HOE LAAT HET IS MAANDAG 9 JULI 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. PAG. 8 LETTEREN EN KUNST Het Schild. Apologetisch Maand schrift. Uitg. der A. V. Petrus Ca- nisius. De 16e Jaargang van het Schild is met het nummer van 1 Juli begonnen. Drie lustra zijn afgesloten, het vierde is inge gaan. Ofschoon het overschrijden van dezen grens niet gepaard is gegaan met feeste lijkheden, heeft de hoofdredacteur, prof. J. P. Verhaar van Warmond, dit feit ook niet geheel onopgemerkt voorbij willen la ten gaan. Bij zulk een mijlpaal gaat inen gaarne even zitten en een terugblik wer pen over den afgelegden weg. Meer dan 700 grootere en kleinere ar tikelen gaven in de afgeloopen vijf jaren voorlichting over de katholieke levenswijs heid, over allerlei moderne religieuse stroo mingen, over de psychè van vele conver- tieten, over allerlei belangwekkende actua liteiten, enz. Meer dan 325 vragen werden uitvoerig beantwoord in de „Vragenbus", terwijl nog honderden andere vragen kort behandeld werden in de „Corresponden tie", waarin op ongeveer 800 brieven ant woord werd gegeven. Bovendien .ver den ongeveer 4450 nieuwe boeken besproken ter voorlichting onzer lezers". Aldus schrijft prof. Verhaar in zijn „te rugblik" en hij voegt er nog aan *oe, dat meer dan 10.000 brieven binnen Kwamen, waarvan er ongeveer 8.000 privé werden beantwoord. Wat dit voor een arbeid beteekent, laat zich bij eenig nadenken gemakkelijk be grijpen. Onze bewondering voor de man nen van het „Schild". Wij zijn trouwe lezers van het Schild, ambtshalve maar ook uit persoonlijke te- langstelling. De opeenvolgende lustra heb ben wij als lezer meegevierd en mee-be- leefd en wij kunnen, wanneer wij eon te rugblik in ons geheugen werpen, getuigen, dat de inhoud van het Schild altijd frisch en actueel is geweest en met het klimmen der jaren er niet op achteruit is gegaan. Het vierde lustrum wordt ingezet met een nummer, dat aan de traditie der drie vorige beantwoordt. „Onze eenheid in Christus" heet het eerste artikel, van de hand van prof. mag. B. Luyckx O.P. uit Nijmegen, waarin hij in den breede me diteert over het mystiek lichaam van Christus; een keurig uit de Schrift gedo cumenteerd artikel. Dat de studie der H. Schriften niet al leen nu, maar ook vroeger in de Kerk in eere was, daarvan getuigt een artikel van Piet Visser, die hel „overwonnen" stand punt, als zou pas de Reformatie den Bij bel aan het volk gebracht hebben, nog eens aan een grondige bestrijding onder werpt. In de Middeleeuwen was de bijbel kennis veel levendiger onder het volk dan in dezen tijd. De kennis der Middeleeuwen laat ove rigens wel meer te wenschen over, het geen J. Lammertse nog eens toelicht in een korte studie over den beeldenstorm, waarin hij erop wees, dat deze wandaapl niet louter moet worden toegeschreven aan een plotselinge impuls van het gepeu pel, maar wel degelijk is gewild en voor bereid door de predikanten. Wij moeten elkander goed begrijpen; het heeft geen zin de historie te verdoezelen. Onze betrek kingen met de protestanten van thans be hoeven er daarom niet minder om te wor den. In den rubriek „Op den Uitkijk" treffen wij een citaat aan uit een „catechismus" van de moderne Duitsche religie, welke zooals men weet niets meer is dan regel recht heidendom. Dat deze kwalificatie maar al te waar is, blijkt uit het citaat overduidelijk. Tenslotte de bekende Vra genbus, Boekbespreking en Corresponden tie. STADSNIEUWS RIJKSPRENTENKABINET. Het Conservatorschap opgeheven. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft besloten wijziging te brengen in het beheer van het Prentenka binet der Rijksuniversiteit alhier. Met in gang van 1 Januari 1935 wordt het conser vatorschap opgeheven en het beheer toe vertrouwd aan den buitengewonen hoog leeraar in de kunstgeschiedenis, In verband daarmede zal den tegenwoor- digen conservator, belast met het beheer van het Prentenkabinet, Dr. J. J. de Gel der, met ingang van genoemden datum ontslag worden verleend. LEIDSCH CRISISCOMITé. Distributie van vlecsch in blik aan nict-gesteunden. Het Bestuur van het Crisiscomité deelt mede, dat de distributie van vleesch in blik ook kan geschieden aan personen, die een inkomen genieten, dat in het algemeen ten hoogste gelijk is te stellen met dat, hetwelk door de steuntrekkenden wordt I genoten. Personen, die in deze termen vallen en vleesch in blik wenschen te ontvangen kunnen zich, onder opgaaf van het aantal gezinsleden en hun gezinsinkomen uit sluitend schriftelijk wenden tot het bureau van het Crisiscomité, Stille Rijn No. 3. Hun zullen dan, na onderzoek, geregeld bonnen worden toegezonden, tegen inle vering waarvan zij, tegen betaling van 35 cent 1 kilogram-bus vleesch, bij de daarvoor aangewezen slagers, kunnen be komen. TROF. DR. F. SCHREINE- MAKERS. Zijn afscheid als hoogleeraar. Prof. dr. F. A. H. Schreinemakers, hoog leeraar in de anorganische chemie aan de universiteit alhier, die wegens het berei ken van den 70-jarigen leeftijd het hoog leraarsambt zal neerleggen, heeft Zater dagmiddag zijn afscheidscollege gegeven, over het onderwerp „osmose". Rede prof. Schreinemakers. Bij een bespreking der osmose, aldus spr., zal de blik meer naar de toekomst moeten gaan dan naar het verleden; want de afgelegde weg is nog maar klein en liep nog maar over een terrein waar de thermodynamica hier en daar nog een veilige gids kon zijn. Zij kan ons namelijk leeren welk een eindtoestand men mag verwachten als 'n osmotisch complex, al of niet aan den invloed van krachten on derworpen aan zich zelf wordt overgelaten. Maar als er meerdere stoffen diffundeeren, dan kan men zich dezen overgang van den begin- naar den eindtoestand denken langs een oneindig aantal verschillende banen van op elkaar volgende toestandsverande ringen. De tweede hoofdwet leert nu wel welke van deze denkbare banen niet en welke wel mogelijk zijn, maar zij kan ons helaas niet leeren, wat wij toch ook zoo graag zouden willen weten, n.l. welk van deze mogelijke banen door een gege ven complex zal worden doorloopen. Dit hangt namelijk ook af van den aard van het membraan en de ondervinding heeft reeds geleerd, dat deze aard een groote rol kan spelen. Maar misschien komt nog wel eens de dag, dat een nieuw beginsel wordt ontdekt, dat verder grijpend dan de tweede hoofd wet ook de baan der toestandsveranderin gen leert bepalen, waarlangs een gegeven stelsel zich naar zijn eindtoestand be weegt, en dat dan ook een gids zou kun nen worden op den verderen weg .der os mose. Misschien ook dat het licht langs een geheel anderen weg tot ons zal komen na melijk, dat het met zoo rijke hulpmidde len gesteunde onderzoek van biologen, phy- siologen, histologen en colloidschemici ons de eigenschappen cn structuur der mem branen zoo leert kennen, dat hierdoor ook de weg wordt geopend om het mechanis me der osmose te begrijpen. En als men langs een van deze of andere wegen den samenhang heeft leeren kennen die tus- schcn den aard van het membraan en de osmose bestaat, dan zal men ook nog den invloed moeten opsporen, die allerlei fac toren op dezen aard zullen uitoefenen en dit geldt niet alleen voor bekende facto ren, zooals bij voorbeeld de diffundeeren- de cn geabsorbeerde stoffen, waardoor al of niet een electrische lading kan ont staan, voor den ouderdom, voorgeschiede nis, hysterese en allerlei soort van prik kels en stralingen, maar ook vooi; de thans nog onbekende factoren, die hierbij nog een rol kunnen spelen. Hebben latere ge slachten dit alles eens bereikt, dam zal men zich ook rekenschap kunnen geven van het spel der osmose in een willekeurig groot en samenhankend osmotisch complex, waarin reacties optreden, krachten wer ken en allerlei in- en uitwendige factoren die den aard der membranen gedurende de osmose beïnvloeden. En zoo zal dan tenslotte met de onmisbare hulp en samen werking van biologen en physiologen het doel der osmose worden bereikt, name lijk het begrijpen van de osmotische ver schijnselen en stationaire toestanden der levende weefsels, ofschoon dit toch geen licht zal kunnen werpen op het groote mysterie van den alles beheerschenden en realiseerenden factor, die weefsels doet worden en de daarin werkzame physische en chemische krachten ordent en samen voegt tot een harmonisch geheel. Spr. besloot: Er zijn altijd onderzoekers geweest en er zullen ook altijd onderzoe kers zijn, want de menschelijke geest kan niet berusten alleen in het weten en ver zamelen van feiten, maar voelt ook een innerljjken drang om den samenhang der dingen te leeren kennen. En evenals de soldaat zijn vaandel volgt, wat ook het ge vaar zjj dat hem wacht, zoo volgt ook de onderzoeker de verlokkende roepstem der wetenschap naar het geheimzinnige onbe kende, onverschillig, of dit hem voert tot zegen of tot verderf. En daarom zullen er ook altijd zijn, die als pioniers zullen op trekken naar de nu nog onbekende terrei nen van het land der osmose, die nu nog achter den in nevelen wegdeimenden hori zon liggen verborgen. Er waren pioniers op dit gebied onder reeds lang verdwenen geslachten van deze universiteit, er zijn er onder U en er zul len er ook weer zijn onder de vele ge slachten, die hier nog zullen samenkomen, want de Leidsche Universiteit is altijd ge weest niet alleen een steunsel der vrij heid, maar ook een fakkel in de duisternis en zij zal dit ook altijd blijven, omdat het haar plicht en haar roeping is. Rede rector magnificus. Hierna werd het woord gevoerd door den rector-magnificus, prof. mr. D. van Blom, namens den academischen senaat cn het bestuur van den senaat. Zich tot prof. Schreinemakers richtend zeide prof. Van Blom ongeveer: Door uw voortreffelijk onderwijs hebt gij allen, die het wel meenen met Leiden, aan u verplicht, maar ook door de zelf standige beoefening der u toevertrouwde wetenschappen. Dit heeft een band gescha pen tusschen u en de Universiteit, die door een terminus ad quem als gij heden be reikt niet kan worden gesloopt. Maar er is meer; in het bond gezelschap van onzen Senaat hebt gij behalve het Chemisch, ook het Limburgsch element vertegenwoordigd, met verve en met eere; als men u ontmoet te, dan voelde men niet altijd aanstonds met een chemicus te doen te hebben, maar wel was steeds de onmiddelijkste reactie der gewaarwording, dat men een rasech- ten Limburger voor zich had. En ook de zulken kunnen in een Universeel Neder- landsch milieu als dat van een Academi schen Senaat niet worden gemist. Of deze Limburgsche vacature wel naar behooren zal kunnen worden vervuld is voor den Senaat een bron van zorg. De herinnering aan het groote werk dat gij voor onze Universiteit hebt verricht, maar ook de herinnering aan uw opmonterende per soonlijkheid en aan uw sappig dialect zul len ons bij blijven als ge straks Leiden zult hebben verlaten. Maan- als wij allen u straks de hand drukken, dan doen wij dit toch in vaste vertrouwen, dat gij af en toe ons nog het voorrecht van uw aanwezig heid zult komen schenken. Rede van prof. Keesom Hierna werd het woord gevoerd door prof. dr. W. Keesom, namens de Faculteit der Wis- en Natuurkunde, die naar spr. zeide, eveneens getuigenis wenschte af te leggen van haar waardeering en haar dankbaarheid voor de wijze waarop prof. Schreinemakers gedurende 33 jaren als haar lid het onderwijs en de wetenschap heeft gediend. De faculteit wenscht u dank te zeggen, aldus spr., in de eerste plaats voor het on derwijs, dat gij gegeven hebt, in het bij zonder ook voor de wijze waarop gij dat gegeven hebt. Van verschillende zijden weet ik hoe uw colleges werden gewaar deerd. Ik noem nader uw speciale colleges over hoofdstukken uit de physische che mie, die in latere jaren bijzonder uit de colloidchemie welk onderwerp gij ook voor jongeren op de u eigene zoo smakelijke wijze, zoo sappig behandeldet. Spr. wees er voorts op, dat er in het wetenschappe lijk werk van prof. Schreinemakers in hoofdzaak twee perioden kunnen worden onderscheiden. In beide perioden is het de phasenleer waaraan dit werk is gewijd. In de eerste is het de verdere uitwerking van de phasenleer door haar toepassing op ter- naire, later ook op quaternaire systemen. Wat hierbij bijzonder opvalt en bijzonder gewaardeerd wordt, is de streng wiskun dige wijze, waarop gij, aldus spr., uw pro bleem behandelt en de thermo-dynamica daarbij hanteert. De tweede periode, die ongeveer in 1924 begon, heeft betrekking op het verschijn sel van de osmose. Met het werk van Van 't Hoff en Hugo de Vries was dit zoozeer belangrijke probleem allerminst uitgeput, integendeel voor vele raadselachtige ver schijnselen op dit gebied moest de verkla ring nog gevonden worden. Schreinema kers vatte het probleem op de hem eigen origineele wijze aan, door de phasenleer uit te breiden tot de beschouwing van het evenwicht van phasen, die door semjper- meaibele wanden zijn gescheiden. In een 23 tal verhandelingen wordt dit vraagstuk bestudeerd. Intusschen mislukken experi- menteele pogingen om een werkelijk semi- permeabel membraan te verwezenlijken. In een 9 tal artikelen worden dan alge- meene beschouwingen gehouden over de osmose van ternaire vloeistoffen, waarbij het membraan permeabel is voor alle aan wezige componenten. De ontwikkelde theo rie wordt door een aantal experimenten volledig bevestigd. Vervolgens beschouwt Schreinemakers gevallen van osmose, waarin invariante vloeistoffen voorkomen en waarin verscheidene membranen optre den. Nog niet afgesloten is een serie van artikelen over evenwichten in osmotische stelsels, waarin krachten werken, terwijl experimenteel wordt getracht, naar aan leiding van opmerkingen van biologische zijde over worteldruk en verdamping door de bladeren, de „pompkracht" van eenige membranen te bepalen, en wel, voorloopig althans, met succes. Naar mij werd mede gedeeld, verwachten verschillende voor aanstaande physiologen van dit werk over de osmose een geweldigen invloed op de physiologie. Dit zal te meer het geval zijn naarmate dit werk meer algemeen bekend zal worden. De faculteit zegt u dank, aldus besloot spr., voor uw onderwijs en voor uw we tenschappelijk werk. Vervolgens heeft de heer D. J. Kuenen gesproken namens de studenten, waarna dr. Meerburg uit Utrecht namens het hul digingscomité den scheidenden hoogleeraar zijn door Louis Hartz geschilderd portret heeft aangeboden. Bij deze plechtigheid waren behalve een groot aantal Leidsche hoogleeraren, docen ten en studenten o.m. tegenwoordig mr. P. E. Briët, curator en mr. P. J. Idenburg, secretaris van curatoren der Leidsche uni versiteit, prof. P. van Romburgh en prof. H. Kruyt uit Utrecht; prof.-F. E. C. Schef- fer uit Delft; prof. Langelaan uit Baarn en prof. A. F. Holleman, oud-hoogleeraar te Amsterdam. Na afloop van het afscheidscollege is een druk bezochte receptie gehouden in den Hortus Botanicus. Benzinediefstal. Door de politie zijn aangehouden: de 33- jarige D. T. N., de 28-jarige P. J. v. S. en de 31-jarige J. C. B. ter zake van diefstal van benzine. Zy werden aangetroffen door een politieagent, terwijl zij bezig waren met een slang uit een auto benzine in een bus over te hevelen. Namens het bestuur van „Dennenheuvel" deelt de controle-commissie mede, dat de opbrengst van den verkoop van het „Den nenheuvel-bloempje" van Zaterdag j.l. be draagt 318.24 bruto opbrengst. Het bestuur brengt allen medewerkers-(sters) een woord van dank en hulde voor hun kranige prestatie. ZEG ZE MAAR GERUST - IEDER KATHOLIEK behoort abonné te zijn op een Katholiek Dagblad, en dit is voor LEIDEN en OMGEVING „De Leidsche Courant". Een ieder die ons een abonné (voor minstens drie maanden) aanbrengt, zullen wij gelegenheid geven te kunnen zien hoe laat het is. Wij zenden hem (haar) onderstaand klokje. VOLKSTUIN VEKEENIGING „P. C. EN L." Zaterdagmiddag heeft bovengenoemde vereeniging op haar achter de Da Costa- straat gelegen tuinen een welgeslaagden theemiddag gehouden, waarbij tevens de uitslag bekend gemaakt werd van den door de vereeniging voor de leden gehouden tuinwedstrijd. Tot deze bijeenkomst waren o.m. uitge nood igd het college van B. en W. alsmede de beschermheer der vereeniging, mr. C. J. Leembruggen en enkele gedelegeerd com missarissen. B. en W. hadden echter bericht van verhindering gezonden. Toen allen zich op het voor de tuinen ge legen terrein hadden verzameld, sprak de voorzitter der vereeniging, de heer I. Harte- veld, een welkomstwoord, waarbij hij voor al welkom heette den beschermheer der vereeniging, aan wien de vereeniging zeer veel te danken heeft, alsmede de gedele geerd commissarissen, de heeren de Nie en Pont. Verder heette spr. welkom den heer Jonker, opzichter der gemeentelijke plant soenen, die de leden en de vereeniging met raad en daad heeft terzijde gestaan, alsmede de heeren Mater en v. Delft, die zich met de keuring der tuinen hadden willen be lasten, en tenslotte de afgevaardigden van zustervereenigingen. Spr. deelde voorts mede, dat mevr. Leembruggen voor den tuinwedstrijd een prijs beschikbaar had ge steld, welke door de vereeniging als eere- prijs voor den mooisten tuin was bestemd. Hierna verkreeg mr. C. J. Leembruggen het woord, die hartelijk dankte voor de ont vangen uitnoodiging en er aan herinnerde, dat zijn bemoeiingen voor de tuinen eerst dateeren van einde 1932, toen de leden de onaangename mededeeling moesten ontvan- vangen, dat de N.V. de tüinen niet gratis meer ter beschikking kon stellen. Dit was voor hen ongetwijfeld een teleurstelling, doch van den anderen kant had het dit tot resultaat, dat op initiatief van enkelen deze vereeniging werd opgericht, waartoe het gemeentebestuur tevens steun verleende, waarvoor spr. zeer erkentelijk is. De nieuwe regeling bracht mede, dat de leden der ver eeniging op veel zwaarder lasten kwamen, doch daartegenover staat weer, dat men zich nu als het ware den gehuurd en grond meer als eigendom beschouwt en er meer hart voor heeft. De liefde voor de tuintjes is er ten zeerste door bevorderd. Die liefde was vroeger niet zoo sterk. Met groote vreugde had spr. het beschermheerschap aanvaard en het was hem een genoegen thans de prijzen aan de winnaars te kun nen uitreiken. Deze waren: eereprijs W. S. den Houter, le prijs W. v. d. Brink, 2e A. Klein, 3e I. Harteveld, 4e M. Dekker, 5e K. de Munnik, 6e C. J. Wesselius, 7e Th. Seriier, 8e J. Brugman, 9e L. v. d. Voet, 10e J. de la Rie, lie A. Lepelaar. Troostprijzen werden ge wonnen door: J. B. van Dieren, L. Zwanen burg, H. A. v. d. Wijngaarden, L. Leget, A. Mulder, J. Kooien, H. Brugman, W. Lepe laar en M. van Schalk. Nadat allen hun prijzen uit de handen van mr. Leembruggen hadden ontvangen, bedankt de voorz. nog de jury, waarmede 't officieele gedeelte van den middag was af geloopen en allen nog eenigen tijd genoeg lijk bijeen bleven onder het genot van mu ziek en een kopje thee, terwijl velen een kijkje op de fraaie tuinen gingen nemen, wat echter niet te lang werd gerekt, want het zonnetje brandde er flink. 't Was een welgeslaagde middag. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOORRIJNLAND. In verband met het overlijden van Z.K.H. Prins Hendrik werden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden, aan H.M. de Koningin en H.K. H. Prinses Juliana de volgende adressen van rouwbeklag gezonden: Aan Hare Majesteit de Koningin. Majesteit, Met droefheid heeft de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland kennis genomen van het overlijden van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hen drik. Het zware verlies, dat Uwe Majesteit we derom heeft getroffen, vervult haar met weemoed. Uwe Majesteit moge zich overtuigd hou den van de innige deelneming van ons volk bij de baar van dezen doorluchtigen overledene en moge deze overtuiging Uwe Majesteit in deze dubbel droeve dagen steunen en sterken. Aan H. K. H. Prinses Juliana. Koninklijke Hoogheid, De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland veroorlooft zich met groo- ten eerbied Uwe Koninklijke Hoogheid hare oprechte en diepgevoelde deelneming te betuigen bij het zoo onherstelbare ver lies, dat Uwe Koninklijke Hoogheid onver wacht heeft getroffen. De Kamer gedenkt hierbij in dankbare waardeering het vele goede, dat wijlen Zyne Koninklijke Hoogheid Uwe Vader gedaan heeft, inzonderheid ten aanzien van het contact tusschen Uw Koninklijk Huis en Handel en Nijverheid en den velen arbeid door hem in het belang der maat schappij verricht. Moge het innig medeleven van ons Ne- derlandsche volk in deze droeve dagen Uwe Koninklijke Hoogheid sterken om dit groo te verlies te dragen. Vergadering van den Armenraad. Vrijdagavond vergaderde in het Nutsge- bouw do Armenraad onder voorzitterschap van Pastoor G. A. Smit. Deze ving aan met een woord van dank aan de vergadering voor het n hem gesteld vertrouwen, blij kende uit zijn herkiezing tot voorzitter voor de nieuwe vierjarige periode van den Armenraad. Nadat de secretaris een overzicht had gegeven van de zelangrijkste feiten uit het verslag over 1933, werd dit vastgesteld. De rekening en verantwoording over 1933 werd vastgesteld tot een bedrag van 17.111.32. Vervolgens kwam de begrooting voor 1935 in behandeling die overeenkomstig het voorstel van het bestuur werd vast gesteld op 17650.—. Handelsregister K. v. K. W ij z i g i n g. 5972. Ingenieursbureau voor Bouwnijverheid, Oegstgeest, Hooge Morschweg 28. ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken, fabriek van machinale houtbewerking. N. Comm.: K. B. Nijkerk, Amsterdam. W ij z i g i n g 96. T V. Koninklijke Ne- derlandsche Fabriek van Wollen Dekens, voorheen J. C. Zaalberg en Zoon, Leiden, Vestestraat 22. Uittr. Dir.: J. Zaalberg, te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 8