HOE LAAT HET IS
MAANDAG 9 JULI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. PAG. 8
LETTEREN EN KUNST
Het Schild. Apologetisch Maand
schrift. Uitg. der A. V. Petrus Ca-
nisius.
De 16e Jaargang van het Schild is met
het nummer van 1 Juli begonnen. Drie
lustra zijn afgesloten, het vierde is inge
gaan.
Ofschoon het overschrijden van dezen
grens niet gepaard is gegaan met feeste
lijkheden, heeft de hoofdredacteur, prof.
J. P. Verhaar van Warmond, dit feit ook
niet geheel onopgemerkt voorbij willen la
ten gaan. Bij zulk een mijlpaal gaat inen
gaarne even zitten en een terugblik wer
pen over den afgelegden weg.
Meer dan 700 grootere en kleinere ar
tikelen gaven in de afgeloopen vijf jaren
voorlichting over de katholieke levenswijs
heid, over allerlei moderne religieuse stroo
mingen, over de psychè van vele conver-
tieten, over allerlei belangwekkende actua
liteiten, enz. Meer dan 325 vragen werden
uitvoerig beantwoord in de „Vragenbus",
terwijl nog honderden andere vragen kort
behandeld werden in de „Corresponden
tie", waarin op ongeveer 800 brieven ant
woord werd gegeven. Bovendien .ver den
ongeveer 4450 nieuwe boeken besproken
ter voorlichting onzer lezers".
Aldus schrijft prof. Verhaar in zijn „te
rugblik" en hij voegt er nog aan *oe, dat
meer dan 10.000 brieven binnen Kwamen,
waarvan er ongeveer 8.000 privé werden
beantwoord.
Wat dit voor een arbeid beteekent, laat
zich bij eenig nadenken gemakkelijk be
grijpen. Onze bewondering voor de man
nen van het „Schild".
Wij zijn trouwe lezers van het Schild,
ambtshalve maar ook uit persoonlijke te-
langstelling. De opeenvolgende lustra heb
ben wij als lezer meegevierd en mee-be-
leefd en wij kunnen, wanneer wij eon te
rugblik in ons geheugen werpen, getuigen,
dat de inhoud van het Schild altijd frisch
en actueel is geweest en met het klimmen
der jaren er niet op achteruit is gegaan.
Het vierde lustrum wordt ingezet met
een nummer, dat aan de traditie der drie
vorige beantwoordt. „Onze eenheid in
Christus" heet het eerste artikel, van de
hand van prof. mag. B. Luyckx O.P. uit
Nijmegen, waarin hij in den breede me
diteert over het mystiek lichaam van
Christus; een keurig uit de Schrift gedo
cumenteerd artikel.
Dat de studie der H. Schriften niet al
leen nu, maar ook vroeger in de Kerk in
eere was, daarvan getuigt een artikel van
Piet Visser, die hel „overwonnen" stand
punt, als zou pas de Reformatie den Bij
bel aan het volk gebracht hebben, nog
eens aan een grondige bestrijding onder
werpt. In de Middeleeuwen was de bijbel
kennis veel levendiger onder het volk dan
in dezen tijd.
De kennis der Middeleeuwen laat ove
rigens wel meer te wenschen over, het
geen J. Lammertse nog eens toelicht in
een korte studie over den beeldenstorm,
waarin hij erop wees, dat deze wandaapl
niet louter moet worden toegeschreven
aan een plotselinge impuls van het gepeu
pel, maar wel degelijk is gewild en voor
bereid door de predikanten. Wij moeten
elkander goed begrijpen; het heeft geen
zin de historie te verdoezelen. Onze betrek
kingen met de protestanten van thans be
hoeven er daarom niet minder om te wor
den.
In den rubriek „Op den Uitkijk" treffen
wij een citaat aan uit een „catechismus"
van de moderne Duitsche religie, welke
zooals men weet niets meer is dan regel
recht heidendom. Dat deze kwalificatie
maar al te waar is, blijkt uit het citaat
overduidelijk. Tenslotte de bekende Vra
genbus, Boekbespreking en Corresponden
tie.
STADSNIEUWS
RIJKSPRENTENKABINET.
Het Conservatorschap opgeheven.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft besloten wijziging te
brengen in het beheer van het Prentenka
binet der Rijksuniversiteit alhier. Met in
gang van 1 Januari 1935 wordt het conser
vatorschap opgeheven en het beheer toe
vertrouwd aan den buitengewonen hoog
leeraar in de kunstgeschiedenis,
In verband daarmede zal den tegenwoor-
digen conservator, belast met het beheer
van het Prentenkabinet, Dr. J. J. de Gel
der, met ingang van genoemden datum
ontslag worden verleend.
LEIDSCH CRISISCOMITé.
Distributie van vlecsch in blik aan
nict-gesteunden.
Het Bestuur van het Crisiscomité deelt
mede, dat de distributie van vleesch in
blik ook kan geschieden aan personen, die
een inkomen genieten, dat in het algemeen
ten hoogste gelijk is te stellen met dat,
hetwelk door de steuntrekkenden wordt I
genoten.
Personen, die in deze termen vallen en
vleesch in blik wenschen te ontvangen
kunnen zich, onder opgaaf van het aantal
gezinsleden en hun gezinsinkomen uit
sluitend schriftelijk wenden tot het
bureau van het Crisiscomité, Stille Rijn
No. 3.
Hun zullen dan, na onderzoek, geregeld
bonnen worden toegezonden, tegen inle
vering waarvan zij, tegen betaling van
35 cent 1 kilogram-bus vleesch, bij de
daarvoor aangewezen slagers, kunnen be
komen.
TROF. DR. F. SCHREINE-
MAKERS.
Zijn afscheid als hoogleeraar.
Prof. dr. F. A. H. Schreinemakers, hoog
leeraar in de anorganische chemie aan de
universiteit alhier, die wegens het berei
ken van den 70-jarigen leeftijd het hoog
leraarsambt zal neerleggen, heeft Zater
dagmiddag zijn afscheidscollege gegeven,
over het onderwerp „osmose".
Rede prof. Schreinemakers.
Bij een bespreking der osmose, aldus
spr., zal de blik meer naar de toekomst
moeten gaan dan naar het verleden; want
de afgelegde weg is nog maar klein en
liep nog maar over een terrein waar de
thermodynamica hier en daar nog een
veilige gids kon zijn. Zij kan ons namelijk
leeren welk een eindtoestand men mag
verwachten als 'n osmotisch complex, al
of niet aan den invloed van krachten on
derworpen aan zich zelf wordt overgelaten.
Maar als er meerdere stoffen diffundeeren,
dan kan men zich dezen overgang van den
begin- naar den eindtoestand denken langs
een oneindig aantal verschillende banen
van op elkaar volgende toestandsverande
ringen. De tweede hoofdwet leert nu wel
welke van deze denkbare banen niet en
welke wel mogelijk zijn, maar zij kan
ons helaas niet leeren, wat wij toch ook
zoo graag zouden willen weten, n.l. welk
van deze mogelijke banen door een gege
ven complex zal worden doorloopen. Dit
hangt namelijk ook af van den aard van
het membraan en de ondervinding heeft
reeds geleerd, dat deze aard een groote rol
kan spelen.
Maar misschien komt nog wel eens de
dag, dat een nieuw beginsel wordt ontdekt,
dat verder grijpend dan de tweede hoofd
wet ook de baan der toestandsveranderin
gen leert bepalen, waarlangs een gegeven
stelsel zich naar zijn eindtoestand be
weegt, en dat dan ook een gids zou kun
nen worden op den verderen weg .der os
mose. Misschien ook dat het licht langs een
geheel anderen weg tot ons zal komen na
melijk, dat het met zoo rijke hulpmidde
len gesteunde onderzoek van biologen, phy-
siologen, histologen en colloidschemici ons
de eigenschappen cn structuur der mem
branen zoo leert kennen, dat hierdoor ook
de weg wordt geopend om het mechanis
me der osmose te begrijpen. En als men
langs een van deze of andere wegen den
samenhang heeft leeren kennen die tus-
schcn den aard van het membraan en de
osmose bestaat, dan zal men ook nog den
invloed moeten opsporen, die allerlei fac
toren op dezen aard zullen uitoefenen en
dit geldt niet alleen voor bekende facto
ren, zooals bij voorbeeld de diffundeeren-
de cn geabsorbeerde stoffen, waardoor
al of niet een electrische lading kan ont
staan, voor den ouderdom, voorgeschiede
nis, hysterese en allerlei soort van prik
kels en stralingen, maar ook vooi; de thans
nog onbekende factoren, die hierbij nog
een rol kunnen spelen. Hebben latere ge
slachten dit alles eens bereikt, dam zal men
zich ook rekenschap kunnen geven van
het spel der osmose in een willekeurig
groot en samenhankend osmotisch complex,
waarin reacties optreden, krachten wer
ken en allerlei in- en uitwendige factoren
die den aard der membranen gedurende
de osmose beïnvloeden. En zoo zal dan
tenslotte met de onmisbare hulp en samen
werking van biologen en physiologen het
doel der osmose worden bereikt, name
lijk het begrijpen van de osmotische ver
schijnselen en stationaire toestanden der
levende weefsels, ofschoon dit toch geen
licht zal kunnen werpen op het groote
mysterie van den alles beheerschenden en
realiseerenden factor, die weefsels doet
worden en de daarin werkzame physische
en chemische krachten ordent en samen
voegt tot een harmonisch geheel.
Spr. besloot: Er zijn altijd onderzoekers
geweest en er zullen ook altijd onderzoe
kers zijn, want de menschelijke geest kan
niet berusten alleen in het weten en ver
zamelen van feiten, maar voelt ook een
innerljjken drang om den samenhang der
dingen te leeren kennen. En evenals de
soldaat zijn vaandel volgt, wat ook het ge
vaar zjj dat hem wacht, zoo volgt ook de
onderzoeker de verlokkende roepstem der
wetenschap naar het geheimzinnige onbe
kende, onverschillig, of dit hem voert tot
zegen of tot verderf. En daarom zullen er
ook altijd zijn, die als pioniers zullen op
trekken naar de nu nog onbekende terrei
nen van het land der osmose, die nu nog
achter den in nevelen wegdeimenden hori
zon liggen verborgen.
Er waren pioniers op dit gebied onder
reeds lang verdwenen geslachten van deze
universiteit, er zijn er onder U en er zul
len er ook weer zijn onder de vele ge
slachten, die hier nog zullen samenkomen,
want de Leidsche Universiteit is altijd ge
weest niet alleen een steunsel der vrij
heid, maar ook een fakkel in de duisternis
en zij zal dit ook altijd blijven, omdat het
haar plicht en haar roeping is.
Rede rector magnificus.
Hierna werd het woord gevoerd door
den rector-magnificus, prof. mr. D. van
Blom, namens den academischen senaat cn
het bestuur van den senaat.
Zich tot prof. Schreinemakers richtend
zeide prof. Van Blom ongeveer:
Door uw voortreffelijk onderwijs hebt
gij allen, die het wel meenen met Leiden,
aan u verplicht, maar ook door de zelf
standige beoefening der u toevertrouwde
wetenschappen. Dit heeft een band gescha
pen tusschen u en de Universiteit, die door
een terminus ad quem als gij heden be
reikt niet kan worden gesloopt. Maar er
is meer; in het bond gezelschap van onzen
Senaat hebt gij behalve het Chemisch, ook
het Limburgsch element vertegenwoordigd,
met verve en met eere; als men u ontmoet
te, dan voelde men niet altijd aanstonds
met een chemicus te doen te hebben, maar
wel was steeds de onmiddelijkste reactie
der gewaarwording, dat men een rasech-
ten Limburger voor zich had. En ook de
zulken kunnen in een Universeel Neder-
landsch milieu als dat van een Academi
schen Senaat niet worden gemist. Of deze
Limburgsche vacature wel naar behooren
zal kunnen worden vervuld is voor den
Senaat een bron van zorg. De herinnering
aan het groote werk dat gij voor onze
Universiteit hebt verricht, maar ook de
herinnering aan uw opmonterende per
soonlijkheid en aan uw sappig dialect zul
len ons bij blijven als ge straks Leiden
zult hebben verlaten. Maan- als wij allen u
straks de hand drukken, dan doen wij dit
toch in vaste vertrouwen, dat gij af en toe
ons nog het voorrecht van uw aanwezig
heid zult komen schenken.
Rede van prof. Keesom
Hierna werd het woord gevoerd door
prof. dr. W. Keesom, namens de Faculteit
der Wis- en Natuurkunde, die naar spr.
zeide, eveneens getuigenis wenschte af te
leggen van haar waardeering en haar
dankbaarheid voor de wijze waarop prof.
Schreinemakers gedurende 33 jaren als
haar lid het onderwijs en de wetenschap
heeft gediend.
De faculteit wenscht u dank te zeggen,
aldus spr., in de eerste plaats voor het on
derwijs, dat gij gegeven hebt, in het bij
zonder ook voor de wijze waarop gij dat
gegeven hebt. Van verschillende zijden
weet ik hoe uw colleges werden gewaar
deerd. Ik noem nader uw speciale colleges
over hoofdstukken uit de physische che
mie, die in latere jaren bijzonder uit de
colloidchemie welk onderwerp gij ook voor
jongeren op de u eigene zoo smakelijke
wijze, zoo sappig behandeldet. Spr. wees
er voorts op, dat er in het wetenschappe
lijk werk van prof. Schreinemakers in
hoofdzaak twee perioden kunnen worden
onderscheiden. In beide perioden is het de
phasenleer waaraan dit werk is gewijd. In
de eerste is het de verdere uitwerking van
de phasenleer door haar toepassing op ter-
naire, later ook op quaternaire systemen.
Wat hierbij bijzonder opvalt en bijzonder
gewaardeerd wordt, is de streng wiskun
dige wijze, waarop gij, aldus spr., uw pro
bleem behandelt en de thermo-dynamica
daarbij hanteert.
De tweede periode, die ongeveer in 1924
begon, heeft betrekking op het verschijn
sel van de osmose. Met het werk van Van
't Hoff en Hugo de Vries was dit zoozeer
belangrijke probleem allerminst uitgeput,
integendeel voor vele raadselachtige ver
schijnselen op dit gebied moest de verkla
ring nog gevonden worden. Schreinema
kers vatte het probleem op de hem eigen
origineele wijze aan, door de phasenleer
uit te breiden tot de beschouwing van het
evenwicht van phasen, die door semjper-
meaibele wanden zijn gescheiden. In een
23 tal verhandelingen wordt dit vraagstuk
bestudeerd. Intusschen mislukken experi-
menteele pogingen om een werkelijk semi-
permeabel membraan te verwezenlijken.
In een 9 tal artikelen worden dan alge-
meene beschouwingen gehouden over de
osmose van ternaire vloeistoffen, waarbij
het membraan permeabel is voor alle aan
wezige componenten. De ontwikkelde theo
rie wordt door een aantal experimenten
volledig bevestigd. Vervolgens beschouwt
Schreinemakers gevallen van osmose,
waarin invariante vloeistoffen voorkomen
en waarin verscheidene membranen optre
den. Nog niet afgesloten is een serie van
artikelen over evenwichten in osmotische
stelsels, waarin krachten werken, terwijl
experimenteel wordt getracht, naar aan
leiding van opmerkingen van biologische
zijde over worteldruk en verdamping door
de bladeren, de „pompkracht" van eenige
membranen te bepalen, en wel, voorloopig
althans, met succes. Naar mij werd mede
gedeeld, verwachten verschillende voor
aanstaande physiologen van dit werk over
de osmose een geweldigen invloed op de
physiologie. Dit zal te meer het geval zijn
naarmate dit werk meer algemeen bekend
zal worden.
De faculteit zegt u dank, aldus besloot
spr., voor uw onderwijs en voor uw we
tenschappelijk werk.
Vervolgens heeft de heer D. J. Kuenen
gesproken namens de studenten, waarna
dr. Meerburg uit Utrecht namens het hul
digingscomité den scheidenden hoogleeraar
zijn door Louis Hartz geschilderd portret
heeft aangeboden.
Bij deze plechtigheid waren behalve een
groot aantal Leidsche hoogleeraren, docen
ten en studenten o.m. tegenwoordig mr.
P. E. Briët, curator en mr. P. J. Idenburg,
secretaris van curatoren der Leidsche uni
versiteit, prof. P. van Romburgh en prof.
H. Kruyt uit Utrecht; prof.-F. E. C. Schef-
fer uit Delft; prof. Langelaan uit Baarn
en prof. A. F. Holleman, oud-hoogleeraar
te Amsterdam.
Na afloop van het afscheidscollege is
een druk bezochte receptie gehouden in
den Hortus Botanicus.
Benzinediefstal.
Door de politie zijn aangehouden: de 33-
jarige D. T. N., de 28-jarige P. J. v. S. en
de 31-jarige J. C. B. ter zake van diefstal
van benzine. Zy werden aangetroffen door
een politieagent, terwijl zij bezig waren
met een slang uit een auto benzine in een
bus over te hevelen.
Namens het bestuur van „Dennenheuvel"
deelt de controle-commissie mede, dat de
opbrengst van den verkoop van het „Den
nenheuvel-bloempje" van Zaterdag j.l. be
draagt 318.24 bruto opbrengst. Het bestuur
brengt allen medewerkers-(sters) een
woord van dank en hulde voor hun kranige
prestatie.
ZEG ZE MAAR GERUST -
IEDER KATHOLIEK behoort abonné te zijn op een
Katholiek Dagblad, en dit is voor LEIDEN en OMGEVING
„De Leidsche Courant".
Een ieder die ons een abonné (voor minstens drie maanden)
aanbrengt, zullen wij gelegenheid geven te kunnen zien
hoe laat het is.
Wij zenden hem (haar) onderstaand klokje.
VOLKSTUIN VEKEENIGING „P. C. EN L."
Zaterdagmiddag heeft bovengenoemde
vereeniging op haar achter de Da Costa-
straat gelegen tuinen een welgeslaagden
theemiddag gehouden, waarbij tevens de
uitslag bekend gemaakt werd van den door
de vereeniging voor de leden gehouden
tuinwedstrijd.
Tot deze bijeenkomst waren o.m. uitge
nood igd het college van B. en W. alsmede
de beschermheer der vereeniging, mr. C. J.
Leembruggen en enkele gedelegeerd com
missarissen. B. en W. hadden echter bericht
van verhindering gezonden.
Toen allen zich op het voor de tuinen ge
legen terrein hadden verzameld, sprak de
voorzitter der vereeniging, de heer I. Harte-
veld, een welkomstwoord, waarbij hij voor
al welkom heette den beschermheer der
vereeniging, aan wien de vereeniging zeer
veel te danken heeft, alsmede de gedele
geerd commissarissen, de heeren de Nie en
Pont. Verder heette spr. welkom den heer
Jonker, opzichter der gemeentelijke plant
soenen, die de leden en de vereeniging met
raad en daad heeft terzijde gestaan, alsmede
de heeren Mater en v. Delft, die zich met
de keuring der tuinen hadden willen be
lasten, en tenslotte de afgevaardigden van
zustervereenigingen. Spr. deelde voorts
mede, dat mevr. Leembruggen voor den
tuinwedstrijd een prijs beschikbaar had ge
steld, welke door de vereeniging als eere-
prijs voor den mooisten tuin was bestemd.
Hierna verkreeg mr. C. J. Leembruggen
het woord, die hartelijk dankte voor de ont
vangen uitnoodiging en er aan herinnerde,
dat zijn bemoeiingen voor de tuinen eerst
dateeren van einde 1932, toen de leden de
onaangename mededeeling moesten ontvan-
vangen, dat de N.V. de tüinen niet gratis
meer ter beschikking kon stellen. Dit was
voor hen ongetwijfeld een teleurstelling,
doch van den anderen kant had het dit tot
resultaat, dat op initiatief van enkelen deze
vereeniging werd opgericht, waartoe het
gemeentebestuur tevens steun verleende,
waarvoor spr. zeer erkentelijk is. De nieuwe
regeling bracht mede, dat de leden der ver
eeniging op veel zwaarder lasten kwamen,
doch daartegenover staat weer, dat men
zich nu als het ware den gehuurd en grond
meer als eigendom beschouwt en er meer
hart voor heeft. De liefde voor de tuintjes
is er ten zeerste door bevorderd. Die liefde
was vroeger niet zoo sterk. Met groote
vreugde had spr. het beschermheerschap
aanvaard en het was hem een genoegen
thans de prijzen aan de winnaars te kun
nen uitreiken.
Deze waren: eereprijs W. S. den Houter,
le prijs W. v. d. Brink, 2e A. Klein, 3e I.
Harteveld, 4e M. Dekker, 5e K. de Munnik,
6e C. J. Wesselius, 7e Th. Seriier, 8e J.
Brugman, 9e L. v. d. Voet, 10e J. de la Rie,
lie A. Lepelaar. Troostprijzen werden ge
wonnen door: J. B. van Dieren, L. Zwanen
burg, H. A. v. d. Wijngaarden, L. Leget, A.
Mulder, J. Kooien, H. Brugman, W. Lepe
laar en M. van Schalk.
Nadat allen hun prijzen uit de handen
van mr. Leembruggen hadden ontvangen,
bedankt de voorz. nog de jury, waarmede 't
officieele gedeelte van den middag was af
geloopen en allen nog eenigen tijd genoeg
lijk bijeen bleven onder het genot van mu
ziek en een kopje thee, terwijl velen een
kijkje op de fraaie tuinen gingen nemen,
wat echter niet te lang werd gerekt, want
het zonnetje brandde er flink.
't Was een welgeslaagde middag.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN VOORRIJNLAND.
In verband met het overlijden van Z.K.H.
Prins Hendrik werden door de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Rijnland
te Leiden, aan H.M. de Koningin en H.K.
H. Prinses Juliana de volgende adressen
van rouwbeklag gezonden:
Aan Hare Majesteit de Koningin.
Majesteit,
Met droefheid heeft de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Rijnland
kennis genomen van het overlijden van
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hen
drik.
Het zware verlies, dat Uwe Majesteit we
derom heeft getroffen, vervult haar met
weemoed.
Uwe Majesteit moge zich overtuigd hou
den van de innige deelneming van ons
volk bij de baar van dezen doorluchtigen
overledene en moge deze overtuiging Uwe
Majesteit in deze dubbel droeve dagen
steunen en sterken.
Aan H. K. H. Prinses Juliana.
Koninklijke Hoogheid,
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland veroorlooft zich met groo-
ten eerbied Uwe Koninklijke Hoogheid
hare oprechte en diepgevoelde deelneming
te betuigen bij het zoo onherstelbare ver
lies, dat Uwe Koninklijke Hoogheid onver
wacht heeft getroffen.
De Kamer gedenkt hierbij in dankbare
waardeering het vele goede, dat wijlen
Zyne Koninklijke Hoogheid Uwe Vader
gedaan heeft, inzonderheid ten aanzien
van het contact tusschen Uw Koninklijk
Huis en Handel en Nijverheid en den velen
arbeid door hem in het belang der maat
schappij verricht.
Moge het innig medeleven van ons Ne-
derlandsche volk in deze droeve dagen Uwe
Koninklijke Hoogheid sterken om dit groo
te verlies te dragen.
Vergadering van den Armenraad.
Vrijdagavond vergaderde in het Nutsge-
bouw do Armenraad onder voorzitterschap
van Pastoor G. A. Smit. Deze ving aan met
een woord van dank aan de vergadering
voor het n hem gesteld vertrouwen, blij
kende uit zijn herkiezing tot voorzitter
voor de nieuwe vierjarige periode van den
Armenraad.
Nadat de secretaris een overzicht had
gegeven van de zelangrijkste feiten uit het
verslag over 1933, werd dit vastgesteld.
De rekening en verantwoording over
1933 werd vastgesteld tot een bedrag van
17.111.32.
Vervolgens kwam de begrooting voor
1935 in behandeling die overeenkomstig
het voorstel van het bestuur werd vast
gesteld op 17650.—.
Handelsregister K. v. K.
W ij z i g i n g. 5972. Ingenieursbureau
voor Bouwnijverheid, Oegstgeest, Hooge
Morschweg 28. ontwerpen en uitvoeren
van bouwwerken, fabriek van machinale
houtbewerking. N. Comm.: K. B. Nijkerk,
Amsterdam.
W ij z i g i n g 96. T V. Koninklijke Ne-
derlandsche Fabriek van Wollen Dekens,
voorheen J. C. Zaalberg en Zoon, Leiden,
Vestestraat 22. Uittr. Dir.: J. Zaalberg, te
Leiden.