HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct
ZATERDAG 9 JUNI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD. PAG. 13
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
HET NIEUWE BELGISCHE PRINSJE VAN 7 POND. KABINETS
CRISIS OP HETZELFDE UUR, WANNEER WORDT DE ONT
WAPENINGSCONFERENTIE VERDAAGD? SCHULDEN WORDEN
TEGENWOORDIG NIET MEER BETAALD.
Geluk by ongeluk. Een ongeluk
komt zelden alleen. Dat kan beteekenen,
dat de eene afgrond den anderen oproept,
maar ook, dat er bij ieder ongelukje steeds
een gelukje is.
Nauwelijks is de koninklijke familie van
België ontkomen aan den diepen indruk
van het tragisch ongeluk van koning Albert,
of weer jubelt het Belgische volk om een
nieuwen kleinen Albert, een prinsje, dat
als derde kind van koning Leopold III en
koningin Astrid is geboren.
Het heeft zeven namen en weegt zeven
pond; voor ieder pond een naam!
Dat kleine prinsje heeft meer blijde ont
roering onder het volk gebracht dan de
kabinetscrisis beroering heeft gebracht.
Prins Albert, die den titel zal krijgen van
graaf van Luik, is n.l. een crisis-kindje. Hij
verscheen net in het kasteel te Laeken om
te zeggen, dat hij „optrad", toen graaf de
Broqueville er ook aan kwam om te zeg
gen, dat hij aftrad. Zijn kabinet was n.l.
juist politiek gesproken overleden, wat niet
zoo heel erg is, want in de politiek kan
een doode weer verrijzen.
Maar hier blijkt weer, hoe dicht de wieg
staat bij het graf en hoe leven en dood
elkander afwisselen.
V
Kabinetscrisis. Algemeen ver
wacht men, dat het afgetreden kabinet
spoedig zal herrijzen, al of niet „gemoderni
seerd", maar toch weer onder leiding van
de Broqueville.
Het kabinet was een noodregeering, die
steunde op een nood-basis van Katholieken,
Christen-democraten, radicale en conserva
tieve Liberalen.
Het struikelde over een paar onderge
schikte punten, die er verder niets toe doen,
doch alleen aanleiding gaven om de dieper
liggende ontevredenheid van de meerder
heid van het parlement tot uiting te bren
gen.
De dieper liggende ontevredenheid be
treft de hoofdlijnen van het regeeringsbe-
leid en wel voornamelijk twee hoofdpunten
n.l. de financieele politiek, waarbij het gaat
om het nut van inflatie, waar de Belgische
regeering niet aan wil, evenmin als onze
regeering, en ten tweede de politiek van
losmaking van Frankrijk.
Men herinnert zich nog wel de gerucht
makende rede van de Broqueville over de
Duitsche bewapening, waarin hij een totaal
van de Fransche politiek afwijkende mee
ning verkondigde.
Over deze twee punten gaat de ontevre
denheid.
Wordt de Broqueville opnieuw premier,
dan zullen de ontevredenen echter weinig
succes beleven, want dan krijgt de poli
tiek geen anderen koers. De koning heeft
de Broqueville opnieuw met de kabinets
formatie belast, welke opdracht deze heeft
aanvaard.
V
Genève. Hoe lang nog zal men het
uitstel van de conferentie te Genève uit
stellen? Men draalt en confereert achter
gesloten deuren, bekvecht en kan het toch
niet eens worden. Verdaging tot St. Jutte-
mis is de eenige oplossing, maar men durft
het nog niet aan. Eerst moet een plan ge
formuleerd zijn, dat men rustig in de hoe
de van een paar oommissies kan achterla
ten en dan is men weer voor een tijdje er
van af. Tegen den tijd, dat er opnieuw ver
gaderd moet worden, is er wel weer een
ander geheel nieuw denkbeeld dat aan
andere commissies ter bestudeering kan
worden voorgelegd. Intusschen kunnen er
diplomatieke onderhandelingen van land
tot land plaats vinden en zoo blijft het bal
letje genoegelijk in een kring rondtollen.
Men weet het, er teekenen zich te Ge
nève twee hoofdgroepen af. Eenerzijds
staan degenen, die een overeenkomst van
wapeningsbeperking, hoe gering dan ook,
blijven beschouwen als de voornaamste en
eerste taak van de conferentie, welke al
leen volbracht kan worden met medewer
king van Duitschland, dat men daarom,
door zich te stellen op het standpunt der
realiteit, den terugkeer moet mogelijk ma
ken aanvaarding'dus van Duits chlands
defensieve bewapening, en het verkrijgen
van Duitschlards vrijwillige onderwerping
aan een bewapeningsconventie binnen be
paalde grenzen. Dit kan in het algemeen
het Engelsche gezichtspunt worden ge
noemd, waarachter zich tot zekere hoogte
de Vereenigde Staten, de vroegere neutra
len, België en ook Italië scharen.
Recht daartegenover staan de mogend
heden, die uitsluitend de veiligheidskwes
tie als het eerste en voornaamste doel, de
ontwapening slechts als een kwestie van
het tweede plan beschouwen, die alleen la
ter voor regeling in aanmerking kan ko
men, als de eerste in kannen en kruiken
is. Aan het hoofd van deze groep staat
Frankrijk, met zijn nieuwen vriend en
bondgenoot Rusland, terwijl daarachter de
landen van de Kleine Entente staan bene
vens die van het Balkanbloc en Turkije.
Deze groep wil vóór alles, onder den in
vloed van Duitschlands militariseering, de
veiligheid verzekeren en daartoe een pact
van wederkeerigen bijstand sluiten, dat in
werkelijkheid neerkomt op een militair de
fensief verbond, naar het welbekende voor
beeld der voor-oorlogsche praktijk.
Zoo staan de twee groepen tegenover
elkaar en als geen van beiden wil toege
ven, is het moeilijk ze by elkaar te bren
gen. Op hen is het oud - Ho llandsche raad
seltje van de hooivork van toepassing. Bij
elkaar kunnen ze niet, van elkaar mogen
ze niet (Gisteren is toevallig weer eens
overeenstemming bereikt over een werk
plan van Barthou. 't Is in de hachelijke si
tuatie een vleugje hoop, maar dat er veel
mee bereikt wordt, gelooven we voorals
nog niet).
V
Engeland betaalt niet Dat
men -zijn schulden moet betalen, is tegen
woordig een overwonnen standpunt
Wie zichzelf respecteert, betaalt z*n
schuldeisohers niet.
De regeeringen gaan ons in dit opzicht
voor.
Op 15 Juni bijv. vervalt weer een ter
mijn van de oorlogsschulden aan Amerika.
Men denkt er eenvoudig niet aan om te
betalen.
Frankrijk laat alles blauw, blauw, Enge
land stuurde een brief, waarin het schreef,
dat het de verantwoordelijkheid niet op
zich durft te nemen om, zooals de Ameri-
kaansche regeering wenscht het oude sys
teem van betaling der oorlogsschulden tus-
schen de regeeringen weer te doen herle
ven. Ging Engeland over tot betaling van
hetgeen het verschuldigd is, aldus de nota,
dan zou dit tot gevolg moeten hebben, dat
zijnerzijds Londen, in overeenstemming met
de daaromtrent bestaande regeling, zijn
debiteuren zou moeten aanspreken, en dit
zou gelijk staan „met het werpen van een
bom in de Europeesche arena" met de ern
stigste gevolgen voor den financieelen en
eeonomischen toestand in de wereld. De
Britsche regeering blijft volkomen bereid
om op 15 Juni a.s. een symbolische betaling
te verrichten, doch het houdt overigens
vast aan haar voorstel tot wijziging van de
bestaande (en onhoudbaar gebleken) re
geling.
De V. S. willen daar maar niet aan en
houden vast aan het standpunt, dat de oor
logsschulden moeten worden voldaan vol
gens de these, indertijd door Coolidge vast
gelegd met de woorden, dat „het geld toch
geleend is". Dit standpunt is door Roo
sevelt verleden week in zijn Boodschap
nogmaals onderstreept, waarbij hij tevens
aan de bestaande moeilijkheid voor de
Amerikaansche regeering herinnerde, n.l.
dat als de betalingen van de schuldenaren
niet binnenkomen, de Amerikaansche re
geering verplicht wordt uit belasting van
haar burgers de voor het verschaffen van
het geleend geld aangegane verplichtingen
te voldoen.
Het wordt langzamerhand tijd, dat men
ook op dit terrein de realiteit onder de
oogen gaat zien. President Roosevelt kan nu
wel in zijn Boodschap spreken van het hei
lig karakter van de verplichtingen der de
biteuren; maar het is nu zoo langzamerhand
wel duidelijk geworden, dat in de praktijk
van deze heiligheid niets terecht komt
een gang van zaken, die trouwens zijn voor
gangers in den loop der geschiedenis heeft
gehad. Roosevelt zelf ziet ongetwijfeld het
hopelooze van de Amerikaansche theorie
terdege in trouwens, als camdidaat voor
het presidentschap heeft hij zelf de schul-
denpolitiek van Hoover gebrandmerkt met
de woorden, dat het (republikeinsdie)
standpunt absurd was, daar men eener-
zijds betalingen verlangde en anderzijds
tegelijk betalingen onmogelijk maakte
(door den weg af te snijden deze in goede
ren en diensten, de eenig mogelijke beta
lingsmethode, te voldoen). Maar Roosevelt
moet het oog gericht houden op het con
gres, welke steun hij in de eerste plaats
moet zien te behouden voor zijn economi
sche experimenten.
Maar met dit al, zit de wereld toch maar
opgescheept met de gevolgen van deze oor
logsschulden en reeds is men in Genève be
zig om een nieuwe bewapeningswedloop
met als eindpunt een nieuwe oorlog voor
te bereiden. Tenzijmen alsnog tot over
eenstemming komt.
VOETBAL
UIT HET KATHOLIEKE KAMP.
L V. C. B.
Om het kampioenschap: Valken
burgVolemdam (2.30 uur).
DIOC. HAARL. VOETBALBOND.
Het wedstrijd-programma voor a.s. Zon
dag luidt:
AFDEELING CENTRUM.
Pro m.-d egradatie: Constanitius
Santpoort II; Vogelenzang nTYBB ni;
TYBB IV—HBC Hl; Steeds Hooger—RWD;
DOS in—Lisse IV; Teylingen III-^BSM Hl;
Adolf Kolping IIMajella.
Beslissing: Vogelenzang IHBC II
(terr. Sportpark Haarlem).
Na-competitie: BSMNVC.
OM DE LEIDSCHE COURANT-BEKER.
Hoofd-Beker.
Eerste ronde
K.R.V. I-V.VL. I, 2.30 uur, Th. J. Rig-
hart v. Gelder.
D.O.S. ILeiden H, 2.30 uur, P. F. An-
gevaare.
Kleine Beker
Eerste ronde
O.D.I. IForeholte H, 2.30 uur, G. E.
Bakker.
Meerburg IKolping Boys I, 2.30 uur,
G. J. v. Dillen.
S.NA.. I—A.S.C. I, 1 uur, Blijleven.
Trekvogels II—N.V.C. II, 2.30 uur, P.
Brugman.
K.R.V. II—Foreholte I, 12.30, H. B. v.
Veelen.
CLUBNIEUWS DER
KATH. SPORTVEREENIGINGEN.
WAT ER MORGEN GESPEELD WORDT.
D.O.S.: Het progralnma is morgen als
volgt:
Om 12.30 uur speelt D.O.S. Hl den eer
sten promotiewedstrijod tegen Lisse IV.
Een voorspelling hieromtrent is moeilijk,
doch een goed begin is het halve werk.
D.O.S. I speelt om half drie tegen D.S.S. I
om de kampioensch-plaquette. De wed
strijd zal worden geleid door den Haar-
lemsohen scheidsrechter D. Zoet.
Voor den wedstrijd heeft nog een plech
tigheid plaats, ni. de aanbieding van de
kampioensvlag. Deze vlag is een prachtig
stuk werk en is vervaardigd door de dames
v. d. Meer. Het D. O. S.-bestuur stelt
dit bewijs van sportief medeleven ten zeer
ste op prijs, vooral nu dit eens van dames
zijde komt. Nu de spelers dit weten zal dit
hen tot groote daden inspireeren. Het pu
bliek wordt daarom verzocht iets vroeger
te komen, dan kan elkeen bij de aanbieding
aanwezig zijn.
Er gebeurt ook nog iets bijzonders, want
D.O.S. brengt haar 5de elftal in het veld,
zoodat nu het aantal elftallen tot 7 is ge
stegen. D.O.S. 5 speelt om 4 uur te Rij.p-
wetering tegen Steeds Hooger 3.
Zondagavond half 9 Kampioens-feest-
avond in Hotel de Vier Heemskinderen,
toegang hebben alléén leden met hun
dames. Sluiting 12 uur. Junioren hebben
geen toegang.
„Majella": Morgen gaan alle elftallen uit.
Het 1ste zet zijn promotie-wedstrijden
voort te Langeaar tegen Adolf Kolping 2.
Vertrek 1.30 uur.
Het tweede gaat naar Kudelstaart, naar
DES 3; aanvang 4 uur. Vertrek 2.45 uur.
Majella 3 eindelijk, onderbreekt de pas-
begonnen competitie om KRV b een tegen
bezoek te brengen. De auto vertrekt om 3
uur vanaf Hotel Klein.
FEUILLETON.
HET GOUDEN WAAGSTUK
door
J. S. FLETCHER.
13
De baard van den specialist stak nu
recht vooruit.
Ik zal niet zeggen, dat ik alles weet
en onfeilbaar ben ik heelemaal niet, zei hij
op zijn zwaren toon. Alles wat in die
stukken geteekend is, begrijp ik.behal
ve het geheim, waar alles om draait. Als
ik dat maar wist, zou de heele zaak me
duidelijk zijn. De dingen (en hij wees naar
de teekeningen op zijn tafel) doen mij den
ken aan de ledematen van een mensch zon
der de hersenen. Geef mij de hersenen en
ik kan dien mensch weer voor u in elkaar
zetten.
Maar kunt u dan niet vaststellen,
wat die hersenen noodwendig moeten zijn,
uit de gegevens, welke u in handen heeft,
wilde John Bedford weten.
Wel verduiveld, mijnheer, om u eer
lijk de waarheid te zeggen, neen. Ik ben
bang, dat ik daartoe niet in staat zal zijn.
Ik zal blijven zoeken en er voor zorgen,
dat ik mijn honorarium verdiend heb, als
ik heen ga. Maar ik zal het u uitleggen
u bent beiden voldoende bekend met mo
toren, om de zaak te begrijpen, als ik me
eenvoudig uitdruk. Het eenige, wat ik uit
die teekeningen niet heb kunnen vinden
is het antwoord op de vraag: welke drijf
kracht wordt in dezen nieuwen motor toe
gepast? Van één ding ben ik zeker.... het
zijn de teekeningen van een motor, zóó
vernuftig en zóó verbluffend knap samen
gesteld, dat zij een algeheele omwenteling
teweeg zal brengen in het luchtvaartwe
zen. Alles zal door den motor veranderen.
en ik, Paul Sabatier, kan niet te weten ko
men, welke drijfkracht moet worden toe
gepast! Ik zal het u nog duidelijker vertel
len, Luister maar.
Maar na een onderhoud van meer dan
een half uur, waren de drie heeren nog
ver als toen zij begonnen. Paul Sabatier
wierp zich met een vloek weer in zijn arm
stoel.
Laat me alleen, heeren, gromde hij.
Laat me even alleen. Mijn brein is dood
moe en uitgeput van al die uren van vree-
selijke inspanning. Ik moet een paar uur
gaan slapen en misschien dat ik in mijn
slaap de oplossing vind. Het is al eens eer
der gebeurd. Eens had ik dagen en dagen
zitten rekenen, om te komen tot een be
langrijke oplossing, zij het dan ook op ge
heel ander terrein. En midden in den
nacht, in mijn slaap, ben ik opgestaan en
heb de oplossing neergekrabbeld op een
stuk papier. Toen ik den volgenden morgen
opstond, behoefde ik niets anders te doen,
dan de boel overnemen en narekenen. Gaat
nu heen, heeren en laat me een paar uren
slapen. Komt u van avond nog maar eens
teruglaten wij zeggen om elf uur.
De beide heeren verlieten, zonder ver
der nog iets te zeggen, het vertrek en be
traden even later weer den tuin. Gerui-
men tijd liepen zy zwygend naast elkaar
voort.
Weet u geen ander dan Sabatier?
vroeg Bedford eindelijk.
Er is geen ander, antwoordde Bré-
mond beslist. Was dat wel het geval ge
weest, dan zou ik die wel in den arm heb
ben genomen.
We zouden het misschien eens met
den man zelf kunnen probeeren.
Die man, merkt de geestelyke droog
op, lijkt mij best in staat om te bepa
len, dat de beste manier zal zijn, er voor
te zorgen, dat de vruchten van zijn eigen
uitvinding in zijn schoot vallen en niet in
die van een ander.
En daarom moet Sabatier juist op
schieten. Wij moeten hem vóór zijn. Het
zou nooit te bewijzen zijn, dat hetzelfde
idee toevallig niet bij hen beiden tegelijk
opgekomen zou kunnen zijn. En Sabatier's
reputatie, als de beste ingenieur van Euro
pa, zou allen argwaan in de kiem smoren.
Inderdaad, antwoordde de ander.
Het zou heel verstandig zyn, om dien jon
geman aan de lijn te houden.
Ja, natuurlijk.
Hij schijnt heel erg gevoelig te ztfn
voor den invloed en de charme van een
vrouw.
Dat is een zwak van vele genieën.
Juffrouw Delomosne is een heel aan
trekkelijke, jonge vrouw en vergeet niet
dat Dalilah kans heeft gezien, Samson zijn
geheim afhandig te maken.
John wendde zich half om en keek den
geestelijke in de oogen.
Ja, juist, daar valt over te denken. Wy
zullen evenwel eens even afwachten, wat
Sabatier vanavond bereikt heeft.
Zij traden het huis binnen en ieder van
hen liep in de richting van zijn eigen ka
mer. Maar halverwege de trap scheen John
Bedford een idee te krijgen; hij bleef ten
minste plotseling staan, wendde zich om,
liep de trap weer af naar het einde van de
gang, waar hij op een deur klopte. Zon
der op een antwoord te wachten, duwde hij
die deur open en trad een als boudoir inge
richt vertrek binnen waar Lilian Delomosne
aan 'n lessen- ar een brief zat te schrijven.
Het meisje keek op en iemand met scher
pe oogen zou opgemerk thebben, dat haar
hand plotseling begon te beven en dat er
een eigenaardige uitdrukking van haat en
angst tevens over haar gelaat gleed. Het
was de uitdrukking van een kind, dat al
tijd ongemotiveerd gestraft wordt; van
een hond, die een onverdiend pak slaag
krijgt. Maar John Bedford scheen van dat
alles niets te bemerken.
Luister eens Lilian ,zei hij, terwijl hy
zich in een gemakkelijken stoel liet neer
vallen, dicht bij den lessenaar. Je kunt
me behulpzaam zijn. En met jouw talen
ten zal dat je niet erg moeilijk vallen.
Wanneer 't weer zooiets is als den laat-
sten keer, antwoordde het meisje, dan
zou ik u beleefd willen verzoeken, mij er
buiten te laten.
Onzin, antwoordde hij kort. Ta
lenten bestaan nu eenmaal om gebruikt te
worden.
Ja, maar niet om er misbruik van te
maken!
Geen woord meer. Je weet heel goed,
dat je niet het recht hebt, je tegen mijn
bevelen te verzetten. Luister. Heb jij al
kennis gemaakt met dien mijnheer Work
man?
J a.
En heb je ook gehoord, dat zijn tee
keningen van een luchtschip, dat hy wilde
construeeren, zoek geraakt zijn?
Ja.
John keek even naar de asch van zijn
sigaret en vervolgde dan rustig:
Nu, die teekeningen zijn hier in huis.
Lilian wendde zich vlug om en keek hem
verschrikt aan.
Hier in huis? vroeg zij ongeloovig.
Hoe komen zij dan hier?
Brémond heeft ze hier gebracht. Het
is een complot tusschen Brémond, mijn per
soontje en nog iemand.
Mijnheer Herbert toch niet?
Die ouwe ezel? Bah! Maar het eenige
wat jij behoeft te weten, is dit: Eenigen
tijd geleden kwam Brémond te weten, dat
die jongeman de teekeningen van een heel
kostbare uitvinding in zijn bezit had en in
vereeniging met Brémond is het mij ge
lukt, die teekeningen machtig te worden.
Ik had er liever heelemaal niets van
geweten, antwoordde het meisje.
O, maar je mag er natuurlijk niets van
vertellen. Dat mag je niet!
Waarom vertel je het me dan?
Omdat ik je noodig heb voor het uit
voeren van mijn plannen, antwoordde hij
koel. Luister, dan zal ik je vertellen,
wat je voor me moet doen. Je moet er voor
zorgen, dat die jongeman in voortdurende
verbinding blijft staan met Herbert, zoo
wel hier als in Londen, en het beste is, dat
je hem aan je tracht te binden. Het kan je
niet moeilijk vallen, zoo'n man geheel on
der je bekoring te brengen. En ik zou je
aanraden, je best te doen, want ik zal
voortdurend op je blijven letten.
Eén oogenblik staarde ze hem verwij
tend aan.
Zult u me dan altijd tot zulke din
gen blijven dwingen? vroeg zij fluisterend.
John stond op en liep naar de deur.
Geen sentimenteel onzin, alsjeblieft.
Ik heb je je les voorgelezenleer haar
nu. En denk er om, dat ik de macht in
handen heb. Lilian.
Daarna verwijderde hij zich, haar achter
latend met starende oogen en gebalde
vuisten.
(Wordt vervolgd).