WOENSDAG 10 OCTOBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. PAG. 5
Opnieuw de
Koningsmoord
Twintig jaar na Serajewo.
PE BLOEDWRAAK VAN DEN BALKAN
Trotsch vaart het geheele Fransche Mid-
dellandsche Zee-eskader uit, het Zuid-Sla
vische Vlaggeschip tegemoet, dat den ko
ning van het vreemde Balkanland her
waarts voeren zal.
Al wat Frankrijk aan grootheid en voor
naamheid telt staat op de kade van Mar
seille, om den hoogen gast het allerplech-
tigst welkom te bereiden.
Daar nadert immers een groot vriend
van Frankrijk, een machtig man, die een
van de grootste krachtfiguren steeds was
in de Fransche Europeesche politiek van
na den oorlog.
Men fluistert, dat in den allerlaatsten
tyd die machtige vriend met welwillender
blikken naar Duitschland heeft geschouwd
dan Frankrijk wel aangenaam is.
De Fransche diplomatie mobiliseert. Ko
ning Alexander wordt te gast gevraagd en
men zal de innige broederschap opnieuw
bezegelen in een majestueuze zegetocht in
Frankrijk.
Zoo besluit de mensch
De Voorzienigheid heeft het echter an
ders beschikt.
Vier, vijf schoten uit een revolver, een
doodgewoon revolver, zooals er millioenen
in de wereld zijn, afgevuurd door een man,
die als verloren stond onder de duizenden-
doch plots den arm ophief en de historische
moordenaar van koning Alexander is ge
worden, zijn voldoende om aan al die schit
terende plannen een wel vreeselijk en ma
caber einde te maken.
De eerste gedachten bij het vernemen
van deze tijding gaan gewis onmiddellijk
naar het tragisch gebeuren nu 20 jaar
geleden, toen de Servische student Prin-
cip in de straten van Serajewo den Oos-
tenrijkschen troonp volger aartshertog
Franz Ferdinand, heeft neergeschoten. Dit
ontstellende feit, dat gevolgd is door den
millioenenmoord van den wereldoorlog,
heeft ook de mogelijkheid geschapen dat
een groot en herboren Servië kon ont
staan. Wat jarenlang in Servië was gepre
dikt, wat in het geheim door officieren
en hoogeschoolprofessoren en studenten
was voorbereid, kon toen verwezenlijkt
worden, en zoo werd de vuige moord van
Princip gehomologeerd door den nieuwen
staat, waarvan Koning Alexander, die niet
alleen maar een paradekoning doch in
werkelijkheid een dictator was, de groote
exponent vormde.
En het is toch wel treffend, dat deze ko
ning Alexander op vreemde bodem, op de
zelfde wijze en bijna geheel onder dezelfde
omstandigheden is vermoord. Zelfs het mo
tief tot de daad is geen andere dan bij
Princip.
Hier heeft een jonge Kroaat de mis
daad begaan om hetzelfde motief, waarom
de Servier Princip de Oostenrijksche aarts
hertog Ferdinand neerschoot.
Enkele data en levensbijzonderheden
Alexander Karageorgewitsj, koning van
Joego-Slavië, werd 16 December 1888 te
Cetinje geboren als tweede zoon van Peter
I van Servië. Nadat zijn oudere broer
George in 1908 afstand had gedaan van
den troon, werd Alexander troonopvolger.
Sedert 1914' was hij mederegent van zijn
vader. Na de bezetting van Servië tijdens
den wereldoorlog (1915—1916) verliet
Alexander aan boord van een Fransch
oorlogsschip zijn land en vertrok hij via
Korfu en Rome naar Parijs. Na de ontrui
ming van Servië in 1918 keerde hij naar
zijn land. In 1926 volgde hij zijn vader op
en werd hij gekroond tot koning van Ser
vië, Kroatië en Slovenië. In de eerste ja
ren van zijn regeering thad hij weinig
op den voorgrond, maar toen de strijd
tusschen Kroaten en Serviërs in 1928 zeer
heftige vormen aannam (vermoording van
den Katholiekenu Kroatische Boerenafgev.
Dr. Raditsj en de afscheiding der Kroaten
in het Parlement) nam de koning zelf alle
gezag in handen. Dat was de staatsgreep
van 1929: de volksvertegenwoordiging werd
opgeheven, de vrijheid van drukpers en
vergadering vernietigd en alle katholieke
vereenigingen verboden. De militaire dic
tatuur was hoofdzakelijk gevestigd om de
Kroaten te onderdrukken. Duizenden Kro
aten zijn daarop uitgeweken naar het bui
tenland, waar ze thans nog hun eigen po
litieke organisaties en persbureaux bezit-
ten.Wie de eigenaardige opvattingen omtrent
den bloedwraak kent, die er in die Bal
kanstreken heerschen, zal voor dezen
moord, hoe afschuwelijk die ook moge zijn
gemakkelijk een verklaring vinden.
Koning Alexander en de Katholieken
Koning Alexander van Servië is aan 't
bewind gekomen toen de politieke harts
tochten op de spits gedreven waren en ai-
DE LEIDSCHE
WINKELWEEK
Behartenswaardige wenken
'n Verkeersagent is een beste man. Hij
zorgt ervoor, dat het verkeer in goede ba
nen geleid wordt, dat dus ongelukken
voorkomen worden en lichamelijke en
stoffelijke schade niet wordt toegebracht.
Maar.... wee u, indien u zich niet houdt
aan de verkeersvoorschriften. De nadeelige
gevolgen zult u er zooal niet dadelijk dan
toch zeker later van ondervinden.
Die verkeersagent vinden we thans uit
gebeeld in de Winkelweek-commissie der
Sleutelstad, welke voor de zooveelste
maal haar schouders gezet heeft onder het
werk, dat de tegenwoordige tijd van haar
vraagt: den middenstand wakker te roe
pen, om het publiek in de eerstkomende
dagen te brengen het beste van wat er te
brengen is.
En die Winkelweek-commissie is de ver
keersagent, die het publiek thans toeroept:
Geeft voorrang aan Nederlandsche Arbeid,
Industrie en Handel.
Dat is een waarschuwing, welke niet in
den wind mag worden geslagen.
In deze tijden toch is het meer dan ooit
eisch van zelfbehoud te koopen uit de na
tionale productie. Doet men dit niet, dan
zal men of reeds nu dadelijk of later de
nadeelige gevolgen ervan ondervinden.
De zakenman mag zijn taak in den te-
genwoordigen tijd niet onderschatten.
De oplossing der groote problemen,
waar niemand meer weg mee weet en waar
tegenover de wetenschap machteloos staat,
moet niet komen van boven-af, van de
economische wereldconferenties, van dikke
rapporten en van geleerde tijdschriftarti
kelen. Het economisch herstel moet komen
van onderen-af, van de zakenmenschen,
klein en groot, van ieder, die een rol in het
productie- en distributieproces vervult
Hoe ook de „politiek" der mogendheden
roet in het eten strooit, hoe ook in het bui
tenland geëxperimenteerd wordt met kunst
matige middelen om het zieke lichaam der
wereld-maatschappij te herstellen het
ware herstel moet komen van het practi-
sche zakenleven zelf. Iedere zakenman moet
doen, wat zijn naaste plicht is en moet
als het kan mé£r doen dan dat. Wij
moeten de naaste toekomst „saneeren", den
vlak voor ons liggenden weg effenen, de
allernaaste moeilijkheden uit den weg
ruimen en zóó ons een weg banen naar be
tere tijden. De maatschappij heeft geen be
hoefte meer aan redevoeringen, aan be
spiegelingen, aan fantasieën, aan woorden
zij heeft behoefte aan de eenvoudige
daad.
De Leidsche Middenstand nu heeft weer
een daad gesteld. Die daad is duidelijk
waarneembaar, vandaag, morgen en vol
gende dagen.
Maar wat kan de Middenstand bereiken,
indien niet het publiek, het groote en het
kleine publiek, zich één voelt met den
middenstand en dezen helpt te saneeren,
zooveel mogelijk is en zoo spoedig mogelijk.
Dit kan het publiek doen door thans te
koopen by den eigen middenstand uit den
grootCD voorraad der nationale industrie.
De advertenties in onze courant van he
den en volgende dagen wijzen u allen den
weg: de speciale verlichting van winkels
en straten helpt u bij avond, opdat het toch
goed tot u doordringe, dat uitkomst in deze
moeilijke tijden toch vooral ook moet ko
men door de medewerking van het publiek.
De Leidsche middenstand vraagt u niet
zonder reden te koopen bij de deelnemers
aan deze Winkelweek. Hun zaken herkent
les gedaan werd om het ideaal van een
Groot-Servië te verwezenlijken. Zonder
mededoogen werd opgetreden tegen ieder
een en alles wat de eenheid van Groot-Ser
vië in den weg stond. Vandaar dan ook de
scherpe maatregelen tegen de Kroaten die
tot een ander ras behoorden en die een
anderen godsdienst beleden dan de aan
hangers van Groot-Servië, die in de Na
tionale Servische Orthodoxe Kerk de een
heid van hun land meenden te moeten
helpen verwezenlijken. Tal van anti-katho
lieke maatregelen werden genomen. De
Katholieke Jeugdorganisaties werden ver
boden. De Jezuieten moesten het land ver
laten of werden op het eiland Lissa ge
ïnterneerd, terwijl hun goederen in beslag
genomen werden. Verschillende bisschop
pen werden tot geldboete en gevangenis
straf veroordeeld. De gevangenissen in
Yoego Slavië waren opgepropt met de lei
ders der Kroaten, die het Groot-Servische
ideaal in den weg stonden.
Zoo is koning Alexander het slachtoffer
geworden van de bloedwraak van den
Balkan, het slachtoffer van zyn politiek,
waaraan hij praktisch alles heeft opgeof
ferd om zijn doel te bereiken....
u dadelijk aan de rood-witte schilden bU
den ingang.
Alleen by de deelnemers aan de Winkel
week ontvangt U voor elke bestede halve
gulden een geldige waardebon waarmee
U gratis kimt inschrijven naar het geschenk
uwer keuze.
De regeling en voorwaarden voor deze
Reclame met het Inschrijfformulier wordt
U in de zaken van alle aan deze Winkel
week deelnemende Firma's gratis ver
strekt.
In de courant van heden vindt u een ge
nummerd biljet van de Winkelweek-Com
missie.
Deze courant met het biljet moet U tot
den laatsten dag der Winkelweek bewa
ren.
Vanaf Donderdag zullen eiken middag
om 2 uur per Bulletin 20 nummers worden
bekend gemaakt.
Indien een dezer nummers op uw biljet
voorkomt ontvangt U tegen inlevering van
dat biljet met de Winkelweek Courant een
prachtdoos Bonbons geheel gratis en franco
thuis.
Deze doozen zijn tentoongesteld in de
panden: Breestraat 123 en Haarlemmer
straat 102.
Inlevering van bewijsnummers kan ge
schieden bij NederL Middenstandsbank
Turfmarkt 8 en bij het Secretariaat W. W.,
Nieuwe Rijn 50
Met muziek zal de Leidsche Middenstand
byna iederen dag uw aandacht voor haar
geweldige actie opeischen.
Hedenmiddag heeft de Politiemuziek
reeds een rondgang gemaakt ter opening
van de Winkelweek.
Hedenavond is de beurt aan de Post-
harmonie. Deze vertrekt te 8 uur en maakt
de volgende route:
Korevaanstr. (Monument), Korevaartsfcr.,
Breestr., Korenbeurssteeg, N. Rijn, Hooi
gracht, Haarlemmerstr., Jan Vossensteeg,
Oude Vest, Mare, Haarlemmerstr., Steenstr.,
Stationsweg Stationsplein (K.), Stations
weg, Steenstr., Prinsessekade, Kort Rapen
burg, Breestr., Maansmanssteeg Vischmarkt
Botermarkt, Gangetje, Breestraat, Vrpu-
wensteeg Kippenibrug, Vrouwensteeg,
Haarlemmerstr., Havenplein (E.).
KLEUREN IN DE ETALAGE.
De chef van een groot modemagazijn nam
onlangs een eigenaardige proef. Hij richtte
een etalage in met weinig opvallende en
vrij vage, ofschoon harmonische kleuren en
noteerde gedurende 3 y uur het effect
daarvan op de voorbijgangers. Gedurende
dien tijd stonden 371 personen voor zijn uit
stalkast stil. 14 daarvan traden binnen om
iets te koopen. Vervolgens etaleerde hij de
zelfde artikelen, maar nu met een achter
grond van zeer levendige, om niet te zeg
gen felle kleuren en bestudeerde wederom
gedurende 3 y, uur het resultaat. Nu bleven
683 personen voor het uitstal venster staan
en 23 hunner bleken koopers. De heldere
kleuren hadden derhalve 312 méér lieden
getrokken dan de doffe en het aantal ver
koopt n was met 64% vermeerderd.
Deze belangwekkende proef toont onmis
kenbaar aan, dat de etaleur tegenover den
achtergrond, waarop de koopwaar zich af-
teekent, in geenen deele onverschillig kan
blijven. Het „fond" is een integreerend deel
van de etalage en het moet met dezelfde
zorg worden gekozen als de koopwaar zelf,
die aan het kijkend publiek wordt voorge
legd. Er zijn fonds, stemmig, degelijk, stijl
vol en behept met nog vele andere goede
eigenschappen, die voor de meeste etalages
toch volstrekt niet deugen. Zij nemen de
artikelen als 't ware in zich op; zij verva
gen en vervlakken de eigenschappen van
de koopwaar. Alleen van dicht-bij doen
zij aethetisch aan. Maar de winkelier moet
nooit vergeten, dait hij niet alleen uitstalt
voor het publiek dat langs zijn winkelraam
passeert. Zelfs niet voor dat in de eerste
plaats. Want de voorbijgangers, die vlak
langs zijn uitstal kast loopen, brengt hij
tocht wel en zonder groote moeite tot stil
staan.
De lieden die hij trekken moet, op wie
hij al zijn inspanning moet concentreeren,
zijn zij, die aan den overkant van de straat
loopen. Hij moet zijn etalage zóó inrichten,
dat hij deze passanten er toe dwingt over
te steken. Zij moeten zich door zyn uitstal
kast, als door een magneet, aangetrokken
voelen. Dat bereikt hy met zijn kleuren.
Zyn die saai en dof, dan komt er geen ster
veling op af, óók niet al zijn ze met fijnen
smaak gekozen. Heldere krachtige kleuren
heeft hij noodig. Alléén van die gaan sterke
suggesties uit. En hoe breeder de straat is,
hoe „voyanter" tinten de uitstalkast ver
draagt.
Ik heb eens een winkelier gekend, die oen
zeer aesthetisoh aangelegd man was. Als hij
toevallig geen koopman geweest was, zou
hij wellicht een artistieke loopbaan geko
zen hebben. Een dame onder zijn kennissen,
even kunstzinnig als hij, bood aan geduren
de eenigen tijd zijn uitstalruimten te verzor
gen. Het resultaat? Ik wil er niet te veel
kwaad van zeggen. Het was „lief', om niet
te zeggen: lieflijk. Het was alles even kunst
zinnig „gevoeld", harmonisch, gestyleerd
en voornaam. Maar het miste iedere com-
mercieele waarde! Voilé.
Laat ons nooit vergeten, dat een etalage
nooit puur en alleen een kunstwerk kan
zijn. De uitstalkast stelt practische eischen.
Zij beantwoordt aan haar doel ais zij pu
bliek trekt, ook al zou haar inrichting niet
met beginselen van hooge kunst strooken
zij deugt niet, als het publiek haar voor
bij loopt, ook al zou rij een schilder of een
fijngevoelige natuur in verrukking brengen.
Het meerendeel der lieden, die langs win
kelramen wandelen, zijn nu eenmaal geen
kunstenaars. En voor dat meerendeel stalt
ge uit, niet voor de uitzonderingsnaturen.
Het komt er niet in de eerste plaats op
aan, of de kleuren van uw etalage rich
streng houden aan de klassieke principes
der schoonheidsleer. Als ze maar opvallen,
als zij maar gezien worden, als ze maar
trekken ziedaar wat noodig is.
Dat neemt niet weg, dat ge zonder over
leg niet kunt te werk gaan. Als ge in uw
uitstalkast roze bailjaponnen wilt etaleeren,
dan zult ge daarvoor geen schavot-roode
achtgrond kiezen. Het harde rood van het
fond zou den zachten glans der roze kleed
jes volkomen te niet doen. Ge dient dien
glans juist te verhoogen en dat bereikt ge
zelden met een tint van hetzelfde gamma,
maar veeleer met een die daaraan tegen
overgesteld is. Waarom wordt op een feest
op het gebied der kleeding zoo'n fraai en
voornaam effect bereikt? Omdat het zwart
en-wit der smokings en rokken uitmuntend
contrasteert met de lichte tinten der dames-
costuums. Het zwart der heerenkleeding
vormt een hoogst gelukkige achtergrond
voor de regenboog van kleuren, die de robes
der dames vertoonen. Dit „fond" is zelfs
zóó goed, dat de gekleurde smoking, die
in Parijs onder de snobs korten tijd eeni
gen opgang maakten, het toch niet verder
dan tot een „succes d'estime" hebben kun
nen brengen. Tegenover een paarsen smo
king boetten veel aardige toiletjes iets van
him éclat in en dat is een zonde, die een
dame niet licht aan een mannenkleeding-
stuk vergeeft.
Het éclat van zijn koopwaar verhoogen,
blijft voor den uitstalier een der eerste zor
gen. Hij moet daarom niet bang zijn voor
koene combinaties, vooral omdat hij heeft
te bedenken als de decorateur van zyn
theatarschermen dat zijn kleuren het
ook op een afstand nog „doen". De beste re
sultaten verkrijgt hij, als hij zorgvuldig
rekening houdt met de kleuren der omge
ving, waarin de te verkoopen artikelen ge
bruikt zullen worden.
Strandpakjes b.v. doen bijzonder goed
tegen een achtergrond van blauw en geel.
Geel is het zeezand, blauw is de hemel en
voor de etalage moet dan een schitterend
geel en diepnhemelsblauw gekozen worden.
Wat overdrijving schaadt daarbij volstrekt
niet. Een kleurige badmantel behoudt zijn
volle aantrekkelijkheid tegen een fond van
roomwitte tegeltjes; een kinderkamer-
ameublement lijkt het aardigst tegen een
geestig frisoh behangetje.
De grondregel, dat de kleuren in t alge
meen zeer krachtig en zeer frisch moeten
genomen worden, sluit uiteraard niet in,
dat stemmige gedekte tinten en tonen ge
heel uit den boo ze zijn. Een oud-eiken eet
kamer-ameublement detoneert tegen een
feilen achtergrond; de eetkamer vraagt
rustige tinten; daarentegen zullen de alu
minium pannen en het fornuis eener keu
ken inrichting him gelukkigst effect tegen
een helder, licht en vroolijk fond sorteeren.
Met velerlei omstandigheden kan de win
kelier bij 't kiezen van de kleuren zijner
etalage rekening houden. B.v. met de sei
zoenen. Op heete zomerse he dagen is die
etalage het aantrekkelijkst, waarvan een
suggestie van frischheid uit gaat. Hij moet
dan rood strikt vermijden. Rood associeert
zich met warmte en de menschen hebben
het in dien tijd al vanzelf warm genoeg.
Daarentegen zal hij veel frisch-groen,
frisch-blauw koele tinten voor zijn uit
stalling gebruiken. De herfst, die de eerste
huiveringen van den naderenden winter
brengt, verlangt warmer gamma's: oud-
goud kan daarvoor een vaak-gekozen hoofd
kleur zijn. In den winter is rood uitstekend
geschikt. Men voelt dat ook wel, want zelfs
hij, die een kerstmis-sneeuw-etalage maakt,
zal toch het rood niet vergeten. Sneeuw
alléén zou te koud aandien; de roode bes
jes van de hulst, het roode licht, de roode
strikken om het uitgestalde linnengoed
brengen juist de warme toon aan, die de
diep in hun jassen en mantels gedoken
voorbijgangers graag zien.
De lente brengt de lichte nuances van
bijna alle kleuren op den voorgrond. Deze
lichte nuances correspondeeren met de ge
voelens, die de ontwakende natuur en de
ontwakende menschheid in het voorjaar be
zielen. De etalage moet dit prille ontluiken
weerspiegelen en zij zal dan koopkrachtiger
zijn dan wanneer zij met zware verzadigde
kleuren wordt volgestopt.
Zelfs het weer kan op de kleurenkeuze
van invloed zyn. Op een mistigen somberen
dag zal de winkelier vermijden in zijn uit
stalruimten veel grijs, bruin en zwart te
etaleeren; op zulke dagen voelen de voor
bijgangers zich slechts getrokken door blij
de tinten, die een vrooiijke noot in de som
berheid vormen.
De plaats van den winkefl spreekt ook een
woordje mee. Een winkel aan een plein zal
goed doen vaak zeer in het oog vallende
kleuren te kiezen, daar ook zij die op vTij
verren afstand, aan de overzijde van het
plein passeeren, bereikt moeten worden.
Hij dient er echter voor te waken, dat zijn
uitstalling niet talrijke kleuren vertoont,
die op een afstand gemakkelijk ineen
vloeien. Frissche, tonige. één kleurige vlak
ken hebben het beste effect. In een smalle
straat daarentegen behoeft men zich om
afstandwerking niet te bekommeren; déér
is slechts de vraag of het fond de uitgestal
de koopwaar in zijn beste licht stelt.
Het is êi het kort bestek van dit artikel
niet wel doenlijk in bijzonderheden te tre
den omtrent de tinten, die het best bij el
kaar passen. Het is niet voldoende te zeg
gen, dat de kleur van het fond altijd recht
lijnig tegenover die van de koopwaar staan
moet. Dit is soms waar, maar niet altijd.
Het kén goed zijn blauwe artikelen op een
gelen grond te etaleeren of roode op een
groenen. Maar het kan ook verkeerd zyn.
Hier komt de smaak in het geding, de goede
smaak, dien de etaleur bezitten moet oen
een geheel tot stand te brengen, dat spreekt,
en desnoods schreeuwt, maar niet vloekt.
Het is vaak slechts een kwestie van nuan
ces, een kwestie van probeeren ook. Maar
h(j moet niet terugschrikken voor wat soms
heel gedurfd lijkt. De mogelijkheden der
kleurencombinaties zijn eindeloos en de
grootste verkoop-resultaten worden vaak
verkregen met etalages, waarvoor onze
conservatieve vaders met schrik zouden ztm
teruggedeinsd. Conservatisme is in ge»e«
jonge vooruitgaande kunst op zijn plaats
en het is ten slotte veel beter zich eens te
vergissen dan steeds fijn-afgestemde etala
ges op te bouwen, die op den duur iets ver
moeids en mats krijgen. Dien indruk mag
geen etalage ooit wekken. Zij is de vlag van
den winkel en moet spreken van frischheid,
kracht en moed.
WAARDEVOLLE WENKEN.
Kennis is macht. Maar niemand heeft
het recht macht uit te oefenen, zoolang hij
de macht over zichzelf mist.
Zeg nooit: dat weet ik niet. Zeg: ik zal
zorgen dat ik het spoedig weet.
Halve kennis maakt u tot een half
mensch en geeft u aanspraak op een half
salaris. Leg u er op toe alles van uw vak
goed te weten; dan wordt zelfs het verkoo
pen van een brief spelden een genoegen
Farrington.
ALS IK WINKELIER WAS....
In „Sucoos" lezen wij:
Als ik winkelier was, zou ik zorgen regel
matig een hiaomderheid in mijn etalage te
hebben.
Met de koude dagen zou ik een thermo
meter buiten gehangen hebben en een lijst
je in de etalage geplaatst, met de tempera
turen van middernacht, 's morgens zeven
uur en 's middags twaalf uur.
Een andere keer zou ik een ourieuae post
zegel ten toon stellen, of wel een nieuwe
postzegel of een nieuw bankbiljet bij de uit
gifte daarvan.
Werden er biljetten in omloop gebracht
die aanleiding tot verwarring konden
geven, zooals onlangs met bankbiljetten, en
nieuwe postzegels herhaaldelijk gebeurd ia,
omodat zegels en bankbiljetten van ver
schillende waarden een nagenoeg gelijke
kleur vertoonen, dan zou ik dit aanschou
welijk voorstellen. Ofwel ik zou een foto
van een beroemdheid of een grappige tee-
kening in mijn etalage zetten.
Maar ik zou eiken dag trouw de krant
lezen, op jacht naar een nieuw onderwerp
voor mijn etalage. En ik zou dat volhouden,
zoodat de voorbijgangers de gewoonte zou
den gaan aannemen te kijken.... wat die
Jansen nu weer voor bijzonders in zijn
etalage heeft.
VAN ALLERLEI....
Elke ervaren winkelier weet, dat de
beste etalages die zyn, welke datgene, wat
de menschen noodig hebben, toonen in een
tijd, waarin de behoefte eraan het grootst
is. Heorenmodemagazijnen bijvoorbeeld,
hebben vaste tijden voor t etaleeren van
stroohoeden, witte broeken etc. Voor an
dere branches en andere jaargetijden geldt
deze regel. Maak er een gewoonte van, uw
etalage een actueel karakter te geven; het
dwingt tot onmiddellijk handelen, c.q. koo
pen. Een goede methode voor wodorver-
koopers van geadverteerde artikelen is, om
hun voorraad te adverteeren, als de fabriek
reclame maakt. Als de menschen een ad
vertentie zien, willen zy wel koopen, maar
zij kunnen dat niet van de krantenpagina
doen! Er moet dus naar oen winkel gegaan
wordenmaar diat schuift iedereen op
de lange baan. Pas als men dien winked
toevallig passeert of er voor boodschappen
moet zijn, is het psychologische moment ge
komenDe winkelier moet dan gezorgd
hebben, dat het geadverteerde artikel over
al in zijn winkel uitgestald staat en de aan
dacht van den klant trekt. Herinnering en
reclame doen de rest..,.
„Uit „Adverteeren en Verkoopen"
LEER HUN DENKEN!
Op Engelsche rcgccringskantoren wordt
het denken aangemoedigd.
Een telegrammenjongen kreeg kort ge
leden 2 Pond extra, omdat hij opgemerkt
had, hoe snel zijn kameraden uit hun uni
form groeiden. Hij stelde het Hoofdbestuur
voor om, wanneer een jongen twee unifor
men ontving, één dezer pakjes een maat
grooter te maken dan het andere.
Een telegrafist kreeg een Pond, eenvou
dig omdat hij rapporteerde, dat een bak
je voor oude theebladen (Engelsche em
ployé'! zetten dikwyls hun eigen thee) in
do waachgelegcnheid geplaatst, het ver
stoppen van de gootsteen zou voorkomen.
Drie werklieden aan een „ondergrond"
sp oorwegje voor postvervoer, dat automa
tisch bediend wordt vanuit de stations,
kregen 50 Pond ieder. Dit treintje heeft
geen machinist aan boord en derailleerde
dikwyls, hetgeen geweldig oponthoud ten
gevolge had. De werklieden dachten een
systeem uit, om dit te voorkomen.
Een eenvoudige politie-agent sloeg
's nachts een kameraad bewusteloos met
zijn gummistok, omdat hy dacht met een
inbreker te doen te hebben. Toen schreef
hy aan Lord Trenchard en stelde voor, een
zaklantaarntje aan de gummistok te be
vestigen. Hij kreeg er patent op, enbe
vordering. Nu gaat er automatisch oen
lichtje op, elke keer, dat een Londensche
agent zijn gummistok gaat gebruiken.
De ideeën, die aldus binnenkomen, wor
den niet altijd uitgevoerd. Maar zij worden
dikwijls betaald, alléén maar om de men
schen aan het denken te houden.