25ste Jaargang
MAANDAG 11 JUNI 1934
No. 7833
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
De feestelijke herdenking van
het Eucharistische Eeuwfeest
te Leiden.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
S)e Gcldóch^Coii^cmt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Toonritbetaling:
Voor Leiden 19 cent per weekS 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week S 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 1
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
V Onderling ontevreden
ontevredenen
Zooals gemeld, heeft op Zondag 3 Juni
de Katholieke Democratische Arbeiders
partij (K.D.A.P.) op haar congres te
Breda het besluit genomen, om zich met
de Katholieke Democratische Partij
(K.D.P. de partij van prof. Veraart)
te vereenigen.
Misschien interesseeren onzen lezers
eenige bijzonderheden over de genoemde
K.D.A.P.
Eenige jaren geleden opgericht als K.
A.P. heeft zij onder leiding van den
heer Chr. Vocht aan de Kamerverkiezin
gen van 1933 deelgenomen. Het resultaat
was, dat over het geheele land 6,285 stem
men op haar lijst werden uitgebracht.
Vóór de verkiezingen was er in de R.K.
Volkspartij groote oneenigheid ontstaan
over de vraag, wie van de candidaten als
nummer één zou prijken. Aanvankelijk
scheen de voorzitter Wesseling daartoe
voorbeschikt, doch dit was niet naar den
zin van de afdeeling Tilburg, die, gebruik
makend van het puntenstelsel, den leider
Wesseling naar numero drie wist te doen
verhuizen, terwijl mr. Pius Arts als eerste
en Felix Donders als tweede werd ge-
plaatst.
Na dezen strijd trad de heer Donders,
toen slechts de heer Arts gekozen bleek,
uit de Volkspartij, en richtte een eigen
R.K. Democratisch partij op. Deze smolt
in den zomer van 1933 met de Partij van
den heer Vocht ineen tot een K.D.A.P.
Deze K.D.A.P. (inclusief de heer Don
ders) vereenigt ziel nu weer met de K.
D.P. (Veraart), waar zij de oude Volks
partij met de heeren Wesseling en Arts
weer ontmoet. Waar de heer Vocht nu
zal blijven, is nog niet duidelijk; zijn pu
blicaties van enkele maanden geleden
wezen er op, dat hij trachtte een Katho
lieke Fastische Arbeiderspartij te for-
meeren.
Of de heer Donders het samenwerken
met de Volkspartij erg prettig zal vin
den? Wij herinneren eraan, dat hij d.d.
21 Juni 1933 een „onthulling" deed,
waarin hij mededeelde, dat een vooraan
staand Vokspartijer verklaard had, dat de
heer Wesseling (toen Voorzitter der R.K.
V.P., nu secretaris van de K.D.P: en direc
teur van derzelver partijbureau) de R.K.
Volspartij beschouwde als een „Naam-
looze Vennootschap tot Exploitatie van
de Politiek ten Eigen Bate!"
Wij zouden hierbij als onze eerlijke
overtuiging kunnen aanteekenen, dat de
heer Felix Donders allerminst zich geroe
pen mag achten, om den heer Wesseling
te kapittelen! Maar wij willen ons
niet in deze onderlinge meeningsverschil-
len mengen.
Wij herinneren er niet aan uit leed
vermaak. En: in de beste families ko
men ruzies voor!
Waarom wij er dan wèl aan herinne
ren. Om daaruit te concludeeren, dat zij,
die zich van de R.K. Staatspartij afschei
den in één groep, het ook lang niet met
elkaar eens zijn integendeel!
Meeningsverschillen kunnen in de R.K.
Staatspartij tot uiting komen; minder
heden kunnen in de R.K. Staatspartij in
vloed uitoefenen, en zeer waarschijnlijk
meer dan wanneer zij zich daarbuiten
groepeeren inonderlinge verdeeldheid.
Menschen als prof. Veraart zouden toch
zeker in de R.K. Staatspartij tenslotte
niet minder bereiken door hun invloed,
direct en indirect, dan zij daadwer
kelijk tot stand brengen buiten de
R.K. Staatspartij.
Te velen onderschatten de beteekenis
der eenheid (ook al is in die eenheid
meeningsverschil en zelfs ernstig mee-
nings ver schil) en overschatten de betee
kenis de beteekenis in de practijk
van een ontevreden groep, van een af
gescheiden kleine partij.
Den Burcht in feestgewaad
EEN STRALENDE DAG
Tusschen het donkere groen der eeuwen
oude boomen plekt de blduwe hemel, die
op dit Eucharistisch feest boven den
Burcht hangt.
Het is feest.
Het feest van den zomer, maar de zomer
dient nu slechts om uiterlijke glans te ge
ven aan het grootste feest, het Eucharis
tische feest, dat nu gevierd gaat worden.
Het is het jubeljaar, waarin herdacht
wordt de instelling van het Allerheiligst
Sacrament des Altaars, nu negentien
eeuwen geleden.
En de Vriendenkring ter eere van het
Allerheiligste Sacrament heeft Leiden's
Katholieken opgewekt dit hooge feest te
komen vieren. De Eucharistische feestdag
zou op de transen van den Burcht wor
den gevierd.
En den morgen.
Reeds om negen uur des morgens was
een groot aantal Katholieken bijeen ter
viering van de H. Geheimen. Het is een
gedachte, die ons treft in dezen zonne-
stralenden morgen, dat vroeger voor 19
eeuwen de H. Geheimen moesten worden
gevierd, verborgen en in het donker der
Catacomben, opdat het daglicht niet zou
zien het grootste wonder Gods en dat nu
bij de herdenking daarvan de geloovigen
bijeenkomen op het hoogste punt van een
moderne stad, opdat allen zullen weten
dat zij Christus huldigen in zijn heilige
geheimen.
Op de trap die naar de transen voert is
een altaar opgeslagen. En de oude steenen,
waarop het rust, zijn met een overdaad
van bloemen versierd, witte bloemen, die
de vlekkeloosheid van het Lam Gods sym-
boliseeren.
Rechts en links van het altaar staan op
de transen de vaandels der R. K. Vereeni-
gingen en geheel m het rond staan daar
hoog de Graalmeisjes met hun vlaggen als
een kleurige lijfwacht.
Het platform is in vakken verdeeld voor
hen, die de H. Mis komen bijwonen. De
R. K. Verkenners alsook de E. H. B. O.
verrichten hier wat ook des middags zou
geschieden, goede diensten.
Om 9 uur wordt de H. Mis opgedragen
door den weleerw. heer R. M. A. Nieveen
van Dijkum, geestelijk directeur van den
Vriendenkring van het Allerheiligst Sa
crament. En na het Evangelie spreekt hij
de geloovigen toe, hen wijzend op de groo
te beteekenis van dezen Eucharistischen
herdenkingsdag.
Het is negentien honderd jaren geleden,
aldus de gewijde redenaar, dat het Lam
Gods ging zijn zwaren offergang. 't Was
op een Vrijdag, de boete-Vrij dag, dat Hij
het kruis op Zijn schouders nam en droeg
door Jeruzalem de stad van Gód. Lang
zaam besteeg Hij de offerhoogte van Gol
gotha's kruin.
Daar werd Hij opgeheven, opdat ieder
een Hem zien zou. Daar overzag Hij de
menigte, die daar stond. Hij zag blikken"
van haat en van leedvermaak. En in de
drie uren, dat Hij daar te sterven hing,
zag Hij terug in de geschiedenis. En Hij
zag al de ongerechtigheden, die duizenden
van jaren waren geschied en duizenden
van jaren nog zouden geschieden. En in
die drie uren bad Hij tot God den Vader
en offerde Hij zich zelf voor alle zonden.
Toen werd de hemel weer geopend en nu
kan sterven wie wil, maar hij kan zijn
ziel wasschen in het bloed van Jezus
Christus.
Zijn offer werd een verzoeningsoffer,
een offer van dank, van aanbidding en
van smeeking.
Zoo dikwijls is de dank der menschen
geschreven in het zand en ook hier zou
dit zijn geschied als niet het Sacrament
des altaars die weldaad had gegrift in
iedere ziel over geheel de wereld. En dit
is de weldaad, die wij in dit jubeljaar her
denken. De waarde van deze weldaad zet
de gewijde redenaar dan uiteen om te be
sluiten met de opwekking het voornemen
te maken iederen dag te doen zijn een
feest voor onze ziel. Laat de H. Mis zijn
een offer van dank voor alle genaden;
een offer van dank, van verzoening en
van smeeking.
Hierna werd de Missa dialogata ver
volgd, waarbij alle geloovigen luide de
vaste liturgische gebeden meebaden.
Onder de H. Mis naderden velen ter
H. Tafel. De H. Communie werd uitgereikt
door kapelaan Nieveen van Dijkum en
Pater Petit uit Katwijk.
Alles verliep met groote devotie en, was
een prachtig begin van dezen Eucharisti
schen feestdag.
De middagplechtigheden.
Des middags om drie uur hadden we
derom op den Burcht de plechtigheden
plaats.
Een groot aantal Katholieken was hier
bijeen om hulde te brengen aan den
Eucharistischen Koning. Onder hen waren
vele eerw. heeren geestelijken o.a. de
hoogeerw. heer Deken van Leiden en zeer
vele maatschappelijk-vooraanstaande per
sonen.
De Graalmeisjes hadden weer de tran
sen bezet in haar kleurige kleeding en met
haar kleurige vlaggen.
Nadat door allen „Aan U, o Koning der
eeuwen" gezongen was, sprak kapelaan R.
M. A. Nieveen van Dijkum de aanwezigen
aldus toe.
Het is mij een eer en eene groot vreug
de, namens het Uitvoerend Comité, u allen
te mogen begroeten op deze heerlijke bij
eenkomst, die bedoelt te zijn eene in
zooverre het aan mensohenpogingen gege
ven is grootsche hulde aan den Koning
der Koningen, den „Emmanuel: God met
ons" onzer Altaren.
Nergens meer dan verzameld rondom het
Allerheiligste, gevoelen wij ons als broe
ders en zusters van dat eene, groote gezin,
dat God Zijnen Vader noemen mag. Hetzij
wij arm zijn of rijk, geleerd of ongeletterd,
in aanzien of onbekend, Hij, Die harten
en nieren doorgrondt, kent slechts de
eeuwige waarden van reine, Hem gewijde
zielen.
Het is daarom, dat ik mij verschoond
mag rekenen van eene afzonderlijke ver
melding van zoovele eminente persoonlijk
heden, die deze bijeenkomst met hunne te
genwoordigheid opluisteren.
Immers, wij allen komen met hetzelfde
doel: hulde, eer, dank en liefde te brengen
aan den „Regi saeculorum: den Koning
der eeuwen", Wiens Koningsmacht niet ge
meten wordt met de enge mate Van aard-
schen tijd en plaatselijke begrenzing.
DE H. MIS OP DEN BURCHT opgedragen door Kapelaan R. M. A. Nieveen van
Dijkum. (Wij verwijzen nog naar een twee tal andere foto's van dit Eucharistisch feest
op onze fotopagina).
Met blijde zielevreugde hebben wij al
len deze gelegenheid aangegrepen, open
lijk ons te toonen de daadwerkelijke belij
ders van dat heerlijk Katholieke Geloof,
dat den armen aardschen mensch te mid
den van veel ellende, onkunde en duister
nis een licht is en een voorsmaak van de
blijvende hemelvreugde.
Bevend van ontroering, en eenvoudig als
het schuldelooze kind, gaan wij allen
straks op onze knieën het den geleerden,
heiligen Aquiner nazingen: „Adoro Te de
vote, latens Deitas: Godvruchtiglijk aan
bid ik U, verborgen Godheid!"
Blijve door deze grootsche bijeenkomst
en mede door het welsprekend woord, dat
prof. Kors zoo welwillend zal zijn u nu te
gaan toespreken, u allen bij voor heel uw
leven: de damk en de heerschappij en de
glorie te geven aan dien Koning der
eeuwen".
Rede prof. dr. Kors O.P.
Het is iets menschelijks, aldus spr., wel
daden te herdenken. Dit is niet alleen een
behoefte van dankbaarheid, maar het ligt
ook in onze menschelijke natuur eer te
brengen aan al wat groot, edel en heilig is.
Het is daarom dat de heele menschheid,
alle volkeren groote mannen, groote ge
beurtenissen eeren en herdenken.
Mannen van wetenschap en kunst, man
nen, die uitgeschitterd hebben in kracht en
heldenmoed worden herdacht en gehuldigd.
Dit nagaande staan wij verwonderd dat
de wereld niet meer hulde brengt aan een
bovenmenschelijke grootheid en heldhaf
tigheid.
Want vandaag huldigen wij Hem, die van
den eenen kant ons zoo nabij is, omdat Hij
onze natuur aannam, en die van den ande
ren kant zóó ver van ons afstaat, dat het
een afstand is tusschen alles en niets.
Wij herdenken den goddelij ken Meester,
die vóór negentien eeuwen ons iets gaf,
wat niet te beschrijven is, het Heilig Sa
crament des Altaars. Wij herdenken daar
in den Gever en de gave.
Prof. Kors zet dan uiteen, wat die groote
gave van den Goddelijken Meester voor ons
beteekent, waarom die gave van zoo ont
zaglijk belang is. Waarom hier eigenlijk
niet een kleine groep van goed geloovigen
bijeen moest zijn, maar een opeengedron
gen massa, omdat dit Sacrament is het
geweldige wonder dat blijvend getuigt van
Gods wijsheid, almacht en liefde.
Het getuigt van Gods wijsheid.
Uit goedheid heeft God den mensch wil
len redden. Geen mensch echter kan goed
maken, wat de eerste ouders tegen Gods
Majesteit hadden misdaan.
En allen worden wij geboren in zonde
volgens het woord van den H. Schrift: „Er
is er geen, die doet wat recht is".
Maar Gods liefde vond het middel om
desondanks de menschheid te redden. De
Zoon Gods Zelf nam de schuldige natuur
aan van den mensch, zoodat Hij onze
plaatsvervanger kon zijn tegenover den
hemelsohen Vader.
Zoo kon het offer gebracht worden, dat
opwoog tegen de oneindige beleediging van
God. Zoo is Hij voor ons een vervloeking
geworden, zoo is Hij voor ons aan het Kruis
genageld, zoo heeft Hij voor ons Zijn bloed
gestort en onze straf op Zich genomen.
Door het Kruisoffer konden wij Gods
liefde terug ontvangen.
In onze ziel kan weer het Goddelijk leven
worden ingestort, waardoor wij in waar
heid Gods kinderen zijn. En dat bovenna
tuurlijke leven moet in ons bloeien en rij
pen, dat moeten wij omzetten in daden,
gelijk aan de daden van den Goddelijken
Meester zelf.
Maar hoe zouden wij zwakke menschen
dat kunnen?
Christus heeft in Zijn wijsheid ons het
middel daarvoor gegeven in het H. Sacra
ment des Altaars. Daar geeft Hij Zichzelf
als voedsel.
Daar stroomt zijn levenskracht over in
ons binnenste.
Daar wordt bewaarheid dit woord: De
plenitudine ejus omnes nos accepimus. Uit
Zijne .volheid ontvingen wij allen.
Daarom veranderde Hij brood in Zijn H.
Lichaam en wijn in Zijn H. Bloed, ons lee-
rend, dat Hij noodig is voor onze ziel, als
brood en drank voor ons lichaam.
Hij gaf Zich als voedsel onder deze ne
derige gedaanten om ons vertrouwen te ge
ven, om ons meer tot Zich te trekken. Hoe
zouden wij, schepselen, tot Hem durven
gaan als Hij daar was als tijdens Zijn ster
felijk leveri op aarde.
Maar tegelijk schittert daar ook de al
macht van onzen God en Vader.
Daar gaat de zelfstandigheid van brood
en wijn over in de zelfstandigheid van
Christus' Lichaam en Bloed. Geen enkele
verandering in de stoffelijke wereld is
daarmee te vergelijken. Geen geschapen
wezen kan die zelfstandigheidsverandering
volbrengen.
De wonderen van Gods Wijsheid en Al
macht in de Eucharistie worden echter nog
BUITENLAND.
Duitschlands strijd tegen de werkloos
heid. (4e blad).
De politieke spanning in Oostenrijk,
welke zich uit in bomaanslagen, (éde blad).
Herstel der diplomatieke betrekkingen
tusschen Rusland en de landen der Kleine
Entente. (4e blad).
BINNENLAND.
Wetsontwerp inzake regeling van koop
en verkoop op afbetaling. (1ste blad).
Wetsontwerp inzake ontslag van Onder
wijzeres bij huwelijk. (1ste blad).
Wetsontwerp inzake invoering van den
Greenwichtijd. (1ste blad).
Motorrijder en duo-passagier te Heem
stede verongelukt. (Gem. Ber. 3de blad).
Doodelijke verkeersongelukken te Rotter
dam, Den Haag en Tegelen. (Gem. Ber. 3de
blad en Laatste Ber.).
Twee broertjes te Den Haag verdronken,
twee andere slachtoffers bij de Hembrug
en te Weurt. (Laatste Ber. 3de blad).
LEIDEN.
Plechtige veiring van het Eucharistisch
Eeuwfeest. (1ste blad).
Twee jongens verdronken. (1ste blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Italië wint het wereldvoetbalkampioen
schap door Tsjecho-Slowakije in verleng
den wedstrijd te slaan. (2de blad).
Vijf gegadigden voor den titel van natio
naal 12 Voetsjollenkampioen. (2de blad).
Njord wint de Oude Acht op de Hollan-
dia-wedstrijden. (2de blad).
DEKEN VAN ZOETERWOUDE.
Hoogeerw. heer C. M. Jonckbloed.
Tot deken en pastoor te Zoeterwoude
(St. Joannes' Onthoofding) is benoemd de
hoogeerw. heer C. M. Jonckbloed, pastoor
van Wognum en deken van Wervershoef.
De hoogeerw. heer Jonckbloed is gebo
ren in 1874, priester gewijd in 1902 en be
noemd tot pastoor van Wognum in 1926.
Zijneerw. was ook eenigen tijd rector van
de Bisschoppelijke Nijverheidsschool te
Voorhout.
overtroffen door het grootste wonder van
Gods oneindige Liefde.
De eucharistie is de gave van Gods lief
de. In de eucharistie staan wij tegenover
God als menschen, die God als middel ge
bruiken tot hun eigen welzijn.
God geeft Zich daar als middel, Hij, Die