ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1934
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
25ste Jaargang
No. 7886
S)e Gcidóofie (Set i/r-ant
D£ ABONNEMENTSPRIJS b«<lrUft bg .«nUriJ.,:
Voor Leiden It cent per week2-AC per kwarteel
Bq onze Agenten 24 cent per week 2.M per kwartaal
Franco per poet LM per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad la toot de Abonnéi eer-
krijgbaar tegen betaling ran 54 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummer» S cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 n
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
G W O a Advertentien 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TFl rFOONTJM van ten hoogste 90 woorden, waarin be-
hetrakkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
mhuur, knop en verkoop: lil
V De Kamers van Koophandel
Men kan er over diacussieeren, of de taak,
de organisatie van de Kamera van Koop
handel gewijzigd zou kunnen en moeten
worden.
Maar waar men niet over kan diacussi
eeren is het feit, dat uK de huidige orga
nisatie van de Kamers van Koophandel
dit profijt moet worden getrokken, dat
er uit getrokken worden kan.
Dit feit moet vaststaan. Maar: het ataat
niet vast.
De Overheid verzuimt al te vaak de or
ganisatie van de Kamera van Koophandel
te benutten.
En wij begrijpen dan ook volkomen, dat
33 Kamera van Koophandel en Fabrieken
in Nederland tot den Minister van Econo
mische Zaken een adres hebben gericht,
waarin zij er eerst aan herinneren, dat in de
Memorie van Toelichting op art. 12 van de
Wet, regelenden de samenstelling, inrich
ting en bevoegheid der Kamers van Koop
handel en Fabrieken (Wet op op de Kamers
van Koophandel S. 1920 Nr. 152) het vol
gende staat te lezen:
„Het behoort regel te worden, dat de
overheid, zoowel die van het Rijk of de
Provincie als die van de Gemeente, de ge
reorganiseerde Kamers' over ontwerpen
van wet of verordening, die handel en nij
verheid in ruimen zin betreffen, vóór de
indiening ervan hoort".
En dan vervolgen:
„Hoewel gedurende de twaalf jaren, dat
de gereorganiseerde Kamers van Koophan
del en Fabrieken werkzaam zijn, deze met
waardecrlng hebben mogen constateertn.
dat het departement, dat thans door uwe
excellentie wordt beheerd, in vele geval
len aldus gehandeld heeft, zoo kan evenwel
geenszins gezegd worden, dat het regel is
geworden, dat dc Kamers over voor-ont
werpen van wet of verordening, die handel
en nijverheid in ruimen zin betreffen, vóór
de indiening ervan gehoord worden.
Het is ons gebleken, dat ln de kringen
van het bedrijfsleven hierover teleurstel
ling wordt gevoeld, welke teleurstelling
uiteraard in de Kamers zelve weerklank
heeft gevonden".
Maar ten slotte wordt er van regeeringa-
wegc nog veel meer advies aan dc Kamers
gevraagd, dan door Prov. Staten of Ge
meenteraden. Het adres gaat n.L verder:
„Wij wenschen er evenwel op te wijzen,
dat in veel mindere mate dan van de zijde
van uwer excellence's departement de
Kamers van Koophandel in den loop der
Jaren verzoeken ontvingen om te advisoe-
ren over voorontwerpen van verordenin
gen, afkomstig van een provincie of van een
gemeente.
Dc Kamers van Koophandel en Fabrie
ken zijn er mede bekend en zij geven er
zich ook rekenschap van, dat het voor de
regecring, vooral in urgente gevallen, prac-
tisch niet steeds mogelijk zal zijn om voor
ieder voor-ontwerp, dat het gebied van
handel, nijverheid of verkeer bestrijkt, ad
viezen van alle Kamers van Koophandel
af te wachten, maar dit argument kan
moeilijk klemmend zijn tegenover eene
provincie, die met enkele Kamers rekening
heeft te houden, of Lo.v. een gemeentebe
stuur. dat als regel slechts met één Kamer
van Koophandel te maken heeft".
Het adres besluit:
„Met het oog op het voorafgaande ver
oorloven wij ons uwe excellentie te verzoe
ken, om dc opvatting te dezer zake van den
toenmalig en minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel bij uwer excellentie's
ambtsgenooten aan te bevelen, welke op
vatting. naar wjj gaarne vertrouwen, door
uwe excellentie zal kunnen worden ge
handhaafd."
Wij rijn met de adressanten van meening.
dat meer dan thans het geval is, advie
zen van dc Kamers van Koophandel
moesten worden ingewonnen.
In de Kamers van Koophandel hebben
«tting mannen, die leven midden in bet
leven van handel en industrie. En zij heb
ben daarin zitting als zoodanig, ais deskun-
Het zestig millioen-plan
De heer Zaalberg Is afgetreden als voor
zitter van de Commissie voor het Werk
plan der Regeering. ook wel zestig mil
lioen-plan genoemd, omdat de Regecring
zestig milliocn beschikbaar heeft gesteld
voor het uitvoeren van werken, die sterk
arbeidsintensief zijn en waardoor de
werkloosheid tot geringere proporties zou
kunnen worden teruggebracht. Wij zullen
de aanleiding tot het aftreden van den
heer Zaalberg niet bespreken; het is na
tuurlijk een gedachten-tegenstelling om
trent de uitvoering der plannen, welke
den Keer Zaalberg tet heengaan heeft ge
noopt. BU die gedachten-tegenstelling zijn
natuurlijk factoren naar voren gekomen,
waarbij het gelijk aan de zijde der Re
geering is en factoren, waarbij de heer
Zaalberg het aan het rechte einde heeft.
Ten slotte en dit zal natuurlijk ook de
heer Zaalberg ten volle erkennen, do
mineert het inzicht van die party, welke
de volle verantwoording draagt voor het
besteden der gelden, i.c. de Regeering.
De heer Zaalberg is een te eminente
persoonlijkheid om zich thuis te voelen op
een plaats, waar hij slechts de bevelen van
anderen heeft uit te voeren. Daarvoor is
een man van zijn kennis, zijn ervaring en
zyn inzicht niet noodig
Dat wij in dit verband het zestig mil-
lioen-plan nog een» aan een bespreking
onderwerpen, is niet een gevolg van het
heengaan van den heer Zaalberg maar
wel naar aanleiding van deze gebeurtenis.
Van den heer Zaalberg weten wij het, dat
hij met grootc energie zich aan zijn taak
zou zetten; dat ge«*n moeite hem te veel
zou zijn om te bereiken, wat het 60 mil
liocn plan voor oogen heeft, vermindering
van de schrikkelijke werkloosheid en wel
ke vermindering alleen zal kunnen plaats
vinden via den uitbouw van het indu-
stricele apparaat. Het uitvoeren van groota
openbare werken kan tijdelijk uitkomst
geven, ook al omdat de Regeering geen
werken zou willen entameeren. die toch
zouden worden uitgevoerd, maar een du
rende vermindering van het euvel zou er
niet door kunnen worden verkregen.
De industrie moet worden uitgebouwd.
Objecten moeten worden gezocht die
grootendeels kunnen steunen op de be
hoeften van het eigen land, terwijl het
surplus afzet in het buitenland zou kun
nen vinden. Het zwaartepunt echter moei
in de eigen koopkracht liggen en vandaar,
dat de deugdelijke werking van het zestig
milliocnplan alleen kan liggen bij een in
nig contact tusschen regeenng en het Ne-
derlandsche bedrijfsleven. Het Nedcrland-
schc bedrijfsleven met zijn verschillende
vertakkingen, zooals Kamers van Koop
handelde geleidelijk opgerichte en
op tc richten economisch-tochnologische
instituten.... eventueel# industriebanken
of financieringsinstcllingen ten behoeve
van de industrie, hebben de objecten zélf
tc bestudeeren, marktanalysen te maken,
terwijl de Regecring de eindbesliasing in
handen heeft te houden en daarbij tevens
har organen in dienst heeft te stellen om
eventueel handelspolitieke overeenkom
sten met andere landen te sluiten, wear-
by steun asn de nieuwe industrieën zou
kunnen worden verleend.
Er moet dus wisselwerking plaats vin
den tuaachen Regeering en bedryfsleven.
Dc heer 2Ualbcrg met de andere leden
van dc Commissie zou daartoe de beste
schakel kunnen vormen. Alléén ambteiyk
werken leidt tot mislukking.... alléén
scheppingsdrang van het particuliere be
dryfsleven is evenmin in het belang der
goede zaak. Co-ordtnatie moet ook hier
het wachtwoord zijn.
Men moet daarbij niet vergeten, dat de
zestig millioen, door de Regecring te four-
digen, vertrouwensmannen van handel en
industrie.
In de Provinciale Staten en in de Ge
meenteraden kunnen ook dergelijke des
kundigen zitting hebben, maar dat staat
niet vast, dat is niet per se zóó, en deze
deskundigen vormen dóór toch zeker
niet een meerderheid en vsak ook zelfs
niet een kwantitatief betcckenende minder
heid.
De Kamers van Koophandel zijn samen
gesteld uit deskundigen op het gebied van
handel en industrie. En wat de Kamer van
Rijnland, welks zetel te Leiden k, betreft
kunnen wy uit ervaring getuigen, dat *y
ook een groote activiteit ontwikkelt.
Wy hopen, dat het hier besproken adres
de aandacht van vele organen der Over
heid op de Kamers van Koophandel heeft
gericht, zóó dat zij dezer adviezen meer
sullen gaan inwinnen, dan tot nu toe.
neeren, een veel grootere potenUalitelt
heeft dan zestig mflllo*, mils met groote
vaardigheid wordt te werk gegaan, wy
willen duidelyker zijn. Indien na ernstige
studie byv. zou blijken, dst een allumi-
nmm-fabriek een loonend arbeidsveld zou
kunnen vinden, dal daarby een beduidend
aantal werknemers kan worden geern-
ployeerd (immers het bauxiet moet per
schip vanuit Nederlandsch Indië worden
aangevoerd, hav<-nbcweging. verlading
naar de fabriek etc.) dan zet het Werk
fonds zyn apparaat in beweging. De Re
geering zoekt den juistan weg om nieuwe
afzetgebieden voor de allumi mum produc
ten te vinden (handeHbpliUeke maatrege
len, medewerking vazf consulaten etc
terwijl het Wt-rkfondi* da induslrleelen
tot kapitanlsdeelname Tracht te bewegen.
Het is daarby natuurlek mogelijk, dat het
particuliere kapitaal alle benoodigde gel
den zelf beschikbaar ddt Hat Werkfonds
heeft dan haar inierogjjjbir verleend en
toch ia het kapitaal van zestig millioen
gulden intact gebleven. Het is theoretisch
mogeiyk. dat alle nieuwe industrieën door
particulleren worden gefinancierd; de po-
tentialiteit van de zestig millioen is dan
ongelimiteerd. Het is even goed mogelyk.
dat nergens particuliere deelname is te
vinden; de zestig millioen zullen dan spoe
dig zyn verwerkt. Tusschen die theoreti
sche grenzen zal de werkelijkheid liggen,
het ia niet te boud gesproken te mogen
veronderstellen, dst de werkkracht van
de zc«t)g millioen zal liggen ln de buurt
van 120 a f 150 mUlfcwn.
De draagwydte van het plan is dus zeer
groot; wy betreuren het dan ook, dat de
heer Zaalberg gemeend heeft zich tc moe
ten terugtrekken. Zclfa by een gelimiteer
de volmacht zou deze jgonde Nederlander
een hoop werk ln het' algemeen belang
hebben kunnen verzetten.
De zeven vette en de
zeven magere jaren.
Ir. Dyt, de bekende landbouw-econoom
zoeker naar middelen om de crisis op te
lossen, aanhanger van andere begrippen op
muntgebied dan vastgelegd in het princi
pe van den gouden standaard, heeft zich
ook geworpen op het onderzoek van cycli
sche bewegingen in den landbouw. Hel is
niets nieuws, dat de landbouw onderhevig
is aan periodiek tgrugkerrende klimatolo
gische schommelingen.... dst hier van een
cyclus sprake ia, dus van een geregelden
terugkeer van bepaalde schijnsel en. die
dan weer overdaad, dan weer een ernstig
tekort oplevert en waaraan men de w^jzo
lessen zal hebben te danken, belichaamd in
het bekende verhaal van de zeven vette
en de zeven magere jaren.
Er is in het heelal een zekere regelmaat,
waarvan wy de oorzaak nog zeer on vol
doende kennen. Of hier zonnevlekken ln
het spel zijn of dat andere verschynselen
naar voren treden, weten wy niet. Mis-
schicn zullen wy eenmaal den dirpcren
grróid van dit venchynsel ontdekken....
misschien zullen wy er nimmer achterko
men, maar ontkend kan niet worden, dal
in deze theorie een groote kern van waar
heid is opgesloten.
De heer Dyt knoopt aan deze onbetwist
bare verschijnselen een voorspelling vast
Hij redeneert positief.... hy zegt, zooals
wij hierna zullen vermelden, dat er bin
nenkort een ernstig tekort aan graansoor
ten zal ontstaan dat binnen a/zienbaren
tyd de prijzen der landbouwproducten
krachtig zullen stijgen en dat hierdoor op
nieuw welvaart ln de wereld zal gaan hcor
so hen.
Verschillende critici van zyn gepubli
ceerde beschouwingen hebben hem op dit
zwakke punt aangevallen. Zy hebben na
tuurlijk niet ontkend, dat dc basia van zyn
redeneering berust op Juiste feiten. Alleen
vindt men het van een wetenschappelijk
onderzoeker onjuist om voorspellingen te
doen; voorspellingen komen meestal niet
uit en zeer zeker niet, wanneer zelfs de
Jaren worden genoemd, waarin dc tekor
ten of dc overdaad zullen intreden. De cri
tici hebben hierin ongetwijfeld gelijk; nie
mand kan iets omtrent den dag van mor
gen zeggen. Toch vinden wy het in het
betoog van den heer Dyt aantrekkelijk,
dat hy afwykt van het gescherm in dc
lucht, van ..het kan vriezen of dooien"-
theorie en wanneer men beseft, dat elke
voorspelling met het bekende korreltje
zout moet worden genoten, zoodat men
niet de gegeven data te nauw moet nemen
dan is het lezen van ir. Dyt's beloog een
verkwikking voor den boer. die door zwa
re moeilijkheden wordt geteisterd. Dan be
merkt hy een sprankje hoop en hy die in
de diepe misera zit, kan beseffen, wat een
sprankje hoop beteckent in dezen duisteren
tijd.
Uit enkele gegeven grafreken biykt, dat
de tarwe-productie van 1890—1914 tame-
lyk regelmatig verliep en naar Ir. Dyt me
dedeelt, nam ook voor 1890 de agrarische
productie geleidelijk toe. Tydens de oor
log kwam daarin verandering. Europa
produceerde beduidend minder, zoodat de
wereldproductie »n 1917 circa 27 pet. lager
was dan die over 1915, grootendeels gevolg
van het uitvallen van Rusland als expor
teur van granen. Na den oorlog tien wy
opnieuw een sterke stijging tot 1928, in
welk Jaar zelfs een record-productie te
regulreeren viel. De heer Dyt berekent,
dat de tarwe-behoefte ln 1918 over de ge-
hoe le wereld, behalve Rusland en China.
900 millioen quinlalen bedroeg, terwijl de
productie niet hooger ging dan 790 mil
lioen quintalen. waarby in aanmerking
moet worden genomen, dal een quinlaa!
100 K G. Is. Deze evenwichlsverstoring tus
schen productie en consumptie ten voor-
deele van de productie veroorzaakte een
krachtige pryastyging, vooral toen de tar-
we-consumpUe geleidelijk verder steeg tot
1 020 millioen quintalen Men moet echter
wel rekening houden, zegt ir. Dyt, dal de
tarwe-afname met de toenemende verar
ming en met het minder toenemen der be
volking. welke laatste na 1950 wellicht
geen toeneming meer zal vertoonen, doch
eer stagneer en, verband houdt. De tarw e
productie bleef van 1918—1920 beneden
het normale ,dus gevolg verdere prUssty-
ging. In 1923 kon de productie weer sty-
gen cn de pry« bereikte een laagtepunt.
Hierop komt opnievw een klein Jaarlijks
oogstbcschot, opnieuw varstoring, zich
uitende in een tarwe-pryastyging om na
1928 door zeer groote oogsten snel te da
len tot het huidige criatspeil. In het alge
meen kan men zeggen, dal het landbouw
apparaat zeer star werkt; de tarwe*pro
ductie blyft telkens by het verbrulka-ac-
cres ten achter en hel duurde van 1917—
1928 alvorens de tarwe-productie de tarwe-
behoefte volkomen dekte Het larwe-arcaal
steeg in de laatste Jaren iets sneller dan
de bevolkingsaanwas, gemiddeld met l.T
pet. per Jaar (van 1923 met 302 millioen
H A tot lot I HA »n 19.12. de geheels met
graan bebouwde oppervlakte «teeg van
305 millioen HA tót 325 millioen H A dus
met 1 pet per Jaar, gelyk aan de gemid
delde bevolkingsaanwas, hoewel de tech
niek de productie per M A deed toene
men) cn Ir. Dyt hekelt, na het vermelden
van deze cUfcrs, de leeken-crltiek op de
boeren, die hen verwyt, aan een ultbret-
dingswocdc te doen.
Ir. Dyt ziet na 1932 een fundamenleelc
verandering ontstaan.
Na 1932 neemt het wereld-tarwe-areaal
af niettegenstaande de niet-ex porteer en de
landen hun larwc-verbouw vergrootcn. De
afname in de exportcerende Staten is ech
ter groolcr dan de bovengenoemde toena
me. De wereldafname bedraagt circa 5 pet
Volgons het Internationaal 1 .andbouw In
stituut te Rome zou de tarwe-productie ln
1933.34 circa 950 millioen quintalen bedra
gen. terwyl de behoefte geschat wordt op
975 millioen quintalen. Indien geen verar
ming was ingetreden, ingevolge dr crisis,
zou deze behoefte minstens op 1 050 mil
lioen quintalen mogen worden aangeno
men.
..Er zal dus een inkrimping komen van
den wereldvoorraad, die 110 millioen
quintalen bedraagt met 23 millioen, zoo
dat 1 Augustus I. de zichtbare voorraad
nog 85 millioen quinlalen hooger zal lig
gen dan da hoeveelheid, welko noodig ts
voor een normaal funrlioneercn van da
wereldtarwe-voorzlenlgn. Uil deze cyfers
bouwt ir. Dyt zyn toekomstconciuslee op
Hy ziet een stygende consumptie tol 1936
toe, gevolg van toename der bevolking en
van afneming der crisis, waard">r de
koopkracht der maasa zal stygen Hy schat
da consumptie van tarwe in 1923 op 975
millioen quinlalen. 1934 1005. 1933 1025;
1936: 1065, en na dtrn tijd hangt de toe
name alleen af van de bevolkingsvermeer
dering. De productie zal In die periode
reep. zyn in 1934 950 millioen quinlalen,
tekort 53 millioen; de pryaetijging zal de
productie iets doen toenemen, maar het
tekort in 1935 schat Ir. Dyt op 65 millioen
quintalen, waardoor de wereld een voor
raad tekort zal hebben van circa 25 mil
lioen quintalen. De prtjzen zullen hierdoor
sterk stijgen; het areaal zal weer worden
opgevoerd, voor 1936 raamt hU pro
ductie van 993 millioen en een verbruik
van 1065 millioen quintalen. waardoor het
alsdan bestaande wereldtekort vergroot
wordt met 70 millioen en Ir. Dyt vervolgt:
Waar deze sterk stljgendg prijzen ge
paard zullen gaan met n zich ontplooiend
industrieel economisch leven 'niet alleen
door dc hoogere koopkracht van de agra
rische bevolking, doch ook doordat aller
lei andere omstandigheden als lage rente,
loskomend vertrouwen, afnemende werk
loosheid enz, de industriecle productie hel
pen »limule«*r en), moet een algemeen
hausse worden verwacht, zooals de „ge
schiedenis" van het kapitalisme dit lot nu
toe gekend heeft.
Wy zullen het tot zoover laten. Ir. Dyt
gaat met zyn voorspellende geest tot nog
verdere Jaren door, maar da snelle evo-
Drr NUMMER BESTAAT UIT VUF
BLADEN W.O. GEILL. ZONDAGS
BLAD.
BERICHT!
WIJ maken o«za Adverteerder» er
op attent, dat ,,I)c I.cldscbe Courant"
WOENSDAG 15 AUGUSTUS (Mnrin
Ten Hcmcl-upncniinjl) NIET xa! ver
schijnen.
Telefoontjes worden in ona blad
van Dinsdag 14 Aug. opgenomen.
DE ADMINISTRATIE.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
De rrlats In 4e Duilarbr Rijkskerk. (3de
blad).
Rehuschnifx over Oostenrijks bulten-
landschc politiek. (3de blad).
De nationalisatie van hr< silver In de
V. S. (3de blad).
BINNENLAND.
Mededeellngen van de Klsrteeltcrntrale
Inzake drn bloembollen handel. Late blad)
L. T. B. en Bloembollencultuur. (Ista
blad).
breckte f (Kerkn, Ids blad).
Auto te Velsrn In het N. II. kanaal ge
reden. Twee meisjes verdronken. (Gem.
Iku. 4dr blad).
Treinontsporing bij het station te Ifliver-
asizn. (Gem. Der, 4de blad).
Yrrarhlllrndr doodelijke ongevallen,
(Gein Der, 4de blad).
Groote brand te IIeerenwaarde. (Laatste
Berichten
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
I>e Fumprrwhe roei kamp loense happen
te Lucern. (4de blad).
De Internationale Alpenrit (4de blad).
Tolllen krhuurman kan in (.enden niet
meer starten. 4<le blad).
Dc afgeloopcn weck in bet Buiten-
Und. (4de blad).
Radio-programma's. (2de blad).
Hat zaatig millioen-plan. (1ste blad).
Een beschouwing over de econo
mische toekomst (1ste blad)
lutle der laatste dorennla maakt oen ver
der grijpen dan 1936 vrywel fantastisch.
Met zyn redeneering tot en met 1014
Vunnen wy rms ver «enigen. Natuurlijk
kunnen verschillende omstandigheden de
geheels voorspelling le niet doen. maar..,
«n dit vinden wij het voorname punt.
aannemende dat geen speciale factoren
zich zullen voordoen, zooals een nieuw#
wereldoorlog: de wereld staat voor een el-
geheel opleving, waartoe ook landbouw
en veeteelt het hunne zullen doen
Verschillende voorspellende geesten heb*
ben deetyds reeds gezegd, dat ook een
vleeachtekort dreigde met gevolg veel hoo
gere vleeachprtjzan. Nu dn voorspelling
van hoogs larwe-noteeringen en onvol
doende tarwe-product ie. Indien deze prog-
nosen t.zt. Juist zullen blijken te zijn,
komt de huidige situatie in een ander licht
En doen de boeren, die land pachten ln
de nieuwe Zuiderzeepolders, wijs.... dan
is het verkeerd onzen veestapel af te slach
ten ter wille van de margarine; dan zou
het niet onverstandig zyn om een deel van
onzen tuinbouw grond in akkerland om te
zetten. Kon men maar In de toekomst
zien? De voorspelling van Ir. Dyt heeft on-
getwijfeld zijn groote waarde, maar het
blyft met dit alles nog **«n slag in de
lucht om daarop daden te durven baseer en