Bereidt Uw jus met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent
DE SCHAT IN HET
OUDE HOLLAND
DINSDAG 2 OCTOBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 9
DE BRAND TE HILVERSUM.
Verklaringen van den burgemeester.
Gistermiddag is het officieele antwoord
van den burgemeester van Hilversum, den
heer Lambooy afgekomen op de vragen be
treffende den noodlottigen brand, hem ge
steld door den voorzitter en den secretaris
der soc.-dem. raadsfractie.
Alvorens tot de beantwoording over te
gaan geeft de burgemeester uiting aan het
gevoel van diep medelijden van het ge
meentebestuur en de gansche burgerij zoo
wel met de slachtoffers, die door den brand
werden getroffen als met de zwaar be
proefde ouders, in het bijzonder met hen,
wier kinderen aan de bekomen wonden zijn
bezweken.
De burgemeester betreurt diep, dat door
een complex van omstandigheden een zoo
rampzalige gebeurtenis is voorgekomen en
brengt dank aan de redders die met eigen
levensgevaar tal van jonge levens hebben
behouden.
Het antwoord van den burgemeester
gaat dan verder grootendeels parallel met
den gang van zaken, welken wij reeds eer
der beschreven. Er is wel een vergunning
verleend, controle werd slechts af en toe
uitgeoefend. Bij de bewuste voorstelling
was echter geen controle aanwezig.
Door de organisatoren waren de meeste
in de vergunning voorgeschreven voor
zorgsmaatregelen niet getroffen.
In verband met de vraag of in de toe
komst nieuwe maatregelen zullen worden
genomen antwoordt de burgemeester, dat
de Kon. Ned. Brandweervereniging ter
zake diligent is en op korten termijn al-
gemeene voorschriften wil ontwerpen. In
afwachting daarvan is reeds thans be
paald, dat elke aanvrage door den com
mandant der brandweer zal worden be
oordeeld en géén vergunning over het af
draaien van brandbare films zal worden
afgegeven indien zulks zou plaats vinden
'buiten de aan alle eischen voldoende en
daarop goedgekeurde cabines.
Gistermiddag om half één heeft Mgr. G.
Brandsma een bezoek gebracht aan de
slachtoffers. Z.H.Exc. werd rondgeleid
door deken van den Hengel.
De toestand van de patiënten was gis
termiddag redelijk wel.
Zaterdag is nog een meisje in dê R.-K.
Ziekenverpleging opgenomen. Het is de
jeugdige Antje Ouwerkerk. die nog dien
zelfden dag van de laatste H.H. Sacramen
ten is voorzien.
De uitvaart en begrafenis van het der
de slachtoffer, Jopie Magnin, vond heden
morgen te 9 uur plaats.
BIJ ZIJN SCHOONOUDERS ALLES
STUK GESLAGEN.
Sedert eenigen tijd had de 27-jarige L.
H. J., wonende aan den Middelhovenweg
te Maastricht, oneenigheid met zijn vrouw.
Daar hij vermoedde, dat zij zich bij
haar ouders bevond, begaf hij zich in den
nacht van Zaterdag op Zondag daarheen
en sloeg een raam in. Hierop drong hij de
woning zijner schoonouders binnen en
sloeg er alles aan stukken. Toen de poli
tie arriveerde, bleek de woesteling zich zoo
aan de glasscherven te hebben gewond,
dat hij in het ziekenhuis moest worden
opgenomen.
INBRAAK IN EEN STATION.
GELDERMAL9EN.
Vijftienhonderd gulden buitgemaakt.
Maandagnacht hebben onbekenden een
bezoek gebracht aan het station te Gelder-
malsen, waar zij ongeveer vijftien hon
derd gulden hebben buitgemaakt.
De politie is direct met haar onderzoek
begonnen.
DE DEVIEZENSMOKKELARIJ.
Wekelijks een uitstapje over de grens.
Zooals reeds gemeld, is Zaterdagavond
aan de grens te Beek-Wyler een touring
car uit Dusseldorf, op weg naar Nijmegen,
door de Duitsche politie aangehouden.
Nader meldt men hierover aan de
„Msbd.":
Reeds maanden gingen er geruchten over
ernstige deviezensmokkelarijen, door aller
lei soort Nederlanders gepleegd, die in tou
ring-cars via Venlo of Nijmegen naar de
hoofd-centra van het Rijnland trokken.
Het was een publiek geheim, dat meer
dere Nederlanders rijker Duitschland uit
kwamen, dan zij er in gingen.
Het smokkelen werd sterk bevorderd,
doordat de touringscars aan de grens, zel
den ernstig onderzocht werden. Men ging
meestal onder een gezamenlijke pas de
grens over.
Sommige reizigers hebben hun brutali
teit te ver doorgevoerd. Er waren er bij,
die eens of tweemaal per week een toertje
maakten naar Dusseldorf en naar Keulen.
Sommigen gingen met oude plunje over de
grens en kwamen, geheel in 't nieuw ge
stoken terug. Het meest echter werd ge
smokkeld in reischèques. Tot vanuit Arn
hem ging men via Nijmegen over de
grens.
De Duitsche politie scheen ten slotte
argwaan te hebben gekregen en heeft con
tact gezocht met de douanen, die Zaterdag
avond een goed geslaagde aanhouding heeft
gedaan. Onder Wijier werd een Nijmeeg-
sche touringcars aangehouden en de inzit
tenden werden uitgenoodigd in de visita
tiezaal te komen. Een der reizigers pro
beerde nog 300 Mark in den zak te stop
pen van den chauffeur, die van de heele
smokkelaffaire niets afwist.
Gelukkig werd dit bijtijds gemerkt en
kon de autobestuurder zijn onschuld be
wijzen, zoodat de auto niet in beslag ge
nomen werd. Alle reizigers werden nog
denzelfden aVond naar Krefeld gebracht.
Men vreest, dat op de gearresteerden, de
nieuwe en verzwaarde straffen op het de-
viezensmokkélen met alle kracht zullen
worden toegepast ter afschrikwekkend
voorbeeld van anderen.
OPLICHTER GEARRESTEERD TE
WEESP.
De Weesper politie is er in geslaagd, de
hand te leggen op een geraffineerde be
drieger, die er klaarblijkelijk zijn werk
van maakt, eigenaren van drukkerijen op
listige wijze geld afhandig te maken. Dit
maal ging het om een bedrag van niet
minder dan 10.000. Gelukkig is. door de
voorzichtigheid van den heer M. C. B.,
eigenaar eener drukkerij te Weesp, de
opzet verijdeld en is tevens de verdachte,
die bovendien recidivist bleek te zijn, ge
arresteerd kunnen worden.
VOETBAL
DIOC. HAARL. VOETBALBOND
R. K. Spörtver. A. V. B.
A. V. B. I speelde een vriendschappelij-
ken wedstrijd tegen Adolf Kolping II te
Langeraar en won met 21.
Op het A. V. B.-terrein werd de finale
gespeeld van de serie-wedstrijden, A. V.
B. II speelde tegen D. S. V. II waarbij Noor
den na verlenging won met 10.
Te 3 uur speelde D. S. V. I tegen D. V.
O. I om den beker, die na een spannenden
wedstrijd door D. V. O. gewonnen werd
met 31.
Het bestuur verzoekt de leden deze week
de vergadering bij te wonen. De datum
Wordt nader bekend gemaakt.
ONSPORTIEF
Dengene, die de dingen van den dag in
de sportbeweging nauwkeurig volgt, moet
het sinds lang opgevallen zijn, dat de ver
houding tusschen de katholieke en de neu
trale sportorganisatie, vooral in het Zui
den. danig is toegespitst.
Het amendement van het hoogwaardig
episcopaat is voor een aantal vereenigin-
gen, die ongeveer geheel uit katholieken
bestonden en waarvan enkele het praedi-
caat R. K. nog voerden, aanleiding geweest
aan den wensch van het bisschoppelijk ge
zag te voldoen en zich in de katholieke
bonden te organiseeren.
Daarnaast was er een beduidende over
gang van spelers, ondanks het feit, dat de
vastgestelde wachttijd van vier weken ook
in deze buitengewone omstandigheden van
kracht Ls gebleven.
Een en ander heeft tot gevolg gehad, dat
de neutrale voetbalbeweging in het Zuiden
(de K. N. V. B. in zijn lagere afdeelingen
en dë gewestelijke bonden over ongeveer
de geheele linie) alle moeite heeft gehad
de bestaande competitie-indeeling te hand
haven en in enkele gevallen hiertoe zelfs
geen kans zag.
De groote uitbreiding, vooral van het
lagere katholieke voetbal in de diocesane
bonden, is hiervan een voorname oorzaak
geweest. Doch het meest heeft hiertoe bij
gedragen onze steeds meer veld winnende
juniorenbeweging in kringen en districten.
Het is trouwens herhaaldelijk erkend, dat
in de katholieke sportbeweging het junio-
renwerk veel beter en intensiever wordt
verzorgd dan in de neutrale sportorganisa
ties. Zeer vaak is de samenwerking met de
katholieke school en de katholieke jeugd
beweging hieraan niet vreemd.
Een felle campagne is juist voor den aan
vang der competitie gevoerd door de neu
trale sportpropagandisten, om in het Zuiden
het verloren terrein te herwinnen.
Op zichzelf is dat het goed recht van de
aanhangers van de idee der neutraliteit
bij de sportbeoefening. Maar van leiders
van sportorganisaties mag men dan toch
wel verwachten, dat de strijd gevoerd
wordt met sportieve, eerlijke middelen.
Nu is de manier, waarop de strijd in het
Zuiden gevoerd wordt, verre van sportief
en eerlijk.
De Limburgsche medewerker van de
„Sport 111." wees reeds voor eenige weken
op het geval Geleen.
Een R. K. L. V. B.-club te Geleen (V. V.
G.), terplaatse bekend als Victoria, die in de
diocesane competities uitkwam cn niet in
aanmerking kwam in den landelijken bond,
den I. V. C. B., opgenomen te worden, werd
met aanbieding van het derde klasserschap
K. N. V. B. naar de neutrale organisaties
overgeheveld.
Gepubliceerd werd (in de Sportkroniek,
het officieel orgaan van den K. N. V. B.),
dat Geleen tot den K, N. V. B. toegetreden
was. Naar buiten werd zoo de indruk ge
wekt, dat de I. V. C. B.'er Geleen naar den
K. N. V. B. was overgegaan, welke indruk
zeer werd versterkt door het kopje boven
het bericht: Van I. V. C. B. naar K. N. V. B.
Het geval Rios:
Deze club moest krachtens de promotie-
en degradatie-regeling degradeeren van
den I. V. C. B. naar den R. K. L. V. B.
Rios meldt zich aan bij den K. N. V. B.
en wordt onmiddellijk tot de landelijke
competitie van den K. N. V. B. toegelaten.
Vermakelijk is het geval Schijndel. Ge
meld werd (w'eder in de Sportkroniek),
dat deze vereeniging tot den K. N. V. B.
was toegetreden. Zelfs werden er wedstrij
den voor Schijndel vastgesteld. Nu is ons
bij informatie ter plaatse gebleken, dat de
vereeniging Schijndel zich nimmer als
lid van den K. N. V. B. heeft aangemeld.
Mogelijk hebben wij hier te doen met een
geval als dat van Mulo voor jaren her.
(fade.
bctnacn wetvaad
Toen hadden eenige K. N. V. B.-enthousias
telingen, die supporter van Mulo waren,
het bij den K. N. V. B. voorgesteld alsof
Mulo zou toetreden,, terwijl het vereni
gingsbestuur van niets wist.
Met Union, Nijmegen, speelde zich voor
maanden terug reeds iets dergelijks af.
Union werd reeds als bij de neutrale orga
nisatie aangesloten geregistreerd, terwijl er
alleen een verzoek was ingekomen om in
formaties. Zulks bleek duidelijk uit een
schrijven, dat de secretaris-competitieleider
van den Nijmeegschen Voetbalbond ln de
Gelderlander publiceerde.
Als het katholieke clubs botreft wordt er
een voortvarendheid betracht, die alle voor
zichtigheid en over het algemeen is men
bij den K. N. V. B. met het aannemen van
nieuwe vereenigingen zeer omzichtig uit
het oog verliest.
Was het vroeger niet mogelijk tot den
K. N. V. B. toe te treden of men moest by
den gewestelijken bond, bij den K. N. V. B.
aangesloten, kampioen zijn geworden der
hoogste afdeeling, uit concurrentiezucht is
dit standpunt reeds lang verlaten.
Het is overigons een bekend feit, dat bij
aldien een club kwestie krijgt met den ka
tholieken bond, de propagandisten van den
neutralen bond in het Zuiden er als de kip
pen bij zijn om de vereenigingon zooge
naamd voor te lichten, in haar verzet to
stijven en te trachten het conflict een dus-
danigen omvang te doen nemen, dat de
vereeniging in kwestie met allerlei belof
ten tot de neutrale beweging kan gebracht
worden.
Zoo staan de zaken. Neem daarbij de al-
geineene houding van de K. N. V. B.-leiding
tegenover de katholieke vootbnlorganisatie.
Het optreden bijvoorbeeld tegenover
oefenmeesters, die ook bij katholieke clubs
trainen, met de bedoeling zulks onmogelijk
te maken.
Verder het zonder meer als lid aannemen
van personen, die om sportief wangedrag
zijn gesehorst of geroyeerd, terwijl de ka
tholieke bonden de spelers door de neutrale
bonden wegens wangedrag geschorst of ge
royeerd, reeds lang van haar velden verwij
derd houden.
Zeggen wy nu te veel, als wij constatec-
ren, dat de strijd met onsportieve middelen
gevoerd wordt?
Nu willen wij niet ontkennen, dat er
door katholieke leiders nimmer iets tegen
de sportiviteit wordt misdaan. Ook door
sommigen onzer wordt de strijd wel eens
wat al te fel gevoerd en met middelen, die
feitelijk niet gebruikt moeten worden.
Maar men kan er wel van verzekerd zijn,
dat de leiding dat niet goedkeurt en alles
doet om zulks te voorkomen.
Daartegenover staat, dat de organlsatlo,
die nog altijd pretendeert to zijn het lei
dinggevend lichaam op voetbalgcbied ln
Nederland, uit principe niets tegen deze
feiten doet. Want de roomsche voetbalbon
den met 44.000 actieve voetballers bestaan
eenvoudig niet voor den officieelen K. N.
V. B. Uit principe behoeft met onze orga
nisatie geen rekening gehouden te worden.
Dat deze toestand hoogst ongewenscht is,
moet toch voor ieder begrijpelijk zijn.
Wat wij echter niet kunnen vatten ls,
dat men bij de leiding van do neutrale
bonden niet inziet, dat een dergelijke wijze
van onsportief handelen op de volgelingen
een funesten indruk moet maken.
Men kan toch van de volgelingen niet
eischen sportief te zijn in kleine zaken, als
men zelf niet het goede voorbeeld geeft bij
het volgen van de groote lijnen.
En het Ls in het belang van een goede
ontwikkeling der sportbeweging in het al
gemeen in ons land, dat aan een dergelij-
ken toestand spoedig een eind kome..
GEMENGDE BERICHTEN
VELG VAN 'N WIEL AFGESPRONGEN.
Expediteur doodelijk verongelukt.
Toen de heer J. v. St., expediteur te
Vianen, de banden van zijn auto nakeek,
sprong, naar de „Utr. Crt." meldt, plotseling
van een der wielen een velg, welke den
heer v. St. tegen het hoofd sloeg. Met een
ernstige schedelbasisfractuur werd hij op
genomen en op advies van dr. Bonk, die
de eerste hulp verleende, van de H.H. Sa
cramenten der stervenden voorzien.
De gewonde werd naar het St. Antonius-
gesticht te Utrecht vervoerd. De ongeluk
kige is daar, zonder tot bewustzijn te zijn
gekomen, overleden.
DOOR STOOMTRAM AANGEREDEN.
Dame verwond.
Te Langezwaag is gistermiddag de echt-
genoote van den heer B. Snijders, leeraar
te Assen, die per rijwiel in de richting
Gorredijk reed, op het moment, dat zij uit
week voor een auto, waardoor zij te dicht
bij de trambaan kwam, aangereden door
de stoomtram uit Heerenveen. De vrouw
werd over den weg gesmakt en bleef be
wusteloos liggen. Dokter Donker uit Knij-
pe, die spoedig ter plaatse was, achtte
overbrenging van de zwaar gewonde vrouw
naar het ziekenhuis noodzakelijk en heeft
haar naar Heerenveen vervoerd. Het tram
personeel treft geen schuld.
BRAND IN DEN WIERINGERMEER-
POLDER.
Gisteravond omstreeks acht uur is te
Middendorp door onbekende oorzaak brand
uitgebroken in een groote landbouwschuur,
staande bij de boerderij van den heer On-
derdijk, eigendom van de Landbouw Cul
tuur Maatschappij. De brandweer die spoe
dig ter plaatse was gaf met vier stralen
water en kon uitbreiding van den brand
voorkomen.
Hierdoor kon het woonhuis en een aantal
hooischelven die in de nabijheid stonden,
behouden blijven. De schuur brandde tot
den grond toe af. Eenige honderden hekto-
litêrs tarwe, vele landbouwwerktuigen,
twee tractors, een personenauto en een
motorrijwiel werden door het vuur ver
nield. Een groot aantal benzinevateir kon
den nog bijtijds verrold worden, zoodat
deze geen gevaar meer op konden leveren.
Hierbij heeft de heer O. verwondingen
opgeloopen. De schade wordt op ongeveer
30.000 gulden geschat.
GROOTE HOEVEELHEID GRAAN EEN
PROOI DER VLAMMEN.
Gistermiddag omstreeks twee uur ont
stond, waarschijnlijk door het spelen met
lucifers van een 6-jarig kind brand in een
achttal korenmijten en een grooten land
bouwschuur, toebehoorende aan den land
bouwer R. Teuben te Annen (Dr.). Een
groote hoeveelheid graan, benevens een
hoeveelheid stroo en landbouwgereed-
schapuen welke opgeslagen waren in den
schuur werden een prooi der vlammen. De
schade, die op ongeveer ƒ4000 geschat
wordt, wordt gedeeltelijk door verzekering
gedekt. De boerderij kon behouden blij
ven.
BOSCHWACHTERSWONING
AFGEBRAND.
Gistermiddag ontstond brand in de
boschwachterswoning toebehoorende aan
den heer Verra en gelegen aan de Tho
mas a Kempislaan te Arnhem. Hoewel de
brandweer vrij spoedig ter plaatse was is
men er niet in geslaagd het perceel te be
houden en moest men er zich toe beperken
de aangrenzende perceelen voor het vuur
te vrijwaren. De brand is ontstaan in de
huiskamer, waar een petroleumstel
brandde.
Van den inboedel kon weinig worden ge
red. Verzekering dekt de schade.
FEUILLETON.
door.
UDO VAN EWOUD.
(Een geval uit de practijk van
Wil. J. Sanders, detective).
11)
Hij staarde mij verbijsterd aan.
„Wat zegt ustamelde hij, na
eenigszins van zijn verbazing bekomen te
zijn. „Wilt u beweren, dat wij hier in
een wildvreemde omgeving terwijl we
evengoed ergens op de Mookerhei hadden
kunnen zitten, belaagd worden door...."
„Door den man, die het op de verborgen
schat gemunt heeft, juist!" vulde ik aan.
„Hoorde u dan dat hoonende lachen niet?
We mogen van geluk spreken, dat we er
zoo zijn afgekomen. De man is waar
schijnlijk geen geoefend schutter: anders
zou hij op dezen korten afstand zeker niet
alleen uw hoed geraakt hebben
„Die ik bovendien nog in mijn hand
droeg", interrumpeerde Van Dobben. „U
denkt dus, dat de man ons gevolgd is naar
Berlijn en van Berlijn naar hier, in Wann-
see?"
„Dat staat wel vast en ik denk, dat we
het beste doen zoo spoedig mogelijk San
ders van deze ontdekking in kennis te
stellen."
Mijn metgezel was nu merkbaar terneer
geslagen en hoewel ik hem verzekerde, dat
wij, naar mijn meening, op dit oogenblik
niets meer van onzen geheimzinnigen be
lager te vreezen hadden, keek hij bij eiken
meter welke wij aflegden, voorzichtig om
zich heen, als verwachtte hij, dat de man
van achter een boom te voorschijn zou
springen.
Eerst toen wij het bosch verlieten, voel
de hij zich wat veiliger, maar de lust in
een verkwikkend had bleek hem door het
onaangename avontuur te zijn ontgaan.
Het liefst zou hij onmiddellijk naar Ber
lijn zijn teruggekeerd, maar waar wij San
ders daar toch niet voor zeven uur zouden
ontmoeten, liet hij zich ten slotte overhalen
in een der restaurants aan het meer een
hartsversterking te nemen.
Toen wij 's avonds aan den maaltijd in
„Heidelberg" den detectieve verslag deden
van ons wedervaren, trok deze een beden
kelijk gezicht.
„Ik heb jullie niet willen dwingen, Mlel
om den dag in Berlijn door te brengen",
zei hij, „maar eerlijk gezegd, heb lk van
morgen een oogenblik geaarzeld of het
niet beter was, dat jullie het plan van dat
uitstapje opgaven".
Op ons gelaat teekende zich waarschijn
lijk een verzoek om nadere opheldering af,
want Sanders vervolgde, terwijl hij zich
wat naar ons overboog: „Je zult begrij
pen, dat ik deze reis naar Oost Pruisen niet
begonnen ben uit louter nieuwsgierigheid
naar de verborgen schat. Ik verwachtte,
dat onze onbekende vriend er eveneens
prijs op zou stellen zoo spoedig mogelijk
in Pr. Holland te zijn en ik achtte daarbij
de mogelijkheid - niet uitgesloten, dat hij
zelfs van denzelfden trein gebruik zou
maken. Het schijnt, dat ik er met m'n
veronderstellingen niet zoo heel ver naast
ben geweest", besloot hij laconiek.
Van Dobben voelde de opmerking blijk
baar als een verwyt, of althans als een
uiting van ontevredenheid, over het roe-
kelooze gedrag van zijn Sander's rels-
genooten.
„Meneer Sanders", aldus wendde hij
zich tot den detective, „wij zijn in de eer
ste plaats op reis om het onderzoek in een
duistere Zaak, die mij zeer na aan het hart
ligt, tot een goed einde te brengen en
waar mijn compagnon en ik u verzocht
hebben bij dat onderzoek de leiding op u
te willen nemen, daar spreekt het vanzelf
ik meen hier mede namens den heer
Wils te mogen spreken dat wij ons in
de eerste plaats naar uw aanwijzingen
hebben te gedragen. Weest u dus zoo goed
geen consideratie te gebruiken, wanneer
we in onze lichtzinnige onschuld een oogen
blik vergeten, dat wij niet voor ons genoe
gen op reis zijn. Ik geef u de verzekering,
dat wij ons, wanneer het belang van de
zaak dat meebrengt, gaarne geheel aan uw
leiding zullen onderwerpen."
Sanders glimlachte.
„Ik constateer met genoegen, dat ik met
een paar gehoorzame kinderen uit ben",
zei hy. „Maar zóó moet u mijn opmerking
van zooeven niet opvatten. De heer Wils
kent mij lang genoeg om te weten, dat ik
er heusch geen doekjes om zal winden,
wanneer ik meen iets van mijn medewer
king te moeten eischen. Vanmorgen echter
was het een ander geval. Eerlijk gezegd,
was ik werkelijk blij jullie beiden een
oogenblikje kwijt te zijn, omdat mijn be
zoek aan het Polizei Presidium nu een
maal geen uitstel kon lijden, maar ander
zijds, achtte ik me met dit uitstapje niet
geheel ontheven van de verantwoordelijke
taak, welke ik vrijwillig op me heb ge
nomen, door met u beiden op reis te gaan.
Laten we dus dankbaar zijn, dat de aan
slag van onzen geheimzinigen onbekende
geen ernstige gevolgen heeft gehad. Voor
het overige zullen wij zeker niet verzui
men hieruit leering te trekken. Wij weten
nu tenminste, dat onze gangen worden na
gegaan, en dat de man, dien wij meenden
te achtervolgen, maar die in werkelijkheid
achter ons aan is, niet. voor een moord te
rugdeinst. Dit overwegende, lijkt het me
zeer waarschijnlijk, dat ik voortaan geen
toestemming tot dergelijke trips meer zal
kunnen geven."
„U hebt onze toezegging tot volledige
onderwerping aan uw eischen", besloot
van Dobben, nog steeds in het meervoud
sprekend, waarom ik onwillekeurig moest
lachen, omdat ik die toezegging mijn vriend
reeds voor jaren gedaan had. Ik achtte het
echter niet noodig mijn reisgenoot hierop
opmerkzaam te maken. Mijn verhouding
tot den detective zou ook voor hom spoe
dig genoeg aan het licht treden.
„Prachtig!", antwoordde Banders. „Voor-
loopig zal ik die eischen echter niet te
hoog stellen. Ik denk, dat de heeren er
geen bezwaar tegen zullen hebben van
avond de reis naar Preussisch Holland met
mij voort te zetten. Het lijkt mij het bes
te de politie voorlooplg buiten het avon
tuur in Wannsee te laten. Wanneer we van
een en ander aangifte doen, berokkenen
we onszelf slechts last. Het gevolg is na
tuurlijk een urenlang verhoor, waardoor
we zeker niet vóór morgenochtend zullen
kunnen vertrekken, terwijl eenig resultaat
niet te verwachten ls. In het gunstigste
geval zouden we een ontijdige arrestatie
van den man, dien we zoeken in de hand
werken en dat ligt zeker wel in de laatste
plaats in onze bedoeling. We gaan dus
vanavond nog door; lk heb bereids plaat
sen in den slaapwagen voor ons drieën be
sproken, zoodat we wanneer onze ge
heimzinnige vriend ons vannacht althans
met rust laat morgen vroeg op de
plaat» van bestemming kunnen zijn."
Daarbij bleef het en ruim een uur later
braken wij op om het tweede deel van on
ze reis te aanvaarden.
Nieuwe belevenissen.
Het aantal reizigers, dat in station Frlc-
drlchstrasse op den nachttrein naar Ko-
nigsberg wachtten, was niet bijzonder
groot cn wij veroverden dan ook zeer ge
makkelijk een plaatsje in een nog geheel
lecge coupé. De vreugde hierover werd
echter getemperd door 't vooruitzicht, dat
wij reeds spoedig den slaapwagen zouden
opzoeken, welke wij dan waarschijnlijk
niet meer voor den volgenden ochtend zou
den verlaten. In Elbing. waar wij reeds om
7 uur moesten aankomen, zouden we den
D-trein verwisselen tegen het lokaaltje,
dat ons naar het, daarvan slechts eenige
kilometers verwijderde stadje Preussisch
Holland zou brengen.
Geen van ons drieën was bijzonder
spraakzaam. De voortreffelijke maaltijd
in „Heidelberg" werkte min of meer slaap
verwekkend en waar het ongewone ver
blijf ln den slaapwagen onze nachtrust
van het vorige etmaal ook al niet ton goe
de was gekomen, zaten we, zorgvuldig ach
ter onze kranten en tijdschriften verbor
gen, al spoedig die hoofdbewegingen te ma
ken, welke gemeenlijk met het woord
„knikkebollen" worden aangeduid.
(Wordt vervolgd)