25ste Jaargang VRIJDAG 15 JUNI 1934 No. 7837 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Waar de lichaamselectriciteit wordt geregistreerd Prof. Rademaker over het Physiologisch Laboratorium VOORNAAMSTE NIEUWS. BINNENLAND DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Toonritbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bjj vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 [f GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11)j DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur ca verhuur, koop en verkoop: 0.50 ONZE EIGEN SLEUTELSTAD Einthovens snaargalvanometer In Leiden kwam de eerste verbinding met Indië tot stand Een boek met zeven sloten. Point n'est besoin d' espérer pour entre- prendre, ni de réussir pour persévérer. Verwachting koesteren is niet' noodig om iets aan te pakken, noch succes boeken om vol te houden. Aan deze fiere spreuk van Willem van Oranje werden wij eenige weken geleden bij ons bezoek aan prof. de Sitter herin nerd door een bord aan de wand van zijn studeervertrek. Het was door zijn dochter gemaakt en gaf de toepasselijke spreuk weer tegen een achtergrond van sterren en sterrennevels. Onwillekeurig schoten ons deze woor den te binnen, toen wij stonden voor de deur van het Physiologisch Laboratorium van prof. Rademaker. Met de beschrijving van de werkzaam heden en de beteekenis van onze goede vaderstad Leiden hebben wij een taak op ons genomen, welke uiterst dankbaar is en onszelf de grootste voldoening schenkt, maar aan den anderen kant is het geen lichte taak. Vooral het weergeven van de beteekenis en de belangrijkheid onzer Academie, met haar velerlei wetenschap pelijke kanten en haar instellingen, die zoo'n geweldig gebied van het mensche- lijk denken en vorschen omvatten, stelt ons dikwijls voor een moeilijke opgave. Voor den doorsnee-Leidenaar is het Physiologisch Laboratorium aan de Zon neveldstraat een boek met zeven sloten. Nu is het weliswaar een steevaste gewoon te, dat een rechtgeaard Leidenaar geen enkele van de vele Leidsche musea, stede lijke instellingen, bezienswaardigheden en wetenswaardigheden kent, maar aan deze Leidsche laksheid is het ditmaal toch niet te wijten, wanneer u niet op de hoogte bent met het Physiologisch Laboratorium. Want iemand, die er niets te maken heeft, komt er niet in. Als uw hart niet in orde is, dan hebt u wel eens kans er te komen. De onderzoekingen n.l., welke daar ■worden verricht, hebben ten doel de func ties van de menschelijke organen te leeren kennen en dat gebeurt natuurlijk niet louter uit zucht om wat meer te weten, maar vooral om de oorzaken te weten te komen van verschillende stoornissen in 's menschen lichaam en ze te kunnen ge nezen. Wanneer iemand de .een of andere on gesteldheid heeft opgeloopen, waarvan de oorzaak niet direct voor een leekenoog zichtbaar is, hoort men vaak de verzuch ting: „Hoe komt 'n mensch daaraan?" En dan volgt nog wel eens het gevatte ant woord: „Vraag liever, hoe je eraf komt". Toch kan in de meeste gevallen geen antwoord gegeven worden op de vraag: „hoe kom ik eraf", als niet eerst de vraag: „hoe kom ik eraan" beantwoord is; om de stoornis weg te nemen, moet men immers de oorzaak verwijderen. De processen in onze organen. Die oorzaak zit nogal eens van binnen, in de organen van den mensch, en van daar dat de bestudeering van de proces sen in die organen van zoo buitengewoon groote beteekenis is. Sommige van deze processen zijn van scheikundigen aard, zooals in de stofwis selingsorganen, nieren, maag, darmen enz. Andere zijn van electrischen aard. Elke actie in ons lichaam gaat n.l. gepaard met electrische potentiaalverschillen, electri- sche stroompjes dus, die gemeten kunnen worden. Het is derhalve duidelijk, dat op het terrein van de Physiologie plaats is voor allerlei specialisten. „Heinsius, die van 18671884 hoog leeraar was in de Physiologie, was een chemicus aldus prof. dr. G. G. J. Rade maker die zoo vriendelijk was, ons te wil len inlichten over zijn laboratorium mijn voorganger professor Einthoven legde zich speciaal toe op de electro-phy- siologie en ik houd mij in hoofdzaak bezig met het onderzoek naar de werkzaamheid van de hersenen en van het evenwichts orgaan". „Hoe doet u dat, professor?" Prof. Dr. G. G. J. RADEMAKER. „Voornamelijk door onderzoek op die ren en wel met behulp van vertraagde films en van de microscoop, 's Zomers werk ik veel in Parijs aan de Salpetrière, het groote Fransche centrale ziekenhuis, waar ik gelegenheid heb om vergelijkin gen te maken met de overeenkomende verschijnselen bij menschen. Voor het on derzoek leenen zich het best personen, die door een ongeluk een beschadiging van de hersens hebben opgeloopen. Bij hen kan men het zuiverste nagaan, welken in vloed het beschadigen of vernielen van een bepaald gedeelte der hersenen heeft. Nemen wij dan in de practijk dezelfde verschijnselen bij een patiënt waar, dan kunnen wij concludeeren waar de oorzaak van de storing gelegen is". Hoe blijven wij staan? „Kunt u ons iets meer vertellen van dat evenwichtsorgaan?" „Zeker, dat is een orgaan, dat achter ons oor is gelegen, in het z.g. labyrinth. Het is jgevuld met een zekere soort vloei stof. In normale omstandigheden bemer ken wij er niets van; slechts als het ge prikkeld wordt bijv. in een trein of nog meer op een boot op zee, begint het zich te manifesteeren. De gevolgen zijn dan misselijkheid en de zoozeer gevreesde zeeziekte. Nu moet u niet denken, dat wij het absoluut noodig hebben om overeind te kunnen blijven staan. Op een plat vlak bijv. is het nog best mogelijk om ook zon der evenwichtsorgaan in evenwicht te blijven. Dan helpen de oogen een handje mee en de prikkels uit de spieren en de gewrichten. Maar wanneer iemand zonder evenwichtsorgaan op een hellend vlak ge zet wordt, dan tuimelt hij om. Over den invloed welke deze verschillende fac toren afzonderlijk uitoefenen, heb ik "een boek geschreven „Het Staan". Wij kunnen thans bij bepaalde stoornissen in den gang van iemand nagaan, waar de oorzaak ligt". „Worden hier nog andere onderzoekin gen verricht, professor" vroegen wij ver der. De snaargalvanometer. „Het werk van prof. Einthoven wordt natuurlijk voortgezet. Zijn meest bekende uitvinding is de constructie van den snaar galvanometer in het jaar 1903. Deze be staat uit een 2 a 3 micra (1 micra is één duizendste millimeter!) dikke vergulde met goud bestoven kwartsdraad, welke tusschen de polen van een krachtige electromagneet is gespannen. Gaat er een stroom door deze draad, dan wijkt hij af in het magnetische kracht veld en deze uitslagen kunnen fotogra fisch worden vastgelegd. Zooals u weet, heeft Einthoven voor deze uitvinding den Nobelprijs gekregen. De snaargalvanome ter is n.l. een zeer belangrijk middel om de juiste aard van hartaandoeningen op te sporen. Bij eiken hartslag treden electrische stroompjes op en hoe gering deze ook zijn, toch zijn ze voldoende om den uiterst gevoeligen snaargalvanometer te doen uitslaan. Zelfs de zooveel gerin gere electrische stroompjes van het zenuw stelsel kunnen gemeten worden, maar die worden eerst vóór-versterkt, wat bij de tegenwoordige ontwikkeling van de radio- versterkingslampen een klein kunstje meer is". Prof. Rademaker toonde ons dit instru ment. De patient komt in een „electrische stoel" te zitten en heeft niets anders te doen dan zijn handen en zijn linkervoet in een zoutwater bad te steken en verder rustig te blijven. In een ander locaal staat de galvanometer opgesteld, zoo goed mogelijk afgeschermd tegen electrische in vloeden van buiten, zooals de inductie- stroomen van het ijzer- en staalwerk en van de electrische tram. Wij zagen ook de resultaten opgeteekend op lange strooken films, welke men electro-cardiogrammen noemt. Zoo'n electrische hartsbeschrijving zooals men het vreemde woord zou kunnen vertalen ziet eruit als een dicht opeen gedrongen koortslijstje met regel matig terugkeerende toppen. Aan deze toppen kan men zien, in welk gedeelte van het hart de bron der storing ligt. Het onderzoek van de hartpatiënten is opge dragen aan dr. Hoogerwerff. „Op het oogenblik zijn wij in samen werking met prof. v. Gilse bezig om de actie-stroomen van de gehoorzenuwen te onderzoeken, ten einde uit te vinden in welk deel van het oor bepaalde gehoor- stoornissen liggen en hoe deze stoornissen te verhelpen. Sommige ooren zijn n.l. on gevoelig voor hooge, andere voor lage to nen. Deze onderzoekingen bevinden zich echter nog in het beginstadium. Prof. Einthoven legde zich toe op het onderzoek van de electrische stroomen van het hart. Tegenwoordig is dat ook uitge breid tot de electrische verschijnselen van de spieren, van de zenuwen en van de hersenschors". De eerste draadlooze verbinding met Indië Die snaargalvanometer heeft het land nog op een vrij onverwachte wijze ge diend. Tijdens den oorlog is hij n.l. door ir. Einthoven, een zoon van den Leidschen hoogleeraar, ingericht voor draadlooze verbinding met Indië. Als antenne diende toen een draad, gespannen tusschen de to rens van de St. Petruskerk en de St. Lo- dewijkskerk. Velen zullen zich die antenne nog wel herinneren, omdat de daken in die dagen nog geen antennepalenbosschen waren en ieder spoor van de toenmaals nog zoo geheimzinnige aethergolven de aandacht trok. Maar weinigen wisten, dat het niet de pastoor van de Petrusparoshie was, die deze draad voor z'n draadlooze liefhebberijen noodig had, maar dat het de eerste radio-verbinding tusschen Neder land en Indië was. Men bediende zich toen nog van de lange golf en gebruikte alleen morse-seinen, die op een fotografische plaat zichtbaar werden gemaakt; de radio telefonie was nog niet aan de orde. Toen later de lange golf verlaten werd en de korte en ultra-korte golven hun betere bruikbaarheid bewezen hadden, werd de installatie afgebroken. Dat in den oorlogs tijd een dergelijke verbinding met onze overzeesche gewesten streng geheim ge houden werd, is te begrijpen. Zelfs het personeel wist niet wat er gaande was. Prof. Einthoven was trouwens een uiterst zwijgzaam en gesloten man, jarenlang wilde hij zich bijv. ook niet uitlaten over de samenstelling van de snaar in zijn gal vanometer. Dat kostte hem bijna zijn re putatie, want elders ging men eveneens experimenteeren en bereikte, doordat de nagemaakte snaren minder gevoelig wa ren, niet die resultaten, welke Einthoven beweerde te hebben bereikt, en aan welke men daarom begon te twijfelen. Door een typische associatie van ge dachten denken wij hier opeens aan den bronzen kop van Einthoven, welke wij op een der tafels van de collegezaal van het laboratorium zagen staan en die bestemd is om eerstdaags tegen den wand te prij ken. Een denkende kop met een gesloten mond. Krop en z'n oorzaken. Op onzen vraag of de genoemde onder zoekingen de eenige waren, welke den laatsten tijd zijn gedaan wees prof. Rade- maker nog op de studie van dr. Maas, den directeur van het Academisch Ziekenhuis, die een jaar geleden gepromoveerd is op een proefschrift, geschreven naar aanleiding van een onderzoek over den invloed van de voeding op het ontstaan van schildkliervergrooting, de z.g. struma of krop. Er zjjn twee soorten van krop, de z.g. Basedowsche ziekte, waarvan be halve de schildklier zwelling ook het uit puilen der oogen een typisch verschijnsel is, en vervolgens de struma, welke in be paalde bergstreken inheemsch is, zooals in Zwitserland en in de Karpathen. Het is dr. Maas gelukt, den invloed van het voed sel op het ontstaan van deze ziektever schijnselen vast te stellen. „Verder ben ik met Dr. ter Braak be zig aldus prof. Rademaker met een onderzoek naar verschillende optische reacties, zooals afstand schatten, afweer- bewegingen e.d. Nagegaan wordt, welke deelen van de hersens daarvoor noodig zijn. Ik doe dat vooral met het oog op de afwijkingen welke zich in de neurologische kliniek plegen voor te doen. Hier ziet u weer, dat ik mijn aard niet verloochen; ik ben van huis uit geen physioloog, maar clinicus. Ik heb altijd in de practijk gezeten, eerst in het Haagsche ziekenhuis en daarna in Indië, in Soerabaja". „Interessant zijn ook de onderzoekingen naar de werkzaamheid van de klieren met inwendige secretie, klieren die binnen in het lichaam stoffen afscheiden, zooals bijv. de alvleeschklier (wanneer die niet langer insuline afscheidt, volgt suikerziekte), de bijnier e.d. Deze onderzoekingen worden hier niet verricht, wel in Amsterdam, waar men een speciale afdeeling daar voor heeft. Voor dit onderzoek is de nabij heid van een groot abattoir noodzakelijk. Amsterdam staat daarvoor in verbinding met Oss, met de slachterijen van Zwanen berg". „Hollywood" in Leiden. Prof. Rademaker leidde ons ten slotte door zijn laboratorium rond en toonde ons o.a. zijn in aanbouw zijnd filmatelier. U hebt waarschijnlijk nooit geweten, dat er een Leidsch „Hollywood" bestond, zoo vlak in de buurt! En toch wordt er hier heel wat afgefilmd, doch de films, welke hier gemaakt worden, zijn niet van de soort, welke in de bioscooptheaters in trek zijn. Zij vormen de documenten van het wetenschappelijk werk, dat in het Physio logisch Laboratorium wordt verricht, een arbeid, dien wij in deze paar regels heb ben willen schetsen. Mr. H. F. A. GEISE. Het Marxisme verlaten. Wij hebben in den Leidschen gemeente raad meermalen bij de behandeling der gemeentebegrooting en ook bij andere ge legenheden een debat gehoord over.... het Marxisme. Het, inmiddels afgetreden, communistisch Raadslid dr. Knuttel, ver weet dan aan de S. D. A. P., dat zij het Marxisme had verlaten, in strijd met het Marxisme sprak en handelde. Wij hebben vaak van de betoogen van dr. Knuttel in zekeren zin genoten, omdat ze zoo logisch en klemmend waren. De communist dr. Knuttel behoorde in den Raad tot onze radicaalste tegenstanders, zijn levens-inzicht en wereld-beschouwing ach ten we funest, noodlottig voor individu en samenleving, daar zij is in merg en been godsdienstloos en anti-godsdienstig, maar uitgaande van den grondslag van zijn be ginselen, zijn marxistische beginselen, wa ren zijn betoogen logisch. Het verweer van de S. D. A. P., door monde van mr. v. Eek, daartegenover, dat de S. D. A. P. wél marxistisch was maar dan op haar manier, brak af tegen de logica dezer betoogen. Nu komt echter dr. W. van Ravesteijn, die, na langen tijd communist te zijn ge weest, toegetreden is tot de S. D. A. P., in de socialistische pers van gisteravond rond uit verklaren dat ..och iedereen, nu hü van communist S. D. A. P.'er is geworden, we ten kan, dat hij het Marxisme heeft verla ten. Dit is een bevestiging van wat dr. Knut tel en wij waren het in deze met hem zoo volkomen eens zoo herhaaldelijk in den Leidsche gemeenteraad heeft betoogd. De S. D. A. P. is, als zoodanig, niet ras echt Marxistisch; 't lijkt er zelfs niet op. En wij hebben nooit goed begrepen, waarom er in de S. D. A. P. leden zijn, die zoo graag die kwalificatie van „Marxis tisch" willen behouden een kwalificatie, welke ieder, die den Godsdienst erkent en aanvaardt, moet afstooten en tot verzet dringen. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. BUITENLAND. Hitler's bezoek aan Mussolini. (2de blad) Afkondiging van een Transfermorato rium door Duitschland. (2de blad). In verband met de jongste aanslagen wendt Oostenrijk zich tot Italië. (2de blad). BINNENLAND. Prinses Juliana naar Engeland. (1ste blad). Postzegelautomaten aan de postkantoren? (lste blad). Geen nieuwe heffing op koffie, (lste blad). Natuurlijk ligt in het feit, dat de S. D. A. P. niet ras-echt Marxistisch is, niet opge sloten, dat een Katholiek S. D. A. P.'er kan zijn. Al is de S. D. A. P. niet ras-echt Marxis tisch, zij heeft toch niet alle consequenties, die uit het Marxisme voortvloeien, afge zworen! Maar: zelfs al had zij dat gedaan (wat geenszins het geval is), dan nog zou er een principieele tegenstelling blijven bestaan tusschen Katholiek en S. D. A. P.'er. Er zou op bepaalde terreinen meerdere samenwer king mogelijk zijn, maar er zou een princi- piëele tegenstelling blijven bestaan. Met het Marxisme gooit de S. D. A. P. niet overboord haar principieele godsdienst loosheid en haar in velerlei practijk anti godsdienstige opvattingen. POSTZEGELAUTOMATEN AAN DE POSTKANTOREN? Dag en nacht in gebruik. „Het Volk" meldit: De waarschijnlijkheid is groot, dat binnenkort het straa/tsbedrijf van de Posterijen, Telegrafie en Telefonie zal ovregaan tot de aanschaffing op groote schaal van postzegel-automatenHet li gt in de bedoèling deze automaten aan de buitenzijde van de postkantoren aan te brengen, zoodat het publiek tijdens de kantooruren het gebouw niet behoeft in te gaan en tijdens de sluitingsuren toch postzegels zal kunnen koopen. De proeven met de verschillende syste men hebben gerudrnen tijd in beslag geno men. Dit is eenerzijds te wijten aan de om standigheid, dat de meest gangbare mun ten hier te lande, het dubbeltje en het stuivertje, weinig geschikt voor het con- strueeren van deugdelijke automaten zijn, terwijl anderzijds de sterk wisselende weersomstandigheden, o.a. de hooge voch tigheidsgraad, speciale eischen aan de toe stellen stellen. Op korten termijn zal thans worden be slist welke type automaat zal worden aan geschaft. Minister Marchant bij de waarzegster. Met insteming nemen wij over uit de „Maasbode": „Er is in een paar anti-revolutionaire bladen een niet al te ernstige, aanmer king gevallen, over het feit, dat minister Marchant zich liet fotografeeren, terwijl een onzer bekende actrices uit zijn hand de toekomst leest. Een in dit geval zeer onschuldige liefhebberij ten bate van een goed doel. Wij zouden er dan ook geen woord aan hebben verspild. Maar nu het op zich wei nig serieuze geval op eenigszins ernstige wijze ter sprake is gekomen, zouden wij er wel op willen aandringen, dat regee- ringspersonen zich niet laten „vereeuwi gen" en aan het publiek voorstellen te za- men met personen, wier uiterlijke ver schijning eenvoudig spot met de begrip pen van eerbaarheid, die, naar wij hopen en durven aannemen, nog onder de groote meerderheid van ons christelijk volk le ven."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1