het R.K. SPORTPARK HAAGWEB leder pak HONIG's VERMICELLI h'onig" 'bouillonblokje GRATIS DE SCHAT IN HET OUDE HOLLAND ZATERDAG 13 OCTOBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD. - PAG. 13 DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND DE KONINGSMOORD TE MARSEILLE. BARTHOU'S PLANNEN VOORLOOPIG VERIJDELD DOOR EEN REVOLVERSCHOT. WIE WAS DE MOORDENAAR EN WAAROM DEED HIJ DAT? DE GRIEVEN DER KROATEN. HET EINDE VAN DEN SPAANSCHEN OPSTAND. Koningsmoord. Een koning is een mensch zooals ieder van ons en heeft zyn hooge positie slechts te danken aan het feit, dat hij geboren werd uit een geslacht van heerschers, die soms hun heerschappij heb ben gegrondvest op een daad van geweld. Toch gaat er een rilling van afschuw door de wereld, wanneer een of ander waanzin nig individu het waagt zijn schermende hand op te steken tegen het leven van een vorst. Het leven van een vorst is heilig, niet alleen omdat hy mensch is, maar voor al omdat hij heerscher is en zijn dood zul ke enorme gevolgen na zich kan sleepen. Men herinnert zich den koningsmoord van Serajewo nog heel goed, toen de revol ver van den moordenaar Princip een heele wereld in brand schoot. En thans was de eerste gedachte van de wereld opnieuw aan een herhaling van Serajewo, een vrees, welke gelukkig ongegrond is. Nu zoowel als in 1914 heerschen er even wel spanningen, die door een moord zich kunnen ontladen tot een onheilvollen blik semslag. „Gelukkig, dat de moordenaar een Kroaat is" las men allerwegen in de pers. Een eigenaardige ontboezeming, maar teekenend voor den toestand. Hangt de kwestie van oorlog of vrede in Europa dan slechts af van het antwoord op de vraag of de wieg van den moordenaar aan deze of aan gene zijde van de Joego slavische grenzen stond?- Dan zou het met den vrede al bijzonder slecht geschapen staan. De vraag naar de nationaliteit van den dader is evenwel in zooverre van be lang, dat de nationaliteit een aanwijzing geeft voor de motieven van de daad en een doorbreken van de hartstochten, die in het duister wroetend tot een dergelijk complot hebben geleid, zou de wereld opnieuw in een oorlog kunnen sleuren. „De wereld is tegenwoordig- een wilder nis", zeide Lloyd George, de oud-premier van Engeland, juist op den vooravond van den bloeddaad te Marseille. „Als wilde die ren sluipen de volken door die wildernis en grommen tegen elkaar?". Zoo is de toe stand. Alexander's doel. De koning van Joegoslavië was naar Frankrijk gekomen met een doel, dat bij verwezenlijking vèr strekkende gevolgen had kunnen hebben. De koningin was bevreesd voor zeeziekte en maakte de reis per trein; zij heeft daar aan waarschijnlijk haar leven te danken. Koning Alexander had te Marseille aan land willen gaan om bij een of ander oor logsmonument een krans te leggen; daar na zou hij doorgespoord zijn naar Parijs in gezelschap van Barthou, den Franschen minister van buitenlandsche zaken, die evenals de Joegoslavische souverein den dood heeft gevonden. De revolver van den moordenaar heeft een fijn bestudeerd politiek schaakspel in elkaar geschoten. Het bezoek van koning Alexander werd n.1. beschouwd als de be slissende fase voor 't succes of de misluk king van Barthou's bondgenootschappen- politiek. Te Parijs zou n.l. het antwoord worden gegeven op de vraag, of een FranschItaliaansche toenadering met het bestaande FranschJoegoslavische bondge nootschap onder d» gegeven internationaal- politieke omstandigheden vereenigbaar kon zijn. De vriendschap van Joegoslavië moest Barthou zien te behouden en te verstevi gen, en zelfs zien te coördineeren met een toenadering tot Italië, tot dusver de groote rivaal van Joegoslavië. Dan zou Barthou weer een ring van bondgenooten hebben gesloten rondom den Duitschen erfvijand: Rusland, de Kleine Entente, Italië en Bel gië. Het sluiten van den keten is thans op ruwe wijze verhinderd, tot heimelijke vol doening van Duitschland. Zal Barthou's politiek nu worden voort gezet? Vaak is een bepaalde politiek niet afhankelijk van personen, en zoo is het heel goed mogelijk, dat Barthou's opvolger diens erfenis zal aanvaarden en met meer of minder tact en energie in dezelfde lijn zal voortgaan. JConink Alexander was even wel practisch dictator in zijn land en de continuiteit van zijn politiek is niet zoo waarschijnlijk als die van den Franschen staatsman. De regeering wordt in Joegosla vië de eerste jaren waargenomen door een regentschap onder voorzitterschap van prins Paul. Of deze regentschapsraad de zelfde politiek als Alexander zal voeren, zullen we moeten afwachten. De moordenaar. Wat heeft den moordenaar tot zijn schanddaad gebracht? Hoogstwaarschijnlijk wraak voor onder gaan onrecht, hem en zijn medestanders toegebracht door een politiek, waarvoor ko ning Alexander verantwoordelijk wordt ge steld. Als hoofd der Joegoslavische regee ring had koning Alexander vijanden aan alle kanten. Nemen we slechts de Kroaten. De eerste indruk was, dat de moorde naar een Kroaat was en de medeplichti gen, die thans gearresteerd zijn, schijnen ook Kroaten te zijn. Op het oogenblik is het nog moeilijk l.un ware identiteit vast te stellen, want alles aan deze heeren is valsch Zij geven valsche namen op, reizen op ver- valschte passen en bij alles wat zij zeg gen, mag men wel denken „als het maar waar is". Maar als het Kroaten zijn, kan men hun vijandschap jegens den dictator Alexander gemakkelijk verklaren. De roomsch-katholieke Kroaten hebben, toen zij met de stam- en taalverwante en slechts in godsdienst verschillende, grieksch-katholieke Serviërs na den oorlog vereenigd werden, weinig reden gehad om zich daarover te verheugen. Niet als terug gevonden broeders, maar als een, door ver overing binnen het rijksgebied gebrachte stam zijn zij behandeld. De druk van de Servische overmacht op de Kroaten, die •weldra in verbittering geraakten, was zoo groot, dat de Koning vond, er een einde aan te moeten maken. Hij heeft dat op zeer drastische wijze geprobeerd door de oude grenzen tusschen Serviërs, Kroaten en Slo- wenen opgeheven te verklaren, en de oude provinciale grenzen door nieuwe te vervan gen. Naar Fransch voorbeeld heeft hU, zon der rekening te houden met het historisch gegroeide, departementen geschapen, die hun naam en gebied toegewezen kregen overeenkomstig de rivieren, die er door heen stroomden. De bedoeling was vriende lijk voor de Kroaten, maar het middel en zijn toepassing waren zoo grof, dat zij er eer onderdrukking dan een weldaad in za gen. Eerst na de verzachting van de ko ninklijke dictatuur in 1931 heeft men him ergste grieven verholpen. Sedert dien zijn betere betrekkingen tusschen de Kroaten en den Zuid-Slavischen staat ontstaan. Er is echter nog genoeg anti-Servische gezindheid in zekere Kroatische groepen blijven han gen, om het niet ongeloofwaardig te ma ken, dat de moord uit deze gezindheid is gepleegd. Indirecte slachtoffers. Ter wijl minister Barthou bij den aanslag het leven inschoot, heeft ook Sarraut, de mi nister van binnenlandsche zaken, z*n poli tieke leven moeten laten. Hij heeft, na eerst eenige politie-mannen ontslagen te hebben, zelf ook ontslag moeten nemen. Hij was onmogelijk geworden, omdat hij als minis ter van binnenlandsche zaken, verantwoor delijk werd gesteld voor de hoogst onvol doende bewaking te Marseille. De Fransche openbare meening is sterk verbolgen over de lakschheid van den Franschen veilig heidsdienst, waarvan het gebeurde te Mar seille slechts een symptoom is. Het wordt ook inderdaad tijd, dat men in Frankrijk eens een einde maakt aan dat ongehinderd rondzwalken van allerlei on gure elementen, die uit hun vaderland verdreven zijn en op Fransche bodem rus tig complotten smeden. Spaansche opstand. De moord te Marseille zou ons haast den Spaanschen opstand doen vergeten. Verleden week schreven we, dat Spanje nog zware dagen tegemoet ging. Wij hadden het nauwelijks geschreven of de Marxistische opstand brak los, gepaard met een poging der seperatis- ten om Catalonië los te maken van Ma drid. Noch het een noch het andere is even wel gelukt. Generaal Batet heeft in het Noorden de plannen der Catalanen ver ijdeld en de regeering te Madrid wist de algemeene spoorwegstaking te breken en de relletjes in de hoofdstad den kop in te drukken. Ondanks het feit ,dat de opstand niet ongevaarlijk kan worden genoemd, daar de rebellen over een ruime voorraad wapens bleken te kunnen beschikken, is de centrale regeering toch niet ernstig be dreigd, dank zij het feit, dat het leger trouw bleef. De nederlaag van de extremisten en de dientengevolge door rechts verkregen vrij wel onbeperkte machtspositie, beteekent 't begin van een nieuwe fase in de geschiede nis van de Spaansch republiek. Laten wij hopen, dat de linksche terreur thans voorgoed is neergeslagen. SPORT VOETBAL UIT HET KATHOLIEKE KAMP. DE LVÜA BRENGT MORGEN BLAUW ZWART—LEIDEN Teljllngcn op bezoek bij Wilhelmus, V.EJ\ naar Poeldijk De competitie voor de eerste klasse in West n heeft voor Leiden's omgeving mor gen weinig bijzonders. Aan verschillende vereenigingen werd uitstel verleend en ook voor S.J.C. is geen wedstrijd vastgesteld. Toch is de wedstrijd LeonidasH.B.C. voor deze klasse van niet weinig belang, omdat van dezen strijd afhangt welke club voorloopig de ernstigste concurrent voor Onze Gezellen zal blijken te zijn. Leonidas heeft, waar het tevens 'n thuiswedstrijd betreft, de beste papieren, maar men kan nooit weten. Graaf WillemSpartman zal wel twee winstpunten voor de Hagenaars opleveren en van den wedstrijd G.D.A.Santpoort zullen we vermoedelijk leeren, of Sant poort dit seizoen nog 'n ernstig woordje zal meespreken in den strijd om het kampioen schap. In de 2e klasse A is de ontmoeting in Wassenaar tusschen Blauw Zwart en Lei den van niet weinig beteekenis. Immers de Wassenaarsche club is blijkens de tot nu toe behaalde resultaten ernstig voornemens aanspraak te maken op de eerste plaats en Leiden zal opnieuw duchtig moeten aan pakken om niet weer gegadigde voor de laatste plaats te worden. Het resultaat van den eersten wedstrijd was bedroevend, doch het gelijke spel tegen Geel Wit op Zondag j.l. geeft weer wat moed. We zul len dus nu dienen af te wachten, of het den Leidenaars dit seizoen ernstig is. Alleen wanneer zij bezield zijn met dan wil om niet onderaan te blijven, hebben zij mor gen kans op een der punten. Teijlingen gaat op bezoek bij Wilhelmus en we gelooven, dat 'n overwinning niet tot de onmogelijkheden behoort, want ook Blauw Zwart klopte Wilhelmus in Voor burg. Santpoort II-Geel Wit en A.D.O.—V.V. E. geven niet veel stof tot beschouwingen, omdat ons de kracht dezer elftallen niet bekend is. In de 2e klasse B gaat V.E.P. op bezoek bg P.F.C. in Poeldijk. De Westlanders val len op eigen terrein allerminst mee, doch de twee geleden nederlagen zijn weinig hoopvol. Daarom gven we V.E.P. toch wel 'n kansje. Graaf FlorisDonk is wel voor de Gou wenaars, die blijkbaar weinig voor de twee de klasse weten en Spartaan II wint ver moedelijk van Oliveo. Van den wedstrijd ExcelsiorLenig en Snel is weinig te zeggen, omdat deze laat ste club de competitie nog moet beginnen. Wedstrijdprogramma voor tui. Zondag Zuid I le kl.: Volharding—K.N.V,; R. K.O.N.S.—Kerkrade; Valkenburg—R.K. V.V. L.ChèvremontCaesar. Zuidn le kl.: E.K.T.V.V.—WUhelmina; BrabantiaBest Vooruit; GennepSchijn- del; DongenMulo; S.V.B.Venl. Boys. Oost le kL: TreffersDe Zweef; Al- tiorV.D.Z.; Quick—S.D.O.U.C.; 'sHeeren- bergE.M.O.S. West I le kl.: H.M.S.-S.D.O.; V.V X. V.V.Z; De Meer—Volendam; E.M.M.—V I.C.; D.E.M Wilskracht. West II le kl.: Leonidaa-H.B.C.; Gr. WillemSpartaan; G.D.A.Santpoort. 2e klasse A: Santpoort n—Geel Wit; A.D.O.V.V.E.; Blauw ZwartLeiden; WilhelmusTeijlingen. 2e klasse B: ExcelsiorL. en Snel; Spartaan nOliveo; P.F.C.V.E.P.; Graaf FlorisDonk. R. K. SPORTPARK HAAGWEG. Bij de opening van het nieuwe terrein. Morgen zal officieel het nieuwe voetbal- terrein van het R. K. Sportpark Haagweg worden geopend, waarna het complex zal BEZOEKT MORGEN Gespoeld wordt: 12.30 R. W. D. n—O. D. I. n, res. 4e klaaae D.H.VK 12.30 R. W. D.a Jun.Llssc a Jun. Aid. A Jun.compi 2.00 Leiden a Jon.Meerburg a Jun. Afd. B Jun.-eomp. 2.30 Leiden II8. J. C. II. 2e kl. D.H.V.a 2.30 Kolp. Boys I—V. D. O. 1 4e klasse D.H.V.a 2.30 Kolp. Boys a Jun.S. J. C. a Jon. (vriendschappelijk). 245 Opening terrein D. 2.304.00 Concert „Peroai". Entree 10 cent. bestaan uit 2 groote terreinen en 2 terreinen voor junioren-, korfbal- en hockey-wedstrij den. Deze uitbreiding was noodzakelijk ge worden door het toetreden van Kolp. Boys tot de R. K. Sportccntrale. Op het nieuwe terrein is tevens een keu rige kleedtent aangebracht, zoodat alles to samen de R. K. Sportccntrale thans over een Sportpark de beschikking heeft, waar op de Katholieke Sportbeweging in Leiden zich verder kan ontwikkelen. Dat ook thans nog de beoefening van sport van zeer groot belang is voor onze Katholieke jeugd, wie zal het betwijfelen! Juist nu, in onze samenleving, waarin de persoonlijkheidsvorming en de gezonde ont wikkeling van geest en lichaam dikwijls moeilijk is, is sport een machtige factor bi) de ontwikkeling van onze jeugd tot volwas sen kerels- Dat onze Katholieke Jeugd uitsluitend de sport beoefent in erkende Katholieke ver eenigingen, behoeft hier niot nader te wor den uiteengezet. Ja maar het spelpeil zie je.dat is niet je ware! Deze opmerking wordt dikwijls door per sonen gemaakt die nog nooit eenigen steun aan de Katholieke sport hobbcn gegeven. Laat men echter niet vergeten dat de Katholieke sportleiders een zeer zwaren taak hebben. Het is eenvoudig om strenge eischen aan spelers te stellen inzake trai ning etc. maar.... wanneer de neutrale sportbeweging met open armen ontvangt de Katholieke jongens, die het in de Katho lieke sportbeweging dikwijls om voorge wende redenen niet naar hun zin hebben, dan kan men «enigszins de moeilijkheden begrijpen. O.a. door de nauwe samenwerking met de K.J.C. vertrouwen de besturen der Sportbeweging op een gezonde ontwikke ling hunner vereenigingen. Daarvoor zijn echter ook noodig, voor hun taak berekende junioren-leiders. En bij deze gelegenheid doet dan ook het Bestuur der Sportpropagandaclub een drin gend beroep om zich op te geven als ju nioren-leider bij een der secretarissen van de onderstaande vereenigingen. Juniorenleiders moeten minstens 18 Jaar zijn en door de Districts-Dlr. der K.J.C. hiervoor geschikt bevonden worden. Katholieken van Leiden! Toont Uw belangstelling voor de Katho lieke Sportvereenigingen door: a. Uw jongens, wanneer ze daarvoor in aanmerking komen, op te geven als lid van een der onderstaande vereenigingen. b. het bezoek bij wedstrijden en in het bijzonder door uw bezoek morgenmiddag bij de opening van het nieuwe terrein. c. door donateur te worden van de R. K. Sportcentra le. Bestuur Sportcentrale en Sport propagandaclub. Adressen Secretarissen Sportvereenigin gen: Leiden: P. Huibers, Haarlztraat 123. Rood Wit: A. v. Dongen, Breestraat 173. Bataven: J. H. Pompe, Hooigracht 63. Kolping Boys: J. Vreeburg, Haarl. atr. 12. FEUILLETON. (Een geval uit de practljk van WiL J. Sanders, detective), door. UDO VAN EWOUD. 20) Om den heer Jeschonek in de gewensch- te stemming te brengen, begonnen wij met hem onze waardeering te betuigen voor het welverzorgde ontbijt, vervolgens roem den wij om het hardst de fraaie ligging en de al even mooie omgeving van zijn woonplaats om ten slotte bescheidenlijk te informeeren naar de belangstelling bij de vreemdelingen voor deze oud-Hollandsche nederzetting. De heer Jeschonek beklaagde zich, dat deze nog wel iets te wenschen overliet. Dagjesmenschen uit de omgeving, uit El- bing, Mariënberg en Braunsberg, ja zelfs uit Danzig en Konigsberg kwamen er ge noeg, maar vreemdelingen, buitenlanders vooral, waren zeldzaam. Het bestaan van het stadje was over de grenzen vrijwel niet bekend,. Het ontbrak aan de midde len voor de noodige propaganda, hetgeen temeer te betreuren was, omdat hier, voor al voor Hollanders immers, zooveel te ge nieten was. En nu werd de heer Jechonek zakelijk. Als Herr Wills, die immers journalist was, bij zijn terugkeer in Amsterdam eens in een interessant artikel op het bestaan van dit stukje oud-Holland de aandacht wilde vestigen? Er zou toch genoeg stof te ver zamelen zijn voor een belangwekkende beschouwing.Hij kon op de medewer king rekenen van allen, die by de plaatse lijke vereeniging voor vreemdelingenver keer waren aangesloten. Ik vertelde den ijverigen hotelhouder maar niet, dat de mogelijkheid zeer groot was, dat de naam van zijn woonplaats bin nenkort nog eens in een courantenartikel zou worden genoemd hetwelk dan zeker door duizenden zou worden verslonden. Een vage toezegging, dat ik zijn voorstel in ernstige overweging zou nemen een belofte, waartoe ik gemakkelijk kon be sluiten, omdat de geschiedenis van Preus- sisch Holland mij voor een artikel werke lijk zeer geschikte stof leek was vol doende om den eigenaar van „Schwarzer Adler" voorloopig tevreden te stellen en hem een uitvoerig antwoord te doen ge ven op onze vraag, of hij al eens meer Hol landers in zijn hotel gehuisvest had. Dat bleek niet het geval te zyn. In de zes jaar, gedurende welke hij als eigenaar van het hotel optrad, had nog nooit een Hollander een voet by hem over den drem pel gezet. Wij waren de eersten, en naar hij er hoffelijk op liet volgen, hoopte hij, dat dit bezoek spoedig door meerdere uit „het land van Koningin Wilhelmina" zou worden gevolgd. Als de voorteekenen niet bedrogen, bleek daarop alle kans te be staan, want Preussisch Holland scheen bij de buitenlanders plotseling in trek te zijn gekomen. Gisteravond laat was n.L nog een vreemdeling en wel een Noor in „Schwarzer Adler" afgestapt. Daar hadden wij het. Ik gaf Van Dob- ben onder de tafel een schop zoodat deze zijn voet met een pijnlijk gezicht, dat hij tevergeefs in een beminnelijke plooi tracht te te houden, terugtrok. Zonder dat wij zelfs maar een woord over den ouden heer daarbinnen gezegd hadden, begon de heer Jechonek er nu zelf over. „Een Noorinformeerde ik voor zichtig. „Ja", antwoordde de hotelhouder. „Mis schien hebt u hem zooeven wel gezien. Hij kwam juist binnen toen u de eetzaal ver liet." Ik betuigde myn spijt, dat de entrée van deze vreemdeling mij ontgaan was, een leugentje, dat ik in de gegeven omstan digheden te verontschuldigen achtte en probeerde met 'n vragenden blik onzen hospes tot meerdere mededeelzaamheid te brengen. Het lukte. De heer Jechonek vertelde dat de vreemdeling Prof. Christiansen waa, hoogleeraar aan de universiteit te Oslo. Hij was door een of ander comité in Noorwegen uitgezonden tot het verrich ten van wetenschappelijke onderzoekingen. Of dat in verband stond met de verborgen schat. Mijn gezicht toonde een duidelijk vraag- teeken. „Tja, maar hadden de heeren in Hol land dan niet gelezen, dat hier ergens voor eeuwen een schat moest zyn begraven. In een of andere Hollandsche stad de naam wilde den heer Jeschonek nu juist niet te binnen schieten waren toch do cumenten gevonden, die daarop zouden wij zen. De bladen hier hadden er tot in de kleinste bijzonderheden melding van ge maakt; alleen' scheen men niet precies te weten, waar men die schat moest zoeken. Dat stond natuurlijk wel in die documen ten, maar dat werd uiteraard geheim ge houden. Wy bekenden nu, dat ook wij van dit geval uit de nieuwsbladen kennis hadden genomen en om te voorkomen, dat de man ons zou verdenken aan deze achatgravera- afaire debet te zijn, welke mogelijkheid tot dusver nog niet bij hem scheen te zijn opgekomen, brachten wij het gesprek op wat anders. Gelukkig werd de spraak zame hotelhouder mi spoedig door een kellner geroepen, zoodat hij ona alleen moest laten. Een kwartier later Sanders was nog steeds niet van zijn expeditie naar het Heimatsmuseum teruggekeerd kwam de oude heer het terras op. Zonder ons te groeten, passeerde hy rakelings ons tafel tje, ging het hek uit en atak dwars het marktplein over. Snel fluisterde fk van Dobben een paar woorden toe. „Blijf hier tot Sanders terugkomt en stol hem op de hoogte. Ik ga den man na!" En zonder eenig antwoord af te wachten, stond ik haastig op, haalde m'n hoed, welke ik gelukkig in den gang aan den kapstok had gehangen en slenterde het hek van het hotel uit. De profeasor had slechts een voorsprong van ongeveer honderd meter. Hij scheen in het geheel geen haast te hebben, bleef af en toe kalm voor een winkel staan, waar van de uitstalling zyn aandacht trok en maakte het daardoor voor mij vrij lastig hem onopvallend te volgen. Toch meende ik, dat my dit vry goed afging, al werd de afstand tusschen hem en mij dan ook steeds kleiner. Nog een tiental meters en ik zou, wilde mijn houding geen argwaan wekken, hem moeten passeeren. Op dat moment echter waren wij gelukkig den Steintor ge naderd, waarin het Heimats museum ge vestigd is en nauwelijks constateerde ik dit, of het plan kwam bij mij op naar bin nen te gaan en de assistentie van Sanders, die ln „schaduwwerk" meer ervaring had dan ik, in te roepen. Dit bleek echter niet noodig, want de oude heer stapte zelf kalm naar binnen, zoodat hij zich als het ware vrijwillig onder de hoede van den detective stelde. Een oogenblik overlegde lk, wat mij nu te doen stond. Den man onmiddellijk te volgen, leek mij gevaarlijk. Het was geens zins onmogelijk dat hem mijn achtervol ging op straat was opgevallen en dan zou het zeker argwaan wekken, wanneer ik hem nu ook hier weer achterna ging. Noch tans was het zeer gewcnscht, dat ik wist, wat het doel van 's professor's bezoek aan het museum en ik liep daarom eenige ma len om den steenen poort heen in de hoop Sanders voor een der ramen te ontdek ken. Doch deze hoop bleek ijdel. Achter de oude, in lood gevatte ruitjes vertoonde zich geen enkel menschelijk wezen; mis schien was het daarbinnen zelfs wel onmo gelijk deze ruitjes te naderen, daar, voor zoover ik zien kon, de ruimte er voor ln beslag werd genomen door vitrines, oude meubelen en verdere bezienswaardigheden van het museum. Ik besloot dus zelf te handelen. Was Sanders nog aanwezig, dan zou het niet moeilijk vallen den detective door een enkele beweging opmerkzaam te maken op den verdachten persoon van den Noorschen professor, dien ik dan verder aan hem zou kunnen toevertrouwen. Was mijn vriend daarentegen reeds vertrokken, dan zou ik zelf het schaduwwerk moett i voortzetten. i vroren vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 13