25ste Jaargang No. 7838 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Mgr. Dr. ARIËNS HERDACHT ZATERDAG 16 JUNI 1934 £eidóehe(Boii/fc<wit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per weekf 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11) DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentien 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur efl verhuur, koop en verkoop: 0.50 Een levensschets door den Aartsbisschop 't Is een weldaad, aan ons zelf bewezen, als wij de waarlijk grooten onder ons naar waarde weiten te waardeeren, weten hoog te achten en eer willen brengen. Daardoor als wij dat doen in oprecht heid en eenvoud worden wij zelf beter, omdat wij zóó het voorbeeld dezer grooten ons in helder licht en klaar sprekend voor den geest stellen. Daardoor ook brengen wij ten slotte eer aan onze eigen mensche- lijke natuur, want 't zijn onze rnede-men- schen, die wij eeren. Vandaag brengt Katholiek Nederland, en vele niet-Kathoiieken sluiten zich erbij aan, eere aan den harden werker, den edelen tmensCh, den heiligen priester mgr. dr. Ariëns, ter wiens roemrijke nagedachtenis te Enschedé een standbeeld is onthuld. Bij deze, door duizenden bijgewoonden plechtigheid heeft de Aartsbisschop Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen, de volgende rede uitgesproken. Bewonderaars, vereerders, en vrienden van dr. Ariëns, zaliger en roemrijker ge dachtenis. Uit naam van Enschedé vooral, maar ook van Steenderen en Maarssen, uit naam van het Aartsbisdom en van geheel Nederland, van Katholieken en niet-Kathoiieken, kom ik hier eerbiedig niet zonder eerherstel en hoogst dankbaar een immortellen krans van hulde neerleggen bij het te ont hullen standbeeld van Mgr. Dr. Alphons Ariëns, zelf duurzamer dan metaal, door met u eendge oogenbiikken te lezen de door God in zijn leven gebeitelde hoofdopgave: Dr. Ariëns, voorman en stuwer van twee groote bewegingen in Nederland, de R. K. Arbeidersbeweging en de R. K. Drankbe strijding. Dr. Ariëns, baanbreker en gangmaker, voortrekker, aanvuurder en medestrijder in beide genoemde bewegingen. Door God was hij voorbestemd voor die dubbele taak en dus door Hem voorbereid en bekwaamd. Helder en scherp van verstand, klaar van oordeel, streng op studie en leefregel, maakte hij het Klein Seminarie, of wilt gij, het gymnasium en de 2 jaren wijsbegeerte te Rolduc met de meest loffelijke onder scheiding. Goedig van inborst, een voor beeld van godsvrucht, ingetogenheid en deugd, tot alle goed bereid. In Rijsenburg onderging hij den machti gen invloed van onzen grooten Doctor Schaepman, dien hij trouw bleef. Daar werd hij breed van blik. Toen hij in Rome zijn doctoraat in de 'godgeleerdheid haalde, zwierf hij in de va- canties door Italië ook' onder het volk, daalde af in de zwaveknijnen van Sicilië en informeerde naar de levensvoorwaar den, de loonen en de werktijden. „De sociale angel moet er destijds al bij mij hebben ingezeten", schertste hij later in een persgesprek. „Ik kwam met beslist sociale neigingen naar Holland terug". Zijne warme liefde voor sooiale rechtvaar digheid zat diep geworteld in zijne priester- ziel. In 1886 is de jonge priester, Dr. Ariëns, naar geest en hart geschoold voor den so cialen arbeid, die hem wacht. „In 1885", zoo juichte Domela Nieuwen- huis, „is de vlag van het socialisme einde lijk in Twente geplant". De woelige jaren der stakingen naderen, 1886, '87, '88 en de beslissende dagen van 1890. En zietdaar plaatst Gods Voorzienig heid in '86 Dr. Ariëns als kapelaan in En schedé, een der groote fabriekssteden van het nijvere Twente. God geeft hem bijna 15 jaren voor den 'boeg en Ariëns zet af met volle zeilen, waarin Gods adem speelt. Wat zalig Enschedé en Twente en heel Nederland! Hij noemt zijn Bisschop, Mgr. Snickers, een ideaal van een man. „Ik kan met hem spreken vrij uit en hij schonk mij zijn vertrouwen, mij, den jongen, pas beginnenden kapelaan, en dan dat merk waardige klare inzicht van den Bisschop in een tijd, toen er nog zoo weinig sociaal be sef leefde onder ons". De nieuwe kapelaan, aristocraat van huis uiit, aristooraat van geest en levensstijl, maar met hart en ziel democraat, doet ijverig huisbezoek, zwoegt in de zielzorg, peilt de nooden van de textielarbeiders, welke in die dagen een zwaren strijd had den te voeren om een menschwaardig be staan, en de barmhartige Samaritaan wordt steeds meer door medelijden bewogen. Om de voorgenomen sociale taak in de juiste banen te leiden, maakt hij studie van de onderscheiden sociale richtlijnen, die in België, Frankrijk en Duitschland onder de katholieken aan de orde van den dag waren. Hij raadpleegde vrienden in binnen- en buitenland. Hij schrijft sooiale artikelen en doet ze schrijven in het weekblad van Ol- denzaal en omstreken, dat G. Bruggeman was begonnen in '85, en als hij dan zijn plannen heeft overwogen en uitgewerkt, bevordert hij in intiemen kring de oprich ting van een katholieke Arbeidersvereni ging, maar liet aan Deken Meurkens de eer en de eerste leiding; deze verdween spoe dig van het tooneel en liet het werk over aan den nieuwen kapelaan. Ariëns dus stichtte 24 Nov. 1889, d.i. reeds 2 jaren vóór het verschijnen van Rerum Novarum de eerste Katholieke Arbeiders- vereeniging in Nederland te Enschedé. Dat kon hij toen reeds tot stand brengen, om dat hij al jaren sooiaal dacht, sociaal voel de, sociaal meeleefde en werkte. 't Was dan ook Ariëns, die Schiaepman in de sociale beweging bracht en beweging •bracht in Schaepman, totdat „de" adviseur van de werklieden-organisatie in het Aarts bisdom niemand anders werd dan Schaep man. Dat kwam, omdat Ariëns de zeldzame kunst verstond, om anderen voor te laten gaan en zelf bescheiden op den achtergrond te blijven steeds overtuigd, dat anderen het beter venstonden dan hij. Voor ons echter blijft kapelaan Ariëns de grondlegger van de katholieke stands- en vakorganisatie, voor ons is hij de emancipa tor op sociaal gebied, voor ons de kern gezonde volksleider, die tot het volk ging vol mededoogen met de onverdiende ellen de en met al den gloed zijner innigste over tuiging opkwam voor de belangen van allen, voor de rechten vooral van de verdrukten, het verkeerde bestrijdend en het goede er kennend waar hij het vond met de zuiver ste meening, vreemd van eer- en winzucht, niets anders beoogend dan het waarachtig welzijn des volks. Zoo verwierf hij ongezocht de oprechte hoogachting in breede lagen des volks, zelfs van zijn principieel felste tegenstanders. Een reeds langen tijd bestaande gespan nen toestand in sommige fabrieken had in Februari 1890 een werkstaking ten gevolge, die door de werkgevers ten slotte beant woord werd met de bedreiging van alge- meene uitsluiting. Een uitsluiting, die in de maand Mei volledig in alle fabrieken der stad zou worden toegepast. Een militaire bezetting der stad joeg de spanning in de arbeiderswereld tot het hoogtepunt op. Het zag er dreigend uit. Ariëns vol mede doogen over de onverdiende ellende, be geeft zich onder het volk, socialist, protes tant en katholiek, springt in een vergade ring der stakers op het podium en over reedt met overtuigende argumenten de ver woede menigte. Vliegen zegt ons met welk gevolg: „Een kapelaanitje liet de onverant woordelijke staking mislukken". De arbeiders, door Ariëns' optreden over tuigd, dat voortzetten der staking tot geen gunstig resultaat zou kunnen leiden, doch slechts de ellende vermocht te vergrooten, gingen dien middag weer aan het werk. De leiders der staking, die niet meer in de fabriek werden toegelaten, zijn door Dr. Ariëns grootmoedig maandenlang uit eigen middelen ondersteund, tot ze weer een werkkring hadden gevonden. Die staking had hem echter geleerd: Een R. K. Arbeidersvereeniging is niet voldoen de, er moet ook een Vakbond komen en wel over geheel Twente. Met 2 knappe fa brieksarbeiders schrijft hij vergaderingen uit, maakt Statuten en in Febr. 1891 be staat de eerste R. K. Fabrieksarbeiders- bond met verschillende afdeeümgen in Twente, waarvan kapelaan Ariëns de ziel en de stuwkracht was. Met beleidvol doorzicht had hij te rech ter ure doorgetast. Intusschen was in Mei 1891 de Encycliek van den Paus der Werklieden, Leo XIII verschenen, Rerum Novarum. Ariëns bouwt zijn eerste arbeiders-tehuis „Concordia", waarin hij zijn arbeiders gods dienstig, zedelijk en sooiaal gaat vormen en scholen met rotsvast geloof en grondige 'kennis, om ze te bekwamen voor de moei lijke taak, welke hun wacht. Met Rerum Novarum in de hand, in het hoofd, vooral in het hart, gaat hij met volle lust en kracht werken aan den uitbouw der R. K. Arbeidersbeweging in Twente, in Utrecht, in het Aartsbisdom, in geheel Ne derland. Hij gaat schrijven en speechen en orgarri- seeren. Begin '93 verscheen „De Katho lieke Werkman" onder redaotie van Dr. Ariëns en Dr. Sloet, zijn allerbesten vriend en raadgever tot in den dood. Dr. Ariëns bleef redacteur tot '97. Door dit blad vooral vormde hij het eerste sociale keurkorps der R. K. arbeiders in Nederland. Wie telt de Werkldedenvereeniginigen en vakafdeelingen, die zijn woord oprichten? Nog geschiedt er iets, Ariëns' karakter bijzonder teekenend. Door het ideaal van Mgr. von Kettler ge leid, begon de edelmoedige kapelaan in 1895 voor 40 ontslagein arbeiders te Haaks bergen een coöperatieve weverij „De Een- draoht", die hem zijn geheele kapitaal zijn gouden miskelk in/begrepen en veel verdriet gekost heeft, Ariëns, allerminst een zakenman, kon zich niet indenken, dat een goede daad op financieele moeilijk heden kon vastloopen. En toen het begon vast te loopen, achtte hij het niet beneden zich, zeker ook uit gewetensplicht, om zelf als niet-gesalarieerd reiziger zonder provi- sieüoon kloosters, pastories en bekenden af te gaan met stalen van keper en katoen, om te voorkomen den ondergang van het Coöperatieve weverijtje. Naar waarheid is dit feit verheerlijkt door het te noemen: „Succes door misluk king". Ideale Ariëns, fijn met uw volk mede voelend priester, arm, rechtvaardig, nede rig geworden tot verdwazing toe, gij hebt de rentelooze voorschotten met hooge di- videnten uitgekeerd, door aan Twente en geheel Nederland een voorbeeld na te laten van heroï'ke offerdeugd. Dr. Ariëns, voorman en stuwer der R. K. Dranikbestrij ding. Voor hem was drankbestrijding geen doel maar middel; een middel om te bereiken, waarnaar hij streefde met heel zijn socialen priesterziel: de godsdienstige, zedelijke en stoffelijke verheffing der schare. De drankbestrijding was voor hem een sociaal werk van den eersten rang, maar vooral een overtuiging, een liefdedrang van den zielen-ij veraar, omdat het alcoholisme zooveel verwoestingen aanrichtte in de zie len. Een geweldig groot struikelblok lag ech ter op den weg: drinkgewoonte tot drank - dwang, drankmisbruik tot drinkpassie, die het godsdienstig besef ondermijnden, de zedelijkheid in gevaar brachten, de stoffe lijke welvaart tegen hielden, de cultureele verheffing belemmerden, ons volk in zijn geheel omlaag drukten. Met man en macht dan dat blok van de baan. De ideeën moeten worden omgezet. Wie zag dat blok? Wie rolde het weg? Wie zette de ideeën om? Kapelaan Ariëns. De strijdende Kruisridder schrijft uit een oorlog op leven en dood en predikt en pre dikt den heiligen Kruistocht, de Kruisba nier in de eene, bet vlammende Kruis zwaard in de andere hand; altijd zelf voor op, komt hij zegevierend uit den strijd. In Febr. 1895 had hij een matigheidsge nootschap. In 1906 verscheen reeds het eerste num mer van het meer wetenschappelijk gere digeerde Tijdschrift „Sobriëtas", een feit, dat mede op een Nationaal Drankbestrij ders-Congres den heer Fortuyn den uit roep ontlokte: „Gij hebt een eigen drank bestrijding uit den grond gestampt!" De Roomsche Drankweer in Nederland is geheel door hem uitgebouwd; alles is van hem; al ware dit zijn eanig levenswerk ge weest, hij had er niet meer voor kunnen doen. Hij maakte van zijn Kruisverbond en van zijn Mariavereemiging, opgevoerd bei den tot geheelonthouding, als Kerngroep, centrales en vormscholen van zelfbedwang uit hoog-Christelijk beginsel. En voor de allerzwaksten, die ook daar nog geen redding vermochten te vinden, bewerkte hij de stichting van een „Tehuis voor drankzuchtigen", of verrastten zijn vrienden hem daarmede bij gelegenheid van hoogtijdagen in zijn leven. „Wat een slaven bevrijd, wat een leed verzacht, wat een tranen gedroogd, wat een armoede voorkomen, wat een volkskracht behouden, wat een offerzin gewekt, wat een zielen gered!" sprak de lijkredenaar te Maarssen. Apostel-Drankfoestrij der. Ontvang den dank van Twente en van Nederland! Maar met arbeidersbeweging en drank bestrijding, hoofdopgave van zijn leven, is j de rijke levenstaak van den veelzijdigen Ariëns niet geschetst. Geen werk van apostolaat bleef hem vreemd; hij heeft het begonnen, gestuwd of minstens gesteund. Zijn priesterziel drong hem altijd meer. Als rustend priester nog zon hij op nieuwe vormen van apostolaat, en het geheim van Ariëns' ongelooflijke vruchtbaarheid was, dat hij zijn geheele priesterleven heeft gemaakt tot één offer daad, Hij was een knecht Gods en dienaar van Gods volk. Nemen wij hem nog even in den geest op, vóór het scherp gelijkend brons van den priester Ariëns voor onze oogen wordt ont huld. Ariëns, schrander, fijnzinnig, fijnvoelend, vol temperament; sprankelende geest met levenwekkend woord en krachtig stuwende daad; soepel, maar onweerstaanbaar; be scheiden en toch op een ieder makend een nooit te vergeten indruk door een bewo gen gelaatstrek, een trilling in de stem, een aarzeling, een vraag, een opwerping, een slagwoord, een formuleering, een stichting: zonder zich op te dringen altijd propagan dist, altijd adviseur; steeds waardeerend anderer meening, onwrikbaar geloovend in de goede trouw van anderen; zich zelf niets, anderen alles vergevend; met een oog, dat nooden speurde, met een hart, dat nooden meevoelde, met een hand, die nooden lenig de; stoere werker, edele strijder. Leed is hem niet gespaard. Gelouterd heeft het hem, nooit verbitterd, nooit ge broken. Uit de eerste rijen teruggedron gen dan maar in de laatste en vanuit de achterste gelederen andere strijders naar voren gestuwd. „Maar Doctor! Hoe houdt U het udt?", riep een zijner vrienden hem bij zoo'n ge legenheid toe. En glimlachend iklonk het antwoord: „O, ik ben als een veer. Men kan mij heel diep neerdrukken, maar als men mij los laat, spring ik weer op". Dat was Ariëns op zijn subliemst. Hij maakte school en wist zich te ver veelvoudigen in anderen, omdat hij be greep, wat slechts weinigen verstaan, dat die actie dood loopt, als één alles wil doen. Wel een der edelste zonen van 't Aarts bisdom, van heel Nederland! De nederige, kinderlijk gehoorzame, waar en diep godsdienstige priester, man van versterving, loutering en lijden, van gebed en beschouwing; arm geworden, om ande ren rijk te maken; licht en warmte uitstra lend naar alle kanten; leek en priester stichtend en opvoerend tot krachtige ge trouwheid en hoogere volmaaktheid. Dit weinige over Dr. Ariëns was slechts een schets. Wij staan nog te didht op hem. Voor ons allen, voor U en Uw nage slacht moige Dr. Ariëns blijven voortleven als de voorbeeldige mensch, de volkomen ohristen-strijder, de model-priester, in wien de rijke natuur door het genade-leven van doopsel, vormsel en priesterschap tege lijk met zijne volhardende medewerking tot vollen wasdom is uitgegroeid en hon derdvoudige vruchten heeft gedragen. En nu onthul ik U den bronzen Ariëns, als voortgetreden uit de dankbare harten van zijn bewonderaars, vereerders en vrienden, niet het minst van zijne trouwe arbeiders, vooral van Twente. De eeuwen trotseerend, zal hij blijven staan in En schedé, waar hij als kapelaan het mooiste stuk van zijn mooie leven heeft gestaan, de stoere strijder, ouverwinbaar, in de hitte van den dag en in storm en regen en hagelslagen. Zoo moge hij stand houden in Uwe har ten de jaren nog van Uwen vergankelijken levensstrijd, maar moge hij ook onver woestbaar blijven voortleven in de harten der jongeren van hunne kinderen, en kindskinderenter navolging. Zoo zij het! ACHTING EN EERBIED VOOR DEN PRIESTER. Vóór den Aartsbischop hebben nog bij de plechtigheid van de onthulling het woord gevoerd jhr. mr. Ch. Ruys de Bee- renbrouck, voorzitter van het Comité Dr. Ariëns-monument en de heer Edo Bergs- ma, oud-burgemeester van Enschede. De laatste, een niet-katholiek, getuigde in de volgende treffende verklaring van de grootheid, die den priester Ariëns bezielde en die hij naar buiten uitstraalde. Inderdaad, het is goed, dat het monu ment hem ter eere, hier te Enschede is op gericht aldus de heer Bergsma. Hier toch is het geweest, dat zijn fyne, zijn aristocratische geest, zich plaatste in de voorhoede van de handwerkers en aan den spits van de breede scharen des Volks; hier is het immers, dat hjj de mannen vormde om hun kameraden arbeiders op te voeren tot hooger peil, waar hij in verbetering van des werkmans woning, van zijn omgeving, zijn lectuur en van zijn vermaken, de belangen van lichaam en geest en ziel van de arbeiders diende. Hier was het, dat hij zelf, vechtend te gen wantrouwen en tegenwerking, bot send tegen menschen, die hij beschermen en opvoeren wilde, in zijn werk vallend en opstaand, diep geschokt en getroffen en toch altijd blijmoedig voorwaarts stre vend, zich zelf vormde tot den leider, die zoo velen tot zegen werd. Hier is het ook, dat hij zoo vele niet- Roomschen achting en eerbied inboezem de voor den priester en diens werk en van hieruit werden de draden gesponnen naar alle deelen van ons Vaderland, waar Ariëns, waar „onze Doctor" zijn verheven idealen uitdroeg zoo dikwijls och zóó dikwijls zonder dadelijk merkbaar resul taat, doch waarvan wij thans zoo vaak mogen vaststellen dat hij zaad uitstrooide, DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN W.O. GEILL. ZONDAGS BLAD. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Overeenstemming tusschen Hitier en Mussolini. Hitler ziet van elke „Anschluss"- actie in Oostenrijk af. (3e blad) Poolsche minister vermoord. (3e blad). Rede van Serrarens over de corporatieve gedachte. (3e blad). BINNENLAND. Onthulling standbeeld mgr. dr. Ariëns te Enschedé. (1ste blad). Benoeming van mr. M. Steenberghe tot Minister van Economische Zaken. (1ste blad). Loting voor den dienstplicht; welke in geschrevenen vermoedelijk vrij zullen zijn. (3de blad). De Rijksmiddelen bleven over Mei 1.91 millioen beneden de raming. (3de blad). Winkels in ons land; uitkomsten der be drijf stelling van 1930. (3de blad). Oproep voor steun aan de Missie in Indië. (2de blad). De afgeloopen week in het Buiten land. (2de blad). Radio-programma's. (2de blad). Liturgische Weekkalender. (2de bl.) dat later toch ontkiemde, opgroeide en rijke vruchten droeg. Het is mij, oud-burgemeester van En schedé, die Dr. Ariëns gekend heb, die zijn steun in eigen werk dankbaar genoot en aan wien ik zelf steun in veel van zijn arbeid heb kunnen geven het is mij goed als niet-katholiek, dit woord van dankbare erkenning te hebben mogen spreken, dit woord van hulde aan een mensch met zoo oneindig grooten men- schenmin, aan een man, die alles offerde aan hen die hulp behoefden en die ar beidde nacht en dag, teneinde wie laag stond op te heffen en te voeren naar hoo ger en aan wien ook de burgerlijke ge meente Enschede hartelijk dankbaar moet zijn. MR. M. STEENBERGHE. MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN. Naar wij vernemen is dezer diagen de be noeming te verwachten van mr. M. Steen berghe tot minister van Economische 2Jk- ken. In den loop van den zomer kan voorts de benoeming van een directeur-generaal voor den landbouw worden tegemoet gezien. Mr. Steenberghe werd in 1899 te Lei den geboren en is dus 35 jaar. Hij stu deerde te Utreohit en promoveerde in 1920 als doctor in de rechtsgeleerdheid. Na zijn promotie werd hij juridisch adviseur bij de N.V. v. Puijenibroeks Textiel Mij te Goirle, waar hij reeds een jaar later in de directie werd opgenomen. Mr. Steenberghe heeft steeds groote belangstelling getoond voor economische en sociale vraagstukken. De groote bekwaamheid en het buitengewone doorzicht, dat mr. Steenberghe steeds aan den dag legde, hébben hem reeds vroeg tot vooraanstaande positie gebracht in diverse ooileges en organisaties. Zoo werd hij ldd van den Nederlandschen Werkloosheids- raad, van den Nijverheidsraad, van de Cen trale Commissie voor de Statistiek, van den Hoogen Raad van Arbeid, van de Handels politieke oommissie van den Economischen Raad, voorzitter van het Comité van Actie inzake contingenteering, en bestuurs lid van de Vereeniging van Actieve Han- delspalitiek. Ook woonde hij verschillende internationale economische conferenties bij. Voorts is mr. Steenberghe voorzitten van de Algemeene R. K. Werkgevers vereeni ging, voorzitter van het R. K. Verbond van Werkgeversvaikvereenigingen en van de R. K. Vereeniging van Werkgevers in de Textielnijverheid en lid van den Raad van Toezicht der R. K. Handelshoogeschool te Tilburg. Mr. Steenberghe is officier in de Oranje Nassau-orde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1