DINSDAG 12 JUNI 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. PAG. 7 AANKOOP WONINGEN BOUWELOUWENSTEEG- De rechtsgeleerde raadsman der gemeen te is met de firma Gebroeders Stokkermans tot overeenstemming gekomen over aan koop van haar perceelen Lang Bouwelou- wensteeg Nis. 25, 27, 29 en 31. is bereid bij minnelijke overeenkomst genoegen te nemen met een bedrag van 11.590.voor volledige schadeloosstelling. Onder mededeeling, dat de koopsom kan worden betaald uit het voor het saneerihgs- plan toegestane crediet, geven B. en W. den raad in overeenstemming met de Commis sie van Fabricage, mitsdien in overweging van de Vennootschap onder firma Gebroe ders Stokkermans (firmanten J. P. Stok- keramns en P. J. Stokkermans) in het be lang van de volkshuisvesting voor de som van ƒ11.590.bedoelde perceelen aan te koopen, onder bepaling, dat de verkoop ster de perceelen kosteloos mag blijven ge bruiken tot 1 Februari 1935. VERHUUR GEMEENTE-EIGENDOMMEN. Bij raadsbesluit van 26 Januari 1934 (Handelingen pag. 130) werden van H. D. Sala aangekocht de perceelen Breestraat nis. 114a, 114b en 114c. De perceelen nis. 114b en 114c werden inmiddels ingevolge raadsbesluit van 16 April 1934 op korten termijn verhuurd aan den heer Sala. De bovenverdieping Breestraat 114a is nog tot 1 Juli 1934 in huur bij mej. C. A. L. van Schaik tegen 800.per jaar. De straat- belasting komt thans ten laste van de huurster, terwijl de duinwaterleiding voor rekening van den verhuurder is. Mej. van Schaik zou gaarne het bovenhuis ook na 1 Juli blijven bewonen. Zij is eveneens bereid om met een verhuring op korten termijn, n.ï. van maand tot maand, genoegen te ne men, terwijl zij accoord gaat met een huur prijs van 60.per maand, straatbelasting inbegrepen. De duinwaterleiding komt voortaan echter voor haar rekening. In overeenstemming met de Commissie van Fabricage geven B. en W. mitsdien den raad in overweging aan mej. C. A. L. van Schaik, alhier, de bovenwoning, Bree straat 114a, tegen een huurprijs van 60. per maand, straatbelasting inbegrepen, van maand tot maand te verhuren, aanvangen de 1 Juli 1934, en uiterlijk tot 1 Juli 1936, onder beding, dat beide partijen de huur kunnen opzeggen met een termijn van zes weken, en verder onder de overgelegde voorwaarden. Van den heer J. P. van Berge Henegou wen, huurder van het perceel Aalmarkt No. 12, is een verzoek om huurvermindeiïng ingekomen. Dit pand werd aan hem ver huurd bij raadsbesluit van 28 October 1929 voor den tijd van vijf jaren en vijf maan den, ingaande 1 December 1929 en eindi-' gende 30 April 1935, voor den prijs van 1.000.per jaar. De straatbelasting is voor rekening van den huurder. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en W. van oordeel, dat de huurprijs ver laagd kan worden tot 850.per jaar, straatbelasting inbegrepen, mits de loopen- de huurovereenkomst vervangen wordt door een nieuw contract voor vijf jaren, ge rekend te zijn ingegaan op 1 Mei 1934. Vermits de adressant zich bereidver klaard heeft deze nieuwe huurovereen komst aan te gaan, geven B. en W. den raad in overweging aldus te besluiten. Onder verwijzing naar de in de Leeska mer ter visie liggende stukken, geven B. en W. den raad in overweging te beslui ten de groote speelplaats van de voormalige bewaarschool aan de van der Werfstraat aan J. A. van der Reijden Jr., alhier, als opslagplaats voor brandstoffen te verhu ren van maand tot maand, ingaande op een door B. en W. te bepalen datum ep uiter lijk tot 1 Juni 1937, tegen een huursom van 10.per maand en voorts onder de overgelegde voorwaarden. HUUR RAADSZAAL IN HET NUTSGEBOUW. In verband met het afloopen op 1 Juli a.s. van de overeenkomst met het departement Leiden van de Maatschappij tot Nut van 'f Algemeen, inzake het gebruiken van lo kalen in het Nutsgebouw aan het Steen- schuur voor het houden van raadsverga deringen, werd op 19 Maart j.l. een proef genomen met de Burchtzaal in „Hotel den Burcht met aanhoorigheden". Deze proef is, naar den raad ook zelf zal zijn geble ken, niet geslaagd; met name de acoustiek liet zeer te wenschen over. Aangezien het onder deze omstandighe den de voorkeur verdiende de vergaderin gen in de lokalen van het Nutsgebouw te blijven houden, werd met het Departe- mentsbestuur nader overleg gepleegd over bestendiging van de huur. De onderhan delingen hebben tot resultaat gehad, dat het bestuur zich bereid verklaarde de loka len voortaan beschikbaar te stellen tegen een vergoeding van 800.per jaar, in plaats van 1.000.zooals tot nog toe gold. Verder gaat het Nutsbestuur er mede ac- coord, dat de overeenkomst wordt aange gaan tot dat het nieuwe stadhuis gereed is, echter met dien verstande, dat de ge meente te allen tijde en onafhankelijk van het tijdstip van gereedkomen van het nieu we raadhuis, de overeenkomst met een ter mijn van 6 maanden kan opzeggen. Overi gens blijven de bepalingen van het loopen- de contract van kracht. Aangezien het College van B. en W. zich met deze regeling alleszins kan vereenigen, geven B. en W. den raad in overweging, met het Departement Leiden van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen een nieu we overeenkomst aan te gaan, waarbij de Maatschappij des Maandags aan de gemeen te Leiden in gebruik geeft de zalen 1, 2 en 4 van het gebouw „tot Nut van 't Alge meen" aan het Steenschuur No. 21 voor het houden van raadsvergaderingen en andere vergaderingen, zulks tegen een vergoeding van ƒ800.per jaar. OVERNEMING GROND IN EIGENDOM EN ONDERHOUD. De heer H. P. Jansen, alhier, heeft de medewerking van de gemeente ingeroepen om te geraken tot straataanleg op eenige strooken grond. Verzoeker heeft zich bereid verklaard om, overeenkomstig de Verordening op den aan leg van straten en wegen, de voor straat bestemde strooken grond kosteloos aan de gemeente in eigendom over te dragen en ter nadere verrekening in de gemeentekas te storten: a. voor het bouwrijp maken van het ter rein aan de te verlengen Tomatenstraat 11.200.berekend als volgt: lo. kosten van straataanleg langs dat terrein 6.290.2o. bijdrage bedoeld in art. 2e lid onder b van de genoemde verorde ning (pl.m. 3390 M2. bouwrijpe grond èi 1.50 per M2.) is 5.085.samen: 11.375.evenwel te verminderen met een vergoeding aan verzoeker van 1. per M2. voor den afstand van een stuk grond, groot pl.m. 175 M2., waarmede de normale straatbreedte wordt overtroffen, derhalve in totaal te verminderen met 175, blijft: 11.200.—, b. voor het bouwrijp maken van terrei nen aan de te verlengen Meloenstraat en de schuin daarop geprojecteerde straat 12.500.berekend als volgt: lo. kosten van straataanleg c.a. langs die terreinen 8.730.50, 2o. bedragen bedoeld in art. 2, 2e lid, onder b van de genoemde ver ordening (pl.m. 2805 M2. bouwrijpe grond ƒ1.50 per M2.) ƒ4.207.50, samen: 12.938, evenwel te verminderen met een vergoe ding aan Verzoeker van ƒ1.per M2. voor den afstand van het stuk grond, groot pl.m. 438 M2., waarmede de normale straatbreed te wordt overtroffen, derhalve in totaal te verminderen met 438,blijft: 12.500. Aangezien het College tegen het verlee- nen van de gevraagde emdewerking geen bedenking heeft, geven B. en W. den raad in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage in overweging aldus te besluiten. Ten behoeve van het geprojecteerde stra ten van den Lammenschansweg is het noo- ten van den Lammenschandsweg is het noo- dig, dat de gemeente den eigendom ver krijgt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie M. No. 4137, groot 500 M2. De eigenaresse, de N.V. Maatschap pij tot Exploitatie van Tramwegen te Haarlem, is bereid bedoelden grond voor 1.200.te verkoopen. Aangezien deze prijs B. en W. aanneme lijk voorkomt, geven zij den raad in over weging hiertoe te besluiten. REPARATIE OVERKLUIZING KORT RAPENBURG. Bij een in het vorige jaar door den dienst der Gemeentewerken gehouden inspectie van de gewapend beton-overkluizing van het Kort Rapenburg is gebleken, dat hier en daar van de onderzijde stukken beton zijn afgevallen; daardoor is de wapening, welke zich slechts 1 a 2 c.M. van de onder zijde bevindt, bloot komen te liggen; zij bleek sterk door roest te zijn aangetast. Een verder onderzoek wees uit, dat ook op vele andere plaatsen de onderste betonlaag haJ losgelaten en dat ook daar de wapening meer of minder sterk aan het roesten is. De oorzaak van deze gebreken, die bij oudere betonwerken veelvuldig voorkomen, is in hoofdzaak hierin gelegen, dat het be tonwerk aan de bovenzijde niet van een waterdichte afdekking is voorzien en dat de wapening te dicht aan de onderzijde is gelegd; bovendien ontstaan door het druk ke tramverkeer over de overkluizing ster ke trillingen, welke voor de betonconstruc tie zeer nadeelig zijn. Teneinde ongelukken te voorkomen, is het noodzakelijk de overkluizing te verster ken en haar waterdicht af te dekken. De kosten van het werk met inbegrip van de daarmede verband houdende grond- en straatwerken worden op rond 9.000. geraamd, terwijl de noodzakelijke verleg ging van gasbuizen, eleotriciteits- en radio- kabels een uitgave van in totaal ƒ3.485. zal vorderen, welke, zooals gebruikelijk, ten laste van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit zal komen. Op grond van het bovenstaande geven B. en W. den raad in overweging door vast stelling van den overgelegden begrootings- staat, model D, dienst 1934, voor de ver sterking van de overkluizing van het Kort Rapenburg met bijkomende werken een bedrag van 9.000.te hunner beschikking te stellen. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan dit bedrag moet worden afgeschreven, is nog 34.831.beschikbaar. VERKOOP BOUWTERREIN VAN SPEYK- STRAAT—KORTENAERSTRAAT. In de maand September van het vorige jaar wendde de heer H. P. Jansen zich tot het College van B. en W. met het verzoek hem de verkoop-voorwaarden te willen me- dedeelen voor nog bouwrijp te maken grond ten Oosten van de van Speykstraat, gren zende aan het thans in uitvoering zijnde bouwplan van de bouwvereeniging „Eens gezindheid" aan de Kortenaerstraat. De door adressant bedoelde grond is aan drie zijden gelegen om een ter plaatse ont worpen kinderspeeltuin. Enkele straatge deelten zijn deels reeds aangelegd, deels in uitvoering ten behoeve van het genoemde bouwplan van „Eensgezindheid". Door dezen aanleg wordt, behalve de door adressant te koop gevraagde grond ter oppervlakte van pl.m. 4140 M2., ook het ten Oosten daarvan gelegen terrein ter op pervlakte van pl.m. 1820 M2., bouwrijp ge maakt, voor welk laatste perceel eveneens reeds een gegadigde zich heeft aangemeld, ni. de heer H. C. de Jong. Het terrein, groot pl.m. 1760 M2., zal eerst bouwrijp zijn, wanneer de op den aan- grenzenden, niet aan de gemeente toebe hoorenden grond ontworpen straat zal zijn tot stand gekomen. Met inbegrip van den in uitvoering zijn- den straataanleg ten behoeve van het bouw plan van „Eensgezindheid", bedragen de kosten van het bouwrijp maken van de bei de eerstgenoemde terreinen 21.000.—, waarvan voor genoemd bouwplan reeds 8.500.werd toegestaan bij Raadsbesluit van 28 Augustus 1933, zoodat thans nog een crediet is vereischt van 12.500.ver hoogd met ƒ8.950.wegens omslag van 1.50 per M2. bouwrijp terrein. In totaal dient derhalve ten laste van den kapitaal- dienst van het Grondbedrijf een bedrag van 21.450.te worden gebracht. Beide terreinen zijn, ingevolge de bij het uitbreidingsplan behoorende bebouwings voorschriften, bestemd voor den bouw van arbeiders- en kleine middenstandswoningen en kunnen pl.m. 42 en 22 zoodanige wonin gen bevatten. De verkoopprijs kan worden gesteld op 8.50 per M2., met welken prijs gegadigden accoord gaan, evenals met de gebruikelijke voorwaarden. Een voorstel tot verkoop van bovenge noemd terrein, groot 4140 M2., aan den heer Jansen, had den raad wellicht reeds eerder kunnen bereiken, indien niet de woning- bouwvereeniging „Eensgezindheid" een verzoek had ingediend, om haar voor dien grond in aanmerking te brengen. Bij mis sive van 18 December 1933 nadat het College van B. en W. reeds aan den heer Jansen de verkoopvoorwaarden had mede gedeeld wendde het bestuur der vereeni ging zich tot hun College met het verzoek haar den grond toe te wijzen; het bestuur opperde in dat schrijven voorts het denk beeld, om den geprojecteerden kinderspeel tuin te laten vervallen en het daarvoor be stemde terrein voor het grootste gedeelte van een eenvoudige beplanting te voorzien, terwijl het resteerende gedeelte dan zou kunnen worden ingericht voor een speel tuin voor kleuters, b.v. door het plaatsen van een paar zandbakken of iets derge lijks. Vervolgens deelde het bestuur in dat schrijven mede, dat het zich had beraden over de wijze van financiering van den aankoop van den grond en van den wo ningbouw en dat het tot de slotsom was ge komen, dat het wellicht mogelijk zou zijn door bemiddeling van den Nationalen Wo ningraad het benoodigde kapitaal te ver krijgen. Uit nadere van de vereeniging ge kregen inlichtingen bleek intusschen wel dra, dat financiering buiten de gemeente om niet mogelijk was en dat derhalve de grondaankoop en de woningbouw met voor schot, of, wat ten slotte op hetzelfde neer komt, met garantie van de gemeente zou den moeten plaats hebben. Het bestuur deed inmiddels op den bouw grond een bod van 32.000.(d.i. dus la ger dan de prijs, dien de heer Jansen wil betalen) en op grond van den geprojecteer den speeltuin een van 3.500. Aangezien het College van B. en W. ech ter geen vrijheid kon vinden om plannen voor woningbouw met voorschot of ga rantie van de gemeente boven de verschil lende aanhangige en in uitvoering zijnde plannen van woningbouwvereenigingen m overweging te nemen, moesten zij het be stuur berichten, den verkoop van den grond aan de vereeniging niet te kunnen bevor deren. Bij adres van 16 Februari 1934, dat om praeadvies in handen van B. en W. werd gesteld in de vergadering van 19 Februari d.a.v., richtte het bestuur' der vereeniging zich vervolgens tot den raad, daarbij ver zoekende den bedoelden bouwgrond te be stemmen voor de vereeniging en haar in staat te stellen met rijks- of gemeentelijk voorschot of onder garantie van de ge meente op den grond een 40-tal eensgezins woningen te bouwen en om tevens voor den aanleg van een bescheiden plantsoen te harer beschikking te stellen den grond, die thans op- het uitbreidingsplan staat aan gewezen ais kinderspeeltuin. Dit nadere adres van het bestuur heeft geen wijziging kunnen brengen in het af wijzend standpunt van B. en W. ten op zichte van de verlangens der vereeniging. Hun bezwaren tegen inwilliging van het verzoek der vereeniging, hiervoor reeds kort samengevat, zijn gegrond op het vol gende: 1. Ingevolge raadsbesluit van 21 Maart 1932 werd in beginsel besloten pl.m. 353 arbeiderswoningen te doen bouwen, mits voor den bouw voorschot uit 's Rijks kas wordt verkregen. Een tweetal plannen is thans in uitvoering, terwijl andere plan nen nog in behandeling zijn en dus nog m uitvoering moeten -komen; sedert de raad genoemd besluit nam heeft echter de parti culiere bouwnijverheid het aantal wonin gen weer belangrijk doen toenemen, ter wijl op dit oogenblik nog plannen voor een groot aantal woningen in uitvoering en in voorbereiding zijn; deze woningen zijn geenszins alle middenstandswoningen; daaronder bevinden zich verscheidene eenvoudige, goedkoope huizen. 2. De prijs, dien de vereeniging voor den grond biedt, is blijkens het bovenstaande, lager dan de prijs die van den heer Jan sen kan worden verkregen. Leidt een prijs van 8.50 per M2. bij bebouwing met 41 woningen (volgens het plan van „Eensge zindheid") tot een bedrag van pl.m. 858. aan grondkosten per woningen, de vereeni ging gaat in een door haar overgelegde be grooting uit van een bedrag van ƒ800. per woning. De heer Jansen stelt den koop prijs van de door hem te bouwen wonin gen (grond inbegrepen) in het algemeen op rond ƒ3.200.terwijl de bouwvereeni ging, hoewel zij een lagere som voor grond kosten aanneemt, de stichtingskosten toch nog op 3.500.raamt. De werkelijke kos ten van de in aanbouw zijnde 20 woningen der vereeniging zullen (den grond ƒ7.80 per M2. inbegrepen) pl.m. ƒ3.325.bedra gen. Uit een oogpunt van goedkoope bouw wint derhalve in dit geval het particuliere bouwplan het van het vereenigingsplan, staat daarbij althans niet achter, en vooral ook om deze reden kan aan het vereeni gingsplan geen medewerking worden ver leend. Dit is in overeenstemming met de door de Regeering gevolgde gedragslijn, dat voorschotten voor den bouw van wo ningen, ter voorziening in de behoefte aan eenvoudige arbeiderswoningen, kunnen worden gegeven, voorzoover aannemelijk is, dat het particulier bouwbedrijf niet in die behoefte voorziet; deze gedragslijn is uitdrukkelijk bij art. 24, 4e lid van het Wo- ningbesluit voorgeschreven. 3. Het niet aanleggen van den kinder speeltuin door den desbetreffenden grond bijna geheel tot plantsoen in te richten is in strijd met het uitbreidingsplan. De be stemming van den grond tot kinderspeel tuin behoort, al is het oogenblik van aanleg nog niet aangebroken, te worden gehand haafd. 4. Het College van B. en W. heeft aan de vereeniging geen uitzicht op verkrijging van het onderhavige terrein geopend; in tegendeel, het College heeft aan het ver- eenigingsbestuur bij missive van 29 Maart 1932 medegedeeld, dat, waar aan de ver eeniging slechts 20 woningen waren toe bedeeld, zij maar een klein gedeelte van het beschikbare bouwterrein ter plaatse behoefde. 5. Het bestuur doet een beroep op de omstandigheid, dat zij bij de laatste twee gelegenheden slechts 27 en 20 woningen toegewezen kreeg. Het is duidelijk, dat dit geen steekhoudend argument is; het gaat er immers niet om, hoeveel woningen een bepaalde vereeniging bouwde, maar hoe veel woningen ter voorziening in de wo ningbehoefte noodig waren. 6. Verder voert het bestuur aan, dat de vereeniging, om tot de uitvoering van het 6e plan (20 woningen) te kunnen geraken, zich een belangrijk financieel offer heeft getroost, waarvan het onder werpelijke bouwterrein eveneens profiteert; dit staat op een uitgaaf van 3.500.die de ver eeniging deed voor de demping van een gedeelte Broersloot, waardoor de Tromp straat kon worden doorgetrokken en ter plaatse niet een brug behoefde te worden gelegd. Het bestuur legt in zijn adres op dit gevolg van de demping wel wat al te veel nadruk; de demping bracht ook voor de vereeniging zelve versohillende voor- deelen mede, o.a. dat het plan van de 20 woningen nu volledig kon worden uitge voerd, daar anders twee woningen moesten vervallen; dat voor de tuinen meer grond beschikbaar kwam; dat de vereeniging geen beschoeiing behoefde te maken en te onderhouden. Het maken van een brug zou trouwens geen bezwaar hebben opge leverd voor den verkoop van den grond. Bij de transactie met de vereeniging inzake de demping werd van de zijde der gemeen te dan ook geen verband gelegd met de uitgifte van den grond in kwestie. Intusschen is de demping van dit gedeelte Broersloot zeer zeker mede in het belang van de exploitatie van dezen grond; B. en W. achten het daarom niet onbillijk, de vereeniging in de door haar gemaakte kos ten tegemoet te komen door haar een be drag van 1.000.te restitueeren. ALGEMEENE BEDRIJFSVERORDENING. In de vergadering van 4 Juni 1.1., werd om praeadvies in handen van B. en W. ge steld een amendement van den heer Wil brink op art. 24 van de ontwerp-algemeene bedrij fsverordening. Het College van B. en W. kan zich, even als Commissarissen der Stedelijke Febrie- ken van Gas en Electriciteit, bij nadere overweging wel vereenigen met de in het voorstel van den heer Wilbrink tot uitdruk king komende gedaohte, dat: a. de verdeeling van den dienst tusschen de twee adjunct-directeuren niet geheel aan den directeur zal zijn overgelaten, doch dat hun taak in hoofdzaak in de instructie zal worden geregeld; b. de oudste adjunct-directeur in dienst jaren, als zoodanig een jaarlijksche toelage geniet van 500. Intusschen geven B. en W. aan de wij ziging van art. 24 der concept-verordening de voorkeur boven de door den heer Wil brink en door Commissarissen voorgestelde redacties. Zij achten het toch gewenscht, dat duidelijk en boven allen twijfel blijft uitgesproken, dat de centrale leiding bij den directeur berust. Wat voorts de door Com missarissen ontworpen bepaling betreft, achten zij het juister, dat het toekennen van een toelage aan den oudsten adjunct- directeur in de algemeene salarisverorde ning wordt geregeld. Met aanvulling van htm voorstel, opge nomen in Ingekomen Stukken No. 104 van dit jaar, geven B. en W. den raad mits dien in overweging in bedoelden geest te besluiten. Rechtstoestand ambtenaren en werklieden ln dienst der gemeente. De circulaire van Ged. Staten der pro vincie Zuid-Holland d.d. 9 Mei 1934 noopt B. en W. de ontwerp-verordening, regelen de den rechtstoestand van de ambtenaren en werklieden in dienst der gemeente Lei den op enkele punten te wijzigen en aan te vullen. De aan te brengen wijzigingen z^jn in hoofdzaak van zuiver redactioneelen aard en zij achten het daarom ook niet noodig daaromtrent nog weder het advies van de Algemeene Ambtenaren- en Algemeene Werklieden Commissiën in te winnen. Zij zijn de volgende: I. Aan, het slot van art. 9 wordt toege voegd: „Voor aanstelling komen gehuwde of in ooncubinaat levende vrouwen niet in aan. merking". II. Art. 23, 3e lid, wordt gelezen als volgt: „3. Het is den ambtenaar/werkman ver boden om in dienst of bij het gekleed gaan in uniform insignes of andere onderschei dingsteekenen of in dienst uniformkleeding- stukken te dragen, een en ander voor zoo ver die niet vanwege het daartoe bevoegde gezag zijn verstrekt of voorgeschreven, of voor zoover niet tot het dragen daarvan aan de ambtenaren in 's Rijks dienst door den Voorzitter van den Raad van Minis ters, op grond van het bepaalde in artikel 50 van het Algemeen Rijksambtenarenre glement, vergunning is'verleend". III. Aan art. 45 wordt een tweede lid toe gevoegd, luidende: „2. In alle andere gevallen wordt hem de gewone wedde over den tijd van het verblijf in werkelijken dienst niet uitbe taald". IV. Na het eerste lid van art 46 wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, lui dende: „2. Als herhalingsoefening wordt be schouwd de dienst die voor de toepassing van het Rijksambtenarenreglement als zoo danig wordt aangemerkt". Het tweede lid wordt derde lid. V. In art. 47, le lid, wordt in plaats van „de eerste 30 dagen" gelezen: „30 dagen", terwijl in art. 47, 3e lid sub b in plaats van „militairen rang" wordt gelezen: „rang". VI. Art. 84, le lid sub J, wordt gelezen als volgt: „j. wegens zijn lidmaatschap van een ver eeniging, waarvan de Voorzitter van den Raad van Ministers ingevolge artikel 97b van het Algemeen Rijksambtenarenregle ment of, voor zoover betreft een vereeni ging, waarvan ambtenaren in 's Rijks dienst geen lid kunnen zijn, de Commissaiis der Koningin in de provincie Zuid-Holland verklaard heeft dat zij om de doeleinden, die zij nastreeft of de middelen, die zij aanwendt ten aanzien van den ambtenaar in 's Rijks dienst onderscheidenlijk ten aenzien van den ambtenaar/werkman in gemeentelijken dienst de behoorlijke ver vulling van zijn plicht als ambtenaar/ werkman kan in gevaar brengen of scha den, of die op eenigerlei wijze medewer king of steun verleent aan een zoodanige vereeniging of aan van haar uitgaande actie". INGEZONDEN STUKKEN De L.P.S.V.-Marsch. Een „Geslaagde" Wandeltocht? Gaarne zou ik, Mijnheer de Redacteur, naar aanleiding van bovenstaand opschrift van het verslag over dezen wandeltocht in Uw blad van heden een korte opmerking willen maken, zoodat ik beleefd eenige plaatsruimte vraag, waarvoor bij voorbaat mijn beleefden dank. Sterk trof het mij namelijk, dat in be doeld verslag in alle toonaarden werd aan gegeven, dat deze wandeltocht zoo buiten gewoon geslaagd was, maar ik en waar schijnlijk vele andere wandelaars met mij hebben zich met verbazing afgevraagd, welke maatstaf tegenwoordig in wandel sportkringen wordt aangelegd om een marsch geslaagd te doen heeten. Was het alleen te doen om een groot aantal wandelaars bijeen te trommelen, 'n zeer fraai parcours uit te zetten, zich de hulp van de nooit genoeg geprezen E.H.B. O. te verzekeren en talrijke andere, dik wijls moeilijke voorbereidingen te treffen, dan kan de L.P.S.V., zooals we dat van haar gewend zijn, met voldoening op de zen tocht terug zien en met recht spreken van een geslaagde organisatie! Maar dat alleen kenmerkt toch niet de „geslaagde" wandeltocht? Want minder geslaagd was de gesteld heid van verschillende deelnemers en deel neemsters en dat is toch m.i. ook wel een factor, die voor de appreciatie van het welslagen van zoo'n marsch mag meetel len. Door toevallige omstandigheden was ik in de gelegenheid het grootste gedeelte van de marsch van zeer nabij te volgen en vooral op het einde van het parcours viel het mij op hoe ontzettend weinig propa ganda er uitging van vele groepen en in- dividueele deelnemers. Van de groepen lagen er verschillende geheel uit elkaar, doordat enkele der jon gere deelnemers (sters) (mi. ook veel te jong voor een afstand van 40 K.M.) niet voldoende konden volgen, terwijl weer an deren er zelfs niet tegen op zagen om ge steund en half gedragen door anderen (sommigen reeds van den Deijl af) zich met horten en stooten naar het eindpunt te laten sleepen. Toch deden de hulpvaardige assistenten van zoo'n stumperende kruk veel ver standiger door hun uitgeputte metgezel zoo snel mogelijk in den uitvallerswagen te brengen. Dan gaat natuurlijk wel het zoo hevig begeerd personeele „blikje" of de „Groepsmedaile" verloren, maar de propaganda voor de mooie wandelsport wordt er tenminste meer mee gediend dan door het binnensleepen van dergelijke wandel„sporters", die voor getrainde en ervaren wandelaars een ergernis en voor niet-wandelende belangstellenden een ka rikatuur zijn. En misschien is de gezond heid van velen er ook nog beter mee ge baat! Het is te wenschen, dat aan deze uitwas sen door de leiders der verschillende wan delclubs in het belang van de wandelsport ten spoedigste door het nemen van afdoen de maatregelen paal en perk worde ge steld, of dat anders aan bevoegde instan ties de macht wordt verleend dergelijke uitgeputte deelnemers verdere deelname tijdens den marsch te ontzeggen en hen aan te raden eerst zich eens te laten keu ren en onder deskundige leiding te gaan trainen. Misschien, dat dan de Wandelsport weer de belangstelling van den buitenstaander zal terugwinnen, welke ze thans door toe doen van enkele onverstandigen (om geen scherper woord te gebruiken) in niet ge ringe mate aan 't verspelen is. En dan zal ook met meer recht van een in alle opzichten „geslaagde" wandeltocht kunnen worden gesproken, dan thans. Leiden, 11 Juni 1934. JAN TH. WITTE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 7