25ste Jaargang DINSDAG 17 JULI 1934 No. 7864 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Een hechte, sterke, ééne Katholieke Arbeidersbeweging VOORNAAMSTE NIEUWS. Ceidóeh^Gou/fco/iit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voer Leiden IS cent per week2.50 per kwartaal Bjj onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonni's Ter- knjgbsor tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingcn wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin ba- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur m verhuur, koop en verkoop: 9.50 Openingsrede van den Voorzitter van het R. K, Werkliedenverbond Er is werk te over voor het Verbond Hedenmorgen werd in het Jaarbeursge bouw te Utrecht de algemeene vergadering geopend van het R. K. Werkliedenverbond in Nederland. De Verbondsvoorzitter, de heer A. C. de Bruijn, sprak de volgende openingsrede uit. Beste Vrienden! Nadat, uit eerbied voor den overleden Prins Hendrik, deze vergadering een week is verdaagd, zijn wij thans in de gelegen heid U hartelijk welkom te heeten in deze, wij zouden haar kunnen noemen: jaarver gadering. Is het denkbaar, dat, in dezen tijd, een vergadering van ons Verbond gehouden wordt, zonder dat allereerst en in het bij zonder aandacht geschonken wordt aan den nood, waarin tienduizenden van onze leden, hunne vrouwen en kinderen verkeeren?" De nood, de moreele en materieele nood vooral van de werkloozen en hunne gezin nen, is voor de massa tot het ergste opge voerd, door de o. i. in meerdere opzichten niet-verantwoorde maatregelen, waartoe de Regeering de gemeentebesturen den laat- sten tijd gedwongen heeft. Voor hen, die het de moeite waard vin den ernstig kennis te nemen van hetgeen de leiding onzer gecentraliseerde katholieke arbeidersbeweging doet, zullen wij thans weinig nieuws vertellen. Het zoo vurig verhoopte, zij het voorloo- pig gedeeltelijk economisch herstel, laat, als gevolg van tot nieuwe oorlogen leiden de internationale verdwazing, nog altijd op zich wachten. Zich nu en dan, hier en daar voordoende verschijnselen, welke op een economische opleving zouden kunnen dui den, blijken veelal van tè toevalligen aard, om er vooralsnog groote waarde aan te hechten. Ons land krygt zün deel van het leed, dat de menschheid zichzelf aandoet. Arm aan grondstoffen en in belangrijke mate op door- en uitvoer aangewezen, tracht het zich, nu eertijds rijkvloeiende bronnen geheel zijn drooggelegd, al vech tende door het leven te slaan. De Regeering heeft de leiding. Heeft in een oorlog-met-de-wapens de Re geering onbestreden de leiding. draagt zü de verantwoording, zoo moet als vol komen natuurlijk worden vastgesteld en aanvaard, dat in den tegenwoordigen eco- nomischen oorlog, met zijn sociaal en cul tureel nadeelige gevolgen, de Regeering leiding, krachtige leiding heeft te geven, omdat zij allereerst verantwoordelijk is voor het welzijn van land en volk. Dat is de verklaring, als men wil: de rechtsgrond, waarom ons volk om zijn or ganen, dus ook ons Verbond, allereerst en zoo veelvuldig een beroep doet op de Re geering. En nu is het ongerijmd indien wordt be weerd, dat deze Regeering zich hare groote verantwoordelijkheid niet bewust is, zoo als het ook ongerijmd is te beweren, dat het er deze Regeering bewust om te doen zou zijn, de tijdsomstandigheden misbrui kende, de arbeiders tot paupers te maken. In een Regeering welke zich zooiets ten doel zou stellen, war; stellig voor een ka tholiek geen plaats. Mogelijk is, dat men het met de wijze waarop een Regeering het land, vooral in een tüd als deze, meent te moeten besturen, in meer of mindere mate oneens is. Het zijn allereerst de politieke organen welke heb ben te beoordeelen of en in hoeverre zij een Regeering kunnen en mogen steunen; zij hebben de consequenties van him over wegingen te aanvaarden; zij hebben zich daaromtrent tegenover het land te ver antwoorden. In vele opzichten met de Regeering niet eens. Doch ook de sociale organisaties dragen verantwoordelijkheid. Haar sociale en economische taak dwingt ertoe tot en over de Regeering te spreken, nu zü zelf, rechtstreeks, direct, geen in sociaal-economisch opzicht afdoende daden kunnen stellen, doch veelal van de Regee ring afhankelyk zü'n. Het is die verantwoordelykheid, welke ons zeer tot ons leedwezen doet zeggen, dat wü op verschillende punten van het beleid, deze Regeering niet het overigens zoo gewenschte vertrouwen kunnen schen ken. Indien wü zouden willen trachten ons gevoelen over deze Regeering in enkele woorden uit te drukken, dan zou het mis schien zün in deze: zü denkt tè weinig christelyk-sociaal, ze denkt tè individua listisch. Voorbeelden? De industrie wortelt reeds jaren tegen haar met den ondergang bedreigende ele menten; de industrie wü schakelen en kele onverbeterlyke liberalen uit roept luide om hulp. Slechts schoorvoetend wordt die hulp geboden. TLms ligt er een wets ontwerp dat de mogelükheid opent, dat de Regeering tusschen ondernemers gesloten overeenkomsten algemeen verbindend, d. w. z. cok voor niet tot de overeenkomst toegetredenen verbindend kan verlaren. Dat wetsontwerp ademt een individualisti- schen geest; de werkgeversorganisaties worden niet genoemd, aan de arbeiders (organisaties), die ook eenig belang hebben bü economische overeenkomsten, is in het geheel niet gedacht. De Legeering verklaart bü herhaling zelf, dat de crisis voor een belangryk deel een structueel karakter heeft. Van een doelbewust streven om het industrieele le ven bü het gewüzigde karakter van de voortbrenging aan te passen, waarbü o.m. het vraagstuk van 'en arbeidsduur om op lossing vraagt, is niet veel te bemerken. De Bedrüfsradenwc'0 Ze is uiterst mi nium van sociale ordening; er is nog geen bedrüfsraad ingesteld. De wet op de buitenlandsche arbeids krachten? Ze is nog niet in werking. Zestig-millioenen-plan? Buiten de hard nekkig verdedigde loonpolitiek zün er nog weinig teekenen welke vertrouwen geven, dat het Werkfonds 1934, bü de samenstel ling waarvan de sociale organisaties zijn geweerd, kans krügt in 1934, op eenigszins beteekenende wijze de industrie te helpen. Bij de werkloozen-steunpolitiek schünt het christelük-sociaal gevoel, ten deele al thans, absent, zooals wü een en ander maal, laatstelük nog voor enkele dagen, hebben trachten duidelyk te maken. Bü dat alles is de positie van de arbei ders en van de arbeidersbeweging verre van gemakkelük. De bereikte resultaten zijn dikwüls, schünbaar althans, niet even redig aan het aanhoudend en moeizaam werken van velen. Wü zeggen schünbaar. Vooropstellend de zeer moeilüke econo mische positie, waarin ons land verkeert, gegeven de anti- en a-sociale strevingen van verschillenden, mag en moet worden aangenomen, dat door het üverig werken der arbeidersbeweging zeer veel wordt in stand gehouden van hetgeen, zonder haar, reeds lang verloren zou.zün gegaan. Waar zü er kans toe ziet, verzet zü zich tegen h. i. ongemotiveerde aanslagen op het bestaan der arbeidersgezinnen. Aandrang van v rschillende zijden tot stichting nieuwe partij. De katholieke arbeidersbeweging heeft het bü dat alles niet gemakkelük. Bü her haling wordt er in het land op aangedron gen, dat zü zelf aan verkiezingspolitiek zal gaan doen, omdat men in de vertegen woordigers van bestaande politieke par- tüen geen vertrouwen zegt te hebben. Meer dan eens is, gelyk U bekend is, dat vraagstuk met U besproken; het is niet in de laatste plaats juist het belang van de arbeiders en de bedienden zelf, dat U deed besluiten dien weg niet te betreden. Voor op zü gesteld, dat men eenig onder scheid moet maken tusschen een partü en haar vertegenwoordigers. Een partü beoordeelt men o. a. naar haar program; haar vertegenwoordigers naar hun daden. Bevredigen die daden, laten wü zeggen, de arbeiders en bedienden niet, dan heeft met het recht, mjsschien den plicht, die personen, wie zü överigens ook mogen zün, niet te herkiezen en er ande ren voor in de plaats te stellen. De Kamer leden zün niet voor hun leven gekozen en ook zü dienen er rekening mee te houden, dat er een tüd van gaan is. Indien de ar beiders, binnen de "Staatspartü willen, kunnen zü in een redelüke vertegenwoordi ging de menschen afvaardigen, waarin ze vertrouwen hebben. Indien men dat bewust onmogelük zou willen maken, dan ware te overwegen wat noodzakelük zou moeten worden geacht. Overigens is het een utopie te meenen, dat een zelfstandige katholieke arbeiders- partü, geschraagd door de katholieke ar beidersbeweging, met een uiteraard be perkte vertegenwoordiging, méér ten bate van de arbeiders zou bereiken, dan thans in en met medewerking van de Staatspartü het geval is. De leiding van die partü stelt er prüs op met onze verlangens, juist om het algemeen welzijn, dat erbü betrokken is, zooveel mogelijk rekening te houden; moge de organisatie van die partü, gelük bekend, ons niet bevredigen, de katho lieke werknemers hebben binnen die partü menschen, ook uit hun kring, af te vaardi gen waaraan ze vertrouwen kunnen schen ken. Hun politieke invloed is, althans kan, bevredigend gewaarborgd worden. Wat zou ons er dan toe leiden het leger der politieke partüen nog meer te vergrooten, de poli tieke democratie en wat daaraan vastzit, nog meer in gevaar te brengen? Zou dat bevredigen? Heeft men er wel ernstig aan gedacht in welke positie men onze katholieke arbei dersbeweging zou wringen, indien het wer ken van zulk een party of haar afgevaar digden niet zou bevredigen? Ook de afgevaardigden van zulk een af- zonderlyke partü zouden de werkelükheid niet anders kunnen maken dan ze is; zou den, eerlyke menschen zijnde, met de wer kelükheid rekening moeten houden; zelf standig beslissingen moeten nemen. Zouden die beslissingen allen altüd be vredigen? Zouden de politieke avonturiers, die men toch in zulk een partü geen plaats zou wil len geven, de lieden, die bü hun afschuwe- lük bedrüf nu reeds zooveel mogelyk trach ten te parasiteeren op de katholieke arbei dersbeweging, op dat werk waaraan zü geen deel hadden. - - rouden zc, gesteund door anderen, niet elke gelegenheid aan grijpen om zulk een, aan onze beweging verbonden partij, in" den weg te treden? Durven zij, die een stuk van hun leven voor de katholieke arbeidersbeweging ge geven hebben, het bestaan van die arbei dersbeweging noodzakelijk achten, zulk een ondernemen thans aan? Men spreek wel eens van „uiterste nood zaak". Alleen uiterste noodzaak, indien an deren hun plicht jegens ons ernstig zouden verzaken, zou er misschien ooit toe kunnen leiden, dien noodsprong te doen. Eén hechte, één sterke arbeidersbeweging. Als nooit te voren hebben de katholieke arbeiders aan een hechte, door eenheid en solidariteit sterke, onafhankeUjke katho lieke arbeidersbeweging dringend behoefte. Het is, ondanks alle, dikwüls schier niet te dragen moeilijkheden, dat de arbeidersbe weging haar taak met ongewektheid en vertrouwen verricht. Tal van algemeene vergaderingen, welke de laatste maanden door de aangesloten bonden gehouden zün, vergaderingen waarop het kader onzer beweging tegenwoordig is, zün de spre kendste, de heerlükstc bewijzen van de hechtheid onzer beweging. De verhouding tusschen de leden en hun leiders is. God zij dank, boven onzen lof verheven; ondanks misschien juist door de onbehouwen en minderwaardige bestrijding van politiek— onwaardige lieden, dringen duizenden zich te zamen om door vernieuwde activiteit hun liefde voor de katholieke arbeidersbe weging te toonen en haar tegen haar bela gers te beschermen; te beschermen, óók door onverbeterlyke slachtoffers van mis leiding, na herhaalde waarschuwingen, bui ten het gebouw onzer arbeidersbeweging te plaatsen. In het belang van de massa van de leden kan de arbeidersbeweging niet hebben, dat elders verkankerden blijvend gelegenheid geboden wordt hun tactiek van verdachtmaking en afbraak in onze ryen toe tee passen. Gelukkig is het een groot goed, dat de katholieke arbeiders en bedienden, dat de hoofd- en handarbeiders zich met hart en ziel aan de katholieke arbeidersbeweging verbonden weten; de feiten; ook de leden- cy'fers, spreken duidelüke taal: rond twee honderdduizend mannen en vrouwen schon ken ondanks alle moeilükheden de katho lieke arbeidersbeweging liefde en vartrou wen. Onze katholieke arbeidersbeweging is die liefde en trouw overwaard. Het verbond is zich als Nedcrlandsche Centrale der katholieke werkers zün ver- antwonrdelijke positie volkomen bewust en voelt den plicht geen deugdelük middel onbeproefd te laten om het belang van de werknemers te dienen. Welbewust tyordt, met alle geoorloofde middelen, op de zoo noodzakelüke recon structie van ons sociaal-economisch leven aangestuurd. Grondslag daarbü is hetgeen de Paus in PROF. DR. G. O. E. LIGNAC. Benoemd tot opvolger van prof. Tendeloo. Zooals gisteren reeds in een gedeelte onzer oplage gemeld, is als opvolger van prof. dr. N. Ph. Tendeloo tot hoogleeraar in de ziektekundige ontleedkunde, alge meene ziektekunde en gerechtelüke genees kunde aan de Universiteit alhied benoemd dr. G. O. E. Lignac, conservator-prosector en privaat-docent in de ziektekundige ont leedkunde en gerechtelüke geneeskunde te Leiden. George Otto Emile Lignac is geboren den 3 Os ten Augustus 1891 ie Pasueroean. Hy bezocht de H.B.S. (Stadhouderslaan) tc 's-Gravenhage (1904) en werd als student in de geneeskunde aan de Leidsche Univer siteit ingeschreven den 22stcn September 1909. De heer Lignac werd vervolgens as sistent van prof. Tendeloo en wel gedu rende drie jaar. Kort na zün artsexamen in 1916 werd hü benoemd tot leeraar in de algemeene ziektekunde, ziektekundige ontleedkunde en gerechtelüke geneeskun de aan de school tot opleiding van Indi sche artsen te Batavia. In 1920 keerde de heer Lignac naar ons land terug naar aanleiding van een door prof. Tendeloo aangeboden benoeming tot consefvator-prosector in de algemeene ziek tekunde, ziektekundige ontleedkunde en gerechtelyke geneeskunde aan de Leidsche Universiteit, welk ambt hü in Juli 1920 aanvaardde. In Februari 1922 promoveerde de heer Lignac te Leiden tot doctor in de genees kunde op proefschrift getiteld: Vorming en afbraak van huidpigment. In 1923 werd dr. Lignac toegelaten tot pricaat-docent in de ziektekundige ontleedkunde en gerechte lijke geneeskunde aan de Leidsche Univer siteit. Van zün wetensch appel yk werk vermel den wy, dat het hem gelukt is leucaemie op te wekken bü muizen door kleine doses benzol, terwül ook elders gebleken is, dat bü een klein percentage van benzolarbei ders leucaemie voorkomt. Met dr. G. A. Kreuzwendelich von dem Borne heeft dr. Lignac onderzoekingen ver richt over den invloed van try paan blauw op den groei van gezwellen, terwül hü ook den schadelüken invloed van cystine op dc bü muizen vastgesteld heeft. Quadragesimo Anno, met warmte door onze Bisschoppen overgenomen, de wereld ter uitvoering voorhoudt. In dit verband kan de „crisis" als bond genoot worden genoemd; de crisis drüft en dringt naar nieuwe vormen van ordening, waarbinnen, willen ze krachtig en houdbaar zün, geen plaats zal wezen nóch voor indi vidualisme, nóch voor klassenstrüd. Dat is de toekomst! Dat is het afdoende, het vertrouwenwek kende perspectief, dat met overtuiging aan de honderdduizenden, vooral ook de jon gere werkloozen, en overige slachtoffers in dezen tüd kan (en moet) geboden worden. Dat is de toekomst. Dat is onze toekomst. D i e toekomst vuurt ons tot blüvende acti viteit aan; het principe en de feiten geven ond de zekerheid, dat ons vertrouwen in de toekomst niet zal worden beschaamd. Naast den arbeid, ingesteld op het groote reconstructiewerk, wordt hetgeen n u noo- dig is waarlük niet vergeten. Waardeering moet worden uitgesproken voor hetgeen door de hoofdbestuurders van de aangesloten bonden dag aan dag ten bate van de arbeiders wordt gedaan, als mede voor onze plaatselük gecentraliseer de katholieke arbeidersbeweging, die niet moede wordt en er alles opzet om den al- DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN. BUITENLAND. Regeling van de graanproductie in Duitschland. (2e blad). Communistische activiteit tc W oenen. (2e blad). De algemeene staking te San Francisco. (2c blad). BINNENLAND. De stand der Rijksmiddelen per ultimo Juni 1934. Bij dit blad is een vacantic-nummer, waarin, naast dc beschrijving van mooie streken in ons land enz., door heeren adverteerders nuttige dingen, óók voor den vacantietijd, worden geannonceerd. lerergsten nood voor zoovelen naar i gen te lenigen. Heerlük werk verrichten op tal van plaatsen onze zoogenaamde „nood- of so- lidariteitscommissics". De Jonge Werk'oozen. Duizenden jeugdige werkloozen zün dankbaar, dat onze katholieke arbeidersbe weging 34.000.per jaar beschikbaar heeft gesteld, waardoor het door onze Dio cesane Bonden ondernomen werk- en leer- kamp-werk met succes kan worden voort gezet. Het streven, gericht den be schikbaren arbeid zooveel niogclük djor jonge mannen te doen verrichten, werd door ons stevig en doelbewust gesteund. Ook onze eigen bonden cn instellingen zul len de consequenties van dit streven dienen te overwegen, opdat dc arbeiders, ook op dit gebied, ons uit onze daden lccrcn ken nen. Onze speciale „Jcugdwerkloozendienst" verricht mooi werk. Dat is ook het geval met onze, over het gcheele land verspreide wcrkloozcndienst. Honderden individueele en meer algemeene gevallen worden door dien dienst behan deld, zü het, dat men over de traagheid van het ambtclük apparaat bij de werk verschaffing geen bewondering heeft. Niet zonder succes is getracht verschil lende eerste levensbehoeften voor geredu- ceerdcn prys ten bate van de werkloozen beschikbaar gesteld tc krügcn. Op dezen weg wordt verder voortgegaan. Bij de be voegde autoriteiten is aangedrongen om de dringend noodzakelijk geworden verlaging van den huurprüs van woningen te verkrü- gen. De secretariaten van den Arbeid, instel lingen van onze Diocesane Bonden, staan In dezen tijd duizenden van onze mannen by >n de meest verschillende voor hen belangrij ke kwesties. Er is werk te over voor het Verbond. Er is werk te over. Is er, gelukkig, kentering gekomen in de mentaliteit van sommige medische krin gen, waardoor dc gewenschte overeenstem- ming met onze katholieke ziekenfondsen bevorderd wordt, nog lang niet alge meen is naar het schünt in de medische kringen een gezond sociaal besef doorge drongen. Wij spreken het vertrouwen uit. dat de toegezegde Ziekenfondswet moge de be handeling, aanneming en begin van uitvoe ring niet langer dan een jaar tüds vragen staketsels, welke ccn goede verhouding tusschen medici en eigen beheerde fond sen belemmeren, uit den weg zal welen te ruimen. Het is ons aangenaam en van groote be- teekenis te kunnen constatecrcn, dat onze instellingen, de dcelcn van onze beweging, welke voor haar de speciale belangen van onze gezinnen verzorgen, uitmuntend gaan. De verschillende verslagen, wclké U zün geworden, getuigen er van. Herwonnen Levenskracht hc-cft met haar nieuwe sanatorium haar goeden naam in binnen- en buitenland bevestigd; voor de acties van H. L. is alom warme belangstel ling en velen hopen en wy met hen dat de tyd niet ver meer is, dat de vaste büdrage op 2 cent per lid en per week zal worden gebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1