Leidens Academische Plantentuin 25ste Jaargang VRIJDAG 1 JUNI 1934 No. 7825 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Prof. dr. Baas Becking over zijn Botanisch Laboratorium VOORNAAMSTE NIEUWS. 3)e £cid&eh£(Soi!/fca/nfr DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Toormtbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be» betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur ea verhuur, koop en verkoop: 0.50 ONZE EIGEN SLEUTELSTAD CLUSIUS' HOF HERLEEFD Belangwekkende onderzoekingen in het Laboratorium EEN PARADIJSJE VOOR PLANTEN LIEFHEBBERS. Kent u één instelling onzer Universiteit, welke zóó populair is als de Hortus Bota nicus? Zeker, het is een min of meer exclusieve gelegenheid, niet iedereen waagt zich in dit paradijsje voor bloemen- en plantenliefheb bers. En toch is de toegang voor iedereen- open. Er is een hek, een zwaar ijzeren hek, dat knarst in de omlijsting van een steen en poort. Men kan dat hek niet bereiken al vorens een ander hek te zijn doorgegaan en het pleintje van het Universiteitsgebouw te zijn overgestoken. Dat alles geeft aan den Hortus iets hoog hartigs en teruggetrokkens, iets ongenaak baars. Het betreden van het pleintje is ech ter niet levensgevaarlijk en ook voor deze secuur gesloten poort geldt het woord: Klopt en u zal worden opengedaan. Eenmaal binnen, wandelt u in een ver rukkelijk oord, waar wetenschappelijke systematiek heeft geordend wat dorst naar kennis heeft verzameld, waar liefde voor de plant hand aan hand gaat met zin voor schoonheid, kleur en lijn. Stoor u maar niet aan de Latijnsche namen op de hoornen en by de planten; dat u er niet uit wijs kunt worden, is geen beletsel om het gewas zelf mooi te vinden. Wanneer de lentezon met het jonge groen speelt of de zomerzon zwaar hangt tusschen het dichte blad der breede boomen is het heerlijk daar te zijn en te kijken naar den rijkdom van allerhande soorten en varië teiten. Er zijn ongeveer 8000 verschillende soorten gewassen, vertelde ons prof. dr. L. G. M. Baas Becking, die ons allervrien delijkst rondleidde in zijn rijk. Want dit is zijn rijk, waar hij de scepter zwaait, bijge staan door zijn hortulanus, den heer H. Veendorp. Wanneer deze beiden aan het vertellen gaan over dat wonderlijke rijkje van planten, zijn zij voorloopig nog niet uit gepraat. Planten nit alle hemelstreken. Prof. Baas Becking is een jonge ver schijning onder de hoogleer aren; hij is nau welijks drie jaar aan de Leidsche Academie verbonden. Vóór dien was hij jaren lang in Amerika, waar hij in het wondermooie Californië alle gelegenheid had de weelde der subtropische natuur te bestudeeren en kennis te maken met de wetenschappelijke methodes der Amerikanen, die gewend zijn uit een ruimere beurs te betalen dan hier in „good old Europe" gewoonlijk het geval is. Met hem en met den hortulanus hebben wij ietwat op z'n Amerikaansch den hor tus bezichtigd. „How to see the Hortus in a quarter of an hour?" „Hier hebt u dit, hier ziet u dat".... Van alle hemelstreken, die er onder de zon zijn, staan er planten en boomen, vele met een of andere historische bijzonder heid, de meeste merkwaardig om him zeld zaamheid of land van herkomst. Hier en daar ziet u bij een boom of plant een wit vlaggetje met een rijzende roode zon. Dat is een „certificaat van oorsprong"; de aldus getooide gewassen zijn afkomstig uit Japan. Daaronder zijn er verschillende, wien men hun Japansche oorsprong wer kelijk niet zou afzien. Een wilde wingerd bijv., een denneboompje en zoo meer. Men kan er honderden exemplaren van zien, overal in ons land en elders. En toch heb ben onze voorouders ze niet gekend. De meeste trouwens van de planten in den Hortus zijn afkomstig uit verre gewes ten, maar zij zijn voor ons thans gemeen goed geworden, Clusius en de aardappel. Toen Clusius vóór 3 eeuwen dezen tuin stichtte, had hij er ook een aardappelplant in. Voor zijn tijd was dat een heele zeld zaamheid, want men moet niet vergeten, PROF. DR. L. G. M. BAAS BECKING dat de aardappel van huis uit een Ameri kaan is en in Clusius* tijd was Amerika nog niet zoo lang geleden ontdekt. De geleerde botanicus maakt bij de vermelding van zijn kostbare schat de voor ons wat naïef klin kende opmerking, dat naar zijn meening epn gekookte aardappel beter smaakte dan een rauwe! Dat is in tusschen al meer dan 3 eeuwen geleden, want Clusius stichtte den Hortus in het jaar 1594. Wanneer u thans in den Hortus gaat kijken, toont men u opnieuw den tuin van Clusius, wel niet op dezelfde plaats, maar toch in dezelfde verhoudingen en met denzelfden inhoud. Verleden jaar heeft men mL aan de hand van een inven taris en teekening dezen ouden kruidhof nauwkeurig kunnen reconstrueer en en thans, is Clusius' tuin herleefd op het terrein achter de universiteitsmanége op tweederde van de ware grootte. De oude heer Clusius was een echte bota nicus, want, ofschoon de andere academi sche tuinen uit dien tijd (Padua, Pisa, Bo logna, Leipzig) nog den stempel droegen van medische tuinen, welker opzet was het kweeken van geneeskrachtige kruiden, toont de lijst van planten in Clusius' hof, dat zijn belangstelling zich verder uitstrek te dan de geneeskrachtige kruiden. De bedoeling van de curatoren der uni versiteit was wel, een „hoff te stichten die nende tot leeringe van aller de ghene, die in der medicynen studeren", maar Clusius had zijn eigen opvattingen op het gebied van botanie en verzamelde alles wat hij krijgen kon. De ontwikkeling der botanie. Sindsdien heeft de botanie zich meer en meer los gemaakt van de voogdij der me dische faculteit en heeft zij zich ontwikkeld tot een zelfstandige wetenschap. In de 18e eeuw bepaalde men zich nog hoofdzakelijk tot het systematiseeren der planten en het beschrijven der soorten in de verre gewes ten, die ontdekt en onderzocht werden, maar in de 19e eeuw kwam onder invloed van de zich ontwikkelende ohemie de phy- siologie van de plant op den voorgrond, de bestudeering van zijn levensfuncties, en on der invloed van steeds volmaakter micros copen de studie van de structuur, de ana tomie der planten. En thans verkeert de botanie in een phase, waarin vooral de bio- physica wordt toegepast, d.w.z. waarin de physische werkzaamheid der cellen van het levende organisme aan de bijzondere aan dacht worden onderworpen. Bij deze ontwikkeling van de botanische wetenschap heeft de tuin op zichzelf niet meer die beteekenis van vroeger. Deze heeft thans vooral historisch belang; het zwaartepunt is verlegd.naar het Botanisch Laboratorium, waar allerlei belangwek kende proefnemingen worden gedaan. Het streven is thans, zoo vertelde prof. Baas Becking, om den tuin meer en meer aan die proefnemingen te gaan aanpassen, maar dan komt het karakter van stadspark in het gedrang. De Hortus zal dan voor het pu bliek gesloten moeten worden en slechts de leden van de „Vereeniging tot bevorde ring van de belangen van den Hortus te Leiden" zullen toegang hebben. Zoover is het evenwel nog niet. Het laboratoriumwerk breidt zich voort durend uit. „Toen ik hier drie jaar geleden kwam, aldus prof. Baas Becking, was er maar één hoogleeraar in de botanie. Dat was veel te weinig voor het aantal studen ten, dat colleges in de plantkunde moet volgen. Ik moest van alles en nog wat doceeren, want zoowel de a.s. medici, als de pharmaceuten (apothekers), de biolo gen en de geologen hebben plantkunde op hun program staan. Thans zijn er twee hoogleeraren bij gekomen, n.l. prof. dr. Lam van het Rijksherbarium, die de syste matische botanie doceert en nu pas prof. dr. F. Went uit Utrecht, die buitengewoon hoogleeraar is geworden vanwege het Uni versiteitsfonds. Hij is vooral bekend om de ontdekking van de z.g. groeistof. Eigenlijk was het zijn zoon, die hoogleeraar is in Ca lifornië, die de ontdekking deed, maar zoo als bekend, is een ontdekking zelden het werk van één persoon. Prof. Went heeft in Utrecht een speciaal laboratorium voor die groeistof'. De groeistof der planten. „Wat is dat voor een stof, professor?" „Sinds eenigen tijd is het bekend, dat de lengtegroei van een plant veroorzaakt wordt door een bepaalde stof, welker che mische samenstelling ook bekend is. Het gaat er nu maar om, die stof af te scheiden en zoo toe te passen, dat wij het groeipro ces kunnen beïnvloeden. Dat dit van groot belang is voor de cultures in Indië, laat zich gemakkelijk begrijpen. Verschillende toepassingen zijn reeds bekend, maar overi gens staan wij nog in het begin-stadium". „Worden hier nog andere interessante on derzoekingen gedaan, professor?" „Zeker, in samenwerking met andere la boratoria o.a. dat van Philips worden bijv. proeven genomen om den invloed van neon licht op den plantengroei te onderzoeken. Met neonlicht kan men bijv. rozen trekken en 'den groei van komkommers, tomaten, aardbeien enz. belangrijk vervroegen. Hier in Leiden wordt onderzocht, welke de in vloed van verschillende soorten licht is op de ontwikkeling der planten. Die onder zoekingen vinden dan hun practische toe passing in Naaldwijk, Aalsmeer en Wage- ningen". Het bladgroen. „Zeer belangwekkend is ook "het on derzoek naar de werking van het blad groen. Het blad-groen is een merkwaardig goedje. Het veroorzaakt de groene kleur der bladeren, maar dat is niet z'n voor naamste functie. De bladgroencellen zijn de eenige cellen, die in staat zijn de ener gie van het zonlicht vast te leggen. Zij ont- leenen daaraan het vermogen om zich zelf op te bouwen uit louter minerale stof. Plan ten zijn de eenige levende wezens, die in staat zouden zijn om alleen op aarde te le ven. De dieren kunnen dat niet; zij moeten parasiteeren op de planten, en wij parisitee- ren weer op de planten en de dieren. Zon der planten en dus zonder bladgroen zouden er geen dieren en geen menschen kunnen leven. Krachtbronnen als steenkool en benzine zijn tenslotte op die wonderbare energie der planten terug te voeren. Als wij nu eens konden achterhalen, hoe de planten dat deden...." „Dat zou geweldige perspectieven ope nen". „Het zou een ramp zijn, als wij het wer kelijk ontdekten! Onze heele economie zou totaal ontwricht worden". „Alle ontdekkingen geschieden, wanneer de tijden er rijp voor zijn, professor". „Laten wij hopen, dat de wereld ook deze ontdekking zal kunnen verdragen, wanneer zij werkelijk gedaan wordt. De onderzoe kingen op dit gebied worden eveneens in samenwerking gedaan o.a. met Delft en met het laboratorium van prof. Gorter. De samenwerkenden hebben zelfs een stich ting gevormd, „Biophysica" geheeten". Zuiderzee-inspectie. „Interessant zijn ook de onderzoekingen naar de veranderingen welke in het Zui derzeewater optreden na de indijking. In tweeërlei richting worden hier onderzoe kingen verricht. Op de eerste plaats naar den invloed van de verzoeting van het wa ter op den vischstand. De visschen moeten n.l. leven van een plantaardige stof, welke in de zee voorkomt, het plankton, en de vraag is nu, hoe dat plankton zich wijzigt met de chemische samenstelling van het water. Vervolgens wordt een bacteriolo gisch onderzoek verrioht naar de reactie van het ingedamde water op de rioleering van Amsterdam, die bij Durgerdam in het IJsselmeer groote hoeveelheden afvalpro ducten loost. Vroeger, toen de Zuiderzee in open verbinding stond met de Noordzee, was er geen gevaar, maar sinds de afslui ting ontstond de vrees, dat het IJsselmeer de uitloozing van Amsterdams riolen niet zou kunnen verwerken. Het is waarschijn lijk, dat die vrees ongegrond is. Ook dit onderzoek geschiedt in samenwerking en wel met de A'damsche Waterleiding, den Gezondheidsdienst van A'dam, het Rijks bureau voor Drinkwatervoorziening, de Visschery-inspectie en den Watermeetkun- digendienst van de Zuiderzeewerken". Wij luisterden met onverholen belang stelling naar deze uiteenzetting van de werkzaamheden, welke in het Botanisch Laboratorium plaats hebben en werden daarna hog in de gelegenheid gesteld om in de verschillende localen van het Labo ratorium te zien, hoe dat alles in z'n werlc gaat. Op de Rijksbegrooting is dit gedeelte der Leidsche wetenschap nogal vrij stief moederlijk bedeeld. „Ik kan er niet eens m'n kassen van stoken", verzekerde ons de hoogleeraar. Maar wanneer men hoort, van welke verstrekkende beteekenis het onder zoek is, dat hier ter hand wordt genomen, dan zou men wenschen, dat op royale wijze gelegenheid werd gegeven tot nog uitge breider onderzoek. Denken wij slechts aan de proeven met het neon-licht en den in vloed daarvan op de ontwikkelingsmoge lijkheden van onze kascultures. En aan de proeven met de z.g. groeistof, waardoor men als het ware de grootte en de rijkdom van den oogst zelf in de hand heeft, althans binnen de grenzen van de toepassings mogelijkheden. Dan zwijgen wij nog van de fantastische perspectieven, welke de ontsluiering van het geheim van het blad groen zou openen. Men kan dan wel verwijzen naar de proefvelden van Wageningen en andere plaatsen, maar het theoretische laborato riumwerk is de grondslag voor de practijk en het noodzakelijke vooronderzoek is zóó veelzijdig, dat het slechts in samenwerking en op groote schaal geschieden kan. Dat ook op dit wetenschappelijk gebied Leiden z'n werkzaam aandeel heeft wij hopen dat door dit onderhoud met prof. Baas Becking voor onze lezers althans eenigermate duidelijk te hebben gemaakt. Mr. H. F. A. GEISE. DR. WILLEM MENGELBERG BIJZONDER HOOGLEERAAR TE Voor de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst. DJT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. BUITENLAND. Een reddingspoging der kleine mogend heden op de Ontwapeningsconferentie. (3a blad). Nog geen overeenstemming inzake da Saarkwestie. (3e blad). Zwitsersche houding inzake de Duits" transfer-regeling. (3e blad). BINNENLAND. Dr. Willem Mengelberg benoemd tot bij zonder hoogleeraar te Utrecht. (1ste blad). Bepalingen van de Nederlandsche Var kenscentrale (1ste blad). De suikeraccijns zal worden verlaagd (2de blad). Auto duwt te Amsterdam bakfiets op 'n trottoir, waardoor vier personen werden gewond. (Gem. Ber., 4de blad). Tractor met aanhangwagen op den Graaf - schenweg tegen brugpijler geredem De chauffeur verbrandde levend. (1ste blad)." SPORT EN WEDSTRIJDEN. De voetbal-wereldkampioenschappen: Duitschland, Oostenrijk en Tsjecho-Slowa kije in de demi-finales; beslissingswedstrijd tusschen Italië en Spanje noodig. (3de blad) Nieuw Ned. Zwemrecord 200 M.. vrijo slag heeren. (3de blad). De a.s. Nederlandsche Katholieken dag. (2de blad). Onze Leidsche Hortus. Een on derhoud met prof. dr. Baas Becking. (lste blad). Dr. D. Wiersma over de beroeps keuze. (2de blad). WARMOND. Een zeldzaam jubileum. Bij Koninklijk Besluit van 25 Mei 1934 is de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst overeenkomstig artikel 170 der Hooger Onderwijswet aangewezen als be voegd, om bij de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit te Utrecht een bijzondere leerstoel te ves tigen in de algemeene muziekwetenschap. Heden herdacht Mej. Wilhelmina Duy- venman den dag, dat zij 55 jaren onafge broken bij de Familie Krantz te Warmond in dienstbetrekking is geweest. voorzoover deze grondslag is van de repro ductieve toonkunst. Naar aanleiding hiervan heeft het hoofd bestuur der Maatschappij benoemd tot Bij zonder Hoogleeraar, om bovenvermeld vak aan de Utrechtsche Universiteit te docee ren, dr. Willem Mengelberg, dirigent van het Concertgebouw-Orkest te Amsterdam. De heer Mengelberg heeft, des ge vraagd, verklaard, deze benoeming te aan- i vaarden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1