DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN 3-OCTOBERHUTSPOT 26ste Jaargang DONDERDAG 4 OCTOBER 1934 No. 7930 D£ ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bü orue Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad *9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- be trekking en worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: #.50 Een taptoe in den regen El, ZIE DE MORGEN KRIEKEN VAN REVEILLE TOT VUURWERK Voorbereiding. De derde October begint al op den twee den. En ik moet eerlijk bekennen, dat ik blij ben, dat het zoover is. Want iedereen wacht op den tijd, die voorbij zal gaan en dat het 3 October wor den zal. De menschen wachten op 3 October en de winkeliers wachten op klanten, die niet komen. Die kunnen nu geen geld meer missen. Kun je begrijpen. Zal je daar je haar laten knippen! Niks hoor, dat moet bier worden op 3 October of een zure haring of een mal mutsje. Maar na de zon, die dagen lang een vol ledig uitgeruste zomer illusioneerde, brengt 2 October wind en wolken, die flad- derig en traag en somber zeilen door de lucht, en regen, zoo'n fijne, mieserige re gen, zoo'n venijnige regen, die langzaam valt en lang volhoudt. Een niet -Leidenaar, die hier verdwaald is, zegt: Wat moet dat nou met de taptoe? Een Leidenaar trekt zijn jas aan, zet zijn hoed op en zegt: Ga je mee kijken naar de taptoe? Hij ziet geen regen en voelt geen regen. En of er taptoe was! Een eindelooze stoet van allemaal fleurig uitgedoste jon gens en meisjes met lampions en lantaarns. Vooral de lantaarns zijn deftig. Specialité de la maison. Een stok, vier mat glazen raampjes beschilderd met twee ge kruiste sleutels of een historisch embleem en een puntig dakje er boven op. Er zijn ook flambouwen, maar dezer dragers zijn „ambtenaren", die alleen op den avond van 2 October in dienst treden. Dit is een bezoldigd ambt. De welbekende muziekkorpsen zijn weer present en deskundig over de lange stoet verdeeld. T. en D. blaast, de briefdragers blazen en de ordebewaarders blazen en W. W. blaast en de wind blaast zelf ook. Mondaccordeonnisten blazen ook. Doeken wapperen én vaandels. Vele geluiden waaien door de straten. Kent u een buurt, in welke stad dan ook, waar alle bewoners eensgezind zijn? Dat wil zeggen, waar een aandoenlijke harmonie bestaat tusschen de buurvrouw van 17 en die van 19 twee hoog en alle an-, deren onderling. Dan moet u hier komen. Wij hebben hier zelfs een buurtvereeni- ging „Eensgezindheid", en die loopt mee in den stoet. Ook groepen padvinders loo- pen mee. Bij ieder stap stampen zij met hun stokken op den grond. Als je de oogen sluit is het net of er een regiment oude mannetjes voorbij gaat, die immers niet meer kunnen loopen zonder een stok. Alle sportvereenigingen loopen mee en de studenten van Pro Patria in hun zouavenpak, en het bestuur der 3 October- vereeniging in jacquet en met hooge hoe den morgen bij de optocht mo gen ze rijden, dat is nogal een troost en nog een heele rist vereenigingen. Die optocht moet je eigenlijk zien bij het begin. Dan zijn ze nog frisch en mar- cheeren dapper. Dan deert de regen niet. Dan zijn er slechts kijkers en muziek. Dan kijkt een meestappend sportmeisje lachend naar haar vrijer aan den kant. Misschien maar alleen haar 3-October- vrijer. Maar dat hindert niet, je kunt nooit wetenen het zou het eerste 3 October-huwelijk niet zijn. Het is hier de plaats om eens iets te zeggen van de trabour-maitres. Dat zijn mijn bijzondere vrienden. U denkt misschien, dat het ambt van tambour-maitre maar zoo-zoo is. Maar dat is niet juist. Dat ambt is zeer gewichtig. Hij geeft het cachet aan het geheele corps. Hij geeft het zijn prestige. De muzikanten kunnen nóg zoo mach tig blazen, nóg zoo harmonieus en wellui dend zijn, een ondeskundige tambour- maitre zou de heele boel verprutsen. Daar is vooreerst zijn houding. Linkerhand steunt in de zij, met de rechter zwaait hij zijn stok. Die stok is zyn degen. Die stok regelt alles. Er is er zelfs een die een electrisch lamp je heeft in de punt van zijn stok. En ik hoop maar, dat hij zijn stok niet een oogen- blik als wandelstok zal gebruiken. Die stok is zijn wapen. Daarmee moet hij even behendig zwaaien als een vendel- zwaaier met zijn vaandel. Een lange natte troep arriveert in het park bij Burgemeester van der Werff, de dappere burgemeester, wien de eerste hul de gelt en die zijn jaarlijksche krans krijgt. Maar ik' heb nooit geweten, dat een krans neerleggen zooveel tijd in beslag neemt. Op de terugweg naar huis zijn er al groepen, die eclipseeren. Het duurt ook zoo lang en het regent. Alleen de kijkers hou den vol en kijken in drommen. De optocht is uit. Misschien gaan ze nu naar huis, om dat het morgen al vroeg begint. Misschien ook niet. 3 October. Dit feest is het eenigste ter wereld, dat des morgens om 7 uur al aanvangt. Andere feesten eindigen wel eens om trent dien tijd. Maar een dag is gauw om met u denken, en men moet den tijd dus benutten. Overigens is het begin wat schuchter. Daarom laat men de politie-agenten het eerst optreden. Dat is om de menschen wat moed te geven, om hen te overtuigen, ga vandaag je gang maar, wij zullen niets doen, wij zijn mak als een lam en maken zelf ook muziek. Dat doen ze vanaf het balcon der Stads gehoorzaal. Zij spelen Psalm 118 en „Ei, zie de morgen krieken". Ik zie. Ei, ei, de zon schijnt. Maar ik zie dat vanuit mijn bed. Zoo matineus ben ik niet, ook niet op 3 October. Maar het kan zoo vroeg niet zijn of er schettert een trompet. Het is ver weg. De klanken zeilen door de lucht en vallen in mijn kamer. Ik bedenk, dat het wat yl klinkt en schuchter. De man wil zich sparen. Hij moet een heelen dag vol blazen. Maar ineens breekt er een draaiorgel los, vlak voor mijn raam. Ik weet nu, dat het feest begonnen is. En als het koper door de straten schet tert, lokt het. Onweerstaanbaar. De straten zijn vol. Deze menschen heb ben al heel wat werk achter den rug. Zij hebben de reveille al meegemaakt en de koraalmuziek en de kanowedstrijd en de uitdeeling van haring en wittebrood. Des morgens om 9 uur is dat allemaal al achter den rug. Nu golft en deint dat allemaal op straat. En daartusschen beweegt zich een onnoe melijk getal artisten. Muzikale artisten. Al leen ol een gezelschap vormend. De Volendammers zijn sterk vertegen woordigd. Als je die ziet, doe je het best er een oogenblik aan te denken, dat ze echt zijn. Dan zie je ze met zeebeenen door de straat zeilen. Dan voel je dat de botters in de Haven liggen. Hun beenen zijn onverschillig. Dat komt door die wijde broek. Hun muts en das en trui zijn net echt. En boven al die vroolijke menschen schijnt nu de zon. Maar witte stukken wolken drijven in de lucht. En er drijft muziek door alle stra ten. Wel een beetje wanordelijk door el kaar, omdat de muzikanten concurrenten zyn, maar dat deert ons niet. Mal uitgedoste wezens huppelen en krij gen centen. Voor het raam van het café zitten nu al drie welgedane tantes aan een klaartje met suiker. Vandaag gaat het allemaal een beetje Optocht. Natuurlijk is er ook weer een optocht. De elf provinciën van ons dierbaar vader land zullen worden uitgebeeld. Niet zooals ze nu zyn, maar een viertal eeuwen geleden. Dat moet geweldig interessant zijn. De stoet wordt opgesteld op de Burg- gravenlaan, welke nu betreden wordt door Bisschoppen, edellieden, burgemeesters en schepenen, baljuwen, graven en gravinnen, poorters en poorteressen. Langzamerhand komen deze te voorschijn, gedrapeerd in sierlijke gewaden. Zij dragen pruiken, die kriebelen en coquette kanten kragen en puntige schoe nen. Hun magere spillebeenen zijn gestoken in helgekleurde tricots en wij leven in eens in lang vervlogen tijden. Margaretha van Brabant heeft zich reeds op een paard genesteld en haar wuivende fluweelen mantel tot over het achterdeel van haar ros gedrapeerd, zeer tot onge mak van dit edele dier, dat juist op dat oogenblik aan de musschen denkt. Maar de fluweelen mantel is zwaar en de kracht van zijn staart kan de mantel maar nauwelijks tillen. Maar het gaat..,. De gezichten zijn geverfd hoogrood en vuil-geel. Onder de neuzen kriebelen on metelijke snorren in de neusgaten en de schedel broeit in een dikke pruik. Een regiment kurassiers staat ter zijde en verleend eerbiedwaardig doorgang aan een gravin, die haar gewaad sleept langs grasomzoomde paden. De kurassiers voelen zich beducht. Zij zijn als sigaren in blik verpakt en vreezen jeuk te zullen krijgen. Dan is hun leed niet te overzien. Daar gaan de schutters van het voetboog- gilde van St. Joris en Ridder Gosewijn, de watergraaf van Vlaanderen. Zoo trekken zij uit met veel muziek. Langs den weg staat ergens moeder de vrouw, die haar rijk vermomde ega zal pogen te herkennen. Zij voelen zich werkelijk graven en ridders. Het succes van den optocht ligt in hun handen, al weten zij niet wie en wat zy uit beelden.. Maar zij doen het zoo goed zij kunnen. Om vijf uur komen zij doodmoe thuis. Daar wacht hen de hutspot met klap stuk. Ik heb vandaag enkele oude vertrouwde dingen gemist. Gisteren trouwens ook al. Ik zag altijd zoo graag aan het hoofd van Pro Patria Wildervanck de Blécourt kuieren. Die wandelde altijd maar half. Want bij iederen stap als z'n voet half on derweg was, moest-ie stoppen. Anders zou hij er een paar verpletteren, die daar voor hem liepen heel in de diepte. Hij zag ze niet eens, zoo lang is hij. Maar nu heb ik hem gemist. Vandaag was hij er weer. Bij de optocht. Hij zat op een paard. Met zijn voeten in de stijgbeugels en zijn knieën tegen zijn kin. Dat is verraad. Ik zie hem veel liever loopen. Vanavond bij het cabaret in de Stadsge hoorzaal was hij er weer. Hy had zyn spo ren nog aan. Ik vind, die hooren er bij. Of zijn ze nu ook al reserve voor 3 Oc tober geworden. Ze geven aan 3-October zoo'n heerlijk Oostersch tintje en dan: er zullen toch ook heel wat meisjes zijn, die hen gemist heb ben Verder heb ik alles meegemaakt. Het schuttersveld en de hosvlonder en het cabaret en het vuurwerk. En een over vloed van muziek. Mijn maag zit vol hutspot en mijn ooren vol muziek. Morgen gaan we weer aan 't werk. 't Zal mij benieuwen, hoe de krant er dan uit zal zien.... F. Sch. EERSTE KAMER De vier minuten-puzzle. Het is nog steeds niet verklaard, hoe het mogelijk is dat een college als de Eerste Kamer, vergaderingen van om en om de vier minuten kan houden, terwijl er de dag daarop weer een vergadering is. Ook Dinsdag weer was het 't zelfde. De griffier las onverstaanbaar eenige mede deelingen voor; de voorzitter klopte, zeide vervolgens dat het wetsontwerp tot wijzi ging van de Waterstaatswet 1900, van de spoorwegwet en van de locaal-spoor- en tramweg wet aan de orde was, vroeg of iemand het woord wenschte dit was niet het geval en klopte weer. Hetzelfde lot onderging de wijziging van het 9de Hoofd stuk der Rijksbegrooting voor 1933. Hier na was de vergadering ten einde. Woensdag om 11 uur was weer een ver gadering uitgeschreven. DE DOODE HANDBELASTING AANGENOMEN. Na de behandeling van het wetsontwerp tot belasting van de goederen in de doode hand in de Tweede Kamer, doken er al spoedig berichten op, dat de Katholieke fractie in de Eerste Kamer andere inzich ten aanhing dan die aan de overzijde van het Binnenhof. Er hing gisteren dan ook een beetje spanning in de lucht, nu zich zou openbaren in hoeverre die geruchten juist waren. De twee eerste sprekers van genoemde fractie, de heeren van Lanschot en Blomjous, bleken alvast radicaal tegen het ontwerp te zijn. De laatstgenoemde op den principieelen grondslag, dat kerkelijke goederen niet belast mogen worden; de heer van Lanschot, omdat zijns inziens iedere vrijstelling achterwege had moeten blijven, als men de kerkelijke goederen niet vrijstelde, zoodat het huidige ontwerp eigenlijk de Kerk achterstelde bij minder waardige instellingen. Terwijl de minister meende, dat de heer Blomjous door zyn principieele houding de deur naar het voorstemmen dichtgegrendeld had, kwam hy met kracht op tegen 's heeren van Lan- schots zienswijze. Zijn eigenlijke bedoeling was het geweest heelemaal geen vrijstel ling toe te laten en juist uit eerbied voor de kerkelijke eeredienst had hij tóch de kerken met bijbehoorende grond vrijge steld. Ook de anti-revolutionnairen waren te gen het ontwerp, zoo verklaarde de heer Briët. De heeren Mend els (S.D.A.P.) en de Zeeuw (S.D.A.P.) hielden lange redes, die weinig om het lijf hadden; het voornaamste was, dat zij voor het ont werp waren, de eerste vond het zelfs nog ver beneden zijn verwachtingen en noemde alle geopperde bezwaren tenslotte gelegen- heids bezwaren. Buiten het reeds genoemde, wees de minister er nog eens met nadruk op, dat de tijdelijkheid van het ontwerp vast gesteld was en dat de Kamers daar zelf een heel woord over mee zouden te spre ken hebben in 1939, daar het van hun goed keuring zou afhangen of de belasting ver lengd zou worden. In zyn peroratie stelde de minister practisch de kabinetskwestie, wijzende op het groote belang, dat dit ontwerp voor de regeering had, als men de gevolgen van een afwijzing onder de oogen zag. Het zou aan eenieder een vrij brief geven om tegen bezuinigingsvoorstel len te stemmen, hetgeen regeering onmo gelijk zou maken. De zaak was eigenlijk beslist, toen de heer Janssen, mede namens eenige vsn zyn medeleden van de R. K. fractie ver klaarde, dat de uiterst moeilijke omstan digheden, het kleine bedrag en de groote gevolgen het tegenstemmen niet zouden kunnen verantwoorden. Ook de heer C i t- ters (C.-H.) vond, dat de nood der tijden het gevraagde offer rechtvaardigde. Het wetsontwerp wordt aangenomen met 30 tegen 18 stemmen (tegen de katholieken Heerkens Thijssen, Andriessen, Steger, Vis ser, van Lanschot, de Jong, Blomjous, Mi- chiels v. Kessenich, v. Sasse v. Ysselt, Ni- vard en Ruyter; de christ.-historischen v. d. Hoeven, ter Haar, de Gijselaar, Pollema, de Vos van Steenwijk, de Savornin-Loh- man; de anti-rev. Briët). Van de chr.-hist. stemde de voorzitter vóór. De soc.-dem., de liberalen en de vrijz.-dem., alsmede de overige aanwezige R. K. en anti-rev. stemden vóór. Van de R. K. stemden vóór de Bruijn, Serrarens, Schoenmaker, Janssen en Jans sen de Limpens; van de anti-rev. stemden vóór Anema, v. Citters, Diepenhorst en van Asch van Wijk. BINNENLAND TWEEDE KAMER. Wijziging van de onteigeningswet. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van de Onteigeningswet. In de memo rie van toelichting wordt er aan herinnerd, dat reeds bij een wetswijziging vereenvou diging is aangebracht in de wijze van ont eigening bij wegenaanleg en wat daarbij behoort. De erv'aring met het betreffende nieuwe artikel opgedaan, is gunstig ge weest. De aanleg en verbetering van we gen, ondernomen hetzij door het ryk, het zij door de provincies en gemeenten, heeft aanzienlijk minder vertraging behoeven te ondervinden dan te voren het geval was, zonder dat de belangen van hen, van wie onteigend wordt, zijn geschaad. Voorgesteld wordt thans dezelfde vereen voudigde procedure ook met het oog op het 60-millioenplan, dat onderscheidene werken bevat, waarvan spoedige uitvoe ring zeer wenschelijk moet worden ge acht, en ten aanzien waarvan noodelooze vertraging zoo noodig moet worden ver meden te doen gelden voor spoorweg- werken, kanalen, havenwerken, terreinen en werken voor de luchtvaart en verbete ring van rivieren. HET GOEDE VOORBEELD. Naar de „Tel." verneemt is nog voor het einde van de radio-uitzending vanwege het Nationaal Crisis Comité Dinsdagavond, vanuit het paleis aan den Kneuterdijk, aan den penningmeester van het N. C. C. een chèque groot 10.000 overhandigd, afkom stig uit Amsterdam. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Lerroux opnieuw benoemd tot kabinets formateur in Spanje. (2de blad). Oostenrijksche nazi's zoeken contact met Schuschnigg. (2de blad). BINNENLAND. Moordaanslagen op de kermis te Weert. (Gom. Ber. 3de blad). Fabrieksbrand te Enschede. (Gem. Ber. 3de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De a.s. derde Zesdaagsche te Amsterdam. (3e blad). De 360ste verjaardag van Leiden's Ont zet. (1ste en 2de blad). VEEWEIDERS EN -MESTERS. Oprichting van een landelijke vereeniging. Te Utrecht is een druk bezochte verga dering gehouden van vceweiders en -mes ters uit alle deelen des lands, om te komen tot oprichting van een landelijke vereeni ging, welke de belangen van veeweiders en -mesters kan behartigen. De heer M. Oppenheim te 's-Graven- hage, die de vergadering leidde, gaf een uitvoerige uiteenzetting van het doel der vergadering. Hij bracht naar voren, dat de veeweiders en -mesters lyden onder den zuivelsteun. Door de afslachting zijn de prijzen van het vee gestegen. De rundvee stapel wordt vernietigd om de baconzouters te helpen. De regeering heeft het plan de melkproductie te verminderen, maar men is daarbij, zeide spr., op verkeerde wijze te werk gegaan. Niet door vernietiging van den veestapel moet men een vermindering trachten te bereiken, maar door uitbrei ding van de veeweiderij. Daarvoor is noodzakelijk een verminde ring van de zware lasten, die nu op de veeweiderij zijn komen te rusten. Vooral de afschaffing van de 10 pet. accijns op ge slacht vee zou een goede uitwerking heb ben. Het totaal bedrag per jaar van deze 10 procent is 6 millioen gulden. Laat men deze 6 millioen vallen, dan beteekent dit een directen crisissteun, terwijl dit toch een klein bedrag is in verhouding tot de ongeveer 220 millioen, welke op het oogen blik voor crisissteun wordt uitgetrokken. Vermoedelijk zal men met de afslachting doorgaan, tot groote schade van het bedrijf der veeweiders en -mesters. Doordat bij het weiden het vee zeven maanden lang onttrokken wordt aan de melkproductie, steunen de veeweiders een beperking daar van in belangrijke mate. Nog slechts kort geleden kwamen trei nen en booten met Deensch vleesch naar ons land. Dit bewijst wel, dat onze rund veestapel niet te groot is. Daarom, aldus besloo:t spr., moet deze rundveestapel niet verder door afslachting worden vernietigd. Nadat eenige besprekingen waren ge voerd, werd overgegaan tot oprichting van een landelijke vereeniging van veeweiders en mesters. Alle aanwezigen sloten zich bij de nieuwe vereeniging aan. Het bestuur werd samengesteld uit de heeren M. Oppenheim te 's-Gravenhage, P. C. Ammerlaan te Schipluiden, H. Steen bergen te Roekan je, Joh. Hellinga te Lek- kum, J. M. Winkelman te Zwolle en Ph. Philips te Harderwijk. Met algemeene stemmen werd vervol gens een motie, gericht aan den minister van oeconomische zaken, aangenomen, waarin wordt verzocht de veeweiders en -mesters met een deel uit den z.g. zuivel- pot te steunen en niet opnieuw afslachting van rundvee te besluiten. D. Wijnkoop ernstig ziek. Naar wij veernemen is te Amsterdam be richt ontvangen, dat het communistische Tweede Kamerlid en lid van den gemeen teraad van Amsterdam, de heer D. Wijn koop, in Rusland, waar hij op het oogen blik vertoeft, ernstig ziek is geworden, en in een sanatorium is opgenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1