WOENSDAG 10 OCTOBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. PAG. 5 Opnieuw de Koningsmoord Twintig jaar na Serajewo. PE BLOEDWRAAK VAN DEN BALKAN Trotsch vaart het geheele Fransche Mid- dellandsche Zee-eskader uit, het Zuid-Sla vische Vlaggeschip tegemoet, dat den ko ning van het vreemde Balkanland her waarts voeren zal. Al wat Frankrijk aan grootheid en voor naamheid telt staat op de kade van Mar seille, om den hoogen gast het allerplech- tigst welkom te bereiden. Daar nadert immers een groot vriend van Frankrijk, een machtig man, die een van de grootste krachtfiguren steeds was in de Fransche Europeesche politiek van na den oorlog. Men fluistert, dat in den allerlaatsten tyd die machtige vriend met welwillender blikken naar Duitschland heeft geschouwd dan Frankrijk wel aangenaam is. De Fransche diplomatie mobiliseert. Ko ning Alexander wordt te gast gevraagd en men zal de innige broederschap opnieuw bezegelen in een majestueuze zegetocht in Frankrijk. Zoo besluit de mensch De Voorzienigheid heeft het echter an ders beschikt. Vier, vijf schoten uit een revolver, een doodgewoon revolver, zooals er millioenen in de wereld zijn, afgevuurd door een man, die als verloren stond onder de duizenden- doch plots den arm ophief en de historische moordenaar van koning Alexander is ge worden, zijn voldoende om aan al die schit terende plannen een wel vreeselijk en ma caber einde te maken. De eerste gedachten bij het vernemen van deze tijding gaan gewis onmiddellijk naar het tragisch gebeuren nu 20 jaar geleden, toen de Servische student Prin- cip in de straten van Serajewo den Oos- tenrijkschen troonp volger aartshertog Franz Ferdinand, heeft neergeschoten. Dit ontstellende feit, dat gevolgd is door den millioenenmoord van den wereldoorlog, heeft ook de mogelijkheid geschapen dat een groot en herboren Servië kon ont staan. Wat jarenlang in Servië was gepre dikt, wat in het geheim door officieren en hoogeschoolprofessoren en studenten was voorbereid, kon toen verwezenlijkt worden, en zoo werd de vuige moord van Princip gehomologeerd door den nieuwen staat, waarvan Koning Alexander, die niet alleen maar een paradekoning doch in werkelijkheid een dictator was, de groote exponent vormde. En het is toch wel treffend, dat deze ko ning Alexander op vreemde bodem, op de zelfde wijze en bijna geheel onder dezelfde omstandigheden is vermoord. Zelfs het mo tief tot de daad is geen andere dan bij Princip. Hier heeft een jonge Kroaat de mis daad begaan om hetzelfde motief, waarom de Servier Princip de Oostenrijksche aarts hertog Ferdinand neerschoot. Enkele data en levensbijzonderheden Alexander Karageorgewitsj, koning van Joego-Slavië, werd 16 December 1888 te Cetinje geboren als tweede zoon van Peter I van Servië. Nadat zijn oudere broer George in 1908 afstand had gedaan van den troon, werd Alexander troonopvolger. Sedert 1914' was hij mederegent van zijn vader. Na de bezetting van Servië tijdens den wereldoorlog (1915—1916) verliet Alexander aan boord van een Fransch oorlogsschip zijn land en vertrok hij via Korfu en Rome naar Parijs. Na de ontrui ming van Servië in 1918 keerde hij naar zijn land. In 1926 volgde hij zijn vader op en werd hij gekroond tot koning van Ser vië, Kroatië en Slovenië. In de eerste ja ren van zijn regeering thad hij weinig op den voorgrond, maar toen de strijd tusschen Kroaten en Serviërs in 1928 zeer heftige vormen aannam (vermoording van den Katholiekenu Kroatische Boerenafgev. Dr. Raditsj en de afscheiding der Kroaten in het Parlement) nam de koning zelf alle gezag in handen. Dat was de staatsgreep van 1929: de volksvertegenwoordiging werd opgeheven, de vrijheid van drukpers en vergadering vernietigd en alle katholieke vereenigingen verboden. De militaire dic tatuur was hoofdzakelijk gevestigd om de Kroaten te onderdrukken. Duizenden Kro aten zijn daarop uitgeweken naar het bui tenland, waar ze thans nog hun eigen po litieke organisaties en persbureaux bezit- ten.Wie de eigenaardige opvattingen omtrent den bloedwraak kent, die er in die Bal kanstreken heerschen, zal voor dezen moord, hoe afschuwelijk die ook moge zijn gemakkelijk een verklaring vinden. Koning Alexander en de Katholieken Koning Alexander van Servië is aan 't bewind gekomen toen de politieke harts tochten op de spits gedreven waren en ai- DE LEIDSCHE WINKELWEEK Behartenswaardige wenken 'n Verkeersagent is een beste man. Hij zorgt ervoor, dat het verkeer in goede ba nen geleid wordt, dat dus ongelukken voorkomen worden en lichamelijke en stoffelijke schade niet wordt toegebracht. Maar.... wee u, indien u zich niet houdt aan de verkeersvoorschriften. De nadeelige gevolgen zult u er zooal niet dadelijk dan toch zeker later van ondervinden. Die verkeersagent vinden we thans uit gebeeld in de Winkelweek-commissie der Sleutelstad, welke voor de zooveelste maal haar schouders gezet heeft onder het werk, dat de tegenwoordige tijd van haar vraagt: den middenstand wakker te roe pen, om het publiek in de eerstkomende dagen te brengen het beste van wat er te brengen is. En die Winkelweek-commissie is de ver keersagent, die het publiek thans toeroept: Geeft voorrang aan Nederlandsche Arbeid, Industrie en Handel. Dat is een waarschuwing, welke niet in den wind mag worden geslagen. In deze tijden toch is het meer dan ooit eisch van zelfbehoud te koopen uit de na tionale productie. Doet men dit niet, dan zal men of reeds nu dadelijk of later de nadeelige gevolgen ervan ondervinden. De zakenman mag zijn taak in den te- genwoordigen tijd niet onderschatten. De oplossing der groote problemen, waar niemand meer weg mee weet en waar tegenover de wetenschap machteloos staat, moet niet komen van boven-af, van de economische wereldconferenties, van dikke rapporten en van geleerde tijdschriftarti kelen. Het economisch herstel moet komen van onderen-af, van de zakenmenschen, klein en groot, van ieder, die een rol in het productie- en distributieproces vervult Hoe ook de „politiek" der mogendheden roet in het eten strooit, hoe ook in het bui tenland geëxperimenteerd wordt met kunst matige middelen om het zieke lichaam der wereld-maatschappij te herstellen het ware herstel moet komen van het practi- sche zakenleven zelf. Iedere zakenman moet doen, wat zijn naaste plicht is en moet als het kan mé£r doen dan dat. Wij moeten de naaste toekomst „saneeren", den vlak voor ons liggenden weg effenen, de allernaaste moeilijkheden uit den weg ruimen en zóó ons een weg banen naar be tere tijden. De maatschappij heeft geen be hoefte meer aan redevoeringen, aan be spiegelingen, aan fantasieën, aan woorden zij heeft behoefte aan de eenvoudige daad. De Leidsche Middenstand nu heeft weer een daad gesteld. Die daad is duidelijk waarneembaar, vandaag, morgen en vol gende dagen. Maar wat kan de Middenstand bereiken, indien niet het publiek, het groote en het kleine publiek, zich één voelt met den middenstand en dezen helpt te saneeren, zooveel mogelijk is en zoo spoedig mogelijk. Dit kan het publiek doen door thans te koopen by den eigen middenstand uit den grootCD voorraad der nationale industrie. De advertenties in onze courant van he den en volgende dagen wijzen u allen den weg: de speciale verlichting van winkels en straten helpt u bij avond, opdat het toch goed tot u doordringe, dat uitkomst in deze moeilijke tijden toch vooral ook moet ko men door de medewerking van het publiek. De Leidsche middenstand vraagt u niet zonder reden te koopen bij de deelnemers aan deze Winkelweek. Hun zaken herkent les gedaan werd om het ideaal van een Groot-Servië te verwezenlijken. Zonder mededoogen werd opgetreden tegen ieder een en alles wat de eenheid van Groot-Ser vië in den weg stond. Vandaar dan ook de scherpe maatregelen tegen de Kroaten die tot een ander ras behoorden en die een anderen godsdienst beleden dan de aan hangers van Groot-Servië, die in de Na tionale Servische Orthodoxe Kerk de een heid van hun land meenden te moeten helpen verwezenlijken. Tal van anti-katho lieke maatregelen werden genomen. De Katholieke Jeugdorganisaties werden ver boden. De Jezuieten moesten het land ver laten of werden op het eiland Lissa ge ïnterneerd, terwijl hun goederen in beslag genomen werden. Verschillende bisschop pen werden tot geldboete en gevangenis straf veroordeeld. De gevangenissen in Yoego Slavië waren opgepropt met de lei ders der Kroaten, die het Groot-Servische ideaal in den weg stonden. Zoo is koning Alexander het slachtoffer geworden van de bloedwraak van den Balkan, het slachtoffer van zyn politiek, waaraan hij praktisch alles heeft opgeof ferd om zijn doel te bereiken.... u dadelijk aan de rood-witte schilden bU den ingang. Alleen by de deelnemers aan de Winkel week ontvangt U voor elke bestede halve gulden een geldige waardebon waarmee U gratis kimt inschrijven naar het geschenk uwer keuze. De regeling en voorwaarden voor deze Reclame met het Inschrijfformulier wordt U in de zaken van alle aan deze Winkel week deelnemende Firma's gratis ver strekt. In de courant van heden vindt u een ge nummerd biljet van de Winkelweek-Com missie. Deze courant met het biljet moet U tot den laatsten dag der Winkelweek bewa ren. Vanaf Donderdag zullen eiken middag om 2 uur per Bulletin 20 nummers worden bekend gemaakt. Indien een dezer nummers op uw biljet voorkomt ontvangt U tegen inlevering van dat biljet met de Winkelweek Courant een prachtdoos Bonbons geheel gratis en franco thuis. Deze doozen zijn tentoongesteld in de panden: Breestraat 123 en Haarlemmer straat 102. Inlevering van bewijsnummers kan ge schieden bij NederL Middenstandsbank Turfmarkt 8 en bij het Secretariaat W. W., Nieuwe Rijn 50 Met muziek zal de Leidsche Middenstand byna iederen dag uw aandacht voor haar geweldige actie opeischen. Hedenmiddag heeft de Politiemuziek reeds een rondgang gemaakt ter opening van de Winkelweek. Hedenavond is de beurt aan de Post- harmonie. Deze vertrekt te 8 uur en maakt de volgende route: Korevaanstr. (Monument), Korevaartsfcr., Breestr., Korenbeurssteeg, N. Rijn, Hooi gracht, Haarlemmerstr., Jan Vossensteeg, Oude Vest, Mare, Haarlemmerstr., Steenstr., Stationsweg Stationsplein (K.), Stations weg, Steenstr., Prinsessekade, Kort Rapen burg, Breestr., Maansmanssteeg Vischmarkt Botermarkt, Gangetje, Breestraat, Vrpu- wensteeg Kippenibrug, Vrouwensteeg, Haarlemmerstr., Havenplein (E.). KLEUREN IN DE ETALAGE. De chef van een groot modemagazijn nam onlangs een eigenaardige proef. Hij richtte een etalage in met weinig opvallende en vrij vage, ofschoon harmonische kleuren en noteerde gedurende 3 y uur het effect daarvan op de voorbijgangers. Gedurende dien tijd stonden 371 personen voor zijn uit stalkast stil. 14 daarvan traden binnen om iets te koopen. Vervolgens etaleerde hij de zelfde artikelen, maar nu met een achter grond van zeer levendige, om niet te zeg gen felle kleuren en bestudeerde wederom gedurende 3 y, uur het resultaat. Nu bleven 683 personen voor het uitstal venster staan en 23 hunner bleken koopers. De heldere kleuren hadden derhalve 312 méér lieden getrokken dan de doffe en het aantal ver koopt n was met 64% vermeerderd. Deze belangwekkende proef toont onmis kenbaar aan, dat de etaleur tegenover den achtergrond, waarop de koopwaar zich af- teekent, in geenen deele onverschillig kan blijven. Het „fond" is een integreerend deel van de etalage en het moet met dezelfde zorg worden gekozen als de koopwaar zelf, die aan het kijkend publiek wordt voorge legd. Er zijn fonds, stemmig, degelijk, stijl vol en behept met nog vele andere goede eigenschappen, die voor de meeste etalages toch volstrekt niet deugen. Zij nemen de artikelen als 't ware in zich op; zij verva gen en vervlakken de eigenschappen van de koopwaar. Alleen van dicht-bij doen zij aethetisch aan. Maar de winkelier moet nooit vergeten, dait hij niet alleen uitstalt voor het publiek dat langs zijn winkelraam passeert. Zelfs niet voor dat in de eerste plaats. Want de voorbijgangers, die vlak langs zijn uitstal kast loopen, brengt hij tocht wel en zonder groote moeite tot stil staan. De lieden die hij trekken moet, op wie hij al zijn inspanning moet concentreeren, zijn zij, die aan den overkant van de straat loopen. Hij moet zijn etalage zóó inrichten, dat hij deze passanten er toe dwingt over te steken. Zij moeten zich door zyn uitstal kast, als door een magneet, aangetrokken voelen. Dat bereikt hy met zijn kleuren. Zyn die saai en dof, dan komt er geen ster veling op af, óók niet al zijn ze met fijnen smaak gekozen. Heldere krachtige kleuren heeft hij noodig. Alléén van die gaan sterke suggesties uit. En hoe breeder de straat is, hoe „voyanter" tinten de uitstalkast ver draagt. Ik heb eens een winkelier gekend, die oen zeer aesthetisoh aangelegd man was. Als hij toevallig geen koopman geweest was, zou hij wellicht een artistieke loopbaan geko zen hebben. Een dame onder zijn kennissen, even kunstzinnig als hij, bood aan geduren de eenigen tijd zijn uitstalruimten te verzor gen. Het resultaat? Ik wil er niet te veel kwaad van zeggen. Het was „lief', om niet te zeggen: lieflijk. Het was alles even kunst zinnig „gevoeld", harmonisch, gestyleerd en voornaam. Maar het miste iedere com- mercieele waarde! Voilé. Laat ons nooit vergeten, dat een etalage nooit puur en alleen een kunstwerk kan zijn. De uitstalkast stelt practische eischen. Zij beantwoordt aan haar doel ais zij pu bliek trekt, ook al zou haar inrichting niet met beginselen van hooge kunst strooken zij deugt niet, als het publiek haar voor bij loopt, ook al zou rij een schilder of een fijngevoelige natuur in verrukking brengen. Het meerendeel der lieden, die langs win kelramen wandelen, zijn nu eenmaal geen kunstenaars. En voor dat meerendeel stalt ge uit, niet voor de uitzonderingsnaturen. Het komt er niet in de eerste plaats op aan, of de kleuren van uw etalage rich streng houden aan de klassieke principes der schoonheidsleer. Als ze maar opvallen, als zij maar gezien worden, als ze maar trekken ziedaar wat noodig is. Dat neemt niet weg, dat ge zonder over leg niet kunt te werk gaan. Als ge in uw uitstalkast roze bailjaponnen wilt etaleeren, dan zult ge daarvoor geen schavot-roode achtgrond kiezen. Het harde rood van het fond zou den zachten glans der roze kleed jes volkomen te niet doen. Ge dient dien glans juist te verhoogen en dat bereikt ge zelden met een tint van hetzelfde gamma, maar veeleer met een die daaraan tegen overgesteld is. Waarom wordt op een feest op het gebied der kleeding zoo'n fraai en voornaam effect bereikt? Omdat het zwart en-wit der smokings en rokken uitmuntend contrasteert met de lichte tinten der dames- costuums. Het zwart der heerenkleeding vormt een hoogst gelukkige achtergrond voor de regenboog van kleuren, die de robes der dames vertoonen. Dit „fond" is zelfs zóó goed, dat de gekleurde smoking, die in Parijs onder de snobs korten tijd eeni gen opgang maakten, het toch niet verder dan tot een „succes d'estime" hebben kun nen brengen. Tegenover een paarsen smo king boetten veel aardige toiletjes iets van him éclat in en dat is een zonde, die een dame niet licht aan een mannenkleeding- stuk vergeeft. Het éclat van zijn koopwaar verhoogen, blijft voor den uitstalier een der eerste zor gen. Hij moet daarom niet bang zijn voor koene combinaties, vooral omdat hij heeft te bedenken als de decorateur van zyn theatarschermen dat zijn kleuren het ook op een afstand nog „doen". De beste re sultaten verkrijgt hij, als hij zorgvuldig rekening houdt met de kleuren der omge ving, waarin de te verkoopen artikelen ge bruikt zullen worden. Strandpakjes b.v. doen bijzonder goed tegen een achtergrond van blauw en geel. Geel is het zeezand, blauw is de hemel en voor de etalage moet dan een schitterend geel en diepnhemelsblauw gekozen worden. Wat overdrijving schaadt daarbij volstrekt niet. Een kleurige badmantel behoudt zijn volle aantrekkelijkheid tegen een fond van roomwitte tegeltjes; een kinderkamer- ameublement lijkt het aardigst tegen een geestig frisoh behangetje. De grondregel, dat de kleuren in t alge meen zeer krachtig en zeer frisch moeten genomen worden, sluit uiteraard niet in, dat stemmige gedekte tinten en tonen ge heel uit den boo ze zijn. Een oud-eiken eet kamer-ameublement detoneert tegen een feilen achtergrond; de eetkamer vraagt rustige tinten; daarentegen zullen de alu minium pannen en het fornuis eener keu ken inrichting him gelukkigst effect tegen een helder, licht en vroolijk fond sorteeren. Met velerlei omstandigheden kan de win kelier bij 't kiezen van de kleuren zijner etalage rekening houden. B.v. met de sei zoenen. Op heete zomerse he dagen is die etalage het aantrekkelijkst, waarvan een suggestie van frischheid uit gaat. Hij moet dan rood strikt vermijden. Rood associeert zich met warmte en de menschen hebben het in dien tijd al vanzelf warm genoeg. Daarentegen zal hij veel frisch-groen, frisch-blauw koele tinten voor zijn uit stalling gebruiken. De herfst, die de eerste huiveringen van den naderenden winter brengt, verlangt warmer gamma's: oud- goud kan daarvoor een vaak-gekozen hoofd kleur zijn. In den winter is rood uitstekend geschikt. Men voelt dat ook wel, want zelfs hij, die een kerstmis-sneeuw-etalage maakt, zal toch het rood niet vergeten. Sneeuw alléén zou te koud aandien; de roode bes jes van de hulst, het roode licht, de roode strikken om het uitgestalde linnengoed brengen juist de warme toon aan, die de diep in hun jassen en mantels gedoken voorbijgangers graag zien. De lente brengt de lichte nuances van bijna alle kleuren op den voorgrond. Deze lichte nuances correspondeeren met de ge voelens, die de ontwakende natuur en de ontwakende menschheid in het voorjaar be zielen. De etalage moet dit prille ontluiken weerspiegelen en zij zal dan koopkrachtiger zijn dan wanneer zij met zware verzadigde kleuren wordt volgestopt. Zelfs het weer kan op de kleurenkeuze van invloed zyn. Op een mistigen somberen dag zal de winkelier vermijden in zijn uit stalruimten veel grijs, bruin en zwart te etaleeren; op zulke dagen voelen de voor bijgangers zich slechts getrokken door blij de tinten, die een vrooiijke noot in de som berheid vormen. De plaats van den winkefl spreekt ook een woordje mee. Een winkel aan een plein zal goed doen vaak zeer in het oog vallende kleuren te kiezen, daar ook zij die op vTij verren afstand, aan de overzijde van het plein passeeren, bereikt moeten worden. Hij dient er echter voor te waken, dat zijn uitstalling niet talrijke kleuren vertoont, die op een afstand gemakkelijk ineen vloeien. Frissche, tonige. één kleurige vlak ken hebben het beste effect. In een smalle straat daarentegen behoeft men zich om afstandwerking niet te bekommeren; déér is slechts de vraag of het fond de uitgestal de koopwaar in zijn beste licht stelt. Het is êi het kort bestek van dit artikel niet wel doenlijk in bijzonderheden te tre den omtrent de tinten, die het best bij el kaar passen. Het is niet voldoende te zeg gen, dat de kleur van het fond altijd recht lijnig tegenover die van de koopwaar staan moet. Dit is soms waar, maar niet altijd. Het kén goed zijn blauwe artikelen op een gelen grond te etaleeren of roode op een groenen. Maar het kan ook verkeerd zyn. Hier komt de smaak in het geding, de goede smaak, dien de etaleur bezitten moet oen een geheel tot stand te brengen, dat spreekt, en desnoods schreeuwt, maar niet vloekt. Het is vaak slechts een kwestie van nuan ces, een kwestie van probeeren ook. Maar h(j moet niet terugschrikken voor wat soms heel gedurfd lijkt. De mogelijkheden der kleurencombinaties zijn eindeloos en de grootste verkoop-resultaten worden vaak verkregen met etalages, waarvoor onze conservatieve vaders met schrik zouden ztm teruggedeinsd. Conservatisme is in ge»e« jonge vooruitgaande kunst op zijn plaats en het is ten slotte veel beter zich eens te vergissen dan steeds fijn-afgestemde etala ges op te bouwen, die op den duur iets ver moeids en mats krijgen. Dien indruk mag geen etalage ooit wekken. Zij is de vlag van den winkel en moet spreken van frischheid, kracht en moed. WAARDEVOLLE WENKEN. Kennis is macht. Maar niemand heeft het recht macht uit te oefenen, zoolang hij de macht over zichzelf mist. Zeg nooit: dat weet ik niet. Zeg: ik zal zorgen dat ik het spoedig weet. Halve kennis maakt u tot een half mensch en geeft u aanspraak op een half salaris. Leg u er op toe alles van uw vak goed te weten; dan wordt zelfs het verkoo pen van een brief spelden een genoegen Farrington. ALS IK WINKELIER WAS.... In „Sucoos" lezen wij: Als ik winkelier was, zou ik zorgen regel matig een hiaomderheid in mijn etalage te hebben. Met de koude dagen zou ik een thermo meter buiten gehangen hebben en een lijst je in de etalage geplaatst, met de tempera turen van middernacht, 's morgens zeven uur en 's middags twaalf uur. Een andere keer zou ik een ourieuae post zegel ten toon stellen, of wel een nieuwe postzegel of een nieuw bankbiljet bij de uit gifte daarvan. Werden er biljetten in omloop gebracht die aanleiding tot verwarring konden geven, zooals onlangs met bankbiljetten, en nieuwe postzegels herhaaldelijk gebeurd ia, omodat zegels en bankbiljetten van ver schillende waarden een nagenoeg gelijke kleur vertoonen, dan zou ik dit aanschou welijk voorstellen. Ofwel ik zou een foto van een beroemdheid of een grappige tee- kening in mijn etalage zetten. Maar ik zou eiken dag trouw de krant lezen, op jacht naar een nieuw onderwerp voor mijn etalage. En ik zou dat volhouden, zoodat de voorbijgangers de gewoonte zou den gaan aannemen te kijken.... wat die Jansen nu weer voor bijzonders in zijn etalage heeft. VAN ALLERLEI.... Elke ervaren winkelier weet, dat de beste etalages die zyn, welke datgene, wat de menschen noodig hebben, toonen in een tijd, waarin de behoefte eraan het grootst is. Heorenmodemagazijnen bijvoorbeeld, hebben vaste tijden voor t etaleeren van stroohoeden, witte broeken etc. Voor an dere branches en andere jaargetijden geldt deze regel. Maak er een gewoonte van, uw etalage een actueel karakter te geven; het dwingt tot onmiddellijk handelen, c.q. koo pen. Een goede methode voor wodorver- koopers van geadverteerde artikelen is, om hun voorraad te adverteeren, als de fabriek reclame maakt. Als de menschen een ad vertentie zien, willen zy wel koopen, maar zij kunnen dat niet van de krantenpagina doen! Er moet dus naar oen winkel gegaan wordenmaar diat schuift iedereen op de lange baan. Pas als men dien winked toevallig passeert of er voor boodschappen moet zijn, is het psychologische moment ge komenDe winkelier moet dan gezorgd hebben, dat het geadverteerde artikel over al in zijn winkel uitgestald staat en de aan dacht van den klant trekt. Herinnering en reclame doen de rest..,. „Uit „Adverteeren en Verkoopen" LEER HUN DENKEN! Op Engelsche rcgccringskantoren wordt het denken aangemoedigd. Een telegrammenjongen kreeg kort ge leden 2 Pond extra, omdat hij opgemerkt had, hoe snel zijn kameraden uit hun uni form groeiden. Hij stelde het Hoofdbestuur voor om, wanneer een jongen twee unifor men ontving, één dezer pakjes een maat grooter te maken dan het andere. Een telegrafist kreeg een Pond, eenvou dig omdat hij rapporteerde, dat een bak je voor oude theebladen (Engelsche em ployé'! zetten dikwyls hun eigen thee) in do waachgelegcnheid geplaatst, het ver stoppen van de gootsteen zou voorkomen. Drie werklieden aan een „ondergrond" sp oorwegje voor postvervoer, dat automa tisch bediend wordt vanuit de stations, kregen 50 Pond ieder. Dit treintje heeft geen machinist aan boord en derailleerde dikwyls, hetgeen geweldig oponthoud ten gevolge had. De werklieden dachten een systeem uit, om dit te voorkomen. Een eenvoudige politie-agent sloeg 's nachts een kameraad bewusteloos met zijn gummistok, omdat hy dacht met een inbreker te doen te hebben. Toen schreef hy aan Lord Trenchard en stelde voor, een zaklantaarntje aan de gummistok te be vestigen. Hij kreeg er patent op, enbe vordering. Nu gaat er automatisch oen lichtje op, elke keer, dat een Londensche agent zijn gummistok gaat gebruiken. De ideeën, die aldus binnenkomen, wor den niet altijd uitgevoerd. Maar zij worden dikwijls betaald, alléén maar om de men schen aan het denken te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 5