25ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
BERICHT
WOENSDAG 20 JUNI 1934
No. 7841
3)e £cidóelve (Sou/fca/nt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Tooroitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week t 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné'i ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur «a
verhuur, koop en verkoop: 0.50
TWEEDE KAMER
Belasting van de doode hand
Gistermiddag is de Kamer voor het eerst
na haar tusschen-reces bijeengekomen. Het
voornaamste punt van behandeling was
wel het wetsontwerp tot heffing van een
belasting naar het vermogen van goederen
in de doode hand.
Over het algemeen werd het ontwerp ge
steund, hetgeen echter niet uitsluit, dat wel
haast iedere partij zijn eigen wenschen
te kennen gaf in den vorm van amende
menten. Alleen de heeren Kersten en
Lingbeek lieten een amendement ach
terwege, omdat zij wel inzagen, dat dit toch
niet de minste kans zou hebben. Intusschen
wisten zij beiden, tot vermaak van velen,
him rede tenslotte zoo te draaien, dat de
miillioenen der Katholieke kloosters ter
sprake kwamen. Natuurlijk werden de her
vormde en gereformeerde kerken veel
zwaarder belast dan de Roomsche Kerk.
Vandaar dan ook, dat beide heeren tegen
het ontwerp waren, tenzij de gereformeerde
kerken van de belasting uitgesloten zouden
worden. Vol verbazing vroeg de Minis
ter van Financiën, de heer Oud zioh
af waarom de heer Lingbeek hem niet uit
bundig lof toezwaaide. Hij was immers een
van degenen geweest die den minister
op het idee van deze belasting had gebracht.
Bovendien zou deze wet nog amti-protes-
tanitsch zijn. Spr. vraagt zich af_ wat erger
ds, zoo verdorven te zijn, dat men een anti-
protestantsche wet maakt, of zoo'n sukkel,
dat men niet eens merkt, dat men een anitd-
protestantsche wet maakt. Spr. vond het
heelemaal niet aardig van den heer Ling
beek.
De heer F les kens (R. K. St.) legde
namens de Katholieken de loyale verkla
ring af, dat zij over hunne bezwaren zou
den heenstappen, omdat het ontwerp zich
kennelijk zoo objectief mogelijk tegenover
deze materie stelde en alle instellingen vol
gens hetzelfde beginsel en in gelijke mate
bejegende. De heer Fleskens had een amen
dement ingediend, volgens hetwelk coöpe
raties met aandeelenkapitaal op aanwijzing
van den minister beschouwd worden als
vennootschappen, welke niet onder deze wet
vallen. Hij werd in dit amendement bijge
staan door de heeren Bierema V.D.) en
Ebels (V.B.). De heer Schouten (A.
R.) daarentegen bestreed het, daar zijns
inziens de economische bezwaren voor ge
noemde vennootschappen en coöperaties
klein waren, terwijl er andere goederen in
de doode hand zijn, waarvoor deze belas
ting veel bezwaarlijker is. Bovendien wordt
het subjectieve element zeer sterk waar
aan den minister de vaststelling van de uit
te sluiten coöperaties wordt overgelaten.
Ook de heer Vliegen (S.D.A.P.) bestreed
het amendement omdat hij vond, dat al die
amendementen de toch al moeilijke materie
nog ingewikkelder maakten. Daarom ook
was hij tegen het amendement, dat door
den heer W ij n k o o p (C.P.H.) werd inge
diend, om de vakvereenigingen van de be
lasting uit te sluiten.' Deze belasting zou
niet zwaar drukken. De heer W ij n k o o p
diende ook nog 2 amendementen in met de
strekking om de arbeidersverbruikscoöpe
raties en de Rijkspostspaarbank van de be
lasting uit te zonderen. Radicaler nog dan
de heer Fleskens was de heer Ver voorn
(Platl.), die dusdanig amendeerde dat alle
coöperaties met aandeelenkapitaal van deze
belasting uitgezonderd zouden worden.
Beide amendementen, dus die van de
heeren Fleskens en Vervoorn, werden uit
stekend door den minister bestreden.
Hij toonde n.1. aan, dat de coöperaties,
welke van deze wet uitgezonderd zouden
worden, zouden moeten vallen onder de
wet op de registratie. Deze nu vraagt 21/,
pCt. van het kapitaal, dus veel meer dan de
belasting uit het voorliggende ontwerp
voortvloeiende. Hierop trok de heer Fles
kens zijn amendement in. De heer Ver
voorn handhaafde het echter. Daarover
en over die van den heer Wijnkoop zal dus
vandaag gestemd worden.
In het begin der vergadering werd nog
besloten de interpellatie van den heer Ti-
lanus aangaande de spelling Donderdag as.
te houden.
Voorts werd de vaste commissie voor In
dische Zaken benoemd. Zij bestaat uit de
heeren v. d. Bilt (R.K.), Feber (R.K.), van
Rijk (AF.) van Boetzelaer van Dubbel
dam (C.H.), Cramer (S.D.A.P.), Joekes
(V.D.) en van Kempen (V.B.).
Ook werden nog twee interpellaties aan
gevraagd van communistische zijde, een
door den heer Schalker over de steunverla
ging en een door den heer Wijnkoop over
de politie-instructies in verband met het
toelaten enz. van vreemdelingen.
Heden wordt dus de artikelsgewijze be
handeling van de belasting van de doode
hand voortgezet. Daarna komt 't Verkeers-
fonds aan de orde.
De belasting met den
griezeligen naam
EEN VERBLUFFEND
SCHOUWSPEL
De belasting van de doode hand zal een
feit worden. Maar de discussie er over in de
Tweede Kamer heeft een verbluffend
schouwspel te zien gegeven!
Aan het overzicht in het liberale „Vader
land" onitleenen we het volgende:
„Reeds minister Treub kwam in 1915 met
een ontwerp en sindsdien werd er op en
buiten het Binnenhof meermalen met
kracht op aangedrongen om ook de „Doode
hand" in den greep van den fiscus te bren
gen. Bij sommigen, die het hardst riepen,
zat kennelijk de bedoeling voor om einde
lijk de geweldige vermogens van de R. K.
kerk en met name de geheimzinnige, boor
devolle kloosterkassen te treffen. Nu viel
het met die roomsche rijkdommen niet mee.
In die lijst, die rar. Treub destijds overlegde,
kwamen kerkgenootschappen en kerkelijke
kassen tot een bedrag van 92 miilioen gul
den voor en daarvan was slechts 23*/a mii
lioen roomsch bezit, tegen 481/ï van de Ned.
Herv. Kerk en 131/, van andere Protestant-
sche kerken. Ook vonden we nog vermeid,
dat de stijging van Protestanitsch en
Roomsch kerkelijk bezit in de laatste 25
jaar ongeveer gelijk-op ging.
Daarmee was de aardigheid er voor de
anti-papisten af. En nu zag men gisteren
het merkwaardige verschijnsel, dat bij de
algemeene beschouwingen over het wets
ontwerp-Oud de R. K. fractie zich op een
ruim standpunt stelde en bereid bleek mee
te gaan, terwijl de hevigste oppositie kwam
van de zijde der anti-papisten ds. Kersten
en ds. Lingbeek en ook uit den kring van
A.R. (prof. dr. Visscher) en C.-H. (Bakker)
verzet rees tegen de voorgenomen heffing
(ook) van voor eeredienst bestemde kapi
talen. Een verbluffend schouwspel voor wie
met de voorgeschiedenis dezer heffing be
kend is!
Aantrekkelijk kunnen wij de nieuwe be
lasting niet vinden. Dit gaat trouwens voor
iedere nieuwe heffing, die onzen belasting-
last komt verzwaren. In deze zeer moeilijke
jaren kan de vraag echter niet zijn, of een
nieuwe fiscale vondst of een verzwaring
van een bestaande belasting sympathiek
mag heeten. De vraag moet luiden: is er in
deze periode voldoende aanleiding om de
vermogens van instellingen van de doode
hand in een exceptioneele positie te laten
venkeeren? Die vraag heeft de Regeering
terecht ontkennend beantwoord.
Het ontwerp-Oud is zeer gematigd.
Wilde minister Treub tot 6 per mille gaan,
het wetsontwerp, waarmee de Tweede Ka
mer zich thans bezig houdt, bepaalt zich tot
2 0/00, terwijl de Vermogensbelasting met
inbegrip van de opcenten, welke de Doode-
handsbelasting niet kent, loopt van 2.35 tot
3.25 0/00. De raming van de opbrengst
een op weinig gegevens gebaseerde raming
bedraagt 3 miillioen gulden 's jaars. En
het crisiskarakter van de heffing is in het
w.o. neergelegd: op 1 Januari 1939 vervalt
zij naar woorden der wet. Wat de uitkomst
zal zijn van de overweging der vraag, wel
ke der heffingen van het dekkingsplan-Oud
over vijf jaar voor langer levensduur in
aanmerking komen, is een andere vraag.
Het wetsontwerp bepaalt zich niet tot
kerkelijke vermogens. Onder instellingen
van de doode hand worden begrepen coöpe
ratieve en andere stichtingen en zedelijke
lichamen, met de noodige uitzonderingen
(publiekrechtelijke lichamen, rechtsperso
nen bij of krachtens de wet ingesteld, enz.)
Het wetsontwerp onderscheidt natuurlijk
niet katholieke en protestantsche instellin
gen. Er zijn menschen in ons goede vader
land er zijn er zelfs drie in onze Tweede
Kamer die dat heelemaal niet natuurlijk
vinden. Het moge ongelooflijk klinken,
maar ds. Kersten kwam „open en rond"
verklaren, niet alleen, dat slechts de Gere
formeerde belijdenis recht heeft op steun
van de Overheid, maar dat hij belasting op
goederen „van Rome" best vindt en heffing
van Hervormde of Gereformeerde goederen
verwerpt. De heer Kersten make met eigen
geweten uit, hoe hij dit zijn standpunt in
overeenstemming brengt met letter en
geest van de ook door hem plechtig bezwo
ren bepalingen in de Grondwet, betreffen
de den godsdienst.
Ds. Lingbeek moge niet minder fel anti
papist zijn, hij is'er min of meer tacticus
I bij. De Herv. Gereformeerde staatsman valt
Iniet zoo onbehouwen uit als zijn Staatk.
Gereformeerde collega, maar hij weet niet
temin tot de conclusie te komen, dat de wet-
Oud anti-kerkelijk is; zij kent toch geen
HET DUITSCHE TRANSFER
MORATORIUM.
n.
Dultschland is er op uit om zijn export
zoo krachtig mogelijk te vergrooten. Daar
toe heeft het onder meer zijn toevlucht ge
nomen tot de scrips. De Regeering ging
uit van het feit, dat het land niet bij
machte was de rente en de aflossingen op
de buitenlandsche schulden ten volle te
betalen. Zij begon met de ver
plichtingen uit dezen hoofd voor 50 pet.
in vreemde valuta en 50 pet. in scrips
(schuldbekentenissen in marken luidende)
te betalen. Deze scrips konden alleen be
stemd worden voor den z.g. „zusatslichen"
Export, d.i. de export boven den normalen.
De normale export werd vastgesteld en
alles wat daarboven uitgevoerd werd kon
met scrips worden betaald. Deze scrips
werden tegen lagen koers verhandeld. De
Duitsche Rijksbank verklaarde zich be
reid, de scrips voor 50 pet. in cash te be
talen, zoodat exporteurs van den zusats
lichen Export voor dit gedeelte een reduc
tie van 50 pet.- der waarde kregen. Deze
reductie stelde hen in staat scherp in het
buitenland te kunnen concurreeren. De
houders van Duitsche waarden kregen voor
de vervallen rente (en in sommige ge
vallen ook voor de vervallen losbaren)
dus 75 pet. in cash (50 pot., zooais gere
geld en 50 pet. van de 50 pet. in scrips).
Nu is de handelsbalans van Nederland
met Duitschland voor ons land sterk pas
sief, hetgeen zeggen wil, dat Duitschland
meer bij ons invoert dan wij naar Duitsch
land. Wij zouden bijv. alle schulden kun
nen innen, wanneer wij van hetgeen wij
aan Duitschland te betalen hebben, de
rente etc. afhielden (clearen). Doch
Duitschland heeft zijn export-saldo, bij ons
gekweekt, noodig voor zijn verplichtingen
aan andere landen; Berlijn zou het als een
zeer vijandige daad opvatten, indien wij
daartoe zouden overgaan. De Duitschers
begrijpen natuurlijk onze verhouding; zij
beseffen vanzelfsprekend, dat er iets ir
reëels in gelegen is, dat een land een an
der land zijn schulden betaalt, maar de
schulden aan zichzelf er niet eerst van af
houdt. Vandaar, dat Berlijn een tegemoet
komende houding aanneemt en gedurende
de eerste regeling de volle 100 pet. aan
ons heeft voldaan, waartegenover wij een
extra kwantum Duitsche goederen hebben
afgenomen (rogge).
Onze houding, d.w.z. het ten volle beta
len van hetgeen wij aan Duitschland schul
dig zijn en het genoegen nemen met een
partieele betaling van hetgeen Duitschland
aan ons moet betalen, moet bezien wor
den in het licht van het internationalisme,
dat niet tijdelijk is. Dus ter wille van de
goede verstandhouding met een land, dat
voor ons op den duur van zeer groote be-
teekenis is en zal blijven, brengen wij tij
delijke offers, terwijl getracht moet wor
den, om die offgers zoo gering mogelijk te
doen zijn.
Niettegenstaande de hooger genoemde
maatregelen bleef de financieele positie
van Duitschland achteruitloopen. Het land,
dat steeds een actieve handelsbalans had,
m.a.w. Duitschland heeft steeds meer van
het buitenland te vorderen gehad dan het
had te betalen, ratuurlijk uit hoofde van
het goederenverkeeer, zag die balans om
slaan in een passieve. Er bleef dus in het
geheel niets ir.eer over voor het transfe
reeren van de bedragen, welke het schul
dig was. In stede van 50 pet. in cash en
50 pet. in scrips ging het over tot een cash-
betaling van slechts 25 pet en dus 75 pet.
in scrips, zoodat buitenlandsche rente-
crtditeuren niet meer 75 pet. in cash ont
vingen, maar 62.5 pet. (de Duitsche Rijks
bank bleet de scrips tegen 50 in cash af
lossen). De regeling met Nederland bleef
echter bestaan; onze crediteuren van
Duitschland ontvingen dus de volle 100
pet, waartegenover wij extra hoeveelhe
den Duitsche goederen afnamen.
Nu is Duitschiand overgegaan tot het
totale transfermoratorium. Het betaalt dus
uit hoofde van rente en aflossing op de
schulden niets meer in cash. Kan het land
echter grootere hoeveelheden exporteeren,
zoodat de handelsbalans voor Duitschland
actief wordt, dan zal het moratorium na
tuurlijk worden ingetrokken (wij gaan im-
genade t.a.v. de kerkelijke goederen en on
diermij rut daardoor volgens den heer Ling
beek in 't bijzonder wait hij noemt de Volks
kerk (de Ned. Herv. Kerk). En de main,
diie zioh zoo opwond, was dezelfde, doe zélf
en door bemiddeling van zijn procuratie
houder, den heer Peereboom, die korten
tijd (toen ds. Lingbeek de politieke arena
voor den kansel op Urk verwisselde) zijn
politiek in dé Kamer dreef, voor een Doo-
dehandsbelasting had geijverd. Het schijnt
dat belastingen in strijd met zeker spreek
woord slechts bemind worden, zoolang men
haar niet kent!"
mers uit van het feit, dat Duitschland te
goeder trouw is). Men tracht dus meer te
exporteeren, hetgeen het openen van be
sprekingen van land tot land noodzakelijk
maakt.
De eenige consequentie, die men uit het
moratorium moet trekken is dat Duitsch
land met elk land zal gaan onderhandelen,
hoe de Duitsche goederenbeweging kan
worden gestimuleerd ten einde de schulden
aan dat land te kunnen betalen.
Men moet, in dit licht bezien, het mora
torium dan ook beschouwen als een mijl
paal in de Duitsche economische geschie
denis,, n.L het komen tot een afdoende re
geling van de buitenlandsche financieele
positie, de eindliquidatie van een vroegere
periode. Wij zouden ons sterk vergissen,
wanneer hieruit niet veel goeds geboren
zal worden. Hierop zullen wij in ons slot
artikel terugkomen.
Minister Steenberghe
De Avondpost schrijft:
„Het kaïbinet-Colijn krijgt een nieuwen
Benjamin: 25 Juni zal Minister Steenber
ghe optreden.
Minister Oud, die 47 jaar is, was tot dus
ver de jongste in jaren; nu „neemt een
ander zijn plaats in".
De nieuwe bewindsman is pas 35 jaar,
en behoort zonder twijfel tot de jongste
ministers, die ooit in ons land zijn opgetre
den. Toen Lely in 1891 Minister van Wa
terstaat werd, was hij 37 jaar: een unicum
voor dien tijd. Later hebben we nog eenige
jongere ministers gehad: de jongste van al
len was de heer Bijleveld, die in 1919 tot
algemeene verbazing Minister van Marine
werd, 34 jaar oud: hij bleef het slechts één
jaar. Gelukkiger was de keus in mr. Don-
ner, die in 1926 aan Justitie kwam, niet
ouder dan 35 jaar. En de thans benoemde
bewindsman is even oud, of liever even
jong.
Wij gelooven, dat men zich over de be
kwaamheid van den nieuwen Minister niet
ongerust behoeft te maken. Op zeer jeug
digen leeftijd werden hem al zeer belang
rijke ambten toevertrouwd. En bij wie hem
kennen is de reputatie van zijn knapheid
algemeen."
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
DE „WELDAAD" VAN DEN
MISOOGST....
De N. T i 1 b. C r t. hield een gesprek met
een boerke ergens in de Belgische Kem
pen. Het was een mooie Zaterdagmiddag
en over het land zoo goed als over het erf
van de boerderij lag al de rust van den
komenden dag. Een kloek tokte fier en
zorgzaam bij een toom kuikens.
De boerin, dochter van den ouden boer,
keerde met den berkenbezem de stoep van
zwart zand, in mooie rechte strepen, die
eerbied afdwongen.
De man stond met zijn pijpke in de hand
geleund tegen zijn woning aan den kant,
waar de wind hem niet deren kon. Het
beeld der tevredenheid met wat God aan
den eenvoudigen werker geeft, en het beeld
ook van het vers van Jacques Perk over
den gelukkigen grijsaard in de dorps
straat: „blij dat hij leeft en leven laat".
Het verhaal luidt dus als volgt:
„In de verte neunde een koe op de wei,
een schamel beestje aan den tuierpaal
vastgebonden: met het grasrantsoen moet
men zuinig zijn, wanneer men in de zand
streek zit.
Mogen jullie koeien nog zooveel melk
geven als ze willen? En jullie kippen nog
kuikens hebben?
Genog, meugen ze da bij jullie nie?
Neen, bij ons, in het vette Holland,
mogen de koeien aan den eenen kant van
den weg maar vier liter room geven en
aan den anderen kant vijf.
Wij beperken alles. Wij steunen de be
drijven. Wij zeggen hoeveel kalveren er
mogen zijn en hoeveel biggen en hoe zwaar
ze mogen worden, en wy laten akkers
braak liggen, zooveel op de zooveel roe.
En de broeierij is stop gezet!
De zwijgzame Brabanter trok eens aan
zijn pijp.
Ja, daar had hij „zooiets van geheurd"
maar begrijpen kon hij er „niks nie" van.
Ik heb altijd gedacht, zoo peinsde hij
hard op, dat als God oe een eoe geeft, is
dat ook een gave; dat is iets en dat maakt
kïe welvaart grooter. Moedwillig beper
ken de rijke gaven van de natuur, dat kan
nooit het ware zijn.
„Heer, de menschen zijn de kluts
kwijt!"...
Men moet het wel gaan denken.
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE
BLADEN.
Zij die zich per 1 Juli a.s.
wenschen te abonneeren op „DE
LEIDSCHE COURANT*, ontvan
gen de voor dien datum verschij
nende nummers gratis.
DE ADMINISTRATIE.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Amerika overweegt clearing naar aanlei
ding van het Duitsche moratorium. (2de
blad).
BINNENLAND.
De Tweede Kamer heeft gisteren In be
handeling genomen het wetsontwerp tot
heffing van een belasting van de doode
hand. (1ste blad).
Groote brand te Vlijmen, legt vijf hulzen,
schuren en loodsen in de asch, maakt 41
personen dakloos en veroorzaakt een scha
de van 50.000. (Gem. Ber., 3des blad en
Laatste Berichten).
Vroeger kasteel te Maasbommel door
brand vernield. (Gem. Ber., 3de blad).
Brand te Eist vernietigt een boerderij en
veroorzaakt schade aan de fruitboomen.
(Gem. Ber., 3de blad).
Complot van valsche munters, die val-
sche 100.bankbiljetten maakten, ont
dekt. Zeven personen gearresteerd. De
werkplaats te Antwerpen ontdekt. (Gem.
Berichten, 3de blad en Laatste Berichten).
Bij een schermutseling te Hulsbergen
(L.) werd een inbreker door de marechaus
see doodgeschoten. (Laatste Berichten).
Twee jonge mannen vermist; vermoede
lijk in het IJsselmeer verdronken. (Laat
ste Berichten).
Er is nu droogte in de wereld. Een ge
leerde meteoroloog zeide ons, dat men de
oorzaak daarvan niet kon opsporen. De
lucht is niet droog en anderhalf jaar lang
regent het wel nu en dan, maar het kwan
tum water, dat valt, is gering. Hoe het
komt, dat is niet te achterhalen.
Intusschen dreigen de oogsten te mis
lukken en in Amerika zijn ze reeds mis
lukt.
En nu komt er een telegram zooiets
telegrafeeren ze over, uit New-York hee
lemaal, dat de secretaris van den Land
bouw verklaard heeft, na een rondreis
door de landbouwdistricten, waaar hij ge
constateerd heeft, dat de oogst gelukkig
in asch ligt, dat dat een weldaad was.
Natuurlijk, want dat bespaart weer zoo
veel arbeid aan hen, die anders het teveel
aan koren of wat er meer is, moeten ver
nietigen. De natuur werkt mede met de
plannen van den mensch!
Wat wil men, meer?
Er zijn nog altijd wel millioenen men
schen in de wereld, die nauwelijks te eten
hebben, maar de korenprijzen stijgen.
En dus geen nood, wij, die denken in
geld en niet in goederen gaven van God
voor den eenvoud van den boer uit de
zwijgende Kempen verheugen ons over
de droogte, en als straks de oogsten overal
mislukken, wat zal dan de prijs der goe
deren stijgen en wat zullen we dan een
geld verdienen!
„Hewel menier, ik zij mar eenen lompen
boer, mar ik geleuf da ze nie goed wijs
meer zijn!"
Men zou er toe komen, dat óók te „ge-
leuven'T