BUITENLAND Door de zon PUROL ZATERDAG 30 JUNI 1934 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD. PAG. 9 KABINETSHERVORMING. Oliver Stanley wordt minister van arbeid. De minister van arbeid Sir Henry Bot terton is als zoodanig afgetreden. De Ko ning heeft zijn goedkeuring gehecht aan was,de benoeming van Oliver Stanley als minister van arbeid. Stanley, die tot nog toe minister voor het verkeerswezen was, is daardoor tevens kabinetsminister ge worden. Hij is bovendien benoemd tot Pri vy Counsellor. OOSTENRIJK. NIEUWE DYNAMIETAANSLAGEN. 0.a. in het zomerverblijf van Max Reinhardt. De Oostenrijksche persdienst meldt, dat in het slot Leopoldskron bij Salzburg, het zomerverblijf van Max Reinhardt, een hel- sohe machine tot ontploffing is gebracht. Tal van ruiten werden vernield. Bij Salzburg is ook een transformator- huisje opgeblazen. De waterleiding van Salzburg is eveneens vernield. SLACHTOFFER VAN EEN BOMAANSLAG. Een Oostenrijksche politie-kapiteln overleden. De politie-kapitein Konrad Nosko wiens hand Zaterdag j.l. was afgeslagen bij het ontploffen van een door de Nazi's gelegde bom, is in het - ziekenhuis, waar hij ter verpleging was opgenomen, overleden. De bom werd Zaterdag in de straat ge vonden en voor onderzoek naar het poli tiebureau in het Gumpendorf-district ge bracht, waar zij plotseling ontplofte. BRITSCH-INDIE. WEER EEN MISLUKTE AANSLAG OP GANDHI. Volgens een bericht uit Simla is giste ren weer een poging ondernomen om een aanslag te plegen op Gandhi. De rails van de spoorlijn, waarlangs Gandhi, naar ver wacht werd, zich zou begeven, waren over een zekeren afstand, in de buurt van een rivier opgebroken. De aanslag werd ech ter tijdig ontdekt, zoodat een ongeluk voor komen werd. AMERIKA. UITBREIDING DER LUCHTMACHT. Duizend nieuwe vliegtuigen. Het ministerie van oorlog heeft 81 ge vechtsvliegtuigen en 280 vliegtuigmotoren besteld. Deze orders zijn de eerste in verband met het voornemen om 1000 nieuwe vliegtui gen aan te schaffen, ten einde de sterkte der Amerikaansche luchtmacht op gelijke hoogte te brengen met die der andere lan den. BUITENL. BERICHTEN. verbrande huid verzacht en geneest men met Poot 30.Tub* 80 Cl. Bil Apoih- 6 bi DE GEMEENTEREINIGING BIJ DEN PAUS. De H. Vader spreekt over den adel van den handenarbeid. De arbeiders en ambtenaren van den reinigingsdienst ten getale van 2000 zijn door den H. Vader in audiëntie ontvangen. Toen de Paus zijn intrede deed in de „Aula delle Benedizioni" werd de „Inno alla Ma donna della Strada" (hymne ter eere van O.L. Vrouw der Wegen) aangeheven. De H. Vader hield een toespraak waarin de werklieden dank werd gebracht voor hunne geschenken, maar vooral voor hunne tegenwoordigheid. „Uw leider, zeide de H. Vader, „sprak zooeven over de nederigheid van uw werk. Voor den Paus is alle arbeid evenwel nuttig en eervol, alle arbeid is groot en verheven. Arbeid is de groote wet, die God den menschen heeft opge legd en ook de Goddelijke Zaligmaker is een arme arbeider geworden, toen Hij ons kwam verlossen. Wanneer er gesproken moet worden van onderscheid tusschen de eene soort arbeid en de andere, dan is de eenige maatstaf die men moet aanleggen de nuttigheid en de doelmatigheid. En wat is een groote stad, zonder den arbeid van hen, die de openbare wegen en pleinen onderhouden? Wat zou Rome, het centrum der Katholieke wereld zijn, zonder u!" Na den Pauselijken Zegen geschonken te hebben voor hen zelf en hun familie verliet de H. Vader onder stormachtige toejuichingen de audiëntiezaal. DE DOOD VAN DEN OUDSTEN MAN TER WERELD. Volgens de dokters niet ouder dan 120 of 125 jaar; hij gebruikte het geboorte bewijs van zjjn vader. De Turksche geneesheeren die Zaro Agha, den oudsten man ter wereld, in zijn laatste oogenblikken hebben bijgestaan, hebben aan een vertegenwoordiger van de „United Press" te Konstantinopel gezegd, dat Zaro ongetwijfeld zeer oud was, wat overigens op den Balkan niets bijzonders is, maar toch niet ouder dan 120 op zijn allerhoogst 125 jaar. Het geboortecijfer uit 1774, waarmee Zaro schermde, was waarschijnlijk dat van zijn vader, mis schien zelfs van zijn grootvader, maar in geen geval van hemzelf. Het verhaal dat hij zich Napoleon's intocht te Moskou in 1812 uitstekend weet te herineren, is na tuurlijk onzin, maar de bijzonderheden, waarmee hij de wereld zoo langen tijd bij den neus heeft gehad, heeft hij van zijn vader, die dien veldtocht inderdaad mee gemaakt heeft. Het geheugen van den ouden man is tot enkele dagen voor zijn dood zeer goed geweest. Eerst Maandag heeft hij het bewustzijn verloren. Komen we straks „vanzelf" tot „vereen voudigde" spelling, dan krijgen we in elk geval iets beters dan wat ons nu wordt voorgezet als kunstproduct." Alzoo twee contradictoire meeningen over het wezen der spelling. De eerste acht die spelling van geen be lang, de andere noemt haar een integree rend deel van de levende taal. Het meest interessant is echter het ant woord van den bekenden auteur Herman de Man, die een lans breekt voor het anal- phabetisme. Ziehier een citaat uit zijn betoog: „Ik heb een speciale studie gemaakt, dank zij mijn vrouw, van de taalkundige vermogens van een legio dienstboden. Als dit vermogen belastbaar was, zouden de lieve kinderen van den fiscus geld toe gekregen hebben. Dit kan en mag niet aan de spelling geweten worden, wèl aan de leerver^ lichting, die thans tevens voor de wezenlijk anti-intellectueelen geldt. Hoeveel van die dienstmeiden zouden even gelukkig analphabeten zijn geweest? Ik weet, dat wie deze veronderstelling durft opperen tot volksvijand en reactionnair zal worden uitgekreten. Wij zijn er zóó aan ge woon geraakt, het verplichte onderwijs als een zegen te zien, dat een tegenoverge stelde meening op burgerverraad lijkt. Maar ik heb kunnen waarnemen, dat groote volksgroepen het „genoten" lager onderwijs blijkbaar niet behoefden en niet wensch- ten, want zij bezigden op lateren leeftijd nimmer of haast nimmer de resultaten van deze studie. Eerste conclusie: laat taal en speling een besloten conventie zijn, slechts toeganke lijk voor vaderlanders (van welken stand dan ook) die van nature begiftigd zijn met zin voor intellectualiteit. Wanneer we weer ferme burgers krijgen, die weliswaar anal- phabeet zijn, doch wier energie langs an dere zijde tot volle zegenrijke ontplooiing kwam, slijt ook de funeste hoogmoedswaan onzer dagen, dat ieder middelmaatje toch minstens middelbaar geschoold moet zijn." Wij hebben dit eens goed herlezen om te weten of Herman de Man dit nu werkelijk meent. En werkelijk het schijnt zoo. Het is geen grapje. Aan de uitspraak herinnerend, dat een heel erg groot percentage lezende men schen niet méér ontwikkeling heeft dan een kind van 14 jaar, zouden wij dus weer een kleinen kring van intedlectueelen krij gen, die kunnen lezen en schrijven en.... misschien nog iets. En dat heel erg groote percentage.... zouden gelukkige analphabeten zijn. Wij zullen er maar gauw over zwijgen. Hiertegen debatteeren zou zelfs te mal zijn. Haagsche Hopjes Nu de klachten betreffende de overla ding bij ons middelbaar onderwijs steeds luider en algemeener worden, lijkt het me wel aardig om eraan te herinneren, dat ze verre van nieuw zijn. De klachten werden reeds geuit ten jare 1881, dus ruim een halve eeuw ge leden, toen de H. B. S. pas in haar op komst was. 't Was Jan Holland (dr. A. J. Vitringa), die van een voorzeggenden geest blijk gaf door in ziin boek ..De Familie Willpmc" Moorddadige plannen van de Roomschen PROTESTANTSCH NEDERLAND IN ANGST EN VREES Omstreeks Paschen van het jaar 1734 verspreidde zich door geheel het land het gerucht, dat de Roomschen het plan ge vormd hadden op den feestdag van St. Jan, alle Protestanten te vermoorden. Men wist te verhalen, dat er een voorspelling gedaan was, dat dit gebeuren zou in het jaar, waarin Paschen viel op den feestdag van St. Marcus, den 25sten April. Dan valt Pinksteren op den feestdag van St. Anto- nius en Sacramentsdag op den feestdag van den H. Joannes den Dooper. Nu, dit was het geval in het jaar 1734. Er werd al spoe dig verteld, dat in Amsterdam reeds per sonen aangewezen waren, die als burge meester, schout en schepenen zouden op treden als de anderen vermoord waren. Weer een ander had vernomen, dat er op verschillende plaatsen wapenvoorrraden gevonden waren. In sommige kerken had men de vreeselijke ontdekking gedaan, dat op de plaatsen van heeren regenten strop pen gelegd waren om aldus die heeren daaraan op te hangen. Het was zoo erg, dat de geruchten zelfs ter oore kwamen van den waarnemenden fiscaal van het Hof van Holland, den heer Van der Mie den. Deze achtte de zaak van genoeg be lang om er den raadpensionaris Simon van Slingelandt mede in kennis te stellen. De raadpensionaris bracht het meegedeelde ter sprake in de vergadering der Staten van Holland. Een der afgevaardigden der Sta ten begon er hartelijk om te lachen. Maar de anderen zagen elkander met ernstige gezichten aan. Er werden veel wijze woor den gesproken, zooals men dat van de hee ren Staten van Holland kon verwachten en aan Gecommiteerde Raden werd opgedra gen de noodige maatregelen te nemen voor de veiligheid der burgers. De Gecommiteer de Raden vormden een soort dagelijksch bestuur der Staten, ongeveer als burge meester en wethouders ten opzichte van den gemeenteraad. De heeren Gecommiteerde Raden ver gaderden twee volle dagen en zonden hun orders en mededeelingen aan alle bur gemeesters, schouten en baljuws. Men kan zeggen: het geheele land was in rep en roer. Er werden troepen gezonden naar de Zuid-Hollandsche eilanden, waar eenige honderden arbeiders uit Brabant werk zaam waren in den landbouw. In Buik sloot in de nabijheid van Amsterdam werd dagen en nachten van tevoren wacht ge houden. Evenzoo te Alkmaar, waar pa trouilles door de stad trokken, ook nog na den 24sten Juni. Te Hoorn kochten de huis moeders geen eetwaren in de winkels der roomsch-géiinden, uit vrees van vergif tigd te worden. Op den dag zelf werden te Groningen de klokken geluid, er werd op bazuinen geblazen en de trommen wer den geroerd, zooals men gewoon was te doen, wanneer de dijken doorgebroken wa ren. Te Leeuwarden stelde de Prins zich aan het hoofd der ruiterij en trok door de stad, den vijand tegemoet. De priesters werden voor eeuwig verbannen. Die eeuwigheid duurde een jaar. Het volgen de jaar werden ze weer toegelaten. In den Haag werd een geheel regiment opgeroe- DUITSCHLAND. ZAL VON PAPEN S REDE GEVOLGEN HEBBEN? De „Daily Express" acht crisis niet uitgesloten Over de jongste gebeurtenissen in Duitschland, als gevolg van von Papen's rede te Marburg en over zijn verwachtin gen ten aanzien van de toekomstige ont wikkeling, seint de speciale verslaggever van de „Daily Express" een uitvoerige be schouwing aan zijn blad, waarin hij con cludeert, dat althans voor het oogenblik, geen openlijke breuk tusschen den vice- kanselier en zijn tegenstanders (o.w. voor namelijk dr. Goebbels) zal ontstaan. De arrestatie van Jung De rede, die vice-kanselier von Papen op 17 dezer te Marburg heeft gehouden en waarin hij vele handelingen der nationaal- socialistische regeering critiseerde, is vol gens genoemden correspondent geschreven door dr. Jung, die eenige dagen geleden is gearresteerd en wiens vrijlating von Pa pen niet heeft weten te verkrijgen. Hem werd door ue politie slechts medegedeeld, dat dr. Jung was gearresteerd, ingevolge een huiszoeking in zijn woning. Dit onder zoek, dat tegen middernacht werd ver richt, was zorgvuldig voorbereid. S.A.-man- nen omringden het huis, terwijl recher cheurs naar binnen gingen. Een van hen bewaakte dr. Jung en de anderen zoch ten in elk hoekje naar „hoogverraad-ma teriaal". De correspondent schrijft aan die aan houding groote politieke beteekenis toe. Hij gaat dan na welke de, gevolgen er van kunnen zijn en bespreekt de mogelijkheid van een presidentieele- en een minister crisis, de verwijdering van de conservatieve ministers uit de regeering en dergelijke. Goebbels contra von Papen? Hierbij spreekt de verslaggever in de eerste plaats van de bekende reactie op von Papen's rede: het verbod van publica tie der rede, uitgevaardigd door den minis ter van Propaganda, Goebbels (wien de aanvallen voornamelijk troffen), de gevan genneming van personen, die de in druk verschenen redevoering verspreidden en de arrestatie van Jung. Het is volgens den schrijvers Goebbels' bedoeling, daardoor zijn tegenstander te dwingen zijn kaarten open te leggen. Hij wil den strijd met von Papen beslechten, voordat deze sterker is geworden en dit zou dan moeten geschie den in een kabinetsraad, die Dinsdag a.s. zal worden gehouden. Von Papen zou daarom van plan zijn naar Neudeck te gaan, om aldaar met pre sident von Hindenburg te overleggen, wat er gedaan dient te worden. In sommige kringen denkt men daarbij aan de moge lijkheid van een ultimatum aan Hitier doordat von Papen met zijn aftreden en dat van zijn bondgenooten ,von Neurath, Schwerin von Krosig, Seldte en Eltz von Rübennach, zou dreigen. Von Papen zou aldus meent men, desavoueering van Goeb bels en een ingrijpende verandering van de regeeringspolitiek kunnen eischen. Mocht von Hindenburg de plannen van zijn jon gen collega, zooals hij von Papen gaarne noemt, steunen, dan zou hij gelijktijdig zijn ontslag als president indienen. De berichtgever van het Londensche blad is echter van oordeel, dat het zoover niet zal komen. Hij meent, dat de president von Papen zal aanraden kalm te werk te gaan, een afwachtende houding aan te nemen, zich door Goebbels op de kabinetszitting te laten afstraffen, dr. Jung in de gevan genis te laten en te wachten op een betere gelegenheid om toe te slaan, tot de ontevre denheid over het Hitler-régime grooter is geworden, dan zij nu schijnt te zijn. Verder meldt de correspondent, dat er in beide kampen, dat van von Papen en van zijn tegenstanders, druk gespionneerd wordt, documenten op geheimzinnige wijze verdwijnen en mysterieuze inbraken wor den gepleegd. Onder de bijvalsbetuigingen, die v. Papen met zijn rede heeft ontvangen, moet er ook een zijn van den ex-kroon prins en de ontevredenen zouden elkaar thans begroeten met „Heil Marburg". De geruchtmakende rede wordt in het geheim druk verspreid, vooral onder de officieren en soldaten van de rijks weer. ENGELAND. ENGELSCH—NEDERLANDSCHE HANDELSBESPREKINGEN De onderhandelingen inzake een nieuwe handelsovereenkomst tusschen Groot-Brit- tanië en Nederland zullen op 5 Juli as., aanvangen op het departement van Han del te Londen. Tot de Nederlandsche delegatie behoo- ren: dr. Hirschfeld, directer-generaal van het departement van Handel en Nijverheid, dr. Ries van het ministerie van Financiën, en de heeren Bonthuis en Hooft, onder scheidenlijk van de ministeries van Finan ciën en Buitenlandschen Zaken, zoomede de heer 's Jacob, handelsattaché bij de Ne derlandsche legatie te Londen en deskun dige raadgevers. In verband met de aanknooping der on derhandelingen wordt er op gewezen, dat de Britsche handelsbalans met Nederland in 1931 passief was en 18.301.000 be droeg .De invoeren uit Nederland werden toen geraamd op 35000.000 Dit bedrag slonk tot 7.707000 in 1932. In 1933 heeft het Vereenigd Koninkrijk naar Nederland uitgevoerd tot een bedrag van 12.480.000, heruitgevoerd tot een bedrag van 1.975.000. De invoeren uit Nederland beliepen 18.850.000. S ZES DOODEN BIJ SCHEEPSBOTSING. Visschersboot werd geramd. Een Estlandsche motor-vischkotter, die met een lading visch op weg was naar j Stockholm, is bij Odinsholm door een stoomschip geramd. De kotter zonk en de i zes opvarenden verdronken. De opge- vischte wrakstukken doen vermoeden, dat de kotter letterlijk in tweeën werd gesne- den. De naam en de nationaliteit van het aanvarende stoomschip konden niet wor den vastgesteld. HITTERECORD IN DE VER. STATEN GEBROKEN. Ondraaglijke atmosfeer. De thermometer is gistermiddag tot bo ven de 34 gr. C. gestegen. Daarmee is het record van denzelfden dag in 1874 gesla gen. Daar de vochtigheidstoestand der lucht gistermorgen het verzadigingspunt 100 had bereikt, is de'hitte ondraaglijk ge worden. Uit de westelijke staten worden talrijke sterfgevallen gemeld. Te Pittsburg maakte de hitte vijf slachtoffers. De groote Atlantische stoomschepen, o.w. de „Albert Ballin" en de „Berengaria", hebben tengevolge van de mistvorming boven de haven van New York vertragin gen tot ca. 12 uur gehad. Blijkens de weerberichten verwacht men dat de hitte nog zal aanhouden. Moord te Osnabruck. De directeur van de Duitsche Bank al hier, Hugo Schurig, die sinds Donderdag van de vorige week vermist werd, is dood aangetroffen. Het lijk vertoonde een schotwonde en uit de portefeuille ontbra ken 300 Mark. Men verdenkt twee jonge mannen van den moord. Een Poolexpeditie. Den tienden Juli vertrekt een Italiaan- sche expeditie naar de hoogste bergen bin nen den Noordpoolkring. De expeditie be staat uit vier Alpinisten, die eerst naar IJsland zullen gaan, vandaar naar Groen land en zich vervolgens Noordwaarts zul len begeven. Men verwacht, dat de expe ditie m September terug zal zijn. Het wezen der spelling. TWEE PROFESSOREN EN. ANALPHABETEN. De Leidfeche Uitgeyersmaatscchappij, de firma A. W. Sijthoff, heeft een spellingnum mer uitgegeven van haar tijdschrift „Neder landsche Bibliographie", waarin het oordeel van verschillende taalgeleerden en kunste naars is gepubliceerd. Interessant nu is het te ervaren, hoe zelfs onder hooggeleerden het oordeel over het wezen der spelling uiteenloopt. Prof. Dr. A. G. van Hamel, de bekende Philoloog, oordeelt aldus: „Mij wordt gevraagd of ik de spelling van belang acht voor het gebied, waarop ik mij beweeg. De spelling~is"natuurlijk van be lang voor ieder, dri wel eens schrijft. Wel is dat belang tamelijk gering, want spelling is een onbeteekenende zaak, die alleen uiterlijkheden raakt, (ook voor letterkun digen, al denken sommigen van hen an ders.) Het komt erop aan, dat wij lekker warme kleeren hebben, maar of zij bruin of grijs zijn, laat ons daarentegen vrij koud. Zoo is het ook met onze taal en haar spel ling. Het voornaamste belang van de spel ling heb ik altijd de eenheid gevonden. Daarom heb ik mij steeds aan de oude spelling gehouden, hoewel ik het beter vond haar te vereenvoudigen. En aan de hervormers heb ik mij al lang tot iedere vereenvoudiging bereid verklaard, mits zij niet van mij eischten, dat ik de zaak be langrijk zou vinden." Daarentegen schrijft de bekende theo loog prof. dr. H. Th. Obbink: „Wat mij in het streven naar vereenvou digde spelling hindert (voorloopig vind ik de oude spelling nog „eenvoudiger", is dat men de spelling niet behandelt als een integreerend deel van de levende taal, die met de taal is gegroeid, maar als een kunst matig element, dat men dus naar willekeur kar. veranderen zonder aan de taal zelf te raken. Voor mijn besef is de spelling een integreer end deel van de levende taal; evengoed als de taal is ook de spelling his torisch gegroeid en" heeft er recht op haar historische ontwikkeling voort te zetten. in bovengenoemd jaar verschenen, het program van het M .O. aan felle critiek te onderwerpen. Hij deed zulks op sarcastische wijze, door n.l. de reeks leervakken te doen ont spruiten aan den leergierigen geest van den 60-jarigen Zwolschen kruidenier Jan Willems, bij wien Thorbecke, een school vriend zijner jeugd, op bezoek was. Wil lems kon het maar niet verkroppen, dat hij van velerlei dingen geen verstand had. Wat drommel, dat had hem in zijn jeugd bijgebracht moeten zijn. En zoo zei hij tot zijn vriend „Thor", tegen wien hij hoog opzag: „Je moest een soort van scholen oprichten voor lui van onzen stand. De aristocratie heeft hare Latijnsche scholen en instituten. Maar wat hebben wij? Niets, niets, meneer, is er gedaan voor de kern der burgerij. Ik weet niet, of ge me begrijpt, Thor! maar ik wilde zoo'n soort school, waaraan een mensch werd be kwaam gemaakt om van alles rekenschap te kunnen geven, wat iemand zoo in het dagelijksch leven, in de natuur en ook in de politiek voorkomt. Vat ge mijn mee ning?" Thorbecke vatte het en had er wel ooren naar ook. Hij vroeg dan ook al aan stonds, of „het Nederlandsche volk zou ge baat wezen" met Latijn, waarop Willems antwoordde: „Neen, Thorretje, zulken ho cus-pocus verlangt het volk van Nederland niet". De brave kruidenier verlangde be grijpelijker kost; hij wilde „dat de jeugd op haar zeventiende jaar grondig zal we ten, wat hij op zijn zestigste met moeite trachtte te weten te komen". En zoo gingen die twee bejaarde heeren een aantal leervakken opschrijven, waar van Thorbecke zelf begon te duizelen, want de gymnastiek verdedigde hij met deze redeneering: „dan kan Nederlands jongelingschap, wier tijd we nagenoeg den geheelen dag met wetenschapelijke oefe ningen in beslag zullen moeten nemen, de meer tijdroovende beweging van het wan delen gereedelijk ontberen". Op waarlijk geestige wijze laat Jan Hol land den grooten Thorbecke inspireeren door kruidenier Willems en diens vrouw. Ja, ook diens vrouw, want haar wensch, om warenvervalschingen te kunnen con- stateeren deed aan het program toevoegen: „chemie en hare voornaamste toepassin gen". Jan Holland laat het echter niet bij cri tiek. In een „nabetrachting" zet hij uiteen, „waartoe het verplichte onderwijs aan een hoogere burgerschool zich behoorde te pen en moest 's morgens om vijf uur zich opstellen, de eene helft op de Groote Markt, de andere helft op het Voorhout. Zoo waren zij elk oogenblik klaar om op te trekken als de boeren en tuinders uit het Westland de stad naderden, met het doel hun booze plannen uit te voeren. Er gebeurde natuurlijk niets. Wel waren er yhier en daar verwonderde Roomschen, die zich afvroegen wat er nu toch eigen lijk aan de hand was. Maar vanwaar had zich dat gerucht toch verspreid? Hiervan wordt het volgende verteld. Er was in Napels in het graf van een Roomsch geestelijke een papier ge vonden, waarop geschreven stond, dat wanneer Paschen, Pinksteren en H. Sa cramentsdag vielen op de data, die we vooraf genoemd hebben, dat er dan een algemeen bloedbad zou aangericht worden. Om deze voorspelling nog geloofwaardi ger te maken, werd er bij verteld, dat in de nagelaten papieren van den laatst over leden Paus een geschrift was gevonden, waarop stond, dat in het jaar waarin men op St. Marcus Alleluja zou zingen, op den feestdag van den H. Antonius Vcni Creator en op dien van St. Jan Pange Lingua, de koning van Engeland Jacobus III op den troon hersteld werd. Dit had wel niets met ons land te maken, maar men trok het zich toch aan. Het is uiterst zelden, dat Paschen zop laat gevierd wordt. Het heeft zich voorge daan in 1641, in 1743, en de laatste maal in 1886. Ook toen is er niets gebeurd! W. W. bepalen", welke uiteenzetting nog thans hare waarde heeft. 't Is jammer, dat „De Familie Willems" van den bekeerling Vitringa z.g. hij was de vader van het insgelijks overleden oud- Kamerlid mevrouw BronsveldVitringa in het vergeetboek is geraakt. Het laat zich aangenaam lezen en is zoowaar weer actueel geworden door het tegenwoordig gemarchandeer over de spelling. Er staat n.l. ook een hoofdstuk in over de beoefe ning der Nederlandsche taal, waarmede het in Jan Hollands tijd al niet best ging en wat er sinds dien alles behalve op ver beterd is. Mede om dit hoofdstuk zou ik ieder, die in het M. O. en in onze taal belang stelt, wel willen aanraden. „De fa milie Willems" nog eens ter hand te ne men. Het geestige boek is de lezing ten volle waard gebleven. AJO.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9