BUITENLAND
Door de zon
PUROL
ZATERDAG 30 JUNI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD. PAG. 9
KABINETSHERVORMING.
Oliver Stanley wordt minister van arbeid.
De minister van arbeid Sir Henry Bot
terton is als zoodanig afgetreden. De Ko
ning heeft zijn goedkeuring gehecht aan
was,de benoeming van Oliver Stanley als
minister van arbeid. Stanley, die tot nog
toe minister voor het verkeerswezen was,
is daardoor tevens kabinetsminister ge
worden. Hij is bovendien benoemd tot Pri
vy Counsellor.
OOSTENRIJK.
NIEUWE DYNAMIETAANSLAGEN.
0.a. in het zomerverblijf van Max
Reinhardt.
De Oostenrijksche persdienst meldt, dat
in het slot Leopoldskron bij Salzburg, het
zomerverblijf van Max Reinhardt, een hel-
sohe machine tot ontploffing is gebracht.
Tal van ruiten werden vernield.
Bij Salzburg is ook een transformator-
huisje opgeblazen. De waterleiding van
Salzburg is eveneens vernield.
SLACHTOFFER VAN EEN
BOMAANSLAG.
Een Oostenrijksche politie-kapiteln
overleden.
De politie-kapitein Konrad Nosko wiens
hand Zaterdag j.l. was afgeslagen bij het
ontploffen van een door de Nazi's gelegde
bom, is in het - ziekenhuis, waar hij ter
verpleging was opgenomen, overleden.
De bom werd Zaterdag in de straat ge
vonden en voor onderzoek naar het poli
tiebureau in het Gumpendorf-district ge
bracht, waar zij plotseling ontplofte.
BRITSCH-INDIE.
WEER EEN MISLUKTE AANSLAG OP
GANDHI.
Volgens een bericht uit Simla is giste
ren weer een poging ondernomen om een
aanslag te plegen op Gandhi. De rails van
de spoorlijn, waarlangs Gandhi, naar ver
wacht werd, zich zou begeven, waren over
een zekeren afstand, in de buurt van een
rivier opgebroken. De aanslag werd ech
ter tijdig ontdekt, zoodat een ongeluk voor
komen werd.
AMERIKA.
UITBREIDING DER LUCHTMACHT.
Duizend nieuwe vliegtuigen.
Het ministerie van oorlog heeft 81 ge
vechtsvliegtuigen en 280 vliegtuigmotoren
besteld.
Deze orders zijn de eerste in verband met
het voornemen om 1000 nieuwe vliegtui
gen aan te schaffen, ten einde de sterkte
der Amerikaansche luchtmacht op gelijke
hoogte te brengen met die der andere lan
den.
BUITENL. BERICHTEN.
verbrande huid
verzacht en geneest men met
Poot 30.Tub* 80 Cl. Bil Apoih- 6 bi
DE GEMEENTEREINIGING BIJ DEN
PAUS.
De H. Vader spreekt over den adel van den
handenarbeid.
De arbeiders en ambtenaren van den
reinigingsdienst ten getale van 2000 zijn
door den H. Vader in audiëntie ontvangen.
Toen de Paus zijn intrede deed in de „Aula
delle Benedizioni" werd de „Inno alla Ma
donna della Strada" (hymne ter eere van
O.L. Vrouw der Wegen) aangeheven.
De H. Vader hield een toespraak waarin
de werklieden dank werd gebracht voor
hunne geschenken, maar vooral voor hunne
tegenwoordigheid. „Uw leider, zeide de H.
Vader, „sprak zooeven over de nederigheid
van uw werk. Voor den Paus is alle arbeid
evenwel nuttig en eervol, alle arbeid is
groot en verheven. Arbeid is de groote
wet, die God den menschen heeft opge
legd en ook de Goddelijke Zaligmaker is
een arme arbeider geworden, toen Hij ons
kwam verlossen. Wanneer er gesproken
moet worden van onderscheid tusschen de
eene soort arbeid en de andere, dan is de
eenige maatstaf die men moet aanleggen
de nuttigheid en de doelmatigheid.
En wat is een groote stad, zonder den
arbeid van hen, die de openbare wegen
en pleinen onderhouden? Wat zou Rome,
het centrum der Katholieke wereld zijn,
zonder u!"
Na den Pauselijken Zegen geschonken
te hebben voor hen zelf en hun familie
verliet de H. Vader onder stormachtige
toejuichingen de audiëntiezaal.
DE DOOD VAN DEN OUDSTEN MAN
TER WERELD.
Volgens de dokters niet ouder dan 120 of
125 jaar; hij gebruikte het geboorte
bewijs van zjjn vader.
De Turksche geneesheeren die Zaro
Agha, den oudsten man ter wereld, in zijn
laatste oogenblikken hebben bijgestaan,
hebben aan een vertegenwoordiger van de
„United Press" te Konstantinopel gezegd,
dat Zaro ongetwijfeld zeer oud was, wat
overigens op den Balkan niets bijzonders
is, maar toch niet ouder dan 120 op zijn
allerhoogst 125 jaar. Het geboortecijfer
uit 1774, waarmee Zaro schermde, was
waarschijnlijk dat van zijn vader, mis
schien zelfs van zijn grootvader, maar in
geen geval van hemzelf. Het verhaal dat
hij zich Napoleon's intocht te Moskou in
1812 uitstekend weet te herineren, is na
tuurlijk onzin, maar de bijzonderheden,
waarmee hij de wereld zoo langen tijd bij
den neus heeft gehad, heeft hij van zijn
vader, die dien veldtocht inderdaad mee
gemaakt heeft. Het geheugen van den
ouden man is tot enkele dagen voor zijn
dood zeer goed geweest. Eerst Maandag
heeft hij het bewustzijn verloren.
Komen we straks „vanzelf" tot „vereen
voudigde" spelling, dan krijgen we in elk
geval iets beters dan wat ons nu wordt
voorgezet als kunstproduct."
Alzoo twee contradictoire meeningen
over het wezen der spelling.
De eerste acht die spelling van geen be
lang, de andere noemt haar een integree
rend deel van de levende taal.
Het meest interessant is echter het ant
woord van den bekenden auteur Herman
de Man, die een lans breekt voor het anal-
phabetisme. Ziehier een citaat uit zijn
betoog:
„Ik heb een speciale studie gemaakt,
dank zij mijn vrouw, van de taalkundige
vermogens van een legio dienstboden.
Als dit vermogen belastbaar was, zouden
de lieve kinderen van den fiscus geld toe
gekregen hebben. Dit kan en mag niet
aan de spelling geweten worden, wèl
aan de leerver^ lichting, die thans tevens
voor de wezenlijk anti-intellectueelen
geldt.
Hoeveel van die dienstmeiden zouden
even gelukkig analphabeten zijn geweest?
Ik weet, dat wie deze veronderstelling durft
opperen tot volksvijand en reactionnair zal
worden uitgekreten. Wij zijn er zóó aan ge
woon geraakt, het verplichte onderwijs als
een zegen te zien, dat een tegenoverge
stelde meening op burgerverraad lijkt. Maar
ik heb kunnen waarnemen, dat groote
volksgroepen het „genoten" lager onderwijs
blijkbaar niet behoefden en niet wensch-
ten, want zij bezigden op lateren leeftijd
nimmer of haast nimmer de resultaten van
deze studie.
Eerste conclusie: laat taal en speling een
besloten conventie zijn, slechts toeganke
lijk voor vaderlanders (van welken stand
dan ook) die van nature begiftigd zijn met
zin voor intellectualiteit. Wanneer we weer
ferme burgers krijgen, die weliswaar anal-
phabeet zijn, doch wier energie langs an
dere zijde tot volle zegenrijke ontplooiing
kwam, slijt ook de funeste hoogmoedswaan
onzer dagen, dat ieder middelmaatje toch
minstens middelbaar geschoold moet zijn."
Wij hebben dit eens goed herlezen om te
weten of Herman de Man dit nu werkelijk
meent. En werkelijk het schijnt zoo. Het
is geen grapje.
Aan de uitspraak herinnerend, dat een
heel erg groot percentage lezende men
schen niet méér ontwikkeling heeft dan
een kind van 14 jaar, zouden wij dus weer
een kleinen kring van intedlectueelen krij
gen, die kunnen lezen en schrijven en....
misschien nog iets.
En dat heel erg groote percentage....
zouden gelukkige analphabeten zijn.
Wij zullen er maar gauw over zwijgen.
Hiertegen debatteeren zou zelfs te mal zijn.
Haagsche Hopjes
Nu de klachten betreffende de overla
ding bij ons middelbaar onderwijs steeds
luider en algemeener worden, lijkt het
me wel aardig om eraan te herinneren,
dat ze verre van nieuw zijn.
De klachten werden reeds geuit ten
jare 1881, dus ruim een halve eeuw ge
leden, toen de H. B. S. pas in haar op
komst was.
't Was Jan Holland (dr. A. J. Vitringa),
die van een voorzeggenden geest blijk gaf
door in ziin boek ..De Familie Willpmc"
Moorddadige plannen van de
Roomschen
PROTESTANTSCH NEDERLAND
IN ANGST EN VREES
Omstreeks Paschen van het jaar 1734
verspreidde zich door geheel het land het
gerucht, dat de Roomschen het plan ge
vormd hadden op den feestdag van St.
Jan, alle Protestanten te vermoorden. Men
wist te verhalen, dat er een voorspelling
gedaan was, dat dit gebeuren zou in het
jaar, waarin Paschen viel op den feestdag
van St. Marcus, den 25sten April. Dan valt
Pinksteren op den feestdag van St. Anto-
nius en Sacramentsdag op den feestdag van
den H. Joannes den Dooper. Nu, dit was
het geval in het jaar 1734. Er werd al spoe
dig verteld, dat in Amsterdam reeds per
sonen aangewezen waren, die als burge
meester, schout en schepenen zouden op
treden als de anderen vermoord waren.
Weer een ander had vernomen, dat er op
verschillende plaatsen wapenvoorrraden
gevonden waren. In sommige kerken had
men de vreeselijke ontdekking gedaan, dat
op de plaatsen van heeren regenten strop
pen gelegd waren om aldus die heeren
daaraan op te hangen. Het was zoo erg,
dat de geruchten zelfs ter oore kwamen
van den waarnemenden fiscaal van het
Hof van Holland, den heer Van der Mie
den. Deze achtte de zaak van genoeg be
lang om er den raadpensionaris Simon van
Slingelandt mede in kennis te stellen. De
raadpensionaris bracht het meegedeelde ter
sprake in de vergadering der Staten van
Holland. Een der afgevaardigden der Sta
ten begon er hartelijk om te lachen. Maar
de anderen zagen elkander met ernstige
gezichten aan. Er werden veel wijze woor
den gesproken, zooals men dat van de hee
ren Staten van Holland kon verwachten en
aan Gecommiteerde Raden werd opgedra
gen de noodige maatregelen te nemen voor
de veiligheid der burgers. De Gecommiteer
de Raden vormden een soort dagelijksch
bestuur der Staten, ongeveer als burge
meester en wethouders ten opzichte van
den gemeenteraad.
De heeren Gecommiteerde Raden ver
gaderden twee volle dagen en zonden
hun orders en mededeelingen aan alle bur
gemeesters, schouten en baljuws. Men kan
zeggen: het geheele land was in rep en
roer. Er werden troepen gezonden naar de
Zuid-Hollandsche eilanden, waar eenige
honderden arbeiders uit Brabant werk
zaam waren in den landbouw. In Buik
sloot in de nabijheid van Amsterdam werd
dagen en nachten van tevoren wacht ge
houden. Evenzoo te Alkmaar, waar pa
trouilles door de stad trokken, ook nog na
den 24sten Juni. Te Hoorn kochten de huis
moeders geen eetwaren in de winkels der
roomsch-géiinden, uit vrees van vergif
tigd te worden. Op den dag zelf werden
te Groningen de klokken geluid, er werd
op bazuinen geblazen en de trommen wer
den geroerd, zooals men gewoon was te
doen, wanneer de dijken doorgebroken wa
ren. Te Leeuwarden stelde de Prins zich
aan het hoofd der ruiterij en trok door de
stad, den vijand tegemoet. De priesters
werden voor eeuwig verbannen. Die
eeuwigheid duurde een jaar. Het volgen
de jaar werden ze weer toegelaten. In den
Haag werd een geheel regiment opgeroe-
DUITSCHLAND.
ZAL VON PAPEN S REDE GEVOLGEN
HEBBEN?
De „Daily Express" acht crisis niet
uitgesloten
Over de jongste gebeurtenissen in
Duitschland, als gevolg van von Papen's
rede te Marburg en over zijn verwachtin
gen ten aanzien van de toekomstige ont
wikkeling, seint de speciale verslaggever
van de „Daily Express" een uitvoerige be
schouwing aan zijn blad, waarin hij con
cludeert, dat althans voor het oogenblik,
geen openlijke breuk tusschen den vice-
kanselier en zijn tegenstanders (o.w. voor
namelijk dr. Goebbels) zal ontstaan.
De arrestatie van Jung
De rede, die vice-kanselier von Papen op
17 dezer te Marburg heeft gehouden en
waarin hij vele handelingen der nationaal-
socialistische regeering critiseerde, is vol
gens genoemden correspondent geschreven
door dr. Jung, die eenige dagen geleden is
gearresteerd en wiens vrijlating von Pa
pen niet heeft weten te verkrijgen. Hem
werd door ue politie slechts medegedeeld,
dat dr. Jung was gearresteerd, ingevolge
een huiszoeking in zijn woning. Dit onder
zoek, dat tegen middernacht werd ver
richt, was zorgvuldig voorbereid. S.A.-man-
nen omringden het huis, terwijl recher
cheurs naar binnen gingen. Een van hen
bewaakte dr. Jung en de anderen zoch
ten in elk hoekje naar „hoogverraad-ma
teriaal".
De correspondent schrijft aan die aan
houding groote politieke beteekenis toe.
Hij gaat dan na welke de, gevolgen er van
kunnen zijn en bespreekt de mogelijkheid
van een presidentieele- en een minister
crisis, de verwijdering van de conservatieve
ministers uit de regeering en dergelijke.
Goebbels contra von Papen?
Hierbij spreekt de verslaggever in de
eerste plaats van de bekende reactie op
von Papen's rede: het verbod van publica
tie der rede, uitgevaardigd door den minis
ter van Propaganda, Goebbels (wien de
aanvallen voornamelijk troffen), de gevan
genneming van personen, die de in druk
verschenen redevoering verspreidden en de
arrestatie van Jung. Het is volgens den
schrijvers Goebbels' bedoeling, daardoor
zijn tegenstander te dwingen zijn kaarten
open te leggen. Hij wil den strijd met von
Papen beslechten, voordat deze sterker is
geworden en dit zou dan moeten geschie
den in een kabinetsraad, die Dinsdag a.s.
zal worden gehouden.
Von Papen zou daarom van plan zijn
naar Neudeck te gaan, om aldaar met pre
sident von Hindenburg te overleggen, wat
er gedaan dient te worden. In sommige
kringen denkt men daarbij aan de moge
lijkheid van een ultimatum aan Hitier
doordat von Papen met zijn aftreden en
dat van zijn bondgenooten ,von Neurath,
Schwerin von Krosig, Seldte en Eltz von
Rübennach, zou dreigen. Von Papen zou
aldus meent men, desavoueering van Goeb
bels en een ingrijpende verandering van de
regeeringspolitiek kunnen eischen. Mocht
von Hindenburg de plannen van zijn jon
gen collega, zooals hij von Papen gaarne
noemt, steunen, dan zou hij gelijktijdig zijn
ontslag als president indienen.
De berichtgever van het Londensche blad
is echter van oordeel, dat het zoover niet
zal komen. Hij meent, dat de president von
Papen zal aanraden kalm te werk te gaan,
een afwachtende houding aan te nemen,
zich door Goebbels op de kabinetszitting
te laten afstraffen, dr. Jung in de gevan
genis te laten en te wachten op een betere
gelegenheid om toe te slaan, tot de ontevre
denheid over het Hitler-régime grooter is
geworden, dan zij nu schijnt te zijn.
Verder meldt de correspondent, dat er in
beide kampen, dat van von Papen en van
zijn tegenstanders, druk gespionneerd
wordt, documenten op geheimzinnige wijze
verdwijnen en mysterieuze inbraken wor
den gepleegd. Onder de bijvalsbetuigingen,
die v. Papen met zijn rede heeft ontvangen,
moet er ook een zijn van den ex-kroon
prins en de ontevredenen zouden elkaar
thans begroeten met „Heil Marburg". De
geruchtmakende rede wordt in het geheim
druk verspreid, vooral onder de officieren
en soldaten van de rijks weer.
ENGELAND.
ENGELSCH—NEDERLANDSCHE
HANDELSBESPREKINGEN
De onderhandelingen inzake een nieuwe
handelsovereenkomst tusschen Groot-Brit-
tanië en Nederland zullen op 5 Juli as.,
aanvangen op het departement van Han
del te Londen.
Tot de Nederlandsche delegatie behoo-
ren: dr. Hirschfeld, directer-generaal van
het departement van Handel en Nijverheid,
dr. Ries van het ministerie van Financiën,
en de heeren Bonthuis en Hooft, onder
scheidenlijk van de ministeries van Finan
ciën en Buitenlandschen Zaken, zoomede
de heer 's Jacob, handelsattaché bij de Ne
derlandsche legatie te Londen en deskun
dige raadgevers.
In verband met de aanknooping der on
derhandelingen wordt er op gewezen, dat
de Britsche handelsbalans met Nederland
in 1931 passief was en 18.301.000 be
droeg .De invoeren uit Nederland werden
toen geraamd op 35000.000 Dit bedrag
slonk tot 7.707000 in 1932.
In 1933 heeft het Vereenigd Koninkrijk
naar Nederland uitgevoerd tot een bedrag
van 12.480.000, heruitgevoerd tot een
bedrag van 1.975.000. De invoeren uit
Nederland beliepen 18.850.000.
S ZES DOODEN BIJ SCHEEPSBOTSING.
Visschersboot werd geramd.
Een Estlandsche motor-vischkotter, die
met een lading visch op weg was naar
j Stockholm, is bij Odinsholm door een
stoomschip geramd. De kotter zonk en de
i zes opvarenden verdronken. De opge-
vischte wrakstukken doen vermoeden, dat
de kotter letterlijk in tweeën werd gesne-
den. De naam en de nationaliteit van het
aanvarende stoomschip konden niet wor
den vastgesteld.
HITTERECORD IN DE VER. STATEN
GEBROKEN.
Ondraaglijke atmosfeer.
De thermometer is gistermiddag tot bo
ven de 34 gr. C. gestegen. Daarmee is het
record van denzelfden dag in 1874 gesla
gen. Daar de vochtigheidstoestand der
lucht gistermorgen het verzadigingspunt
100 had bereikt, is de'hitte ondraaglijk ge
worden.
Uit de westelijke staten worden talrijke
sterfgevallen gemeld. Te Pittsburg maakte
de hitte vijf slachtoffers.
De groote Atlantische stoomschepen, o.w.
de „Albert Ballin" en de „Berengaria",
hebben tengevolge van de mistvorming
boven de haven van New York vertragin
gen tot ca. 12 uur gehad.
Blijkens de weerberichten verwacht men
dat de hitte nog zal aanhouden.
Moord te Osnabruck.
De directeur van de Duitsche Bank al
hier, Hugo Schurig, die sinds Donderdag
van de vorige week vermist werd, is dood
aangetroffen. Het lijk vertoonde een
schotwonde en uit de portefeuille ontbra
ken 300 Mark. Men verdenkt twee jonge
mannen van den moord.
Een Poolexpeditie.
Den tienden Juli vertrekt een Italiaan-
sche expeditie naar de hoogste bergen bin
nen den Noordpoolkring. De expeditie be
staat uit vier Alpinisten, die eerst naar
IJsland zullen gaan, vandaar naar Groen
land en zich vervolgens Noordwaarts zul
len begeven. Men verwacht, dat de expe
ditie m September terug zal zijn.
Het wezen der spelling.
TWEE PROFESSOREN EN.
ANALPHABETEN.
De Leidfeche Uitgeyersmaatscchappij, de
firma A. W. Sijthoff, heeft een spellingnum
mer uitgegeven van haar tijdschrift „Neder
landsche Bibliographie", waarin het oordeel
van verschillende taalgeleerden en kunste
naars is gepubliceerd.
Interessant nu is het te ervaren, hoe zelfs
onder hooggeleerden het oordeel over het
wezen der spelling uiteenloopt.
Prof. Dr. A. G. van Hamel, de bekende
Philoloog, oordeelt aldus:
„Mij wordt gevraagd of ik de spelling van
belang acht voor het gebied, waarop ik mij
beweeg. De spelling~is"natuurlijk van be
lang voor ieder, dri wel eens schrijft. Wel
is dat belang tamelijk gering, want spelling
is een onbeteekenende zaak, die alleen
uiterlijkheden raakt, (ook voor letterkun
digen, al denken sommigen van hen an
ders.) Het komt erop aan, dat wij lekker
warme kleeren hebben, maar of zij bruin
of grijs zijn, laat ons daarentegen vrij koud.
Zoo is het ook met onze taal en haar spel
ling. Het voornaamste belang van de spel
ling heb ik altijd de eenheid gevonden.
Daarom heb ik mij steeds aan de oude
spelling gehouden, hoewel ik het beter
vond haar te vereenvoudigen. En aan de
hervormers heb ik mij al lang tot iedere
vereenvoudiging bereid verklaard, mits zij
niet van mij eischten, dat ik de zaak be
langrijk zou vinden."
Daarentegen schrijft de bekende theo
loog prof. dr. H. Th. Obbink:
„Wat mij in het streven naar vereenvou
digde spelling hindert (voorloopig vind ik
de oude spelling nog „eenvoudiger", is
dat men de spelling niet behandelt als een
integreerend deel van de levende taal, die
met de taal is gegroeid, maar als een kunst
matig element, dat men dus naar willekeur
kar. veranderen zonder aan de taal zelf
te raken. Voor mijn besef is de spelling een
integreer end deel van de levende taal;
evengoed als de taal is ook de spelling his
torisch gegroeid en" heeft er recht op haar
historische ontwikkeling voort te zetten.
in bovengenoemd jaar verschenen, het
program van het M .O. aan felle critiek te
onderwerpen.
Hij deed zulks op sarcastische wijze,
door n.l. de reeks leervakken te doen ont
spruiten aan den leergierigen geest van
den 60-jarigen Zwolschen kruidenier Jan
Willems, bij wien Thorbecke, een school
vriend zijner jeugd, op bezoek was. Wil
lems kon het maar niet verkroppen, dat
hij van velerlei dingen geen verstand had.
Wat drommel, dat had hem in zijn jeugd
bijgebracht moeten zijn. En zoo zei hij tot
zijn vriend „Thor", tegen wien hij hoog
opzag: „Je moest een soort van scholen
oprichten voor lui van onzen stand. De
aristocratie heeft hare Latijnsche scholen
en instituten. Maar wat hebben wij?
Niets, niets, meneer, is er gedaan voor de
kern der burgerij. Ik weet niet, of ge me
begrijpt, Thor! maar ik wilde zoo'n soort
school, waaraan een mensch werd be
kwaam gemaakt om van alles rekenschap
te kunnen geven, wat iemand zoo in het
dagelijksch leven, in de natuur en ook in
de politiek voorkomt. Vat ge mijn mee
ning?"
Thorbecke vatte het en had er wel
ooren naar ook. Hij vroeg dan ook al aan
stonds, of „het Nederlandsche volk zou ge
baat wezen" met Latijn, waarop Willems
antwoordde: „Neen, Thorretje, zulken ho
cus-pocus verlangt het volk van Nederland
niet". De brave kruidenier verlangde be
grijpelijker kost; hij wilde „dat de jeugd
op haar zeventiende jaar grondig zal we
ten, wat hij op zijn zestigste met moeite
trachtte te weten te komen".
En zoo gingen die twee bejaarde heeren
een aantal leervakken opschrijven, waar
van Thorbecke zelf begon te duizelen,
want de gymnastiek verdedigde hij met
deze redeneering: „dan kan Nederlands
jongelingschap, wier tijd we nagenoeg den
geheelen dag met wetenschapelijke oefe
ningen in beslag zullen moeten nemen, de
meer tijdroovende beweging van het wan
delen gereedelijk ontberen".
Op waarlijk geestige wijze laat Jan Hol
land den grooten Thorbecke inspireeren
door kruidenier Willems en diens vrouw.
Ja, ook diens vrouw, want haar wensch,
om warenvervalschingen te kunnen con-
stateeren deed aan het program toevoegen:
„chemie en hare voornaamste toepassin
gen".
Jan Holland laat het echter niet bij cri
tiek. In een „nabetrachting" zet hij uiteen,
„waartoe het verplichte onderwijs aan
een hoogere burgerschool zich behoorde te
pen en moest 's morgens om vijf uur zich
opstellen, de eene helft op de Groote
Markt, de andere helft op het Voorhout.
Zoo waren zij elk oogenblik klaar om op
te trekken als de boeren en tuinders uit
het Westland de stad naderden, met het
doel hun booze plannen uit te voeren.
Er gebeurde natuurlijk niets. Wel waren
er yhier en daar verwonderde Roomschen,
die zich afvroegen wat er nu toch eigen
lijk aan de hand was.
Maar vanwaar had zich dat gerucht toch
verspreid? Hiervan wordt het volgende
verteld. Er was in Napels in het graf van
een Roomsch geestelijke een papier ge
vonden, waarop geschreven stond, dat
wanneer Paschen, Pinksteren en H. Sa
cramentsdag vielen op de data, die we
vooraf genoemd hebben, dat er dan een
algemeen bloedbad zou aangericht worden.
Om deze voorspelling nog geloofwaardi
ger te maken, werd er bij verteld, dat in
de nagelaten papieren van den laatst over
leden Paus een geschrift was gevonden,
waarop stond, dat in het jaar waarin men
op St. Marcus Alleluja zou zingen, op den
feestdag van den H. Antonius Vcni Creator
en op dien van St. Jan Pange Lingua, de
koning van Engeland Jacobus III op den
troon hersteld werd. Dit had wel niets met
ons land te maken, maar men trok het zich
toch aan.
Het is uiterst zelden, dat Paschen zop
laat gevierd wordt. Het heeft zich voorge
daan in 1641, in 1743, en de laatste maal
in 1886. Ook toen is er niets gebeurd!
W. W.
bepalen", welke uiteenzetting nog thans
hare waarde heeft.
't Is jammer, dat „De Familie Willems"
van den bekeerling Vitringa z.g. hij was
de vader van het insgelijks overleden oud-
Kamerlid mevrouw BronsveldVitringa
in het vergeetboek is geraakt. Het laat
zich aangenaam lezen en is zoowaar weer
actueel geworden door het tegenwoordig
gemarchandeer over de spelling. Er staat
n.l. ook een hoofdstuk in over de beoefe
ning der Nederlandsche taal, waarmede
het in Jan Hollands tijd al niet best ging
en wat er sinds dien alles behalve op ver
beterd is. Mede om dit hoofdstuk zou ik
ieder, die in het M. O. en in onze taal
belang stelt, wel willen aanraden. „De fa
milie Willems" nog eens ter hand te ne
men. Het geestige boek is de lezing ten
volle waard gebleven.
AJO.