DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
BERICHT
Districtsdag der St. Joseph's Gezellen
te Lisse.
26ste Jaargang
MAANDAG 1 OCTOBER 1934
No. 7928
S)e £etubeTi£(Boti/ta/nt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Yoor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bü onze Agenten 20 cent per week 1 2.60 per kwartaal
Franco per post 1 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad ie voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 H
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
regol
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Woendag 3 October, herdenkingsdag
van Leiden's Ontzet, zal „De Leidsche
Courant" niet verschijnen en zullen
onze bureaux gesloten zijn.
DE DIRECTIE
-
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
V School en Pers.
In het tweede nummer van ons blad,
dus morgen 25 jaar geleden, schreef een
der redacteuren, die de opening van de
nieuwe R.K. School aan het Rapenburg te
Leiden had „verslagen":
„Getuigt het schoolgebouw van edel
moedige offervaardigheid voor de zaak
van het onderwijs en ons dagblad van
grooten ondernemingsgeest en durf,
beide zijn een sprekend bewijs van de
hoogere ontwikkeling en grooten bloei
van het katholiek leven binnen onze
veste. School en pers, zij beiden zijn
onmisbaar voor het behoud en den
krachtigen groei van het katholieke
Geloof".
Vandaag viert de R.K. School aan het
Rapenburg te Leiden mèt ons zijn zilveren
feest.
School en pers „zijn een sprekend bewijs
van de hoogere ontwikkeling en grooten
bloei van het katholieke leven binnen onze
veste" schreef „De Leidsche Courant",
25 jaar geleden.
En wij mogen nu verklaren, dat de
school aan het Rapenburg in die 25 jaren,
evenals zijn zusters, voor het katholieke
leven ontzaglijk veel goeds heeft ge
daan! Ontzaglijk veel goeds heeft gedaan
direct voor het katholieke leven i n
de zielen.
In die school hebben bekwame en ka
tholieke onderwijzers en onderwijzeressen
duizenden kinderen opgevoed naar de ka
tholieke leer en beginselen. Deze kinderen
zouden, als wij geen katholieke scholen
zouden hebben bezeten „neutraal" onder
was hebben ontvangen.
Ja als wij. geen katholieke scholen
zouden hebben bezeten; maar die bezitten
wij toch vanzelf-sprekend, wij, Katholie
ken, die zóó'n grooten bevolkingsgroep
vormen!
Laten we het vandaag eens uitroepen, wij
zouden willen zeggen: uitschreeu
wen, opdat ieder het hoore: 't Is helaas,
niet vanzelfsprekend, dat wij, Katholie
ken, g e 1 y k-b erechtigd zijn met an
dere bevolkingsgroepen; dat wij, als Ka
tholieken, de vrijheid hebben om te
handelen naar de beginselen van ons Ge
loof. Dat is feitelijk niet vanzelfsprekend.
Zie naar andere landen; en aan de feiten
daar behoeft geen woord te worden toege
voegd. Die feiten zijn aller-ergerlijkst en
angstwekkend.
In het eerste nummer van de nieuwe
levensperiode van ons blad willen wij,
naar aanleiding van het school-jubileum aan
het Rapenburg te Leiden, allen Katho
lieken wéér 'ns in aller-ernstigste overwe
ging geven, om toch niets niets te j
doen of te verzuimen, wat den rechtmati-
gen invloed, de rechtens toekomende
macht, de rechts-gelijkheid, die wij, Ka- j
tholieken, bezitten, zou kunnen doen ver- j
loren gaan!....
Als éénheid gaan wij verder werken:
school en pers als éénheid gaan wij ver- j
der werken, wij, alle Katholieken
te zamen; als éénheid gaan wij voort
met onzen gezamenlijken arbeid, een
drachtig!
Hoe de Sport wèl en hoe zij niet beoefend moet worden.
Op, Gezellen, fier ten strijde
Onze standaard waait vrij uit
Vormt uw rijen, zij' aan zijde
Vrijheid word' uw rijke buit.
Met geestdrift hebben de honderden ge
zellen, die gisteren uit het geheele Leid
sche district te Lisse waren saamgekomen,
dit lied hun jonge harten uitgezongen. Het
was de eerste maal dat wij zulk een Ge
zellen-districtsdag bijwoonden, maar het
dunkt ons, dat van dergelijke bijeenkom
sten een flinke stuwkracht kan uitgaan
voor een hernieuwde actie in de onder
scheidene parochies.
Toch was het aantal gezellen niet zoo
groot als men redelijkerwijs voor zulk een
dag mocht verwachten. De oorzaak hier
van is n i e t gelegen in een zekere lauw
heid en loomheid bij de Gezellen, maar in
't feit dat deze districtsdag laat in het jaar
is gehouden en de diverse voetbalwedstrij
den niet meer konden worden afgelast.
Dit is zeker te betreuren, want juist voor
voetballers moet het ontwerp, dat gisteren
werd besproken een groote aantrekkelijk
heid hebben gehad.
De districtsdag was namelijk gewijd aan
het vraagstuk, hoe een Katholieke jonge
man, die het goed meent met zijn gods
dienst, te staan heeft tegenover de sport
en allerlei soorten van sportbevliegingen.
Dit onderwerp is door twee sprekers be
handeld, eerst door den districtspraeses,
Kapelaan Schrama uit Leiden tijdens het
Lof in de St. Agathakerk en vervolgens
door den Centraal Vice-praeses Kapelaan
N. de Rooy uit Amsterdam op de vergade
ring in het Bondsgebouw.
Tegen 2 uur des middags kwamen van
alle zijden de Gezellen met hun oranje-
zwarte banieren opzetten, om op 't appèl
in de St. Aagtenkerk tegenwoordig te zijn.
Een plechtig Lof werd gecelebreerd,
waarbij agens was de weleerw. heer
Schrama, diaken de weleerw. heer H. Ta-
bink, kapelaan der Agathakerk, sub-dia
ken de weleerw. heer K. Westerkamp,
kapelaan te Sassenheim.
De banieren der Gezellen waren rond
het altaar geplaatst als huldebetuiging aan
Christus-Koning.
De gezangen van het Lof een Maria-
lof werden door alle gezellen meege
zongen, welke massale demonstratie van
aanhankelijkheid en trouw aan de H.
Maagd een diepen indruk maakte.
„Verheerlijkt God in uwe lichamen".
Onder het Lof heeft kapelaan Schrama
in een korte toespraak, waarvan de inzet
was Cor. IX: 25 „Loopt gij dan zoo, dat
gij den prijs behaalt", op de gevaren van
de sportbeoefening gewezen. De predikant
legde uit, waarom ook tusschen de gehei
ligde muren van het kerkgebouw over
sport zou worden gesproken. Immers, bij
de beoefening van de sport kunnen staan
of vallen de hoogste zielsbelangen. In een
goede, echt-Katholieke sportbeoefening kan
een groote opvoedkundige waarde wor
den gevonden; van den anderen kant drei
gen er groote gevaren voor de ziel als de
sport wordt, beoefent op een wijze zooals
't in onze dagen zoo dikwijls voorkomt.
De predikant ontvouwde in al zijn hoog
te en diepte de geweldige roeping, die de
Christenmensch van God heeft ontvan
gen. St. Paulus noemt onze lichamen tem
pels van den H. Geest. Een andere heilige
noemt ons levende cibories, monstransen,
tabernakels. Is ons lichaam een tempel
van den H. Geest, dan hebben wij de dure
plicht om dat lichaam te eerbiedigen, dan
moeten wij op een Christus waardige wijze
dat lichaam opsieren.
Alles wat God schiep, zon, licht, lucht
en water, sport en spel dus ook is goed en
wij mogen er gebruik van maken. Ja, door
een goed gebruik daarvan, kunnen wij,
zooals St. Paulus het zegt, God verheerlij
ken in onze lichamen. Maar nooit mag
het gebruik van het lichaam schadelijk
zijn voor onze ziel.
En nu weet ieder, dat tegenover ons zoo
vele menschen staan, met een geheel an
dere opvatting, menschen die niet of al
thans slechts vaag gelooven in 't bestaan
van God, onze Oorsprong en ons Eind
doel.
Het fundament, waarop zij him leven
opbouwen is verkeerd, en vandaar die tal
rijke en vele excessen in onze dagen,
vooral op 't gebied der sportbeoefening.
De ondergrond van deze sportbeoefening
is feitelijk heidensch. Vandaar dat onze
hooggeroemde Christelijke maatschappij
afdaalt van haar streng Christelijke op
vatting maar een veel te slappe opvat
ting. Velen, ook der Katholieken, zijn op
weg om de norm van goed en kwaad te
verliezen. Begrijpt daarom uw plicht, be
sloot spr., om de Katholieke sport te steu
nen, de neutrale sport te mijden. De Paus
en de Bisschoppen hebben zoo dikwijls
daarop aangedrongen. In de Katholieke
sportbeweging moeten wij een leeken-
apostolaat zien, waarvan voor de Kerk
van Christus vele schoone vruchten zijn
te plukken.
Met groot geschetter en geroffel.
Na het Lof schaarden de Gezellen zich
in den Pastorietuin tot een klein leger
met vaandels enbanieren, dat, onder het
vroolijk geschetter en gehoempa van twee
muziekkorpsen en met daverend tromge
roffel door de straten van Lisse trok,
waardoor alle oudjes uit hun Zondagmid
dag-dutje werden opgeschrikt.
Wat zou Vader Kolping genoten heb
ben, als hij zijn jongens zoo krachtig en
prachtig door de straten van Lisse had zien
marcheeren.
Bij het Bondsgebouw gekomen werd ge
defileerd langs den Pastoor der St. Aga
thakerk, den zeereerw. heer Thomann en
de andere geestelijke autoriteiten, waar
onder bijna alle plaatselijke vice-presi-
denten van het Leidsche district.
Toen werd ver:ar..'en geblazen in het
Bondsgebouw, waar in de groote zaal de
slotbijeenkomst zou plaats hebben.
Een Gezellen-strijkje uit Leiden zorgde
voor opgewekte, meeslepende muziek, tot
dat de vergadering werd geopend door
den sen. van Lisse, den heer Bertus Rans-
dorp, die mededeelde dat de districts-se
nior, de heer Steph. Menken uit Leiden
niet aanwezig kon zijn, doch een vurige
brief had gezonden, die door den pl.v.
senior werd voorgelezen en met daveren
de instemming werd ontvangen.
Senior Ransdorp verwelkomde daarna
de geestelijkheid en de gezellen, en dankte
voor de eer, dat Lisse voor dezen districts
dag was uitverkoren, omdat hiervan zulk
een fiksche propaganda uitging.
Na het dreunend zingen van „De Ge-
zellenvader" was nu het woord aan Ka
pelaan De Rooy uit Amsterdam.
De sport en de Gezellenvereeniging.
Onder alle strevingen, die dikwijls nog
het onvaste en onklare hebben van pro
blemen, staat het vraagstuk van onze ver
houding tot de sportbeoefening. Spr. wilde
niet in de technische kwaliteiten van het
spel treden, noch critiek uitoefenen op be
staande Katholieke sportvereenigingen en
evenmin wenschen naar voren brengen
omtrent samenwerking der St. Jos. Ge
zellen met de sportvereenigingen, doch
zich voor alles bezinnen op onze levens
houding tegenover de sport.
Spr. ontleedde het karakter van de
sportbeoefening bij de Grieken schoon
heidsideaal en bij de Romeinen ver
heerlijking van de kracht.
In de middeleeuwen werd het ideaal
van lichaams-kracht samengevat in de
Ridderschap. Ridderdienst was het spor
tieve ideaal van de Middeleeuwen en het
was gewijd door de Kerk. Geen brute
krachtsprestatie was het doel, maar het
kweeken van een geslacht, dat naar
lichaam en ziel gezond en sterk zou zijn.
Na een bespreking van het Engelsche
sportieve type van den gentleman, schet
ste de redenaar de sport in zijn tegen
woordige, ontaarde vorm.
Men zoekt niet meer volledige en gave
persoonlijkheden te kweeken, men ziet
niet meer de groote moreele waarde van
sport-beoefening, het gaat alleen om top
prestaties en kracht-fenomenen.
Sport op zich kan goed zijn,
een onontbeerlijk ding zelfs,
maar sport heeft in onze dagen
een staart, waarmee ze zich zelf
g e e s e 11.
Sport moet veilig gesteld worden, even
goed als de gulden van Colijn.
De ne u t r a 1 e sport is voor ons onder
geen beding te aanvaarden: er zijn bij
komstige gevaren, zooals: a. het moge
lijk verwaarloozen van godsdienstige
plichten; 'b. contact met een levenssfeer,
die ons vreemd moet blijven; c. dan is er
de onjuiste methodiek zonder
eenige opvoedkundige waarde: s t e r s y-
De heer J. G. TENEIJ, die heden zyn zil
veren jubileum als onderwijzer aan de
Rapenburgschool herdenkt.
steem, recor d-w oede, ontzenu
wende competities, een ver-doorge
voerd strijdprinciep, waarvan de ge
volgen als sensatie in de kranten gere
gistreerd worden.
Maar het zwaarste weegt de wezensfout:
het wordt:
Sport om de sport;
een onbeperkte aandacht voor het
lichamelijke;
een verheerlijking van spier-bundels
en zenuw-koorden;
dingen, die zoo zeer beslag leggen op
den mensch, dat het gezichtskringetje van
zijn belangstelling armzalig zielig wordt.
Sport wordt het hoogste en laag
ste, eten en drinken, doel en
g o d s d i e ns t.
Het is geen wonder, dat sommigen het
geheele sport-verschijnsel zoo onwaardig
vinden, dat zij het weren willen uit de ar
beid van de jeugd-organisaties.
Er zijn er, die Katholieke sport een
onbestaanbaar ding vinden, een woord
combinatie, die in zich een onmogelijkheid
bevat. Het gaat er dan ook om aan te too-
nen, dat Katholieke sport iets meer kan
zijn dan sport voor en door Katholieken.
Het moet iets kunnen zijn met
een eigen levens-sfeer en een
eigen mentaliteit;
sport is een levens-terrein, waar K a-
tholiek levens-inzicht even
veel recht van bestaan moet hebben
als in het zakenleven.
Wat vermeden dient.
De Katholieke sport zal alles moeten
a. vermijden, wat ongezond is in
de bijkomstigheden,
b. moeten streven naar een ver
antwoorde techniek, die werkelijk
lichaam en ziel te hulp komt,
c. maar vooral- Katholieke sport zal
moeten maat houden in de waardee
ring van het sport-verschijnsel, want
naast de sport staan toch altijd nog
dingen, die ook goed zijn en boven de
s p o rt staan zelfs veel dingen, die beter
zijn en de hoogste waarden verte
genwoordigen.
Onaantastbaar hoog staat de waardee
ring van de ziel. Zoo taxeeren wij de waar
de van de menschelijke persoonlijkheid
niet naar de maat van zijn spierkracht,
zelfs niet naar de glans van zijn uiterlijk
succes, maar naar de moreele grootheid
van zijn ziel.
Maar Christus volgend, die in zijn oor-
deelen niets geforceerds en fanatieks ver
toont, vrij van alle eenzijdigheid, verde
digen wij ook de waarde van het lichame
lijke.
Niets, wat uit de hand van God voor
komt, kan slecht of pervers zijn; ook het
menschelijk lichaam is kunstwerk van
Gods scheppend genie en al de schitte
rende perfecties van het lichaam zijn even
zoovele titels van zyn adeldom.
De mensch in zijn werkelijke natuurlijke
en boven-natuurlijke grootheid, vindt in
het lichaam het instrument, dat soepel ge
noeg is om als werktuig te dienen voor
alle activiteiten van de rijk-begaafde zieL
Zoo is onze eerbied voor het lichaam:
erkenning van het geniale in Gods schep
ping, uiting van onze eerbied voor de ziel.
Ondanks zijn neigingen, die onderdrukt
moeten worden, ondanks zijn opstandig-
I heid, ondanks zijn besmetting, blijft het
lichaam voor ons iets heiligs, want: maak
werk van God, werktuig der geestelijke
ziel.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Fransche troepenconcentratie aan de
grens van het Saargebicd. (4de blad).
Oogstfeest op den Büchenberg in Duitsch-
land. Toespraak van Ilitler. (4de blad).
Hachelijke positie der Spaanschc regec-
ring. (4de blad).
BINNENLAND.
Dronken automobilist veroorzaakt auto
ongeluk te Franeker, waarbij een wielrijder
wordt gedood. (Gem. Ber. 3de blad).
Drie artisten gewond bij auto-ongeluk te
Terheyden. (Gem. Ber. 3de blad).
Inwoner van Eindhoven door twee on
verlaten overvallen en met een mes gesto
ken. (Gem. Ber. 3de blad).
De oplichter, die te Nijmegen door val-
sche giro-biljetten 12.000 machtig werd,
gearresteerd. (Gem. Ber. 3de blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Voetbal: Utrecht wint met 32 den
Missie-voetbal wedstrijd van Haarlem. (2de
blad).
Zeilen: De wedstrijden van de Na-
Kaag uitstekend geslaagd.
Geen sport om de sport.
Wanneer een der gevolgtrekkingen van
deze beschouwing ook zijn kan, dat wij
zonder eenige reserve sport te aanvaarden
hebben, als een middel voor de gezond
heid en kracht van het lichaam, da n kan
ze toch voor ons geen ander
do el hebben, dan aan de ziel een
bruikbaar en gewillig werk
tuig te verschaffen, waarmee zij
haar eigen werk zoo perfect mogelijk kan
doen.
Geen sport om de sport, geen
sport, die in haar methodiek waardeloos
blijft voor de ziel en zelfs de gezondheid
van het lichaam schaadt, alleen: sport,
die in alles training is van het lichaam
ten voordeele van de ziel.
Sport is een grootere noodzakelijkheid
dan vroeger, het is niet meer een
luxe, een t ij d-p a s s e e r i n g, voor die
het zich kunnen veroorlooven, het is
een aanvulling op een groot te
kort.
Onze moderne arbeid s-m e t h o d e n
zijn gericht op een zoo hoog mogelijk ren
dement, er wordt gewerkt in een uiterst
tempo, men moet door r o u t i n e-b e-
weging zijn prestatie steeds
hooger opvoeren.
Deze arbeids-methode, die den mensch
maakt tot een verlengstuk van de machine,
laat niet de minste ruimte voor de fanta
sie, die tenminste in het handwerk kon
worden uitgevierd; de machine-arbeid is
massa-werk en geeft daarom ook geen
persoonlijke bevrediging.
In de sport vindt men een surrogaat
voor alles, wat de arbeid aan onze per
soonlijkheid te weinig geeft.
Wanneer eenmaal de arb^ids-me-
thoden zoo misvormd zijn, dat ze
lichamelijk en geestelijk van onwaarde
zijn geworden, dan moeten wij op het
standpunt staan, dat voor onze menschen
en voor hun algeheele ontwikkeling sport
een absoluut noodzakelijk ding is.
Maar tevens volgt uit ons
standpunt, dat sport door ons ook niet
anders kan worden gewaardeerd, dan als
I een middel tot persoonlijkheids-vorming.
I En wel terecht vragen wij ons af, of dc
I moderne sport wezenlijk voldoet aan de
1 allereerste voorwaarden, die wij te stellen
hebben.
i Deze inzichten geven aan onze sport-
beoefening een bepaalde richting en stel
len bepaalde grenzen.
Hoogere eischen.
Uit kracht van ons Katholiek princiep
I en uit kracht van ons Kolpings-program
moeten wij andere en hoogere eischen stel-
i len dan gewoonlijk gedaan wordt.
I In de sport-beoefening moet men vin
den een gelegenheid tot initia
tief daar kan men zijn persoonlijkheid
tot gelding brengen, maar dan moet onze
hoogste doelstelling zijn: een streven naar
do karakterwaarden, die een mensch
stempelen tot een gave en edele persoon-
I lijkheid. De tegenwoordige sport-metho-