25ste Jaargang
No. 7838
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Mgr. Dr. ARIËNS HERDACHT
ZATERDAG 16 JUNI 1934
£eidóehe(Boii/fc<wit
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per weekf 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11)
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentien 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur efl
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Een levensschets door den Aartsbisschop
't Is een weldaad, aan ons zelf bewezen,
als wij de waarlijk grooten onder ons naar
waarde weiten te waardeeren, weten hoog
te achten en eer willen brengen.
Daardoor als wij dat doen in oprecht
heid en eenvoud worden wij zelf beter,
omdat wij zóó het voorbeeld dezer grooten
ons in helder licht en klaar sprekend voor
den geest stellen. Daardoor ook brengen
wij ten slotte eer aan onze eigen mensche-
lijke natuur, want 't zijn onze rnede-men-
schen, die wij eeren.
Vandaag brengt Katholiek Nederland, en
vele niet-Kathoiieken sluiten zich erbij aan,
eere aan den harden werker, den edelen
tmensCh, den heiligen priester mgr. dr.
Ariëns, ter wiens roemrijke nagedachtenis
te Enschedé een standbeeld is onthuld.
Bij deze, door duizenden bijgewoonden
plechtigheid heeft de Aartsbisschop Z. H.
Exc. Mgr. J. H. G. Jansen, de volgende
rede uitgesproken.
Bewonderaars, vereerders, en vrienden
van dr. Ariëns, zaliger en roemrijker ge
dachtenis.
Uit naam van Enschedé vooral, maar ook
van Steenderen en Maarssen, uit naam van
het Aartsbisdom en van geheel Nederland,
van Katholieken en niet-Kathoiieken, kom
ik hier eerbiedig niet zonder eerherstel
en hoogst dankbaar een immortellen
krans van hulde neerleggen bij het te ont
hullen standbeeld van Mgr. Dr. Alphons
Ariëns, zelf duurzamer dan metaal, door
met u eendge oogenbiikken te lezen de door
God in zijn leven gebeitelde hoofdopgave:
Dr. Ariëns, voorman en stuwer van twee
groote bewegingen in Nederland, de R. K.
Arbeidersbeweging en de R. K. Drankbe
strijding.
Dr. Ariëns, baanbreker en gangmaker,
voortrekker, aanvuurder en medestrijder in
beide genoemde bewegingen.
Door God was hij voorbestemd voor die
dubbele taak en dus door Hem voorbereid
en bekwaamd.
Helder en scherp van verstand, klaar van
oordeel, streng op studie en leefregel,
maakte hij het Klein Seminarie, of wilt gij,
het gymnasium en de 2 jaren wijsbegeerte
te Rolduc met de meest loffelijke onder
scheiding. Goedig van inborst, een voor
beeld van godsvrucht, ingetogenheid en
deugd, tot alle goed bereid.
In Rijsenburg onderging hij den machti
gen invloed van onzen grooten Doctor
Schaepman, dien hij trouw bleef. Daar werd
hij breed van blik.
Toen hij in Rome zijn doctoraat in de
'godgeleerdheid haalde, zwierf hij in de va-
canties door Italië ook' onder het volk,
daalde af in de zwaveknijnen van Sicilië
en informeerde naar de levensvoorwaar
den, de loonen en de werktijden.
„De sociale angel moet er destijds al bij
mij hebben ingezeten", schertste hij later
in een persgesprek. „Ik kwam met beslist
sociale neigingen naar Holland terug".
Zijne warme liefde voor sooiale rechtvaar
digheid zat diep geworteld in zijne priester-
ziel. In 1886 is de jonge priester, Dr. Ariëns,
naar geest en hart geschoold voor den so
cialen arbeid, die hem wacht.
„In 1885", zoo juichte Domela Nieuwen-
huis, „is de vlag van het socialisme einde
lijk in Twente geplant". De woelige jaren
der stakingen naderen, 1886, '87, '88 en de
beslissende dagen van 1890.
En zietdaar plaatst Gods Voorzienig
heid in '86 Dr. Ariëns als kapelaan in En
schedé, een der groote fabriekssteden van
het nijvere Twente.
God geeft hem bijna 15 jaren voor den
'boeg en Ariëns zet af met volle zeilen,
waarin Gods adem speelt.
Wat zalig Enschedé en Twente en heel
Nederland! Hij noemt zijn Bisschop, Mgr.
Snickers, een ideaal van een man. „Ik kan
met hem spreken vrij uit en hij schonk
mij zijn vertrouwen, mij, den jongen, pas
beginnenden kapelaan, en dan dat merk
waardige klare inzicht van den Bisschop in
een tijd, toen er nog zoo weinig sociaal be
sef leefde onder ons".
De nieuwe kapelaan, aristocraat van huis
uiit, aristooraat van geest en levensstijl,
maar met hart en ziel democraat, doet
ijverig huisbezoek, zwoegt in de zielzorg,
peilt de nooden van de textielarbeiders,
welke in die dagen een zwaren strijd had
den te voeren om een menschwaardig be
staan, en de barmhartige Samaritaan wordt
steeds meer door medelijden bewogen. Om
de voorgenomen sociale taak in de juiste
banen te leiden, maakt hij studie van de
onderscheiden sociale richtlijnen, die in
België, Frankrijk en Duitschland onder de
katholieken aan de orde van den dag waren.
Hij raadpleegde vrienden in binnen- en
buitenland. Hij schrijft sooiale artikelen en
doet ze schrijven in het weekblad van Ol-
denzaal en omstreken, dat G. Bruggeman
was begonnen in '85, en als hij dan zijn
plannen heeft overwogen en uitgewerkt,
bevordert hij in intiemen kring de oprich
ting van een katholieke Arbeidersvereni
ging, maar liet aan Deken Meurkens de eer
en de eerste leiding; deze verdween spoe
dig van het tooneel en liet het werk over
aan den nieuwen kapelaan.
Ariëns dus stichtte 24 Nov. 1889, d.i. reeds
2 jaren vóór het verschijnen van Rerum
Novarum de eerste Katholieke Arbeiders-
vereeniging in Nederland te Enschedé. Dat
kon hij toen reeds tot stand brengen, om
dat hij al jaren sooiaal dacht, sociaal voel
de, sociaal meeleefde en werkte.
't Was dan ook Ariëns, die Schiaepman in
de sociale beweging bracht en beweging
•bracht in Schaepman, totdat „de" adviseur
van de werklieden-organisatie in het Aarts
bisdom niemand anders werd dan Schaep
man.
Dat kwam, omdat Ariëns de zeldzame
kunst verstond, om anderen voor te laten
gaan en zelf bescheiden op den achtergrond
te blijven steeds overtuigd, dat anderen het
beter venstonden dan hij.
Voor ons echter blijft kapelaan Ariëns de
grondlegger van de katholieke stands- en
vakorganisatie, voor ons is hij de emancipa
tor op sociaal gebied, voor ons de kern
gezonde volksleider, die tot het volk ging
vol mededoogen met de onverdiende ellen
de en met al den gloed zijner innigste over
tuiging opkwam voor de belangen van allen,
voor de rechten vooral van de verdrukten,
het verkeerde bestrijdend en het goede er
kennend waar hij het vond met de zuiver
ste meening, vreemd van eer- en winzucht,
niets anders beoogend dan het waarachtig
welzijn des volks.
Zoo verwierf hij ongezocht de oprechte
hoogachting in breede lagen des volks, zelfs
van zijn principieel felste tegenstanders.
Een reeds langen tijd bestaande gespan
nen toestand in sommige fabrieken had in
Februari 1890 een werkstaking ten gevolge,
die door de werkgevers ten slotte beant
woord werd met de bedreiging van alge-
meene uitsluiting. Een uitsluiting, die in de
maand Mei volledig in alle fabrieken der
stad zou worden toegepast.
Een militaire bezetting der stad joeg de
spanning in de arbeiderswereld tot het
hoogtepunt op.
Het zag er dreigend uit. Ariëns vol mede
doogen over de onverdiende ellende, be
geeft zich onder het volk, socialist, protes
tant en katholiek, springt in een vergade
ring der stakers op het podium en over
reedt met overtuigende argumenten de ver
woede menigte. Vliegen zegt ons met welk
gevolg: „Een kapelaanitje liet de onverant
woordelijke staking mislukken".
De arbeiders, door Ariëns' optreden over
tuigd, dat voortzetten der staking tot geen
gunstig resultaat zou kunnen leiden, doch
slechts de ellende vermocht te vergrooten,
gingen dien middag weer aan het werk.
De leiders der staking, die niet meer in
de fabriek werden toegelaten, zijn door Dr.
Ariëns grootmoedig maandenlang uit eigen
middelen ondersteund, tot ze weer een
werkkring hadden gevonden.
Die staking had hem echter geleerd: Een
R. K. Arbeidersvereeniging is niet voldoen
de, er moet ook een Vakbond komen en
wel over geheel Twente. Met 2 knappe fa
brieksarbeiders schrijft hij vergaderingen
uit, maakt Statuten en in Febr. 1891 be
staat de eerste R. K. Fabrieksarbeiders-
bond met verschillende afdeeümgen in
Twente, waarvan kapelaan Ariëns de ziel
en de stuwkracht was.
Met beleidvol doorzicht had hij te rech
ter ure doorgetast.
Intusschen was in Mei 1891 de Encycliek
van den Paus der Werklieden, Leo XIII
verschenen, Rerum Novarum.
Ariëns bouwt zijn eerste arbeiders-tehuis
„Concordia", waarin hij zijn arbeiders gods
dienstig, zedelijk en sooiaal gaat vormen
en scholen met rotsvast geloof en grondige
'kennis, om ze te bekwamen voor de moei
lijke taak, welke hun wacht.
Met Rerum Novarum in de hand, in het
hoofd, vooral in het hart, gaat hij met volle
lust en kracht werken aan den uitbouw
der R. K. Arbeidersbeweging in Twente, in
Utrecht, in het Aartsbisdom, in geheel Ne
derland.
Hij gaat schrijven en speechen en orgarri-
seeren. Begin '93 verscheen „De Katho
lieke Werkman" onder redaotie van Dr.
Ariëns en Dr. Sloet, zijn allerbesten vriend
en raadgever tot in den dood. Dr. Ariëns
bleef redacteur tot '97.
Door dit blad vooral vormde hij het eerste
sociale keurkorps der R. K. arbeiders in
Nederland.
Wie telt de Werkldedenvereeniginigen en
vakafdeelingen, die zijn woord oprichten?
Nog geschiedt er iets, Ariëns' karakter
bijzonder teekenend.
Door het ideaal van Mgr. von Kettler ge
leid, begon de edelmoedige kapelaan in
1895 voor 40 ontslagein arbeiders te Haaks
bergen een coöperatieve weverij „De Een-
draoht", die hem zijn geheele kapitaal
zijn gouden miskelk in/begrepen en veel
verdriet gekost heeft, Ariëns, allerminst
een zakenman, kon zich niet indenken, dat
een goede daad op financieele moeilijk
heden kon vastloopen. En toen het begon
vast te loopen, achtte hij het niet beneden
zich, zeker ook uit gewetensplicht, om zelf
als niet-gesalarieerd reiziger zonder provi-
sieüoon kloosters, pastories en bekenden af
te gaan met stalen van keper en katoen,
om te voorkomen den ondergang van het
Coöperatieve weverijtje.
Naar waarheid is dit feit verheerlijkt
door het te noemen: „Succes door misluk
king".
Ideale Ariëns, fijn met uw volk mede
voelend priester, arm, rechtvaardig, nede
rig geworden tot verdwazing toe, gij hebt
de rentelooze voorschotten met hooge di-
videnten uitgekeerd, door aan Twente en
geheel Nederland een voorbeeld na te
laten van heroï'ke offerdeugd.
Dr. Ariëns, voorman en stuwer der R. K.
Dranikbestrij ding.
Voor hem was drankbestrijding geen doel
maar middel; een middel om te bereiken,
waarnaar hij streefde met heel zijn socialen
priesterziel: de godsdienstige, zedelijke en
stoffelijke verheffing der schare.
De drankbestrijding was voor hem een
sociaal werk van den eersten rang, maar
vooral een overtuiging, een liefdedrang van
den zielen-ij veraar, omdat het alcoholisme
zooveel verwoestingen aanrichtte in de zie
len.
Een geweldig groot struikelblok lag ech
ter op den weg: drinkgewoonte tot drank -
dwang, drankmisbruik tot drinkpassie, die
het godsdienstig besef ondermijnden, de
zedelijkheid in gevaar brachten, de stoffe
lijke welvaart tegen hielden, de cultureele
verheffing belemmerden, ons volk in zijn
geheel omlaag drukten.
Met man en macht dan dat blok van de
baan. De ideeën moeten worden omgezet.
Wie zag dat blok? Wie rolde het weg? Wie
zette de ideeën om? Kapelaan Ariëns. De
strijdende Kruisridder schrijft uit een
oorlog op leven en dood en predikt en pre
dikt den heiligen Kruistocht, de Kruisba
nier in de eene, bet vlammende Kruis
zwaard in de andere hand; altijd zelf voor
op, komt hij zegevierend uit den strijd.
In Febr. 1895 had hij een matigheidsge
nootschap.
In 1906 verscheen reeds het eerste num
mer van het meer wetenschappelijk gere
digeerde Tijdschrift „Sobriëtas", een feit,
dat mede op een Nationaal Drankbestrij
ders-Congres den heer Fortuyn den uit
roep ontlokte: „Gij hebt een eigen drank
bestrijding uit den grond gestampt!"
De Roomsche Drankweer in Nederland is
geheel door hem uitgebouwd; alles is van
hem; al ware dit zijn eanig levenswerk ge
weest, hij had er niet meer voor kunnen
doen.
Hij maakte van zijn Kruisverbond en
van zijn Mariavereemiging, opgevoerd bei
den tot geheelonthouding, als Kerngroep,
centrales en vormscholen van zelfbedwang
uit hoog-Christelijk beginsel.
En voor de allerzwaksten, die ook daar
nog geen redding vermochten te vinden,
bewerkte hij de stichting van een „Tehuis
voor drankzuchtigen", of verrastten zijn
vrienden hem daarmede bij gelegenheid
van hoogtijdagen in zijn leven.
„Wat een slaven bevrijd, wat een leed
verzacht, wat een tranen gedroogd, wat een
armoede voorkomen, wat een volkskracht
behouden, wat een offerzin gewekt, wat een
zielen gered!" sprak de lijkredenaar te
Maarssen.
Apostel-Drankfoestrij der.
Ontvang den dank van Twente en van
Nederland!
Maar met arbeidersbeweging en drank
bestrijding, hoofdopgave van zijn leven, is j
de rijke levenstaak van den veelzijdigen
Ariëns niet geschetst.
Geen werk van apostolaat bleef hem
vreemd; hij heeft het begonnen, gestuwd of
minstens gesteund. Zijn priesterziel drong
hem altijd meer. Als rustend priester nog
zon hij op nieuwe vormen van apostolaat,
en het geheim van Ariëns' ongelooflijke
vruchtbaarheid was, dat hij zijn geheele
priesterleven heeft gemaakt tot één offer
daad, Hij was een knecht Gods en dienaar
van Gods volk.
Nemen wij hem nog even in den geest op,
vóór het scherp gelijkend brons van den
priester Ariëns voor onze oogen wordt ont
huld.
Ariëns, schrander, fijnzinnig, fijnvoelend,
vol temperament; sprankelende geest met
levenwekkend woord en krachtig stuwende
daad; soepel, maar onweerstaanbaar; be
scheiden en toch op een ieder makend een
nooit te vergeten indruk door een bewo
gen gelaatstrek, een trilling in de stem, een
aarzeling, een vraag, een opwerping, een
slagwoord, een formuleering, een stichting:
zonder zich op te dringen altijd propagan
dist, altijd adviseur; steeds waardeerend
anderer meening, onwrikbaar geloovend in
de goede trouw van anderen; zich zelf niets,
anderen alles vergevend; met een oog, dat
nooden speurde, met een hart, dat nooden
meevoelde, met een hand, die nooden lenig
de; stoere werker, edele strijder.
Leed is hem niet gespaard. Gelouterd
heeft het hem, nooit verbitterd, nooit ge
broken. Uit de eerste rijen teruggedron
gen dan maar in de laatste en vanuit
de achterste gelederen andere strijders naar
voren gestuwd.
„Maar Doctor! Hoe houdt U het udt?",
riep een zijner vrienden hem bij zoo'n ge
legenheid toe.
En glimlachend iklonk het antwoord:
„O, ik ben als een veer. Men kan mij heel
diep neerdrukken, maar als men mij los
laat, spring ik weer op".
Dat was Ariëns op zijn subliemst.
Hij maakte school en wist zich te ver
veelvoudigen in anderen, omdat hij be
greep, wat slechts weinigen verstaan, dat
die actie dood loopt, als één alles wil doen.
Wel een der edelste zonen van 't Aarts
bisdom, van heel Nederland!
De nederige, kinderlijk gehoorzame, waar
en diep godsdienstige priester, man van
versterving, loutering en lijden, van gebed
en beschouwing; arm geworden, om ande
ren rijk te maken; licht en warmte uitstra
lend naar alle kanten; leek en priester
stichtend en opvoerend tot krachtige ge
trouwheid en hoogere volmaaktheid. Dit
weinige over Dr. Ariëns was slechts een
schets. Wij staan nog te didht op hem.
Voor ons allen, voor U en Uw nage
slacht moige Dr. Ariëns blijven voortleven
als de voorbeeldige mensch, de volkomen
ohristen-strijder, de model-priester, in
wien de rijke natuur door het genade-leven
van doopsel, vormsel en priesterschap tege
lijk met zijne volhardende medewerking
tot vollen wasdom is uitgegroeid en hon
derdvoudige vruchten heeft gedragen.
En nu onthul ik U den bronzen Ariëns,
als voortgetreden uit de dankbare harten
van zijn bewonderaars, vereerders en
vrienden, niet het minst van zijne trouwe
arbeiders, vooral van Twente. De eeuwen
trotseerend, zal hij blijven staan in En
schedé, waar hij als kapelaan het mooiste
stuk van zijn mooie leven heeft gestaan,
de stoere strijder, ouverwinbaar, in de
hitte van den dag en in storm en regen en
hagelslagen.
Zoo moge hij stand houden in Uwe har
ten de jaren nog van Uwen vergankelijken
levensstrijd, maar moge hij ook onver
woestbaar blijven voortleven in de harten
der jongeren van hunne kinderen, en
kindskinderenter navolging. Zoo zij
het!
ACHTING EN EERBIED VOOR DEN
PRIESTER.
Vóór den Aartsbischop hebben nog bij
de plechtigheid van de onthulling het
woord gevoerd jhr. mr. Ch. Ruys de Bee-
renbrouck, voorzitter van het Comité Dr.
Ariëns-monument en de heer Edo Bergs-
ma, oud-burgemeester van Enschede.
De laatste, een niet-katholiek, getuigde
in de volgende treffende verklaring van de
grootheid, die den priester Ariëns bezielde
en die hij naar buiten uitstraalde.
Inderdaad, het is goed, dat het monu
ment hem ter eere, hier te Enschede is op
gericht aldus de heer Bergsma.
Hier toch is het geweest, dat zijn fyne,
zijn aristocratische geest, zich plaatste in
de voorhoede van de handwerkers en aan
den spits van de breede scharen des
Volks; hier is het immers, dat hjj de
mannen vormde om hun kameraden
arbeiders op te voeren tot hooger peil,
waar hij in verbetering van des werkmans
woning, van zijn omgeving, zijn lectuur en
van zijn vermaken, de belangen van
lichaam en geest en ziel van de arbeiders
diende.
Hier was het, dat hij zelf, vechtend te
gen wantrouwen en tegenwerking, bot
send tegen menschen, die hij beschermen
en opvoeren wilde, in zijn werk vallend
en opstaand, diep geschokt en getroffen
en toch altijd blijmoedig voorwaarts stre
vend, zich zelf vormde tot den leider, die
zoo velen tot zegen werd.
Hier is het ook, dat hij zoo vele niet-
Roomschen achting en eerbied inboezem
de voor den priester en diens werk en
van hieruit werden de draden gesponnen
naar alle deelen van ons Vaderland, waar
Ariëns, waar „onze Doctor" zijn verheven
idealen uitdroeg zoo dikwijls och zóó
dikwijls zonder dadelijk merkbaar resul
taat, doch waarvan wij thans zoo vaak
mogen vaststellen dat hij zaad uitstrooide,
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF
BLADEN W.O. GEILL. ZONDAGS
BLAD.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Overeenstemming tusschen Hitier en
Mussolini. Hitler ziet van elke „Anschluss"-
actie in Oostenrijk af. (3e blad)
Poolsche minister vermoord. (3e blad).
Rede van Serrarens over de corporatieve
gedachte. (3e blad).
BINNENLAND.
Onthulling standbeeld mgr. dr. Ariëns
te Enschedé. (1ste blad).
Benoeming van mr. M. Steenberghe tot
Minister van Economische Zaken. (1ste
blad).
Loting voor den dienstplicht; welke in
geschrevenen vermoedelijk vrij zullen zijn.
(3de blad).
De Rijksmiddelen bleven over Mei 1.91
millioen beneden de raming. (3de blad).
Winkels in ons land; uitkomsten der be
drijf stelling van 1930. (3de blad).
Oproep voor steun aan de Missie in
Indië. (2de blad).
De afgeloopen week in het Buiten
land. (2de blad).
Radio-programma's. (2de blad).
Liturgische Weekkalender. (2de bl.)
dat later toch ontkiemde, opgroeide en
rijke vruchten droeg.
Het is mij, oud-burgemeester van En
schedé, die Dr. Ariëns gekend heb, die zijn
steun in eigen werk dankbaar genoot en
aan wien ik zelf steun in veel van zijn
arbeid heb kunnen geven het is mij
goed als niet-katholiek, dit woord van
dankbare erkenning te hebben mogen
spreken, dit woord van hulde aan een
mensch met zoo oneindig grooten men-
schenmin, aan een man, die alles offerde
aan hen die hulp behoefden en die ar
beidde nacht en dag, teneinde wie laag
stond op te heffen en te voeren naar hoo
ger en aan wien ook de burgerlijke ge
meente Enschede hartelijk dankbaar moet
zijn.
MR. M. STEENBERGHE.
MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN.
Naar wij vernemen is dezer diagen de be
noeming te verwachten van mr. M. Steen
berghe tot minister van Economische 2Jk-
ken.
In den loop van den zomer kan voorts de
benoeming van een directeur-generaal voor
den landbouw worden tegemoet gezien.
Mr. Steenberghe werd in 1899 te Lei
den geboren en is dus 35 jaar. Hij stu
deerde te Utreohit en promoveerde in 1920
als doctor in de rechtsgeleerdheid. Na zijn
promotie werd hij juridisch adviseur bij de
N.V. v. Puijenibroeks Textiel Mij te Goirle,
waar hij reeds een jaar later in de directie
werd opgenomen. Mr. Steenberghe heeft
steeds groote belangstelling getoond voor
economische en sociale vraagstukken. De
groote bekwaamheid en het buitengewone
doorzicht, dat mr. Steenberghe steeds aan
den dag legde, hébben hem reeds vroeg tot
vooraanstaande positie gebracht in diverse
ooileges en organisaties. Zoo werd hij ldd
van den Nederlandschen Werkloosheids-
raad, van den Nijverheidsraad, van de Cen
trale Commissie voor de Statistiek, van den
Hoogen Raad van Arbeid, van de Handels
politieke oommissie van den Economischen
Raad, voorzitter van het Comité van
Actie inzake contingenteering, en bestuurs
lid van de Vereeniging van Actieve Han-
delspalitiek. Ook woonde hij verschillende
internationale economische conferenties bij.
Voorts is mr. Steenberghe voorzitten van
de Algemeene R. K. Werkgevers vereeni
ging, voorzitter van het R. K. Verbond van
Werkgeversvaikvereenigingen en van de
R. K. Vereeniging van Werkgevers in de
Textielnijverheid en lid van den Raad van
Toezicht der R. K. Handelshoogeschool te
Tilburg. Mr. Steenberghe is officier in de
Oranje Nassau-orde.