Bondskanselier Dollfuss' Uitvaart
Ontroerende rede van Kardinaal Innitzer
Schuschnigg volgt Dollfuss op.
Z5ste Jaargang
MAANDAG 30 JULI 1934
No. 7875
S)e £eid<töh£6oii/fca/nt
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedrit* b, roonitteUB.it:
Voor Leiden M ceot per weekZM per kwartaal
Bij anze Agenten 2* cent per week 1 2.69 per kwartaal
Franco per poet 2J>5 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagrtrtad u toot de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummer* 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad t cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeellngen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 90 woorden, waart» b»
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur
verhuur, koop en verkoop: i-50
De laatste gang naar het Kerkhof.
Toen kwam het droeve oogcnblik dat de
doodc Kanselier werd uitgedragen naar
het stille Hietzingcr kerkhof.
Aangrijpend was hel om te /.ien. hoe ve
len in een laatsten blik op de kist die het
stoffelijk overschot van den beminden
Volkskansclter omsloot, al hun genegen
heid voor den trouwen makker in de re
geering. den nobelen chef, den vurigen lei
der, den grooten Oostenrijker, leggen wil
den en mij ook werd het te machtig, ik die
nog zoo kort geleden den doode spreken
mocht, wiens handen hij In de zijne nam
by het afscheid cn wicn hO zoo gevoelvol
vroeg toch altud slechts het goede van het
goede Oostenrijk te schrijven.... Dit zijn
momenten in het journalistieke leven, dat
ook de door het vak geharde journalist
voelt dat hO mensch is cn nog ten diepst#
geroerd kan worden.
Na de aankomst van den rouwstoet op
het kerkhof te Hictzinger sprak aan het
open graf minister Schuschnigg namens
dc afweerorganisatics, die direct aan Doll
fuss ondergeschikt waren. Verder werd 't
woord gevoerd door een leider van fie*
Oostenrdksche jeugdfront en den bonds-
leidcr van het Vaderlandsche Front, dr.
Stcphan.
Onder de klanken van „halt 'nen Kame
raden" daalde de kist met het stoffelijk
overschot in het graf.
VANDAAG REQUIEM MIS IN DF.N
STEFAN SDOM.
Z. H. Em. kardinaal Innitzer heeft heden
morgen om half tien in den St. Stcfansdom
een plechtige H. Mik van Requiem opge
dragen voor dc zielerust van dr. Dollfuss.
VON PAPEN NIET NAAR WEENEN?
Oostenrijk Hm-M vooraf vervulling
van zekere voorwaarden
Het is mogelijk, dat de Oostenrijkscha
referring toch weigert den nieuwen Dult-
5chen gezant tc Weonen te ontvangen, ten
zij voorafgaande voorwaarden worden ver
vuld. Ofschoon, naar reeds bericht Is, von
Papen p<rsoonlijk aanvaardbaar zou zijn,
verklaart men dat het nog niet definitief
aststaat, dat de regeering bereid i* hem
te ontvangen. Onderhandelingen zouden
achter de schermen voortgang hebben be
treffende de voorafgaande voorwaarden,
waarop de nieuwe regeering de normale
diplomatieke betrekkingen met Duitsch-
land zou voortzetten. Men zegt, dat het
thans weinig waarschijnlijk to. dat von
Papen te Weonen zal aankomen vóór het
midden of het eind van deze weck.
SCIIl'SCII.NTGG VOLGT DOLFFl'ftS OF
Vorat Starhemberg vlce-kanaeller
In «en langdurige kabinetszitting, dia
pas de» nachts tegen 1 uur was afgcloo-
pen, is gisteren de samenstelling der nieu
we regcering vastgesteld.
Dc Minister van Onderwijs dr. Schusch
nigg werd benoemd tot bondskanselier.
Vorst Starhemberg blijft vice-kanAolicr.
van Oostenrijk den dooden Kanselier voor
het manhafte voorbeeld dat hij voor Oos
tenrijk cn dc geheele Christenheid geweest
is.
Nog hoor ik de woorden die hij sprak
tijdens den algemeenen Duitachen Katho
liekendag: „Wij zullen een Christelijk
Duitsclicn staat oprichten naar 's Pausen
wil. De regeering van Oostenrijk heeft be
sloten een Katholieken standenstaat te
stichten naar de richtlijnen van de Pause
lijke Encycliek Quadragesimo Anno. Wij
hebben de eerzucht het eorste land tc zijn
dat deze Encycliek zal doorvoeren". Ver
volgens sprak hij van het Concordaat dat
reeds ontworpen was. Wij herinneren er
aan hoe staatssecretaris Pacelli in naam
van den H. Vader Bondakarweliar Doiliua»
huldigde om dit groote werk.
Nu danken wij hier ten laatste male den
dooden Kanselier voor dezen grootschen
arbeid, voor zijn voorbeeldig Christelijk
leven en geloof, het geloof dat voor hem de
basis was waarop hij ai zijn daden bouwde.
Diep ontroerd herinnerde dc Kardinaal
vervolgens aan de laatste woorden van den
stervenden Kanselier: „Ik wijde slechts den
vrede, den anderen mogen God vergeven".
Zij zullen, aldus de Kardniaal, onvergete
lijk voor ons hlijven.
Dierbare vriend, smartelijk heeft het ons
getroffen, dat gn door vijanden omringd
moest sterven. Gij volgdct Uwen goddelij-
ken Heiland die ook eenzaam stierf. De
dood dien U door laffen moordenaarshand
werd togebracht, trof U wel onverwachts
doch niet onvoorbereid. Gij stond als een
soldaat op Uw post, als een krijger in de
loopgraaf zijt gc gevallen, gij waart een
held, een heraut, een opwekker tot den
strijd, een waar christen een strijder, onze
Führer. Heb dank voor Uw lijdensmoed,
voor Uw offerzin. Zoo kunt gij met den
Apostel zeggen: Ik heb mijn laak volbracht,
ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb
het geloof bewaard. En nog een ander
woord ia er, dat gij het Uwe maken kunt:
Een grnoter liefde heeft niemand, dan die
zijn leven geeft voor zijn vrienden. Tot
den dood getrouw zijt gij gebleven.
Nu nemen wij afscheid van U, doch niet
als zij die geen hoop meer hebben. Er komt
een wederzien, een wedervinden voor Uw
dierbare gade en voor ons, maar het woord
van hem die sprak: Uw droefheid zal in
vreugde veranderen. Wij zullen elkander
wederzien". Uw bloed is niet voor niets
vergoten. Uw heldendood is een heerlijk
voorbeeld en een onderpand voor een bete
re toekomst en brengc den vrede in een
gelukkiger Oostenrijk. Weest voorspreker
bij Gods troon opdat de rust en orde in ons
veelgeplaagde land terug keeren.
„Lebe wohl" zoo eindigde de Kardinaal
God schenke U het eeuwige licht cn dc
eeuwige rust.
Hierop baden alle aanwezigen het Onze
Vader cn het Weesgegroet gevolgd door de
Twaalf artikelen des geloofs. De Kardinaal
besloot met de innige bede: Heer geef hem
de eeuwige rust, waarop allen antwoord
den: en het eeuwige licht verlichtte hem,
dat hij rustte in vrede Amen.
WEENEN, Zaterdagavond.
(Per Telefoon).
De droeve avondzang van Weencn's
kerken
Weenen was ontzet, toen Woensdagavond
de doodsmare over Dr. Dollfuss door stad
en land snelde. Het was als de botte slag
van een bijl die in het vleesch hakt: men
voelt zich gewond en weet niet waar de
pijn is. Doch toen Donderdag bij het val
len van het nachtelijk duister de klokken
van de vele kerken hun droeven zang over
de bange stede zongen en in tallooze vens
ters flikkerende waskaarsen als uiting van
het innig medeleven der bevolking met het
treurig lot van den Kanselier stonden te
pinken, toen raakte in het gemoed de veer
los, die onder de gebeurtenissen van de
laatste dagen zoo straf gespannen was. Toen
welden tranen op en kon het opgekropt
gemoed zich laten gaan in treurnis. Toen
voelde men in alle droeve werkelijkheid
het vreeselijke dat aan den dapperen Kan
selier is aangedaan, het verlies dat familie,
dat land en volk thans lijden.
Zwart hingen de vanen aan de gevels
van de huizen, zwart waren de lantaarn# op
de straten omfloersd en alle vrooflijkheid
was uit het stadsbeeld weggebarmen.
In die zoo diep bewogen stemming heeft
de Weensche bevolking heden de dag zien
aanbreken waarop de doode Kanselier naar
zijn laatste rustplaats ging gedragen wor
den. Bij tienduizenden, in onafgebroken
rijen, hebben zij voorbij zijn stoffelijk over
schot gedefileerd dat in de groote hal van
het Weensche Raadhuis opgebaard lag. En
gewis hebben allen het geweldige tragische
aangevoeld van dit moment: hier lag de
reus terneer geveld door laffen moorde
naarshand, die dit raadhuis, dit kunstge
wrocht en zetel van het stadsbestuur van
de eerste stad des lands weer teruggaf aan
den Weener en er de fiere adelaarsvlag op-
heesch....
De sombere dooden gang
Met al de plechtigheid, die men te gevén
wist aan dezen treurgen tocht naar het
graf, heeft men den dooden Kanselier het
laatst geleide geboden. Tijdig sloten heden
alle werkplaatsen en kantoren. Rond het
middaguur begon een menigte ■v-an hon
derdduizenden zich op te stellen langs den
weg, dien de droeve stoet zou volgen.
Wanneer ik tot het Raadhuisplein ben
doorgedrongen, zie ik voor me een grootsch
gezicht. Vooraan, in de onmiddellijke nabij
heid van het raadhuis de autoriteiten van
Kerk en Staat, de Kardinaal van Weenen
met de geestelijkheid, de Bond-spresdent
met de Ministers en Hoogwaardigheidsbe-
kieeders, de leden van het Corps Diploma
tique in groot ornaat, het militaire eerge-
leide bestaande uit compagnieën infanterie,
Alpenjagers, voormalige Tyrolcr Kaiserja-
ger (het wapen van den dooden Kanselier)
afdoelingen cavallerie, studenten in hun
kleurige uniformen en daaromheen in tien
dubbel dichte rijen een zwijgende menigte
tot aan de overzijde van den Ring.
Hoog op de schouders geheven wordt het
stoffelijk overschot van den Kanselier naar
buiten gedragen. Dan wordt het op een af
fuit geplaatst en nu zet zich onder het som
bere beieren van de klokken, waardoor het
machtig geluid van den Stcfansdom zich
heenbreekt, de macabre stoet zich in bewe
ging. De Kardinaal, de beste vriend dien
Dollfuss kende, gaat zijn stoffelijk over
schot onmiddellijk vooraf. De menigte is
ontroerd en velen zinken op de knieën nu
daar voorbij hen gedragen wordt de be
minde volkskanselaer, dien zij nog zoo kort
geleden zoo Lachend en vriendelijk wui
vend in feestelijke stoeten voorbij zuch
schrijden zag. En wanneer de ongelukkige
gade van den doode wordt opgemerkt wordt
velen de ontroering te machtig. Zoo trekt
men zachtjes voort langs den Rir.g naar de
Metralolitane kerk, den Stefansdom. Koud,
angstig wordt het om het hart, wanneer
men denkt aan dien anderen tocht van don
dooden Dollfuss naar den Stefan, toen hij
bij de ontvangst van den Pauselijken Le
gaat tijdens den algemeenen Durtschen
Katholiekendag door een enormen men-
schcnmassa als een vorst werd toegejuicht.
Toen sloegen de toejuichingen in breede
golven tot over de hooge paleizen en wierp
men hem bloemen voor de voeten; thans
zwijgt men, snikt men, en de zakdoek,
waarmee men hem toen toewuifde, bet nu
de heete tranen die uit de oogen springen.
Sint Stefan groet den grooten doode,...
Zoo bereikt men het plein voor den
Sankt Stefan. De groote deuren van den
Dom zijn opengezwaaid, het orgel parafra
seert op droeve melodieën en langzaam,
langzaam draagt men den dooden Dollfuss
stap voor stap naar binnen.
Het Miserere stijgt van de lippen der
Pr;«JlerschareWanneer het stoffelijk over
schot rust onder de van flonkerende kaar
sen omgeven katafalk zet Kardinaal Innit
zer de abeoute in, nadat het koor op ont
roerend achoone wijze het ..Libera me" ge
zongen had. Zegenend schrijdt h(j om de
baar en besprenkelt het gestorven men-
schenkind met het gewijde water cn w ie-
rookwolken krinkelen op. Nog steeds dreu
nen buiten de zware klokken en vermengen
hun sombere zang met de sonore slem van
Weenen'6 Aartsbissciiop, die kennelijk tot m
de ziel geroerd de liturgische gebeden ver
richt
Wat moet er omgaan in de ziel van dezen
vriend van den gestorvene. Zwaar drukte
reeds de nood, de sombere broedertwist op
Oostenrijk, toen hij het Hedersambt van
Weenen op z»ch nam. In Dollfuss vond hU
den man als van God gezonden 'om hem
op wereldlijk terrein te helpen in de zware
taak om Weenen terug te winnen voor
God en Kerk. Innig hebben zij eikaar ge
stut. Kort geledon nog mocht hij den kan
selier met feestelijke klanken m denzclf-
den Dom begroeten, thans reeds moet hij
Rust in Vrede over hem zingen.
Wanneer de absoute is geëindigd plaatut
de Kardinaal zich bij de baar cn spreekt
een woord van grootschen inhoud ten af
scheid tot den dooden Kanselier. De radio
draagt hert. ver naar buiten naar alle wind
streken der aarde, verkondigend den lof,
dien de Primaat der Kerk van Oostenrijk
over dezen trouwen zoon te spreken wiet.
LIJKREDE VAN DEN KARDINAAL.
Wij zijn tot in ons diepst gemoed ge
schokt. aldus de Kardinaal, nu wij heden
bij de baar staan van hem, die het kost
baarst gaf wat hij zijn Oostenrijk kon
geven.
In deze smartelijke uren nu wij afscheid
nemen gaan van onzen dooden vriend en
Kanselier begrijp ik eerst in vollen omvang
het groote verl.es dat God ons Oostenrijk
beschoren heeft. Nu de gar.sehe wereld bij
het vernemen van zijn bitter lijden en ster
ven den adem inhield en van haar mede-
voelen heeft getuigd, mi moet ik zeggen,
wart ook ons gemoed zoo diep beweegt bij
dit zoo droef gebeuren. Wat de doode Kan
selier ons, het vaderland en de geheele
wereld is geweest is reeds op zoo welspre
kende wijze alom geschilderd. De Katho
lieke Kerk verbest in hem haar beste zoon.
Uw bisschop van het Aartodiocecs dankt
namens het geheele episcopaat van Oosten
rijk, namens dc geheele Katholieke Kerk
DOLLFUSS' BEGRAFENIS. MEVROUW DE WEDUWE DOLLFUSS EN PRINS
STARHEMBERG TIJDENS DE ROUWPLECHTIGHEDEN.
DE ROUWPLECHTIG HEID VOOR HET WEENSCHE RAADHUIS. VOORDAT HE
LIJK VAN DOLLFUSS NAAR DEN SINT STEFANSDOM WERD VERVOER O