Gebruikt in Uw soepen HONIG's BOUILLONBLOKJES 6 voor 10 cent
DE SCHAT IN HET
OUDE HOLLAND
WOENSDAG 10 OCTOBER 1934
DE LEIDSCHE COURAN
VIJFDE BLAD. - PAG. 18
GEMENGDE BERICHTEN
JONGEN DOODGEREDEN.
Onder vrachtauto geraakt.
Omstreeks 12 uur is gisterenmiddag op
de Paul Krugerlaan, hoek Chr. de Wett-
slraat te Den Haag, de 15-jarige S., wonende
in de Beijerstraat, die per rijwiel was, door
tot nu toe onbekende oorzaak overreden
door een vrachtauto. De knaap, die een
schedelfractuur bekwam, bleek bij aan
komst van den Geneeskundigen Dienst
reeds te zijn overleden. Het stoffelijk over
schot is naar het R. K. ziekenhuis aan het
Weeteinde vervoerd.
ERNSTIG AUTO-ONGELUK.
Twee inzittenden gewond.
Gisternacht is de 33-jarige J. M., uit
Heerlen op den rijksweg VenloNijmegen
nabij Velden met zijn auto tegen een boom
gebotst. Vermoedelijk tengevolge van het
feit, dat een tegenligger niet dimde, is M.
met zijn wagen van den weg geraakt. Mevr.
S. uit Hoensbrook, die bij den heer M. in
de auto zat werd zwaar gewond; zij kreeg
o.m. een toaLswervelfractuur. Evenals de
heer M., die eenige ribben had gebroken,
is zij naar het R. K. Ziekenhuis te Venlo
overgebracht.
De auto werd totaal vernield.
In den loop van den dag kon de heer M.
gisteren naar zy woning te Heerlen wor
den vervoerd.
De toestand van mevr. S. wordt evenwel
hopeloos geaoht.
TJANKSCHIP GEZONKEN.
Tengevolge van een hevigen stormvlaag
is op 10 K.M. ten Z.O. van Urk het tjalk
schip „Rehoboth", groot 69 ton, afkomstig
uit Deventer en op weg van Amsterdam
naar Kampen, geladen met anthraciet, ge
zonken.
De opvarenden, de schipper E. Klein uit
Deventer, zijn vrouw en een kind van 9
weken konden met groote moeite gered
worden door de sleepboot „Tina" van ka
pitein Wagenmaker uit Groningen, die door
middel van een sloep verbinding met het
scheepje wist te verkrijgen.
EEN PAARD OP VISITE,
liet sloeg den boel kort en klein.
Een paard van den landbouwer W. D.
te Ridderkerk verliet de weide, wandelde
het Hoofd op, zag een keukendeur open
staan van de woning van R. en stapte bin
nen. Doordat de bewoners even afwezig
waren had het dier vrij spel. Het beurde
zijn kop wat hoog op en stootte daardoor
tegen een plank met keukengerei. Met
groot geraas kwam de geheole voorraad
naar beneden. Hierdoor werd het paard
schrikachtig en begon links en rechts om
zich heen te slaan, met het gevolg, dat ta
fel, stoelen, theemeubel, kachel enz. wer
den vernield.
Na veel moeite is het den inmiddels ge
waarschuwde bewoners met omwonenden
gelukt het dier naar buiten te krijgen. Van
de keuken was toen niet veel meer over
dan een ruine.
TWEE PERSONEN VERDACHT VAN
BRANDSTICHTING GEARRESTEERD.
Gistermorgen te 7 uur brak brand uit
in een perceel in de Vrolikstraat te Amster
dam.
Toen de motorspuit en de ladderwagen
van de Achtergracht en de motorspuit van
de Dapperstraat korten tijd later voor
het bewuste perceel, waar een groenten-
winkel wordt gedreven door O. de W., ver
schenen, behoefden zij al geen dienst meer
te doen. De winkelier en zijn vrouw waren
al druk aan het blusschen en met een paar
emmers water kon het gevaar bezworen
worden. Het viel onmiddellijk op, dat de
brandweer hier met een ongewoon geval
te doen had. In het sousterrain waren een
houtbetimmering van den schoorsteen,
vloerplanken en een divan door het vuur
aangetast, doch ook op de beletage was
een bed in brand geraakt en er werden in
titaal vijf brandhaarden aangetroffen, ter
wijl de woning naar petroleum rook. Het
bleek, dat de brandhaarden rijkelijk voor
af met petroleum waren begoten. Een en
ander was voor de politie aanleiding een
nader onderzoek in te stellen. De justitie
werd gewaarschuwd en de officier en de
rechter-commissaris mr. Meihuizen, bene
vens de politie-deskundige dr. Van Ledden
Hulsebosch verschenen weldra ter plaatse.
De winkelier De W. en zijn vrouw werden,
verdacht van brandstichting, gearresteerd.
Zij ontkennen echter alle schuld; de man
voerde aan, dat hij bezig was geweest het
vuur te blusschen. Hoe het ontstaan was,
konden noch de man, noch de vrouw zeg
gen. Voorts was een 15-jarige zoon in de
woning, die echter sliep, toen de brand
uitbrak.
De inboedel was op beurspolis verzekerd
tot een bedrag van 2000. Beide verdachten
zijn ingesloten in het politiebureau aan de
Linnaeusstraat.
DRIELING GEBOREN.
Voor de eerste maal is in het St. Anna-
Paviljoen te Amsterdam een drieling ge
boren. Het zijn de zustjes Barbara, Martha
en Hendrika Daals. Moeder en dochters
maken het uitstekend.
De drieling aanschouwde het levenslicht
Maandagavond resp. om zes uur, half ze
ven en vijf minuten over half zeven. De
oudste, Barbara, weegt vier pond, dan
volgt Martha met 3 1/2 pond, terwijl de
jongste, Hendrika, maar twee pond weegt.
RECHTZAKEN
EEN GERUCHTMAKENDE STRAFZAAK
Tegen den vroegeren commissaris van
Politie te Hengelo
Onder groote publieke belangstelling
stond voor de Almelosche rechtbank te
recht de heer J. C. D., commissaris van
politie te Hengelo (O.) wegens valschheid
in geschrifte. De commissaris heeft op 1
Mei van dit jaar wegens gezondheidsrede
nen ontslag gevraagd, welk ontslag intus-
schen, hangende deze zaak, nog niet ver
leend is. Sinds dien datum doet D. echter
geen dienst meer.
Volgens de dagvaarding heeft D. als lei
der van een politiecursus te Hengelo val-
sche begrootingen ingeleverd aan het be
stuur van den R.K. Politiebond St. Michael
te den Bosch, in dezen zin, dat de inkom
sten te laag werden opgegeven en de uit
gaven te hoog, waardoor een tekort ont
stond, dat door genoemden Bond gedekt
werd in den vorm van een subsidie.
President van de rechtbank is mr. Leen-
dertz.
Er zijn verscheidene getuigen gedag
vaard.
De verdachte, die verdedigd wordt door
de advocaten mr. Noyon en Baak uit En
schedé, heeft zeven getuigen a décharge
doen oproepen.
Bij het verhoor van verdachte erkent
deze de begrootingen ingezonden te heb
ben. Hij verklaarde inderdaad de daarin
genoemde uitgaven gedaan te hebben en
het bedrag der tekorten ontvangen te heb
ben,
De president toont uit de begrootingen
oan, dat het aantal cursisten lager is op
gegeven, dan het in werkelijkheid was.
Het doel daarvan was voor de subsidie in
aanmerking te komen. De president betwij
felt of D. werkelijk vier uur per week les
heeft gegeven, waarop verdachte ant
woordt, dat hij daaronder ook rekende, 't
nakijken van het schriftelijke werk en het
corrigeeren. Alles wat hij deed voor den
cursus wilde hij betaald hebben.
Pres. tot verdachte: „U voelt toch wel de
strafbaarheid der handeling als u een te
kort dat niet bestaat nochtans declareert?"
Verd.: „Ik kan bewijzen, dat ik het ook
niet eens was met de vaststelling van het
subsidie".
Op een vraag van den officier, mr. Wolf-
son, erkent D., dat de beide cursussen over
de jaren '32 en '33 hem een vrij aanzien
lijk voordeel opleverden.
Als getuige werd vervolgens gehoord A.
F. Peterse, hoofdagent van politie te Hen
gelo, die mede leider van den cursus was,
en die verklaart, dat hy de commissaris
vaak genoeg gewezen heeft op het incor
recte van zijn handelingen. Steeds wees
getuige op het gevaar als de zaak uit zou
komen, waarop verdachte dan onverschil
lig antwoordde en op een keer zeide: ezel,
ben je niet wijzer!
Getuige vertelt verder, dat de uitgaven
geflatteerd moesten worden en de inkom
sten gedrukt om het tekort te krijgen. Het
geld dat hij als deel van 't subsidie een
maal voor zijn medewerking aan den cur
sus ontvangen heeft, zijnde 48 gulden,
heeft hij niet willen accepteeren. Hij heeft
dit geld langs een omweg naar den bond
teruggezonden.
President: „Waarom langs een omweg?"
Getuige: „Omdat ik den commissaris niet
aan den kaak wilde stellen".
Volgens deze getuige heeft de commis
saris hem bewogen om een lager aantal
cursisten dan er in werkelijkheid waren
in te vullen op de begrooting, omdat er
anders geen subsidie gegeven zou worden
door den R.K. Politiebond. Getuige heeft
voor het opmaken der begrooting opgege
ven twee lesuren ner week, doch de com
missaris tweemaal 2uur.
President: „Zijn er leerboeken aange
schaft?"
Getuige P.: „Wel enkele, maar dat ging
steeds op rekening van de gemeente. De
hoeken, die op de begrooting voor den
Bond staan, zyn niet uit de cursusgelden
betaald.
Het verhoor van de vele getuigen de
charge heeft den geheelen middag en avond
voortgeduurd. Gisteravond om half elf was
de rechtbank nog steeds bezig met de be
handeling van de zaak. Tenslotte eischte
de officier van justitie, mr. H. W. Wolfson,
een gevangenisstraf van drie maanden.
Internationaal oplichter.
De rechtbank te Alkmaar heeft gisteren
den z.g. journalist F. R. wegens oplichting
gepleegd te Bergen, Bloemendaal en L e i-
d e n tot 1 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
De officier van justitie had tegen dezen
internationalen oplichter drie jaar gevan
genisstraf geëischt.
KANTONGERECHT TE ALPHEN
Door het kantongerecht te Alphen a. d.
Rijn werden de navolgende verstekvonnis-
sen gewezen: wegens overtreding van de
motor- en rij wiel wet M. J. v. d. M. te Rot
terdam 2 subs. 1 week tuchtschoolstraf;
K. S. 10 subs. 4 dagen met toewijzing van
civiele vordering ad 10 aan A. v. D. te
Alphen; C. J. te Boskoop, F. B„ P. P. te
Nieuwkoop allen 2 subs. 1 dag; J. M. S.
Den Haag 24 subs. 1 dag; C. B. 5, subs.
2 dagen en 1, subs. 1 dag; H. J. te Ter
Aar 3 x 2, subs. 1 dag; overtreding van
art. 426 Wetb. v. Strafrecht G. K. te Noor
den 10 subs. 10 dagen; Invaliditeitswet
overtreding J. J. K. te Zevenhoven 11 x
/I subs. 11 x 1 dag; Art. 314 wetboek van
strafrecht A. v. E. te Alkemade 2 subs.
1 dag; Overtreding van de overordening op
de Stoomvaart in Z.H. N. de V. te Hazers-
woude ƒ2 subs. 1 dag; Visscherijwetover-
treding C. J. L. te Den Haag ƒ2.50 subs.
1 dag; G. W. id. ƒ4, subs. 2 dagen met ver
beurdverklaring v. h. vischtuig Art. 461
UIT DE RADIOWERELD
Programma's voor Donderdag 11 Oct.
Hulzen, 1875 M.
8.00 Gramofoonpl.
10.00 Uitz. v. d. morgen vergadering tot
herd. v. d. Afscheiding van 1834 (opening
door dr. H. Colijn).
12.15 N.C.R.V.-Harmonie-orkest.
I.30 Uitz. v. d. Middagverg. tot Herd. v.
d. Afscheiding van 1834.
5.00 Handenarbeid v. d. jeugd.
5.30 Pianorecital.
6.30 Causerie.
7.14 Gramofoonpl.
7.30 Journ. Weekoverzicht.
8.00 N.C.R.V. Kleinorkest
9.00 Causerie.
9.30 Vaz Dias.
9.40 Chr. Gem. Zangvereen. „Jehaleël".
10.4011.45 Gramofoonpl.
H i 1 v e r s u m, 301 M.
AVRO-uitzending
8.00 Gramofoonpl.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonpl.
10.30 Ensemble Rentmeester.
II.00 Voordracht.
11.15 Vervolg ensembleconcert.
11.45 Vervolg voordracht.
12.00 De Minstreels en Gramofoonpl.
2.00 Gramofoonpl.
2.30 Vioolrecital.
3.00—3.45 Naailes.
4.00 Voor zieken en ouden van dagen.
4.30 Gramofoonpl.
4.45 Radio-tooneel v. d. jeugd.
5.30 Omroeporkest.
6.30 Sportpraatje H. Hollander.
7.00 Vervolg Omroeporkest.
7.30 Engelsche les.
8.00 Vaz Dias.
8.05 Gramofoonpl.
8.15 Concertgebouw-orkest o.l.v. B.
Walter, m.m.v. S. Prokofieff (piano).
10.30 Gramofoonpl.
11.00 Vaz Dias.
11.1012.00 Uit Carlton, Amsterdam:
Orkest van Dinteren.
Droitwich 1500 M.
10.3510.50 Morgenwijding.
11.05 Lezing.
11.25 Gramofoonpl.
11.50 Voor de scholen.
12.10 Rutland Square en New Victoria
Orkest.
I.20 Gramofoonpl.
2.25 Voor de scholen.
3.20 Vespei
4.10 Gramofoonpl.
5.05 Orgelconcert.
5.35 Het Victor Olof Sextet.
6.20 Berichten.
6.50 Cembalomuziek.
7.10 Lezing in het Duitsch.
7.40 Gramofoonpl.
7.50 Lezing.
8.20 „Herbstmanöver", operette van Kal
man.
9.20 Pianoduetten.
9.50 Berichten.
10.20 Korte Dienst
10.35 B.B.C.-Orkest.
a 1.35 Voordracht.
II.3512.20 Joe Loss en zijn Band.
wetb. v. strafrecht W. B. te Ter Aar 1
subs. 1 d.; J. H. te Waddinxveen 1 subs.
1 dag; Spoorwegwet J. J. l'A. 2.50 subs.
I dag. Overtreding algemeene politiever
ordening der gemeente Alphen W. D. te
Leiden 2, subs. 1 dag; Art. 424 wetb. v.
Strafrecht C. P. 5 subs. 2 dagen; Leer
plichtwetovertreding W. Ph. Z. te Wou-
brugge 5 subs. 2 dagen; G. W. te Ter Aar
3 subs. 2 dagen. Waar geen woonplaats is
vermeld wonen veroordeelden te Alphen
aan den Rijn.
Radio-Paris, 1648 M.
7.20 en 8.20 Gramofoonpl.
12.50 Pascal-orkest.
7.05 Gramofoonpl.
9.05 „Toi et moi", operette van Simons.
Kalundborg, 1261 M.
11.201.20 Concert o.l.v. Nielsen.
2.00 Zang en piano.
2.204.05 Concert uit rest. „Wivex".
7.30 Symphonieconcert.
9.5011.50 Dansmuziek.
Keulen, 456 M.
5.45 Concert.
9.50 Vocaal concert.
10.20 Gramofoonpl.
11.20 Orkestconcert.
1.202 05 Gramofoonpl.
3.20 Concert uit Leipzig.
4.35 Vocaal Concert.
6.20 Vocaal concert m.m.v. leden v. h.
Omroeporkest.
7.30 „Rund ums Mittelmeer", spel met
gramofoonmuziek.
8.30 Beethoven's Septet op. 20.
9.5011.20 Humoristisch programma.
Rome, 421 M.
7.30 Gramofoonpl.
8.0.5 Symphonieconcert.
9.2011.20 Populair concert en dansmu
ziek
Brussel, 322 en 484 M.
322 M.: 1.50 Beiaardconcert.
12.20 Omroeporkest.
1.302.20 Gramofoonmuziek.
5.20 Kamermuziek.
8.20 Symphonieconcert m.m.v. orkest en
solisten.
10.3011.20 Gramofoonpl.
4.84 M.: 12.20 Gramofoonpl.
I.302.20 Salonorkest.
5.20 en 6.35 Gramofoonpl.
8.20 Salonorkest.
8.50 Cabaret.
9.35 Omroeporkest.
10.3011.20 Mandolineconcert.
Deutschlandsender 1571 M.
7.35 Operettemuziek uit Frankfort.
9.20 Berichten.
9.50 Causerie.
10.05 Weerbericht.
10.20 Declamatie en muziek.
II.0511.50 Dansmuziek.
Gemeentelijk Radiodistributiebedrijf
en de R.O.V. Radio-Centrale.
Derde programma.
8.0011.20 Hamburg.
11.2012.20 Kalundborg.
12 20—14.20 Brussel Fr.
14.2015.20 Kalundborg of Luxemburg.
15.2017.20 Deutschl. sender.
17.20—18.20 Brussel VL
18.20—19.20 Keulen.
19.2021.50 Luxemburg.
21.5022.10 Boedapest.
22.10afl. Weenen of Luxemburg.
Vierde programma
8.208.50 Parijs Radio.
11.05—19.50 North Reg.
19.3020.00 Locale uitzending. Sport
praatje door den heer J. G A. Janssen
(.journalist).
20.00—afl. North. Reg.
FAILLISSEMENTEN
Uitgesproken:
J. J. Wiekhart, weduwe van C. van der
Eist te Voorschoten; cur.: mr. C.
Croon.
Opgeheven:
N. Venn. WindekT.echt en Co., Inv.
Bouwmaatschappij den Haag en kantoor
te Wassenaar.
LEEST DE ADVERTENTIES
IN UW DAGBLAD.
FEUILLETON.
(Een geval uit de practijk van
Wil. J. Sanders, detective),
door.
UDO VAN EWOUD.
17)
Daardoor werd het mogelijk de overvloe
dige watermassa's in het regenachtige jaar
getijde te loozen, waardoor overstroomin
gen werden vorokomen. Het moerassige
Weeskeland werd bovendien herschapen in
vruchtbaar weiland, tot groote voldoening
van de bevolking, die den Molenvliet van
zooveel beteekenis achtte, dat zij hem
„Flutrinnc" noemde. In verbinding met
een vijver was deze Molenvliet tevens in
staat een korenmolen van waterkracht te
voorzien, een omstandigheid, waarvan nog
heden ten dage profijt wordt getrokken.
Dat ook „Meister Meiner" tevreden was
over het werk der Hollanders, bewijst het
feit. dat hij hun opdroeg een Duitsche stad
in de nabijheid van het slot te vestigen.
De Nederlandsche kolonisten wisten daar
op vele burgers uit Silezië, zoowel als uit
Holland, die zich in hun geboorteland niet
meer op hun gemak gevoelden, te bewegen
naar het Weekseland over te komen en
nu breidde het kleine dorp, dat zich hier
onder bescherming van den slotheer mid
delerwijl ontwikkeld had en o.m. reeds op
het bezit van een eigen kerkje en 'n pre
diker kon bogen, zich spoedig uit tot een
stadje met een marktplein en regelmatige
straten. Den Hollandschen ondernemers,
die zich hier eveneens blijvend vestigden,
werden als blijk van waardeering verschil
lende voorrechten verleend. Zoo mochten
slechts zij of hun kinderen tot schout en
schepenen van de stad worden benoemd,
terwijl hun voor eeuwig een deel van de
gerechtsboeten zou worden toegekend.
Waarschijnlijk was het aantal overtredin
gen in die dagen echter niet van zoo heel
omvangrijken aard, want onze langenoo-
ten verkochten deze rechten reeds aan an
deren nog vóór de plaats officieel tot stad
was verheven.
Toen Meinhard von Querfort op 29 Sep
tember 1297 tijdens zijn verblijf in Elburg
het plaatsje stadrechten verleende, wist
hij de ondernemende kolonisten niet Ijeter
te ceren dan door de nieuwe stad den naam
Holland te geven.
Eerst 400 jaar later heeft zich de naam
Preussisch Holland ingeburgerd.
Dit stukje geschiedenis heb ik verteld
om ook de lezers eenigszins vertrouwd te
maken met de ons zoo na liggende omge
ving, waarin het vervolg van het raadsel
der verborgen schat zich afspeelde. Ik vond
voorts nog in een der boekjes vermeld, dat
de eenige platte grond van het oud „Hol
land", welke van 1659 dateerde, in het
Staatsarchief te Königsberg werd bewaard
en van een Hollandsche verklaring was
voorzien. Naar het heette, zou deze platte
grond geteekend zyn door een Holland
schen bouwmeester van den Grooten Keur
vorst Friedrich Wilhelm, die zijn jeugd in
ons land doorbracht. Dit laatste leek mij
vooral van belang, omdat deze plattegrond
ons bij de nasporingen van de verborgen
schat belangrijke diensten zou kunnen be
wijzen en ik peinsde er juist over hoe wij
dit document in ons bezit zouden kunnen
krijgen, toen plotseling een hand op mijn
schouder werd gelegd. Tegelijkertijd zei
een mij zeer goed bekende stem:
„Dat lijkt mij niet onbelangwekkende
lectuur, Miel, Als je ze straks missen kunt,
moet je mij ook eens inzage van die boek
jes geven."
„Met genoegen", antwoordde ik, Sanders
want deze was het over mijn schou
der de hand toestekend. „Er is werkelijk
nog iets uit te leeren; een stukje interes
sante geschiedenis, dat men ons op de
schoolbanken onthouden heeft en dat ik
toch belangrijker acht den alle roemruchte
veldslagen, waarvan men ons de data heeft
trachten bij te brengen, te zamen.... Maar
vertel me nu eerst eens waar je gezeten
hebt. Ik heb met het middagmaal op jullie
gewacht, maar van Dobben schijnt de op
winding van den afgeloopen nacht nog
steeds niet te boven."
„Ik heb hem laten wekken", antwoordde
de detective, „en wat je eerste opmerking
betreft, kan ik je meedeelcn, dat ik een
verkwikkende wandeling om den stads
muur heb gemaakt. Naar mij verzekerd
werd, is dat een uitstapje, dat als eerste
vermeld staat op het programma van el-
ken vreemdeling, die de plaats bezoekt."
Hoewel ik zelf niet zou hebben kunnen
zeggen, wat tot dit wantrouwen aanleiding
gaf. verdacht ik er Sanders van, dat hij
my iets verzweeg en dat zijn wandeling
rond den stadsmuur niet het eenige doel
was van zijn vertrek uit het hotel. Ik in
formeerde echter niet verder, eenerzijds,
omdat ik uit ervaring wist, dat mijn vriend
mij toch niet wijzer zou maken, wanneer
hü daarvan de noodzakelijkheid niet inzag,
anderzijds, wijl op dit oogenblik Van Dob
ben zich bij ons voegde. Ook hem scheen
de rust goed te hebben gedaan; hij was
althans weer geheel de oude, toen hij min
of meer luidruchtig een kellner om de
spijskaart verzocht en daarna ons de ver
zekering gaf, dat „het spel nu weer kon
beginnen".
Zwijgend gebruikten wij gedrieën het
midagmaal en daarna trokken we ons te
rug op de kamer van Sanders, om het af
schrift van 't document, dat Van Dobben
in zijn bezit had, eens wat nauwkeuriger
te bestudeeren.
Dit document maakte in de eerste plaats
melding van de burcht „Pazlok", dat door
een breede gracht van de stad gescheiden
was. Recht tegenover den Westelijke to
ren van deze burcht, waardoor de ingeze
tenen zich beschermd waanden, op een af
stand van ongeveer 500 a 1000 M. bevond
zich de woning van Abraham Floriszoon,
die het eerzame vak van lakenwever bleek
te hebben uitgeoefend. De woning was,
volgens de beschrijving, als alle huizen in
dien tijd uiterst primitief ingericht; zij
bestond eigenlyk slechts uit een houten op
trekje. dat een ingang bood aan de Noord
zijde. Dit huis was, zoo schreef Abraham Flo
risz. sedert de stichting van Holland door
zijn voorvaderen bewoond en zeker zou hy
geen reden hebben gehad naar het vader
land, dat hij niet kende, terug te koeren,
wanneer de Ruiteroorlog, die in het be
gin der 16e eeuw het stadje bedreigde, hem
niet genoodzaakt had de vlucht te nemen.
Van dien ruiteroorlog gaf het document
een uftvoerige beschrijving. Ook in die da
gen kende men reeds een Poolsche corri
dor, welke een doorn in het oog was van
de Duitsche orderidders, die o.m. een vas
ten zetel hadden in Preussisch Holland,
waar een leenheer gevestigd was. Toen in
het jaar 1511 Albrecht, een spruit uit het
Huis der Hohenzollerns als zoodanig be
noemd werd, scheen er voorloopig een ein
de te zullen komen aan het dreigende oor
logsgevaar met Polen. Albrecht toch stond
bekend als de afstammeling van een vre
delievend vorstenhuis, dat zich vooral in
Brandenburg reeds zeer verdienstelijk had
weten maken. Spoedig bleek echter, dat
ook deze leenheer niet van plan was het
vroeger door de Polen veroverde gebied
rustig in haden van zijn buren te laten.
Hij weigerde openlijk tegenover den Pool-
schen koning de vereischte eeden af te
leggen en toen hij bovendien pogingen aan
wendde om door het werven van lands
knechten uit het Duitsche rijk zijn strijd
krachten te vermeerderen, behoefde aan
den aard van zijn gevoelens jegens den na-
buurstaat niet meer te worden getwijfeld.
Toch duurde het nog eenige jaren voor het
tot een openlijken strijd kwam.
rvolgd)