Bereidt Uw jus met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent DE SCHAT IN HET OUDE HOLLAND DINSDAG 2 OCTOBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD. - PAG. 9 DE BRAND TE HILVERSUM. Verklaringen van den burgemeester. Gistermiddag is het officieele antwoord van den burgemeester van Hilversum, den heer Lambooy afgekomen op de vragen be treffende den noodlottigen brand, hem ge steld door den voorzitter en den secretaris der soc.-dem. raadsfractie. Alvorens tot de beantwoording over te gaan geeft de burgemeester uiting aan het gevoel van diep medelijden van het ge meentebestuur en de gansche burgerij zoo wel met de slachtoffers, die door den brand werden getroffen als met de zwaar be proefde ouders, in het bijzonder met hen, wier kinderen aan de bekomen wonden zijn bezweken. De burgemeester betreurt diep, dat door een complex van omstandigheden een zoo rampzalige gebeurtenis is voorgekomen en brengt dank aan de redders die met eigen levensgevaar tal van jonge levens hebben behouden. Het antwoord van den burgemeester gaat dan verder grootendeels parallel met den gang van zaken, welken wij reeds eer der beschreven. Er is wel een vergunning verleend, controle werd slechts af en toe uitgeoefend. Bij de bewuste voorstelling was echter geen controle aanwezig. Door de organisatoren waren de meeste in de vergunning voorgeschreven voor zorgsmaatregelen niet getroffen. In verband met de vraag of in de toe komst nieuwe maatregelen zullen worden genomen antwoordt de burgemeester, dat de Kon. Ned. Brandweervereniging ter zake diligent is en op korten termijn al- gemeene voorschriften wil ontwerpen. In afwachting daarvan is reeds thans be paald, dat elke aanvrage door den com mandant der brandweer zal worden be oordeeld en géén vergunning over het af draaien van brandbare films zal worden afgegeven indien zulks zou plaats vinden 'buiten de aan alle eischen voldoende en daarop goedgekeurde cabines. Gistermiddag om half één heeft Mgr. G. Brandsma een bezoek gebracht aan de slachtoffers. Z.H.Exc. werd rondgeleid door deken van den Hengel. De toestand van de patiënten was gis termiddag redelijk wel. Zaterdag is nog een meisje in dê R.-K. Ziekenverpleging opgenomen. Het is de jeugdige Antje Ouwerkerk. die nog dien zelfden dag van de laatste H.H. Sacramen ten is voorzien. De uitvaart en begrafenis van het der de slachtoffer, Jopie Magnin, vond heden morgen te 9 uur plaats. BIJ ZIJN SCHOONOUDERS ALLES STUK GESLAGEN. Sedert eenigen tijd had de 27-jarige L. H. J., wonende aan den Middelhovenweg te Maastricht, oneenigheid met zijn vrouw. Daar hij vermoedde, dat zij zich bij haar ouders bevond, begaf hij zich in den nacht van Zaterdag op Zondag daarheen en sloeg een raam in. Hierop drong hij de woning zijner schoonouders binnen en sloeg er alles aan stukken. Toen de poli tie arriveerde, bleek de woesteling zich zoo aan de glasscherven te hebben gewond, dat hij in het ziekenhuis moest worden opgenomen. INBRAAK IN EEN STATION. GELDERMAL9EN. Vijftienhonderd gulden buitgemaakt. Maandagnacht hebben onbekenden een bezoek gebracht aan het station te Gelder- malsen, waar zij ongeveer vijftien hon derd gulden hebben buitgemaakt. De politie is direct met haar onderzoek begonnen. DE DEVIEZENSMOKKELARIJ. Wekelijks een uitstapje over de grens. Zooals reeds gemeld, is Zaterdagavond aan de grens te Beek-Wyler een touring car uit Dusseldorf, op weg naar Nijmegen, door de Duitsche politie aangehouden. Nader meldt men hierover aan de „Msbd.": Reeds maanden gingen er geruchten over ernstige deviezensmokkelarijen, door aller lei soort Nederlanders gepleegd, die in tou ring-cars via Venlo of Nijmegen naar de hoofd-centra van het Rijnland trokken. Het was een publiek geheim, dat meer dere Nederlanders rijker Duitschland uit kwamen, dan zij er in gingen. Het smokkelen werd sterk bevorderd, doordat de touringscars aan de grens, zel den ernstig onderzocht werden. Men ging meestal onder een gezamenlijke pas de grens over. Sommige reizigers hebben hun brutali teit te ver doorgevoerd. Er waren er bij, die eens of tweemaal per week een toertje maakten naar Dusseldorf en naar Keulen. Sommigen gingen met oude plunje over de grens en kwamen, geheel in 't nieuw ge stoken terug. Het meest echter werd ge smokkeld in reischèques. Tot vanuit Arn hem ging men via Nijmegen over de grens. De Duitsche politie scheen ten slotte argwaan te hebben gekregen en heeft con tact gezocht met de douanen, die Zaterdag avond een goed geslaagde aanhouding heeft gedaan. Onder Wijier werd een Nijmeeg- sche touringcars aangehouden en de inzit tenden werden uitgenoodigd in de visita tiezaal te komen. Een der reizigers pro beerde nog 300 Mark in den zak te stop pen van den chauffeur, die van de heele smokkelaffaire niets afwist. Gelukkig werd dit bijtijds gemerkt en kon de autobestuurder zijn onschuld be wijzen, zoodat de auto niet in beslag ge nomen werd. Alle reizigers werden nog denzelfden aVond naar Krefeld gebracht. Men vreest, dat op de gearresteerden, de nieuwe en verzwaarde straffen op het de- viezensmokkélen met alle kracht zullen worden toegepast ter afschrikwekkend voorbeeld van anderen. OPLICHTER GEARRESTEERD TE WEESP. De Weesper politie is er in geslaagd, de hand te leggen op een geraffineerde be drieger, die er klaarblijkelijk zijn werk van maakt, eigenaren van drukkerijen op listige wijze geld afhandig te maken. Dit maal ging het om een bedrag van niet minder dan 10.000. Gelukkig is. door de voorzichtigheid van den heer M. C. B., eigenaar eener drukkerij te Weesp, de opzet verijdeld en is tevens de verdachte, die bovendien recidivist bleek te zijn, ge arresteerd kunnen worden. VOETBAL DIOC. HAARL. VOETBALBOND R. K. Spörtver. A. V. B. A. V. B. I speelde een vriendschappelij- ken wedstrijd tegen Adolf Kolping II te Langeraar en won met 21. Op het A. V. B.-terrein werd de finale gespeeld van de serie-wedstrijden, A. V. B. II speelde tegen D. S. V. II waarbij Noor den na verlenging won met 10. Te 3 uur speelde D. S. V. I tegen D. V. O. I om den beker, die na een spannenden wedstrijd door D. V. O. gewonnen werd met 31. Het bestuur verzoekt de leden deze week de vergadering bij te wonen. De datum Wordt nader bekend gemaakt. ONSPORTIEF Dengene, die de dingen van den dag in de sportbeweging nauwkeurig volgt, moet het sinds lang opgevallen zijn, dat de ver houding tusschen de katholieke en de neu trale sportorganisatie, vooral in het Zui den. danig is toegespitst. Het amendement van het hoogwaardig episcopaat is voor een aantal vereenigin- gen, die ongeveer geheel uit katholieken bestonden en waarvan enkele het praedi- caat R. K. nog voerden, aanleiding geweest aan den wensch van het bisschoppelijk ge zag te voldoen en zich in de katholieke bonden te organiseeren. Daarnaast was er een beduidende over gang van spelers, ondanks het feit, dat de vastgestelde wachttijd van vier weken ook in deze buitengewone omstandigheden van kracht Ls gebleven. Een en ander heeft tot gevolg gehad, dat de neutrale voetbalbeweging in het Zuiden (de K. N. V. B. in zijn lagere afdeelingen en dë gewestelijke bonden over ongeveer de geheele linie) alle moeite heeft gehad de bestaande competitie-indeeling te hand haven en in enkele gevallen hiertoe zelfs geen kans zag. De groote uitbreiding, vooral van het lagere katholieke voetbal in de diocesane bonden, is hiervan een voorname oorzaak geweest. Doch het meest heeft hiertoe bij gedragen onze steeds meer veld winnende juniorenbeweging in kringen en districten. Het is trouwens herhaaldelijk erkend, dat in de katholieke sportbeweging het junio- renwerk veel beter en intensiever wordt verzorgd dan in de neutrale sportorganisa ties. Zeer vaak is de samenwerking met de katholieke school en de katholieke jeugd beweging hieraan niet vreemd. Een felle campagne is juist voor den aan vang der competitie gevoerd door de neu trale sportpropagandisten, om in het Zuiden het verloren terrein te herwinnen. Op zichzelf is dat het goed recht van de aanhangers van de idee der neutraliteit bij de sportbeoefening. Maar van leiders van sportorganisaties mag men dan toch wel verwachten, dat de strijd gevoerd wordt met sportieve, eerlijke middelen. Nu is de manier, waarop de strijd in het Zuiden gevoerd wordt, verre van sportief en eerlijk. De Limburgsche medewerker van de „Sport 111." wees reeds voor eenige weken op het geval Geleen. Een R. K. L. V. B.-club te Geleen (V. V. G.), terplaatse bekend als Victoria, die in de diocesane competities uitkwam cn niet in aanmerking kwam in den landelijken bond, den I. V. C. B., opgenomen te worden, werd met aanbieding van het derde klasserschap K. N. V. B. naar de neutrale organisaties overgeheveld. Gepubliceerd werd (in de Sportkroniek, het officieel orgaan van den K. N. V. B.), dat Geleen tot den K, N. V. B. toegetreden was. Naar buiten werd zoo de indruk ge wekt, dat de I. V. C. B.'er Geleen naar den K. N. V. B. was overgegaan, welke indruk zeer werd versterkt door het kopje boven het bericht: Van I. V. C. B. naar K. N. V. B. Het geval Rios: Deze club moest krachtens de promotie- en degradatie-regeling degradeeren van den I. V. C. B. naar den R. K. L. V. B. Rios meldt zich aan bij den K. N. V. B. en wordt onmiddellijk tot de landelijke competitie van den K. N. V. B. toegelaten. Vermakelijk is het geval Schijndel. Ge meld werd (w'eder in de Sportkroniek), dat deze vereeniging tot den K. N. V. B. was toegetreden. Zelfs werden er wedstrij den voor Schijndel vastgesteld. Nu is ons bij informatie ter plaatse gebleken, dat de vereeniging Schijndel zich nimmer als lid van den K. N. V. B. heeft aangemeld. Mogelijk hebben wij hier te doen met een geval als dat van Mulo voor jaren her. (fade. bctnacn wetvaad Toen hadden eenige K. N. V. B.-enthousias telingen, die supporter van Mulo waren, het bij den K. N. V. B. voorgesteld alsof Mulo zou toetreden,, terwijl het vereni gingsbestuur van niets wist. Met Union, Nijmegen, speelde zich voor maanden terug reeds iets dergelijks af. Union werd reeds als bij de neutrale orga nisatie aangesloten geregistreerd, terwijl er alleen een verzoek was ingekomen om in formaties. Zulks bleek duidelijk uit een schrijven, dat de secretaris-competitieleider van den Nijmeegschen Voetbalbond ln de Gelderlander publiceerde. Als het katholieke clubs botreft wordt er een voortvarendheid betracht, die alle voor zichtigheid en over het algemeen is men bij den K. N. V. B. met het aannemen van nieuwe vereenigingen zeer omzichtig uit het oog verliest. Was het vroeger niet mogelijk tot den K. N. V. B. toe te treden of men moest by den gewestelijken bond, bij den K. N. V. B. aangesloten, kampioen zijn geworden der hoogste afdeeling, uit concurrentiezucht is dit standpunt reeds lang verlaten. Het is overigons een bekend feit, dat bij aldien een club kwestie krijgt met den ka tholieken bond, de propagandisten van den neutralen bond in het Zuiden er als de kip pen bij zijn om de vereenigingon zooge naamd voor te lichten, in haar verzet to stijven en te trachten het conflict een dus- danigen omvang te doen nemen, dat de vereeniging in kwestie met allerlei belof ten tot de neutrale beweging kan gebracht worden. Zoo staan de zaken. Neem daarbij de al- geineene houding van de K. N. V. B.-leiding tegenover de katholieke vootbnlorganisatie. Het optreden bijvoorbeeld tegenover oefenmeesters, die ook bij katholieke clubs trainen, met de bedoeling zulks onmogelijk te maken. Verder het zonder meer als lid aannemen van personen, die om sportief wangedrag zijn gesehorst of geroyeerd, terwijl de ka tholieke bonden de spelers door de neutrale bonden wegens wangedrag geschorst of ge royeerd, reeds lang van haar velden verwij derd houden. Zeggen wy nu te veel, als wij constatec- ren, dat de strijd met onsportieve middelen gevoerd wordt? Nu willen wij niet ontkennen, dat er door katholieke leiders nimmer iets tegen de sportiviteit wordt misdaan. Ook door sommigen onzer wordt de strijd wel eens wat al te fel gevoerd en met middelen, die feitelijk niet gebruikt moeten worden. Maar men kan er wel van verzekerd zijn, dat de leiding dat niet goedkeurt en alles doet om zulks te voorkomen. Daartegenover staat, dat de organlsatlo, die nog altijd pretendeert to zijn het lei dinggevend lichaam op voetbalgcbied ln Nederland, uit principe niets tegen deze feiten doet. Want de roomsche voetbalbon den met 44.000 actieve voetballers bestaan eenvoudig niet voor den officieelen K. N. V. B. Uit principe behoeft met onze orga nisatie geen rekening gehouden te worden. Dat deze toestand hoogst ongewenscht is, moet toch voor ieder begrijpelijk zijn. Wat wij echter niet kunnen vatten ls, dat men bij de leiding van do neutrale bonden niet inziet, dat een dergelijke wijze van onsportief handelen op de volgelingen een funesten indruk moet maken. Men kan toch van de volgelingen niet eischen sportief te zijn in kleine zaken, als men zelf niet het goede voorbeeld geeft bij het volgen van de groote lijnen. En het Ls in het belang van een goede ontwikkeling der sportbeweging in het al gemeen in ons land, dat aan een dergelij- ken toestand spoedig een eind kome.. GEMENGDE BERICHTEN VELG VAN 'N WIEL AFGESPRONGEN. Expediteur doodelijk verongelukt. Toen de heer J. v. St., expediteur te Vianen, de banden van zijn auto nakeek, sprong, naar de „Utr. Crt." meldt, plotseling van een der wielen een velg, welke den heer v. St. tegen het hoofd sloeg. Met een ernstige schedelbasisfractuur werd hij op genomen en op advies van dr. Bonk, die de eerste hulp verleende, van de H.H. Sa cramenten der stervenden voorzien. De gewonde werd naar het St. Antonius- gesticht te Utrecht vervoerd. De ongeluk kige is daar, zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, overleden. DOOR STOOMTRAM AANGEREDEN. Dame verwond. Te Langezwaag is gistermiddag de echt- genoote van den heer B. Snijders, leeraar te Assen, die per rijwiel in de richting Gorredijk reed, op het moment, dat zij uit week voor een auto, waardoor zij te dicht bij de trambaan kwam, aangereden door de stoomtram uit Heerenveen. De vrouw werd over den weg gesmakt en bleef be wusteloos liggen. Dokter Donker uit Knij- pe, die spoedig ter plaatse was, achtte overbrenging van de zwaar gewonde vrouw naar het ziekenhuis noodzakelijk en heeft haar naar Heerenveen vervoerd. Het tram personeel treft geen schuld. BRAND IN DEN WIERINGERMEER- POLDER. Gisteravond omstreeks acht uur is te Middendorp door onbekende oorzaak brand uitgebroken in een groote landbouwschuur, staande bij de boerderij van den heer On- derdijk, eigendom van de Landbouw Cul tuur Maatschappij. De brandweer die spoe dig ter plaatse was gaf met vier stralen water en kon uitbreiding van den brand voorkomen. Hierdoor kon het woonhuis en een aantal hooischelven die in de nabijheid stonden, behouden blijven. De schuur brandde tot den grond toe af. Eenige honderden hekto- litêrs tarwe, vele landbouwwerktuigen, twee tractors, een personenauto en een motorrijwiel werden door het vuur ver nield. Een groot aantal benzinevateir kon den nog bijtijds verrold worden, zoodat deze geen gevaar meer op konden leveren. Hierbij heeft de heer O. verwondingen opgeloopen. De schade wordt op ongeveer 30.000 gulden geschat. GROOTE HOEVEELHEID GRAAN EEN PROOI DER VLAMMEN. Gistermiddag omstreeks twee uur ont stond, waarschijnlijk door het spelen met lucifers van een 6-jarig kind brand in een achttal korenmijten en een grooten land bouwschuur, toebehoorende aan den land bouwer R. Teuben te Annen (Dr.). Een groote hoeveelheid graan, benevens een hoeveelheid stroo en landbouwgereed- schapuen welke opgeslagen waren in den schuur werden een prooi der vlammen. De schade, die op ongeveer ƒ4000 geschat wordt, wordt gedeeltelijk door verzekering gedekt. De boerderij kon behouden blij ven. BOSCHWACHTERSWONING AFGEBRAND. Gistermiddag ontstond brand in de boschwachterswoning toebehoorende aan den heer Verra en gelegen aan de Tho mas a Kempislaan te Arnhem. Hoewel de brandweer vrij spoedig ter plaatse was is men er niet in geslaagd het perceel te be houden en moest men er zich toe beperken de aangrenzende perceelen voor het vuur te vrijwaren. De brand is ontstaan in de huiskamer, waar een petroleumstel brandde. Van den inboedel kon weinig worden ge red. Verzekering dekt de schade. FEUILLETON. door. UDO VAN EWOUD. (Een geval uit de practijk van Wil. J. Sanders, detective). 11) Hij staarde mij verbijsterd aan. „Wat zegt ustamelde hij, na eenigszins van zijn verbazing bekomen te zijn. „Wilt u beweren, dat wij hier in een wildvreemde omgeving terwijl we evengoed ergens op de Mookerhei hadden kunnen zitten, belaagd worden door...." „Door den man, die het op de verborgen schat gemunt heeft, juist!" vulde ik aan. „Hoorde u dan dat hoonende lachen niet? We mogen van geluk spreken, dat we er zoo zijn afgekomen. De man is waar schijnlijk geen geoefend schutter: anders zou hij op dezen korten afstand zeker niet alleen uw hoed geraakt hebben „Die ik bovendien nog in mijn hand droeg", interrumpeerde Van Dobben. „U denkt dus, dat de man ons gevolgd is naar Berlijn en van Berlijn naar hier, in Wann- see?" „Dat staat wel vast en ik denk, dat we het beste doen zoo spoedig mogelijk San ders van deze ontdekking in kennis te stellen." Mijn metgezel was nu merkbaar terneer geslagen en hoewel ik hem verzekerde, dat wij, naar mijn meening, op dit oogenblik niets meer van onzen geheimzinnigen be lager te vreezen hadden, keek hij bij eiken meter welke wij aflegden, voorzichtig om zich heen, als verwachtte hij, dat de man van achter een boom te voorschijn zou springen. Eerst toen wij het bosch verlieten, voel de hij zich wat veiliger, maar de lust in een verkwikkend had bleek hem door het onaangename avontuur te zijn ontgaan. Het liefst zou hij onmiddellijk naar Ber lijn zijn teruggekeerd, maar waar wij San ders daar toch niet voor zeven uur zouden ontmoeten, liet hij zich ten slotte overhalen in een der restaurants aan het meer een hartsversterking te nemen. Toen wij 's avonds aan den maaltijd in „Heidelberg" den detectieve verslag deden van ons wedervaren, trok deze een beden kelijk gezicht. „Ik heb jullie niet willen dwingen, Mlel om den dag in Berlijn door te brengen", zei hij, „maar eerlijk gezegd, heb lk van morgen een oogenblik geaarzeld of het niet beter was, dat jullie het plan van dat uitstapje opgaven". Op ons gelaat teekende zich waarschijn lijk een verzoek om nadere opheldering af, want Sanders vervolgde, terwijl hij zich wat naar ons overboog: „Je zult begrij pen, dat ik deze reis naar Oost Pruisen niet begonnen ben uit louter nieuwsgierigheid naar de verborgen schat. Ik verwachtte, dat onze onbekende vriend er eveneens prijs op zou stellen zoo spoedig mogelijk in Pr. Holland te zijn en ik achtte daarbij de mogelijkheid - niet uitgesloten, dat hij zelfs van denzelfden trein gebruik zou maken. Het schijnt, dat ik er met m'n veronderstellingen niet zoo heel ver naast ben geweest", besloot hij laconiek. Van Dobben voelde de opmerking blijk baar als een verwyt, of althans als een uiting van ontevredenheid, over het roe- kelooze gedrag van zijn Sander's rels- genooten. „Meneer Sanders", aldus wendde hij zich tot den detective, „wij zijn in de eer ste plaats op reis om het onderzoek in een duistere Zaak, die mij zeer na aan het hart ligt, tot een goed einde te brengen en waar mijn compagnon en ik u verzocht hebben bij dat onderzoek de leiding op u te willen nemen, daar spreekt het vanzelf ik meen hier mede namens den heer Wils te mogen spreken dat wij ons in de eerste plaats naar uw aanwijzingen hebben te gedragen. Weest u dus zoo goed geen consideratie te gebruiken, wanneer we in onze lichtzinnige onschuld een oogen blik vergeten, dat wij niet voor ons genoe gen op reis zijn. Ik geef u de verzekering, dat wij ons, wanneer het belang van de zaak dat meebrengt, gaarne geheel aan uw leiding zullen onderwerpen." Sanders glimlachte. „Ik constateer met genoegen, dat ik met een paar gehoorzame kinderen uit ben", zei hy. „Maar zóó moet u mijn opmerking van zooeven niet opvatten. De heer Wils kent mij lang genoeg om te weten, dat ik er heusch geen doekjes om zal winden, wanneer ik meen iets van mijn medewer king te moeten eischen. Vanmorgen echter was het een ander geval. Eerlijk gezegd, was ik werkelijk blij jullie beiden een oogenblikje kwijt te zijn, omdat mijn be zoek aan het Polizei Presidium nu een maal geen uitstel kon lijden, maar ander zijds, achtte ik me met dit uitstapje niet geheel ontheven van de verantwoordelijke taak, welke ik vrijwillig op me heb ge nomen, door met u beiden op reis te gaan. Laten we dus dankbaar zijn, dat de aan slag van onzen geheimzinigen onbekende geen ernstige gevolgen heeft gehad. Voor het overige zullen wij zeker niet verzui men hieruit leering te trekken. Wij weten nu tenminste, dat onze gangen worden na gegaan, en dat de man, dien wij meenden te achtervolgen, maar die in werkelijkheid achter ons aan is, niet. voor een moord te rugdeinst. Dit overwegende, lijkt het me zeer waarschijnlijk, dat ik voortaan geen toestemming tot dergelijke trips meer zal kunnen geven." „U hebt onze toezegging tot volledige onderwerping aan uw eischen", besloot van Dobben, nog steeds in het meervoud sprekend, waarom ik onwillekeurig moest lachen, omdat ik die toezegging mijn vriend reeds voor jaren gedaan had. Ik achtte het echter niet noodig mijn reisgenoot hierop opmerkzaam te maken. Mijn verhouding tot den detective zou ook voor hom spoe dig genoeg aan het licht treden. „Prachtig!", antwoordde Banders. „Voor- loopig zal ik die eischen echter niet te hoog stellen. Ik denk, dat de heeren er geen bezwaar tegen zullen hebben van avond de reis naar Preussisch Holland met mij voort te zetten. Het lijkt mij het bes te de politie voorlooplg buiten het avon tuur in Wannsee te laten. Wanneer we van een en ander aangifte doen, berokkenen we onszelf slechts last. Het gevolg is na tuurlijk een urenlang verhoor, waardoor we zeker niet vóór morgenochtend zullen kunnen vertrekken, terwijl eenig resultaat niet te verwachten ls. In het gunstigste geval zouden we een ontijdige arrestatie van den man, dien we zoeken in de hand werken en dat ligt zeker wel in de laatste plaats in onze bedoeling. We gaan dus vanavond nog door; lk heb bereids plaat sen in den slaapwagen voor ons drieën be sproken, zoodat we wanneer onze ge heimzinnige vriend ons vannacht althans met rust laat morgen vroeg op de plaat» van bestemming kunnen zijn." Daarbij bleef het en ruim een uur later braken wij op om het tweede deel van on ze reis te aanvaarden. Nieuwe belevenissen. Het aantal reizigers, dat in station Frlc- drlchstrasse op den nachttrein naar Ko- nigsberg wachtten, was niet bijzonder groot cn wij veroverden dan ook zeer ge makkelijk een plaatsje in een nog geheel lecge coupé. De vreugde hierover werd echter getemperd door 't vooruitzicht, dat wij reeds spoedig den slaapwagen zouden opzoeken, welke wij dan waarschijnlijk niet meer voor den volgenden ochtend zou den verlaten. In Elbing. waar wij reeds om 7 uur moesten aankomen, zouden we den D-trein verwisselen tegen het lokaaltje, dat ons naar het, daarvan slechts eenige kilometers verwijderde stadje Preussisch Holland zou brengen. Geen van ons drieën was bijzonder spraakzaam. De voortreffelijke maaltijd in „Heidelberg" werkte min of meer slaap verwekkend en waar het ongewone ver blijf ln den slaapwagen onze nachtrust van het vorige etmaal ook al niet ton goe de was gekomen, zaten we, zorgvuldig ach ter onze kranten en tijdschriften verbor gen, al spoedig die hoofdbewegingen te ma ken, welke gemeenlijk met het woord „knikkebollen" worden aangeduid. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9