen hebben.
De koningin was bevreesd voor zeeziekte
en maakte de reis per trein; zij heeft daar
aan waarschijnlijk haar leven te danken.
Koning Alexander had te Marseille aan
land willen gaan om bij een of ander oor
logsmonument een krans te leggen; daar
na zou hij doorgespoord zijn naar Parijs in
gezelschap van Barthou, den Franschen
minister van buitenlandsche zaken, die
evenals de Joegoslavische souverein den
dood heeft gevonden.
De revolver van den moordenaar heeft
een fijn bestudeerd politiek schaakspel in
elkaar geschoten. Het bezoek van koning
Alexander werd n.1. beschouwd als de be
slissende fase voor 't succes of de misluk
king van Barthou's bondgenootschappen-
politiek. Te Parijs zou n.l. het antwoord
worden gegeven op de vraag, of een
FranschItaliaansche toenadering met het
bestaande FranschJoegoslavische bondge
nootschap onder d» gegeven internationaal-
politieke omstandigheden vereenigbaar kon
zijn.
De vriendschap van Joegoslavië moest
Barthou zien te behouden en te verstevi
gen, en zelfs zien te coördineeren met een
toenadering tot Italië, tot dusver de groote
rivaal van Joegoslavië. Dan zou Barthou
weer een ring van bondgenooten hebben
gesloten rondom den Duitschen erfvijand:
Rusland, de Kleine Entente, Italië en Bel
gië. Het sluiten van den keten is thans op
ruwe wijze verhinderd, tot heimelijke vol
doening van Duitschland.
Zal Barthou's politiek nu worden voort
gezet? Vaak is een bepaalde politiek niet
afhankelijk van personen, en zoo is het
heel goed mogelijk, dat Barthou's opvolger
diens erfenis zal aanvaarden en met meer
of minder tact en energie in dezelfde lijn
zal voortgaan. JConink Alexander was even
wel practisch dictator in zijn land en de
continuiteit van zijn politiek is niet zoo
waarschijnlijk als die van den Franschen
staatsman. De regeering wordt in Joegosla
vië de eerste jaren waargenomen door een
regentschap onder voorzitterschap van
prins Paul. Of deze regentschapsraad de
zelfde politiek als Alexander zal voeren,
zullen we moeten afwachten.
De moordenaar. Wat heeft den
moordenaar tot zijn schanddaad gebracht?
Hoogstwaarschijnlijk wraak voor onder
gaan onrecht, hem en zijn medestanders
toegebracht door een politiek, waarvoor ko
ning Alexander verantwoordelijk wordt ge
steld. Als hoofd der Joegoslavische regee
ring had koning Alexander vijanden aan
alle kanten.
Nemen we slechts de Kroaten.
De eerste indruk was, dat de moorde
naar een Kroaat was en de medeplichti
gen, die thans gearresteerd zijn, schijnen
ook Kroaten te zijn. Op het oogenblik is het
nog moeilijk l.un ware identiteit vast te
stellen, want alles aan deze heeren is valsch
Zij geven valsche namen op, reizen op ver-
valschte passen en bij alles wat zij zeg
gen, mag men wel denken „als het maar
waar is".
Maar als het Kroaten zijn, kan men hun
vijandschap jegens den dictator Alexander
gemakkelijk verklaren.
De roomsch-katholieke Kroaten hebben,
toen zij met de stam- en taalverwante en
slechts in godsdienst verschillende,
grieksch-katholieke Serviërs na den oorlog
vereenigd werden, weinig reden gehad om
zich daarover te verheugen. Niet als terug
gevonden broeders, maar als een, door ver
overing binnen het rijksgebied gebrachte
stam zijn zij behandeld. De druk van de
Servische overmacht op de Kroaten, die
•weldra in verbittering geraakten, was zoo
groot, dat de Koning vond, er een einde
aan te moeten maken. Hij heeft dat op zeer
drastische wijze geprobeerd door de oude
grenzen tusschen Serviërs, Kroaten en Slo-
wenen opgeheven te verklaren, en de oude
provinciale grenzen door nieuwe te vervan
gen. Naar Fransch voorbeeld heeft hU, zon
der rekening te houden met het historisch
gegroeide, departementen geschapen, die
hun naam en gebied toegewezen kregen
overeenkomstig de rivieren, die er door
heen stroomden. De bedoeling was vriende
lijk voor de Kroaten, maar het middel en
zijn toepassing waren zoo grof, dat zij er
eer onderdrukking dan een weldaad in za
gen. Eerst na de verzachting van de ko
ninklijke dictatuur in 1931 heeft men him
ergste grieven verholpen. Sedert dien zijn
betere betrekkingen tusschen de Kroaten en
den Zuid-Slavischen staat ontstaan. Er is
echter nog genoeg anti-Servische gezindheid
in zekere Kroatische groepen blijven han
gen, om het niet ongeloofwaardig te ma
ken, dat de moord uit deze gezindheid is
gepleegd.
Indirecte slachtoffers. Ter
wijl minister Barthou bij den aanslag het
leven inschoot, heeft ook Sarraut, de mi
nister van binnenlandsche zaken, z*n poli
tieke leven moeten laten. Hij heeft, na eerst
eenige politie-mannen ontslagen te hebben,
zelf ook ontslag moeten nemen. Hij was
onmogelijk geworden, omdat hij als minis
ter van binnenlandsche zaken, verantwoor
delijk werd gesteld voor de hoogst onvol
doende bewaking te Marseille. De Fransche
openbare meening is sterk verbolgen over
de lakschheid van den Franschen veilig
heidsdienst, waarvan het gebeurde te Mar
seille slechts een symptoom is.
Het wordt ook inderdaad tijd, dat men in
Frankrijk eens een einde maakt aan dat
ongehinderd rondzwalken van allerlei on
gure elementen, die uit hun vaderland
verdreven zijn en op Fransche bodem rus
tig complotten smeden.
Spaansche opstand. De moord
te Marseille zou ons haast den Spaanschen
opstand doen vergeten. Verleden week
schreven we, dat Spanje nog zware dagen
tegemoet ging. Wij hadden het nauwelijks
geschreven of de Marxistische opstand brak
los, gepaard met een poging der seperatis-
ten om Catalonië los te maken van Ma
drid. Noch het een noch het andere is even
wel gelukt. Generaal Batet heeft in het
Noorden de plannen der Catalanen ver
ijdeld en de regeering te Madrid wist de
algemeene spoorwegstaking te breken en
de relletjes in de hoofdstad den kop in te
drukken. Ondanks het feit ,dat de opstand
niet ongevaarlijk kan worden genoemd,
daar de rebellen over een ruime voorraad
wapens bleken te kunnen beschikken, is de
centrale regeering toch niet ernstig be
dreigd, dank zij het feit, dat het leger
trouw bleef.
De nederlaag van de extremisten en de
dientengevolge door rechts verkregen vrij
wel onbeperkte machtspositie, beteekent 't
begin van een nieuwe fase in de geschiede
nis van de Spaansch republiek.
Laten wij hopen, dat de linksche terreur
thans voorgoed is neergeslagen.
SPORT
VOETBAL
UIT HET KATHOLIEKE KAMP.
DE LVÜA BRENGT MORGEN
BLAUW ZWART—LEIDEN
Teljllngcn op bezoek bij Wilhelmus,
V.EJ\ naar Poeldijk
De competitie voor de eerste klasse in
West n heeft voor Leiden's omgeving mor
gen weinig bijzonders. Aan verschillende
vereenigingen werd uitstel verleend en ook
voor S.J.C. is geen wedstrijd vastgesteld.
Toch is de wedstrijd LeonidasH.B.C.
voor deze klasse van niet weinig belang,
omdat van dezen strijd afhangt welke club
voorloopig de ernstigste concurrent voor
Onze Gezellen zal blijken te zijn. Leonidas
heeft, waar het tevens 'n thuiswedstrijd
betreft, de beste papieren, maar men kan
nooit weten.
Graaf WillemSpartman zal wel twee
winstpunten voor de Hagenaars opleveren
en van den wedstrijd G.D.A.Santpoort
zullen we vermoedelijk leeren, of Sant
poort dit seizoen nog 'n ernstig woordje zal
meespreken in den strijd om het kampioen
schap.
In de 2e klasse A is de ontmoeting in
Wassenaar tusschen Blauw Zwart en Lei
den van niet weinig beteekenis. Immers de
Wassenaarsche club is blijkens de tot nu
toe behaalde resultaten ernstig voornemens
aanspraak te maken op de eerste plaats en
Leiden zal opnieuw duchtig moeten aan
pakken om niet weer gegadigde voor de
laatste plaats te worden. Het resultaat van
den eersten wedstrijd was bedroevend,
doch het gelijke spel tegen Geel Wit op
Zondag j.l. geeft weer wat moed. We zul
len dus nu dienen af te wachten, of het den
Leidenaars dit seizoen ernstig is. Alleen
wanneer zij bezield zijn met dan wil om
niet onderaan te blijven, hebben zij mor
gen kans op een der punten.
Teijlingen gaat op bezoek bij Wilhelmus
en we gelooven, dat 'n overwinning niet
tot de onmogelijkheden behoort, want ook
Blauw Zwart klopte Wilhelmus in Voor
burg.
Santpoort II-Geel Wit en A.D.O.—V.V.
E. geven niet veel stof tot beschouwingen,
omdat ons de kracht dezer elftallen niet
bekend is.
In de 2e klasse B gaat V.E.P. op bezoek
bg P.F.C. in Poeldijk. De Westlanders val
len op eigen terrein allerminst mee, doch
de twee geleden nederlagen zijn weinig
hoopvol. Daarom gven we V.E.P. toch wel
'n kansje.
Graaf FlorisDonk is wel voor de Gou
wenaars, die blijkbaar weinig voor de twee
de klasse weten en Spartaan II wint ver
moedelijk van Oliveo.
Van den wedstrijd ExcelsiorLenig en
Snel is weinig te zeggen, omdat deze laat
ste club de competitie nog moet beginnen.
Wedstrijdprogramma voor tui. Zondag
Zuid I le kl.: Volharding—K.N.V,; R.
K.O.N.S.—Kerkrade; Valkenburg—R.K. V.V.
L.ChèvremontCaesar.
Zuidn le kl.: E.K.T.V.V.—WUhelmina;
BrabantiaBest Vooruit; GennepSchijn-
del; DongenMulo; S.V.B.Venl. Boys.
Oost le kL: TreffersDe Zweef; Al-
tiorV.D.Z.; Quick—S.D.O.U.C.; 'sHeeren-
bergE.M.O.S.
West I le kl.: H.M.S.-S.D.O.; V.V X.
V.V.Z; De Meer—Volendam; E.M.M.—V
I.C.; D.E.M Wilskracht.
West II le kl.: Leonidaa-H.B.C.; Gr.
WillemSpartaan; G.D.A.Santpoort.
2e klasse A: Santpoort n—Geel Wit;
A.D.O.V.V.E.; Blauw ZwartLeiden;
WilhelmusTeijlingen.
2e klasse B: ExcelsiorL. en Snel;
Spartaan nOliveo; P.F.C.V.E.P.; Graaf
FlorisDonk.
R. K. SPORTPARK HAAGWEG.
Bij de opening van het nieuwe terrein.
Morgen zal officieel het nieuwe voetbal-
terrein van het R. K. Sportpark Haagweg
worden geopend, waarna het complex zal
BEZOEKT MORGEN
Gespoeld wordt:
12.30 R. W. D. n—O. D. I. n,
res. 4e klaaae D.H.VK
12.30 R. W. D.a Jun.Llssc a Jun.
Aid. A Jun.compi
2.00 Leiden a Jon.Meerburg a Jun.
Afd. B Jun.-eomp.
2.30 Leiden II8. J. C. II. 2e kl. D.H.V.a
2.30 Kolp. Boys I—V. D. O. 1
4e klasse D.H.V.a
2.30 Kolp. Boys a Jun.S. J. C. a Jon.
(vriendschappelijk).
245 Opening terrein D.
2.304.00 Concert „Peroai".
Entree 10 cent.
bestaan uit 2 groote terreinen en 2 terreinen
voor junioren-, korfbal- en hockey-wedstrij
den.
Deze uitbreiding was noodzakelijk ge
worden door het toetreden van Kolp. Boys
tot de R. K. Sportccntrale.
Op het nieuwe terrein is tevens een keu
rige kleedtent aangebracht, zoodat alles to
samen de R. K. Sportccntrale thans over
een Sportpark de beschikking heeft, waar
op de Katholieke Sportbeweging in Leiden
zich verder kan ontwikkelen.
Dat ook thans nog de beoefening van
sport van zeer groot belang is voor onze
Katholieke jeugd, wie zal het betwijfelen!
Juist nu, in onze samenleving, waarin de
persoonlijkheidsvorming en de gezonde ont
wikkeling van geest en lichaam dikwijls
moeilijk is, is sport een machtige factor bi)
de ontwikkeling van onze jeugd tot volwas
sen kerels-
Dat onze Katholieke Jeugd uitsluitend de
sport beoefent in erkende Katholieke ver
eenigingen, behoeft hier niot nader te wor
den uiteengezet.
Ja maar het spelpeil zie je.dat is niet
je ware!
Deze opmerking wordt dikwijls door per
sonen gemaakt die nog nooit eenigen steun
aan de Katholieke sport hobbcn gegeven.
Laat men echter niet vergeten dat de
Katholieke sportleiders een zeer zwaren
taak hebben. Het is eenvoudig om strenge
eischen aan spelers te stellen inzake trai
ning etc. maar.... wanneer de neutrale
sportbeweging met open armen ontvangt de
Katholieke jongens, die het in de Katho
lieke sportbeweging dikwijls om voorge
wende redenen niet naar hun zin hebben,
dan kan men «enigszins de moeilijkheden
begrijpen.
O.a. door de nauwe samenwerking met
de K.J.C. vertrouwen de besturen der
Sportbeweging op een gezonde ontwikke
ling hunner vereenigingen.
Daarvoor zijn echter ook noodig, voor
hun taak berekende junioren-leiders.
En bij deze gelegenheid doet dan ook het
Bestuur der Sportpropagandaclub een drin
gend beroep om zich op te geven als ju
nioren-leider bij een der secretarissen van
de onderstaande vereenigingen.
Juniorenleiders moeten minstens 18 Jaar
zijn en door de Districts-Dlr. der K.J.C.
hiervoor geschikt bevonden worden.
Katholieken van Leiden!
Toont Uw belangstelling voor de Katho
lieke Sportvereenigingen door:
a. Uw jongens, wanneer ze daarvoor in
aanmerking komen, op te geven als lid van
een der onderstaande vereenigingen.
b. het bezoek bij wedstrijden en in het
bijzonder door uw bezoek morgenmiddag
bij de opening van het nieuwe terrein.
c. door donateur te worden van de R. K.
Sportcentra le.
Bestuur Sportcentrale en Sport
propagandaclub.
Adressen Secretarissen Sportvereenigin
gen:
Leiden: P. Huibers, Haarlztraat 123.
Rood Wit: A. v. Dongen, Breestraat 173.
Bataven: J. H. Pompe, Hooigracht 63.
Kolping Boys: J. Vreeburg, Haarl. atr. 12.
FEUILLETON.
(Een geval uit de practljk van
WiL J. Sanders, detective),
door.
UDO VAN EWOUD.
20)
Om den heer Jeschonek in de gewensch-
te stemming te brengen, begonnen wij met
hem onze waardeering te betuigen voor
het welverzorgde ontbijt, vervolgens roem
den wij om het hardst de fraaie ligging
en de al even mooie omgeving van zijn
woonplaats om ten slotte bescheidenlijk te
informeeren naar de belangstelling bij de
vreemdelingen voor deze oud-Hollandsche
nederzetting.
De heer Jeschonek beklaagde zich, dat
deze nog wel iets te wenschen overliet.
Dagjesmenschen uit de omgeving, uit El-
bing, Mariënberg en Braunsberg, ja zelfs
uit Danzig en Konigsberg kwamen er ge
noeg, maar vreemdelingen, buitenlanders
vooral, waren zeldzaam. Het bestaan van
het stadje was over de grenzen vrijwel
niet bekend,. Het ontbrak aan de midde
len voor de noodige propaganda, hetgeen
temeer te betreuren was, omdat hier, voor
al voor Hollanders immers, zooveel te ge
nieten was.
En nu werd de heer Jechonek zakelijk.
Als Herr Wills, die immers journalist was,
bij zijn terugkeer in Amsterdam eens in
een interessant artikel op het bestaan van
dit stukje oud-Holland de aandacht wilde
vestigen? Er zou toch genoeg stof te ver
zamelen zijn voor een belangwekkende
beschouwing.Hij kon op de medewer
king rekenen van allen, die by de plaatse
lijke vereeniging voor vreemdelingenver
keer waren aangesloten.
Ik vertelde den ijverigen hotelhouder
maar niet, dat de mogelijkheid zeer groot
was, dat de naam van zijn woonplaats bin
nenkort nog eens in een courantenartikel
zou worden genoemd hetwelk dan zeker
door duizenden zou worden verslonden.
Een vage toezegging, dat ik zijn voorstel
in ernstige overweging zou nemen een
belofte, waartoe ik gemakkelijk kon be
sluiten, omdat de geschiedenis van Preus-
sisch Holland mij voor een artikel werke
lijk zeer geschikte stof leek was vol
doende om den eigenaar van „Schwarzer
Adler" voorloopig tevreden te stellen en
hem een uitvoerig antwoord te doen ge
ven op onze vraag, of hij al eens meer Hol
landers in zijn hotel gehuisvest had.
Dat bleek niet het geval te zyn. In de
zes jaar, gedurende welke hij als eigenaar
van het hotel optrad, had nog nooit een
Hollander een voet by hem over den drem
pel gezet. Wij waren de eersten, en naar
hij er hoffelijk op liet volgen, hoopte hij,
dat dit bezoek spoedig door meerdere uit
„het land van Koningin Wilhelmina" zou
worden gevolgd. Als de voorteekenen niet
bedrogen, bleek daarop alle kans te be
staan, want Preussisch Holland scheen bij
de buitenlanders plotseling in trek te zijn
gekomen. Gisteravond laat was n.L nog
een vreemdeling en wel een Noor in
„Schwarzer Adler" afgestapt.
Daar hadden wij het. Ik gaf Van Dob-
ben onder de tafel een schop zoodat deze
zijn voet met een pijnlijk gezicht, dat hij
tevergeefs in een beminnelijke plooi tracht
te te houden, terugtrok. Zonder dat wij
zelfs maar een woord over den ouden
heer daarbinnen gezegd hadden, begon de
heer Jechonek er nu zelf over.
„Een Noorinformeerde ik voor
zichtig.
„Ja", antwoordde de hotelhouder. „Mis
schien hebt u hem zooeven wel gezien. Hij
kwam juist binnen toen u de eetzaal ver
liet."
Ik betuigde myn spijt, dat de entrée van
deze vreemdeling mij ontgaan was, een
leugentje, dat ik in de gegeven omstan
digheden te verontschuldigen achtte en
probeerde met 'n vragenden blik onzen
hospes tot meerdere mededeelzaamheid te
brengen.
Het lukte. De heer Jechonek vertelde
dat de vreemdeling Prof. Christiansen waa,
hoogleeraar aan de universiteit te Oslo.
Hij was door een of ander comité in
Noorwegen uitgezonden tot het verrich
ten van wetenschappelijke onderzoekingen.
Of dat in verband stond met de verborgen
schat.
Mijn gezicht toonde een duidelijk vraag-
teeken.
„Tja, maar hadden de heeren in Hol
land dan niet gelezen, dat hier ergens voor
eeuwen een schat moest zyn begraven.
In een of andere Hollandsche stad de
naam wilde den heer Jeschonek nu juist
niet te binnen schieten waren toch do
cumenten gevonden, die daarop zouden wij
zen. De bladen hier hadden er tot in de
kleinste bijzonderheden melding van ge
maakt; alleen' scheen men niet precies te
weten, waar men die schat moest zoeken.
Dat stond natuurlijk wel in die documen
ten, maar dat werd uiteraard geheim ge
houden.
Wy bekenden nu, dat ook wij van dit
geval uit de nieuwsbladen kennis hadden
genomen en om te voorkomen, dat de man
ons zou verdenken aan deze achatgravera-
afaire debet te zijn, welke mogelijkheid
tot dusver nog niet bij hem scheen te zijn
opgekomen, brachten wij het gesprek op
wat anders. Gelukkig werd de spraak
zame hotelhouder mi spoedig door een
kellner geroepen, zoodat hij ona alleen
moest laten.
Een kwartier later Sanders was nog
steeds niet van zijn expeditie naar het
Heimatsmuseum teruggekeerd kwam
de oude heer het terras op. Zonder ons te
groeten, passeerde hy rakelings ons tafel
tje, ging het hek uit en atak dwars het
marktplein over.
Snel fluisterde fk van Dobben een paar
woorden toe.
„Blijf hier tot Sanders terugkomt en stol
hem op de hoogte. Ik ga den man na!" En
zonder eenig antwoord af te wachten,
stond ik haastig op, haalde m'n hoed, welke
ik gelukkig in den gang aan den kapstok
had gehangen en slenterde het hek van het
hotel uit.
De profeasor had slechts een voorsprong
van ongeveer honderd meter. Hij scheen
in het geheel geen haast te hebben, bleef
af en toe kalm voor een winkel staan, waar
van de uitstalling zyn aandacht trok en
maakte het daardoor voor mij vrij lastig
hem onopvallend te volgen. Toch meende
ik, dat my dit vry goed afging, al werd de
afstand tusschen hem en mij dan ook steeds
kleiner. Nog een tiental meters en ik zou,
wilde mijn houding geen argwaan wekken,
hem moeten passeeren. Op dat moment
echter waren wij gelukkig den Steintor ge
naderd, waarin het Heimats museum ge
vestigd is en nauwelijks constateerde ik
dit, of het plan kwam bij mij op naar bin
nen te gaan en de assistentie van Sanders,
die ln „schaduwwerk" meer ervaring had
dan ik, in te roepen. Dit bleek echter niet
noodig, want de oude heer stapte zelf kalm
naar binnen, zoodat hij zich als het ware
vrijwillig onder de hoede van den detective
stelde.
Een oogenblik overlegde lk, wat mij nu
te doen stond. Den man onmiddellijk te
volgen, leek mij gevaarlijk. Het was geens
zins onmogelijk dat hem mijn achtervol
ging op straat was opgevallen en dan zou
het zeker argwaan wekken, wanneer ik
hem nu ook hier weer achterna ging. Noch
tans was het zeer gewcnscht, dat ik wist,
wat het doel van 's professor's bezoek aan
het museum en ik liep daarom eenige ma
len om den steenen poort heen in de hoop
Sanders voor een der ramen te ontdek
ken.
Doch deze hoop bleek ijdel. Achter de
oude, in lood gevatte ruitjes vertoonde
zich geen enkel menschelijk wezen; mis
schien was het daarbinnen zelfs wel onmo
gelijk deze ruitjes te naderen, daar, voor
zoover ik zien kon, de ruimte er voor ln
beslag werd genomen door vitrines, oude
meubelen en verdere bezienswaardigheden
van het museum. Ik besloot dus zelf te
handelen. Was Sanders nog aanwezig, dan
zou het niet moeilijk vallen den detective
door een enkele beweging opmerkzaam te
maken op den verdachten persoon van den
Noorschen professor, dien ik dan verder
aan hem zou kunnen toevertrouwen. Was
mijn vriend daarentegen reeds vertrokken,
dan zou ik zelf het schaduwwerk moett i
voortzetten.
i vroren vervolgd)