DINSDAG 12 JUNI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. PAG. 7
AANKOOP WONINGEN
BOUWELOUWENSTEEG-
De rechtsgeleerde raadsman der gemeen
te is met de firma Gebroeders Stokkermans
tot overeenstemming gekomen over aan
koop van haar perceelen Lang Bouwelou-
wensteeg Nis. 25, 27, 29 en 31. is bereid
bij minnelijke overeenkomst genoegen te
nemen met een bedrag van 11.590.voor
volledige schadeloosstelling.
Onder mededeeling, dat de koopsom kan
worden betaald uit het voor het saneerihgs-
plan toegestane crediet, geven B. en W. den
raad in overeenstemming met de Commis
sie van Fabricage, mitsdien in overweging
van de Vennootschap onder firma Gebroe
ders Stokkermans (firmanten J. P. Stok-
keramns en P. J. Stokkermans) in het be
lang van de volkshuisvesting voor de som
van ƒ11.590.bedoelde perceelen aan te
koopen, onder bepaling, dat de verkoop
ster de perceelen kosteloos mag blijven ge
bruiken tot 1 Februari 1935.
VERHUUR GEMEENTE-EIGENDOMMEN.
Bij raadsbesluit van 26 Januari 1934
(Handelingen pag. 130) werden van H. D.
Sala aangekocht de perceelen Breestraat
nis. 114a, 114b en 114c. De perceelen nis.
114b en 114c werden inmiddels ingevolge
raadsbesluit van 16 April 1934 op korten
termijn verhuurd aan den heer Sala. De
bovenverdieping Breestraat 114a is nog tot
1 Juli 1934 in huur bij mej. C. A. L. van
Schaik tegen 800.per jaar. De straat-
belasting komt thans ten laste van de
huurster, terwijl de duinwaterleiding voor
rekening van den verhuurder is. Mej. van
Schaik zou gaarne het bovenhuis ook na 1
Juli blijven bewonen. Zij is eveneens bereid
om met een verhuring op korten termijn,
n.ï. van maand tot maand, genoegen te ne
men, terwijl zij accoord gaat met een huur
prijs van 60.per maand, straatbelasting
inbegrepen. De duinwaterleiding komt
voortaan echter voor haar rekening.
In overeenstemming met de Commissie
van Fabricage geven B. en W. mitsdien
den raad in overweging aan mej. C. A. L.
van Schaik, alhier, de bovenwoning, Bree
straat 114a, tegen een huurprijs van 60.
per maand, straatbelasting inbegrepen, van
maand tot maand te verhuren, aanvangen
de 1 Juli 1934, en uiterlijk tot 1 Juli 1936,
onder beding, dat beide partijen de huur
kunnen opzeggen met een termijn van zes
weken, en verder onder de overgelegde
voorwaarden.
Van den heer J. P. van Berge Henegou
wen, huurder van het perceel Aalmarkt No.
12, is een verzoek om huurvermindeiïng
ingekomen. Dit pand werd aan hem ver
huurd bij raadsbesluit van 28 October 1929
voor den tijd van vijf jaren en vijf maan
den, ingaande 1 December 1929 en eindi-'
gende 30 April 1935, voor den prijs van
1.000.per jaar. De straatbelasting is
voor rekening van den huurder.
Met de Commissie van Fabricage zijn B.
en W. van oordeel, dat de huurprijs ver
laagd kan worden tot 850.per jaar,
straatbelasting inbegrepen, mits de loopen-
de huurovereenkomst vervangen wordt
door een nieuw contract voor vijf jaren, ge
rekend te zijn ingegaan op 1 Mei 1934.
Vermits de adressant zich bereidver
klaard heeft deze nieuwe huurovereen
komst aan te gaan, geven B. en W. den raad
in overweging aldus te besluiten.
Onder verwijzing naar de in de Leeska
mer ter visie liggende stukken, geven B.
en W. den raad in overweging te beslui
ten de groote speelplaats van de voormalige
bewaarschool aan de van der Werfstraat
aan J. A. van der Reijden Jr., alhier, als
opslagplaats voor brandstoffen te verhu
ren van maand tot maand, ingaande op een
door B. en W. te bepalen datum ep uiter
lijk tot 1 Juni 1937, tegen een huursom
van 10.per maand en voorts onder de
overgelegde voorwaarden.
HUUR RAADSZAAL IN HET
NUTSGEBOUW.
In verband met het afloopen op 1 Juli a.s.
van de overeenkomst met het departement
Leiden van de Maatschappij tot Nut van
'f Algemeen, inzake het gebruiken van lo
kalen in het Nutsgebouw aan het Steen-
schuur voor het houden van raadsverga
deringen, werd op 19 Maart j.l. een proef
genomen met de Burchtzaal in „Hotel den
Burcht met aanhoorigheden". Deze proef
is, naar den raad ook zelf zal zijn geble
ken, niet geslaagd; met name de acoustiek
liet zeer te wenschen over.
Aangezien het onder deze omstandighe
den de voorkeur verdiende de vergaderin
gen in de lokalen van het Nutsgebouw te
blijven houden, werd met het Departe-
mentsbestuur nader overleg gepleegd over
bestendiging van de huur. De onderhan
delingen hebben tot resultaat gehad, dat
het bestuur zich bereid verklaarde de loka
len voortaan beschikbaar te stellen tegen
een vergoeding van 800.per jaar, in
plaats van 1.000.zooals tot nog toe gold.
Verder gaat het Nutsbestuur er mede ac-
coord, dat de overeenkomst wordt aange
gaan tot dat het nieuwe stadhuis gereed
is, echter met dien verstande, dat de ge
meente te allen tijde en onafhankelijk van
het tijdstip van gereedkomen van het nieu
we raadhuis, de overeenkomst met een ter
mijn van 6 maanden kan opzeggen. Overi
gens blijven de bepalingen van het loopen-
de contract van kracht.
Aangezien het College van B. en W. zich
met deze regeling alleszins kan vereenigen,
geven B. en W. den raad in overweging,
met het Departement Leiden van de Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen een nieu
we overeenkomst aan te gaan, waarbij de
Maatschappij des Maandags aan de gemeen
te Leiden in gebruik geeft de zalen 1, 2
en 4 van het gebouw „tot Nut van 't Alge
meen" aan het Steenschuur No. 21 voor het
houden van raadsvergaderingen en andere
vergaderingen, zulks tegen een vergoeding
van ƒ800.per jaar.
OVERNEMING GROND IN EIGENDOM
EN ONDERHOUD.
De heer H. P. Jansen, alhier, heeft de
medewerking van de gemeente ingeroepen
om te geraken tot straataanleg op eenige
strooken grond.
Verzoeker heeft zich bereid verklaard om,
overeenkomstig de Verordening op den aan
leg van straten en wegen, de voor straat
bestemde strooken grond kosteloos aan de
gemeente in eigendom over te dragen en
ter nadere verrekening in de gemeentekas
te storten:
a. voor het bouwrijp maken van het ter
rein aan de te verlengen Tomatenstraat
11.200.berekend als volgt:
lo. kosten van straataanleg langs dat
terrein 6.290.2o. bijdrage bedoeld in art.
2e lid onder b van de genoemde verorde
ning (pl.m. 3390 M2. bouwrijpe grond èi
1.50 per M2.) is 5.085.samen:
11.375.evenwel te verminderen met
een vergoeding aan verzoeker van 1.
per M2. voor den afstand van een stuk
grond, groot pl.m. 175 M2., waarmede de
normale straatbreedte wordt overtroffen,
derhalve in totaal te verminderen met
175, blijft: 11.200.—,
b. voor het bouwrijp maken van terrei
nen aan de te verlengen Meloenstraat en
de schuin daarop geprojecteerde straat
12.500.berekend als volgt:
lo. kosten van straataanleg c.a. langs die
terreinen 8.730.50, 2o. bedragen bedoeld in
art. 2, 2e lid, onder b van de genoemde ver
ordening (pl.m. 2805 M2. bouwrijpe grond
ƒ1.50 per M2.) ƒ4.207.50, samen: 12.938,
evenwel te verminderen met een vergoe
ding aan Verzoeker van ƒ1.per M2. voor
den afstand van het stuk grond, groot pl.m.
438 M2., waarmede de normale straatbreed
te wordt overtroffen, derhalve in totaal te
verminderen met 438,blijft: 12.500.
Aangezien het College tegen het verlee-
nen van de gevraagde emdewerking geen
bedenking heeft, geven B. en W. den raad
in overeenstemming met het advies van de
Commissie van Fabricage in overweging
aldus te besluiten.
Ten behoeve van het geprojecteerde stra
ten van den Lammenschansweg is het noo-
ten van den Lammenschandsweg is het noo-
dig, dat de gemeente den eigendom ver
krijgt van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leiden, sectie M. No. 4137, groot
500 M2. De eigenaresse, de N.V. Maatschap
pij tot Exploitatie van Tramwegen te
Haarlem, is bereid bedoelden grond voor
1.200.te verkoopen.
Aangezien deze prijs B. en W. aanneme
lijk voorkomt, geven zij den raad in over
weging hiertoe te besluiten.
REPARATIE OVERKLUIZING KORT
RAPENBURG.
Bij een in het vorige jaar door den dienst
der Gemeentewerken gehouden inspectie
van de gewapend beton-overkluizing van
het Kort Rapenburg is gebleken, dat hier
en daar van de onderzijde stukken beton
zijn afgevallen; daardoor is de wapening,
welke zich slechts 1 a 2 c.M. van de onder
zijde bevindt, bloot komen te liggen; zij
bleek sterk door roest te zijn aangetast. Een
verder onderzoek wees uit, dat ook op vele
andere plaatsen de onderste betonlaag haJ
losgelaten en dat ook daar de wapening
meer of minder sterk aan het roesten is.
De oorzaak van deze gebreken, die bij
oudere betonwerken veelvuldig voorkomen,
is in hoofdzaak hierin gelegen, dat het be
tonwerk aan de bovenzijde niet van een
waterdichte afdekking is voorzien en dat
de wapening te dicht aan de onderzijde is
gelegd; bovendien ontstaan door het druk
ke tramverkeer over de overkluizing ster
ke trillingen, welke voor de betonconstruc
tie zeer nadeelig zijn.
Teneinde ongelukken te voorkomen, is
het noodzakelijk de overkluizing te verster
ken en haar waterdicht af te dekken.
De kosten van het werk met inbegrip van
de daarmede verband houdende grond- en
straatwerken worden op rond 9.000.
geraamd, terwijl de noodzakelijke verleg
ging van gasbuizen, eleotriciteits- en radio-
kabels een uitgave van in totaal ƒ3.485.
zal vorderen, welke, zooals gebruikelijk, ten
laste van de Stedelijke Fabrieken van Gas
en Electriciteit zal komen.
Op grond van het bovenstaande geven
B. en W. den raad in overweging door vast
stelling van den overgelegden begrootings-
staat, model D, dienst 1934, voor de ver
sterking van de overkluizing van het Kort
Rapenburg met bijkomende werken een
bedrag van 9.000.te hunner beschikking
te stellen. Op den post voor Onvoorziene
Uitgaven, waarvan dit bedrag moet worden
afgeschreven, is nog 34.831.beschikbaar.
VERKOOP BOUWTERREIN VAN SPEYK-
STRAAT—KORTENAERSTRAAT.
In de maand September van het vorige
jaar wendde de heer H. P. Jansen zich tot
het College van B. en W. met het verzoek
hem de verkoop-voorwaarden te willen me-
dedeelen voor nog bouwrijp te maken grond
ten Oosten van de van Speykstraat, gren
zende aan het thans in uitvoering zijnde
bouwplan van de bouwvereeniging „Eens
gezindheid" aan de Kortenaerstraat.
De door adressant bedoelde grond is aan
drie zijden gelegen om een ter plaatse ont
worpen kinderspeeltuin. Enkele straatge
deelten zijn deels reeds aangelegd, deels in
uitvoering ten behoeve van het genoemde
bouwplan van „Eensgezindheid".
Door dezen aanleg wordt, behalve de
door adressant te koop gevraagde grond ter
oppervlakte van pl.m. 4140 M2., ook het
ten Oosten daarvan gelegen terrein ter op
pervlakte van pl.m. 1820 M2., bouwrijp ge
maakt, voor welk laatste perceel eveneens
reeds een gegadigde zich heeft aangemeld,
ni. de heer H. C. de Jong.
Het terrein, groot pl.m. 1760 M2., zal eerst
bouwrijp zijn, wanneer de op den aan-
grenzenden, niet aan de gemeente toebe
hoorenden grond ontworpen straat zal zijn
tot stand gekomen.
Met inbegrip van den in uitvoering zijn-
den straataanleg ten behoeve van het bouw
plan van „Eensgezindheid", bedragen de
kosten van het bouwrijp maken van de bei
de eerstgenoemde terreinen 21.000.—,
waarvan voor genoemd bouwplan reeds
8.500.werd toegestaan bij Raadsbesluit
van 28 Augustus 1933, zoodat thans nog een
crediet is vereischt van 12.500.ver
hoogd met ƒ8.950.wegens omslag van
1.50 per M2. bouwrijp terrein. In totaal
dient derhalve ten laste van den kapitaal-
dienst van het Grondbedrijf een bedrag
van 21.450.te worden gebracht.
Beide terreinen zijn, ingevolge de bij het
uitbreidingsplan behoorende bebouwings
voorschriften, bestemd voor den bouw van
arbeiders- en kleine middenstandswoningen
en kunnen pl.m. 42 en 22 zoodanige wonin
gen bevatten. De verkoopprijs kan worden
gesteld op 8.50 per M2., met welken prijs
gegadigden accoord gaan, evenals met de
gebruikelijke voorwaarden.
Een voorstel tot verkoop van bovenge
noemd terrein, groot 4140 M2., aan den heer
Jansen, had den raad wellicht reeds eerder
kunnen bereiken, indien niet de woning-
bouwvereeniging „Eensgezindheid" een
verzoek had ingediend, om haar voor dien
grond in aanmerking te brengen. Bij mis
sive van 18 December 1933 nadat het
College van B. en W. reeds aan den heer
Jansen de verkoopvoorwaarden had mede
gedeeld wendde het bestuur der vereeni
ging zich tot hun College met het verzoek
haar den grond toe te wijzen; het bestuur
opperde in dat schrijven voorts het denk
beeld, om den geprojecteerden kinderspeel
tuin te laten vervallen en het daarvoor be
stemde terrein voor het grootste gedeelte
van een eenvoudige beplanting te voorzien,
terwijl het resteerende gedeelte dan zou
kunnen worden ingericht voor een speel
tuin voor kleuters, b.v. door het plaatsen
van een paar zandbakken of iets derge
lijks. Vervolgens deelde het bestuur in dat
schrijven mede, dat het zich had beraden
over de wijze van financiering van den
aankoop van den grond en van den wo
ningbouw en dat het tot de slotsom was ge
komen, dat het wellicht mogelijk zou zijn
door bemiddeling van den Nationalen Wo
ningraad het benoodigde kapitaal te ver
krijgen. Uit nadere van de vereeniging ge
kregen inlichtingen bleek intusschen wel
dra, dat financiering buiten de gemeente
om niet mogelijk was en dat derhalve de
grondaankoop en de woningbouw met voor
schot, of, wat ten slotte op hetzelfde neer
komt, met garantie van de gemeente zou
den moeten plaats hebben.
Het bestuur deed inmiddels op den bouw
grond een bod van 32.000.(d.i. dus la
ger dan de prijs, dien de heer Jansen wil
betalen) en op grond van den geprojecteer
den speeltuin een van 3.500.
Aangezien het College van B. en W. ech
ter geen vrijheid kon vinden om plannen
voor woningbouw met voorschot of ga
rantie van de gemeente boven de verschil
lende aanhangige en in uitvoering zijnde
plannen van woningbouwvereenigingen m
overweging te nemen, moesten zij het be
stuur berichten, den verkoop van den grond
aan de vereeniging niet te kunnen bevor
deren.
Bij adres van 16 Februari 1934, dat om
praeadvies in handen van B. en W. werd
gesteld in de vergadering van 19 Februari
d.a.v., richtte het bestuur' der vereeniging
zich vervolgens tot den raad, daarbij ver
zoekende den bedoelden bouwgrond te be
stemmen voor de vereeniging en haar in
staat te stellen met rijks- of gemeentelijk
voorschot of onder garantie van de ge
meente op den grond een 40-tal eensgezins
woningen te bouwen en om tevens voor
den aanleg van een bescheiden plantsoen
te harer beschikking te stellen den grond,
die thans op- het uitbreidingsplan staat aan
gewezen ais kinderspeeltuin.
Dit nadere adres van het bestuur heeft
geen wijziging kunnen brengen in het af
wijzend standpunt van B. en W. ten op
zichte van de verlangens der vereeniging.
Hun bezwaren tegen inwilliging van het
verzoek der vereeniging, hiervoor reeds
kort samengevat, zijn gegrond op het vol
gende:
1. Ingevolge raadsbesluit van 21 Maart
1932 werd in beginsel besloten pl.m. 353
arbeiderswoningen te doen bouwen, mits
voor den bouw voorschot uit 's Rijks kas
wordt verkregen. Een tweetal plannen is
thans in uitvoering, terwijl andere plan
nen nog in behandeling zijn en dus nog m
uitvoering moeten -komen; sedert de raad
genoemd besluit nam heeft echter de parti
culiere bouwnijverheid het aantal wonin
gen weer belangrijk doen toenemen, ter
wijl op dit oogenblik nog plannen voor een
groot aantal woningen in uitvoering en in
voorbereiding zijn; deze woningen zijn
geenszins alle middenstandswoningen;
daaronder bevinden zich verscheidene
eenvoudige, goedkoope huizen.
2. De prijs, dien de vereeniging voor den
grond biedt, is blijkens het bovenstaande,
lager dan de prijs die van den heer Jan
sen kan worden verkregen. Leidt een prijs
van 8.50 per M2. bij bebouwing met 41
woningen (volgens het plan van „Eensge
zindheid") tot een bedrag van pl.m. 858.
aan grondkosten per woningen, de vereeni
ging gaat in een door haar overgelegde be
grooting uit van een bedrag van ƒ800.
per woning. De heer Jansen stelt den koop
prijs van de door hem te bouwen wonin
gen (grond inbegrepen) in het algemeen
op rond ƒ3.200.terwijl de bouwvereeni
ging, hoewel zij een lagere som voor grond
kosten aanneemt, de stichtingskosten toch
nog op 3.500.raamt. De werkelijke kos
ten van de in aanbouw zijnde 20 woningen
der vereeniging zullen (den grond ƒ7.80
per M2. inbegrepen) pl.m. ƒ3.325.bedra
gen. Uit een oogpunt van goedkoope bouw
wint derhalve in dit geval het particuliere
bouwplan het van het vereenigingsplan,
staat daarbij althans niet achter, en vooral
ook om deze reden kan aan het vereeni
gingsplan geen medewerking worden ver
leend. Dit is in overeenstemming met de
door de Regeering gevolgde gedragslijn,
dat voorschotten voor den bouw van wo
ningen, ter voorziening in de behoefte aan
eenvoudige arbeiderswoningen, kunnen
worden gegeven, voorzoover aannemelijk
is, dat het particulier bouwbedrijf niet in
die behoefte voorziet; deze gedragslijn is
uitdrukkelijk bij art. 24, 4e lid van het Wo-
ningbesluit voorgeschreven.
3. Het niet aanleggen van den kinder
speeltuin door den desbetreffenden grond
bijna geheel tot plantsoen in te richten is
in strijd met het uitbreidingsplan. De be
stemming van den grond tot kinderspeel
tuin behoort, al is het oogenblik van aanleg
nog niet aangebroken, te worden gehand
haafd.
4. Het College van B. en W. heeft aan
de vereeniging geen uitzicht op verkrijging
van het onderhavige terrein geopend; in
tegendeel, het College heeft aan het ver-
eenigingsbestuur bij missive van 29 Maart
1932 medegedeeld, dat, waar aan de ver
eeniging slechts 20 woningen waren toe
bedeeld, zij maar een klein gedeelte van
het beschikbare bouwterrein ter plaatse
behoefde.
5. Het bestuur doet een beroep op de
omstandigheid, dat zij bij de laatste twee
gelegenheden slechts 27 en 20 woningen
toegewezen kreeg. Het is duidelijk, dat dit
geen steekhoudend argument is; het gaat
er immers niet om, hoeveel woningen een
bepaalde vereeniging bouwde, maar hoe
veel woningen ter voorziening in de wo
ningbehoefte noodig waren.
6. Verder voert het bestuur aan, dat de
vereeniging, om tot de uitvoering van het
6e plan (20 woningen) te kunnen geraken,
zich een belangrijk financieel offer heeft
getroost, waarvan het onder werpelijke
bouwterrein eveneens profiteert; dit staat
op een uitgaaf van 3.500.die de ver
eeniging deed voor de demping van een
gedeelte Broersloot, waardoor de Tromp
straat kon worden doorgetrokken en ter
plaatse niet een brug behoefde te worden
gelegd. Het bestuur legt in zijn adres op
dit gevolg van de demping wel wat al te
veel nadruk; de demping bracht ook voor
de vereeniging zelve versohillende voor-
deelen mede, o.a. dat het plan van de 20
woningen nu volledig kon worden uitge
voerd, daar anders twee woningen moesten
vervallen; dat voor de tuinen meer grond
beschikbaar kwam; dat de vereeniging
geen beschoeiing behoefde te maken en
te onderhouden. Het maken van een brug
zou trouwens geen bezwaar hebben opge
leverd voor den verkoop van den grond.
Bij de transactie met de vereeniging inzake
de demping werd van de zijde der gemeen
te dan ook geen verband gelegd met de
uitgifte van den grond in kwestie.
Intusschen is de demping van dit gedeelte
Broersloot zeer zeker mede in het belang
van de exploitatie van dezen grond; B. en
W. achten het daarom niet onbillijk, de
vereeniging in de door haar gemaakte kos
ten tegemoet te komen door haar een be
drag van 1.000.te restitueeren.
ALGEMEENE BEDRIJFSVERORDENING.
In de vergadering van 4 Juni 1.1., werd
om praeadvies in handen van B. en W. ge
steld een amendement van den heer Wil
brink op art. 24 van de ontwerp-algemeene
bedrij fsverordening.
Het College van B. en W. kan zich, even
als Commissarissen der Stedelijke Febrie-
ken van Gas en Electriciteit, bij nadere
overweging wel vereenigen met de in het
voorstel van den heer Wilbrink tot uitdruk
king komende gedaohte, dat:
a. de verdeeling van den dienst tusschen
de twee adjunct-directeuren niet geheel
aan den directeur zal zijn overgelaten, doch
dat hun taak in hoofdzaak in de instructie
zal worden geregeld;
b. de oudste adjunct-directeur in dienst
jaren, als zoodanig een jaarlijksche toelage
geniet van 500.
Intusschen geven B. en W. aan de wij
ziging van art. 24 der concept-verordening
de voorkeur boven de door den heer Wil
brink en door Commissarissen voorgestelde
redacties. Zij achten het toch gewenscht,
dat duidelijk en boven allen twijfel blijft
uitgesproken, dat de centrale leiding bij den
directeur berust. Wat voorts de door Com
missarissen ontworpen bepaling betreft,
achten zij het juister, dat het toekennen
van een toelage aan den oudsten adjunct-
directeur in de algemeene salarisverorde
ning wordt geregeld.
Met aanvulling van htm voorstel, opge
nomen in Ingekomen Stukken No. 104 van
dit jaar, geven B. en W. den raad mits
dien in overweging in bedoelden geest te
besluiten.
Rechtstoestand ambtenaren en werklieden
ln dienst der gemeente.
De circulaire van Ged. Staten der pro
vincie Zuid-Holland d.d. 9 Mei 1934 noopt
B. en W. de ontwerp-verordening, regelen
de den rechtstoestand van de ambtenaren
en werklieden in dienst der gemeente Lei
den op enkele punten te wijzigen en aan
te vullen.
De aan te brengen wijzigingen z^jn in
hoofdzaak van zuiver redactioneelen aard
en zij achten het daarom ook niet noodig
daaromtrent nog weder het advies van de
Algemeene Ambtenaren- en Algemeene
Werklieden Commissiën in te winnen. Zij
zijn de volgende:
I. Aan, het slot van art. 9 wordt toege
voegd:
„Voor aanstelling komen gehuwde of in
ooncubinaat levende vrouwen niet in aan.
merking".
II. Art. 23, 3e lid, wordt gelezen als volgt:
„3. Het is den ambtenaar/werkman ver
boden om in dienst of bij het gekleed gaan
in uniform insignes of andere onderschei
dingsteekenen of in dienst uniformkleeding-
stukken te dragen, een en ander voor zoo
ver die niet vanwege het daartoe bevoegde
gezag zijn verstrekt of voorgeschreven, of
voor zoover niet tot het dragen daarvan
aan de ambtenaren in 's Rijks dienst door
den Voorzitter van den Raad van Minis
ters, op grond van het bepaalde in artikel
50 van het Algemeen Rijksambtenarenre
glement, vergunning is'verleend".
III. Aan art. 45 wordt een tweede lid toe
gevoegd, luidende:
„2. In alle andere gevallen wordt hem
de gewone wedde over den tijd van het
verblijf in werkelijken dienst niet uitbe
taald".
IV. Na het eerste lid van art 46 wordt
een nieuw tweede lid toegevoegd, lui
dende:
„2. Als herhalingsoefening wordt be
schouwd de dienst die voor de toepassing
van het Rijksambtenarenreglement als zoo
danig wordt aangemerkt".
Het tweede lid wordt derde lid.
V. In art. 47, le lid, wordt in plaats van
„de eerste 30 dagen" gelezen: „30 dagen",
terwijl in art. 47, 3e lid sub b in plaats
van „militairen rang" wordt gelezen:
„rang".
VI. Art. 84, le lid sub J, wordt gelezen
als volgt:
„j. wegens zijn lidmaatschap van een ver
eeniging, waarvan de Voorzitter van den
Raad van Ministers ingevolge artikel 97b
van het Algemeen Rijksambtenarenregle
ment of, voor zoover betreft een vereeni
ging, waarvan ambtenaren in 's Rijks
dienst geen lid kunnen zijn, de Commissaiis
der Koningin in de provincie Zuid-Holland
verklaard heeft dat zij om de doeleinden,
die zij nastreeft of de middelen, die zij
aanwendt ten aanzien van den ambtenaar
in 's Rijks dienst onderscheidenlijk ten
aenzien van den ambtenaar/werkman in
gemeentelijken dienst de behoorlijke ver
vulling van zijn plicht als ambtenaar/
werkman kan in gevaar brengen of scha
den, of die op eenigerlei wijze medewer
king of steun verleent aan een zoodanige
vereeniging of aan van haar uitgaande
actie".
INGEZONDEN STUKKEN
De L.P.S.V.-Marsch.
Een „Geslaagde" Wandeltocht?
Gaarne zou ik, Mijnheer de Redacteur,
naar aanleiding van bovenstaand opschrift
van het verslag over dezen wandeltocht in
Uw blad van heden een korte opmerking
willen maken, zoodat ik beleefd eenige
plaatsruimte vraag, waarvoor bij voorbaat
mijn beleefden dank.
Sterk trof het mij namelijk, dat in be
doeld verslag in alle toonaarden werd aan
gegeven, dat deze wandeltocht zoo buiten
gewoon geslaagd was, maar ik en waar
schijnlijk vele andere wandelaars met mij
hebben zich met verbazing afgevraagd,
welke maatstaf tegenwoordig in wandel
sportkringen wordt aangelegd om een
marsch geslaagd te doen heeten.
Was het alleen te doen om een groot
aantal wandelaars bijeen te trommelen, 'n
zeer fraai parcours uit te zetten, zich de
hulp van de nooit genoeg geprezen E.H.B.
O. te verzekeren en talrijke andere, dik
wijls moeilijke voorbereidingen te treffen,
dan kan de L.P.S.V., zooals we dat van
haar gewend zijn, met voldoening op de
zen tocht terug zien en met recht spreken
van een geslaagde organisatie!
Maar dat alleen kenmerkt toch niet de
„geslaagde" wandeltocht?
Want minder geslaagd was de gesteld
heid van verschillende deelnemers en deel
neemsters en dat is toch m.i. ook wel een
factor, die voor de appreciatie van het
welslagen van zoo'n marsch mag meetel
len.
Door toevallige omstandigheden was ik
in de gelegenheid het grootste gedeelte van
de marsch van zeer nabij te volgen en
vooral op het einde van het parcours viel
het mij op hoe ontzettend weinig propa
ganda er uitging van vele groepen en in-
dividueele deelnemers.
Van de groepen lagen er verschillende
geheel uit elkaar, doordat enkele der jon
gere deelnemers (sters) (mi. ook veel te
jong voor een afstand van 40 K.M.) niet
voldoende konden volgen, terwijl weer an
deren er zelfs niet tegen op zagen om ge
steund en half gedragen door anderen
(sommigen reeds van den Deijl af) zich
met horten en stooten naar het eindpunt
te laten sleepen.
Toch deden de hulpvaardige assistenten
van zoo'n stumperende kruk veel ver
standiger door hun uitgeputte metgezel
zoo snel mogelijk in den uitvallerswagen
te brengen. Dan gaat natuurlijk wel het
zoo hevig begeerd personeele „blikje" of
de „Groepsmedaile" verloren, maar de
propaganda voor de mooie wandelsport
wordt er tenminste meer mee gediend dan
door het binnensleepen van dergelijke
wandel„sporters", die voor getrainde en
ervaren wandelaars een ergernis en voor
niet-wandelende belangstellenden een ka
rikatuur zijn. En misschien is de gezond
heid van velen er ook nog beter mee ge
baat!
Het is te wenschen, dat aan deze uitwas
sen door de leiders der verschillende wan
delclubs in het belang van de wandelsport
ten spoedigste door het nemen van afdoen
de maatregelen paal en perk worde ge
steld, of dat anders aan bevoegde instan
ties de macht wordt verleend dergelijke
uitgeputte deelnemers verdere deelname
tijdens den marsch te ontzeggen en hen
aan te raden eerst zich eens te laten keu
ren en onder deskundige leiding te gaan
trainen.
Misschien, dat dan de Wandelsport weer
de belangstelling van den buitenstaander
zal terugwinnen, welke ze thans door toe
doen van enkele onverstandigen (om geen
scherper woord te gebruiken) in niet ge
ringe mate aan 't verspelen is.
En dan zal ook met meer recht van een
in alle opzichten „geslaagde" wandeltocht
kunnen worden gesproken, dan thans.
Leiden, 11 Juni 1934.
JAN TH. WITTE.