Quaker DriUQ blijven
VRIJDAG 25 MEI 1934
UE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. PAG. 6
BUITENLAND
BELGIE.
BELGIE VERGROOT ZIJN LEGER.
De Belgische Kamer heeft gistermiddag
met 81 tegen 67 stemmen en drie onthou
dingen het door Dévèze, den minister van
Nationale Defensie, ingediende wetsvoor
stel goedgekeurd, dat voorziet in een wij
ziging van de wet tot organisatie van het
leger. Krachtens deze wet wordt de leger-
lichting voor 1934 verhoogd van 32.000 tot
38.000 man.
Het goedgekeurde wetsvoorstel zal het
den minister mogelijk maken het aantal
linie-regimenten, d.wz.' infanterie-regimen-
ten van 13 tot 14 te verhoogen.
DUITSCHLAND.
DE STRIJD VOOR SCHOOL EN JEUGD.
Katholieke scholen opgeheven.
Volgens mededeeling van den regee-
ringscommissaris zullen de Katholieke en
Evangelische scholen in Hessen opgeheven
worden. Het personeel is reeds ontslagen.
Voortaan zal er alleen een Duitse he school
bestaan, waarin de leeraren, die doortrok
ken zijn van de nationaal-socialistische
wereldbeschouwing de kinderen zullen op
voeden tot waarachtige Duitschers.
De president van Opper Silezië heeft aan
de Katholieke Jeugdorganisaties verboden
om een uniform te dragen of om in uni
form deel te nemen aan processies of gods
dienstoefeningen. De vlaggen en banieren
mogen tijdens de processie niet ontplooid
worden. Ook het verkoop en of verspreiden
van het orgaan der Katholieke jeugdorga
nisaties is verboden.
Hitier-jeugd niet tegen de R. K. Kerk.
De plaatsvervanger van den rijksjeugd
leider zette gisteren in een interview het
standpunt van de Hitler-jeugd tegenover
de Katholieke Kerk uiteen. De Hitler-
jeugd is niet gekant tegen de Katholieke
Kerk, aldus de jeugdleider; dergelijke
beweringen zijn laster. Voor de Hitler-
jeugd gelden, evenals voor de geheele na
tionaal-socialistische beweging, de woor
den van Hitier: „Het nationaal-socialisme
staat op den grondslag van een positief
Christendom; men geve de Kerk wat der
Kerk is en den Staat wat den Staat be
hoort".
Tot den Staat behoort de lichamelijke en
geestelijke opvoeding der jeugd, terwijl de
kerkelijke verzorging by de confessies
thuis behoort. Een groot deel van de katho
lieke jeugd is reeds uit zichzelf tot de Hit
ler-jeugd toegetreden; honderdduizenden
vonden den weg tot ons. Wij streven, aldus
spreker, naar een vereeniging van de ge
heele Duitse he jeugd in de Hitler-jeugd,
niet om onze organisatie numeriek sterker
te maken, maar om de uniforme opvoeding
der jeugd voor heden en. toekomst te garan
deeren.
LIJKVERBRANDING EEN
OER-GERMAANSCH GEBRUIK.
Het moet In eer hersteld worden.
In de motiveering van de rijkswet betref
fende de lijkverbranding, welke thans ge
publiceerd wordt, wordt er oa op gewe
zen, dat het verbranden der dood en een
oer-Germ aansch gebruik is.
Het is de verdienste geweest van de be
weging voor de lij k ver branding, aldus luidt
het, dit gebruik op een waardige en met
alle eischen der hygiëne, in overeenstem
ming zijnde wijze in eere te hebben her
steld en aan de lijkverbranding steeds
grootere uitbreiding te hebben gegeven.
Ondanks de moeilijkheden, welke haar in
breede kringen van het Duitsche rijk door
Staat en Kerk in den weg werden gelegd,
heeft de beweging voor de lijkverbranding
taai aan haar doel vastgehouden.
De lijkverbranding heeft zich de afge-
loopen jaren voortdurend in stijgende lijn
bewogen. In 1933 bedroeg het aantal cre
maties meer dan 64.000.
Na de opheffing van de belemmerende
bepalingen, welke tot nog toe bestonden,
aldus wordt in de motiveering verklaard,
mag worden aangenomen, dat de gedachte
der lijkverbranding, welke in breede krin
gen der bevolking levendig is, zich in de
toekomst in nog sterkere mate zal ont
plooien.
SPANJE.
DE KATHOLIEKEN EN DE
REPUBLIEK.
Een verklaring van GU Robles.
Een journalist heeft aan Gil Robles ge
vraagd, waarom het manifest, waarin de
„Accion Popular" zich voor de republiek
uitpreekt, niet wordt uitgevaardigd.
„Het is niet zeker, aldus verklaarde Gil
Robles, dat dit manifest ooit zal uitgevaar
digd worden. Waarom moet onze party
nog eens uitdrukkelijk verklaren, wat zij
van het begin van haar optreden af open
lijk heeft gedaan.
Waarom verlangt men deze verklaring
van ons? Twijfelt men misschien aan on
ze oprechtheid? Wie ons voor verraders
aanzien, zullen ook aan deze verklaring
geen geloof hechten.
Wij willen werken onder het republi-
keinsch regiem en diensten bewijzen, die
door andere partijen, die zich „republikei
nen" noemen, niet bewezen kunnen wor
den. Dank zij ons optreden, heeft de Cor
tes haar parlementaire werkzaamheden
kunnen voortzetten. Wanneer wij goed ge
noeg zijn, om onze stemmen te geven aan
de wetsontwerpen, waarom zouden wy
dan niet rechtstreeks invloed mogen uit
oefenen op de regeering van den staat."
AMERIKA.
VLOOTPROBLEMEN.
Engeland, Japan en de V. S. voeren
voorbereidende discussies.
Van gezaghebbende zijde wordt uit
Washington vernomen, dat Groot-Brittan-
nië, Japan en de Vereenigde Staten infor-
meele inleidende onderhandelingen zijn
begonnen over de vloot-conferentie van
1935. Deze besprekingen hebben, naar ver
nomen wordt, ten doel, na te gaan of het
mogelijk is, dat de voornaamste maritieme
mogendheden reeds vóór de conferentie een
aantal problemen oplossen.
Het initiatief tot deze besprekingen zou
zijn uitgegaan van Groot-Brittannië of Ja
pan; van Amerikaansche zijde is in elk
geval verklaard, dat Washington het initia
tief niet heeft genomen. Anderzijds gaven
Japansche hooggeplaatste ambtenaren te
kennen, dat preliminaire besprekingen over
de internationale kwestiese welke den Pa
cific raken, er in hooge mate toe zouden
kunnen bijdragen, dat de conferentie in
1935 in een opgehelderde atmosfeer bijeen
komt.
STAKINGSONLUSTEN.
Drie dooden te Toledo.
Uit Toledo wordt gemeld, dat in den
loop van gisteren stakingsonlusten zijn uit
gebroken. De nationale garde, die op een
bepaald oogenblik ln het nauw kwam,
loste een salvo in de lucht, waarvoor de
menigte echter geen stap terug week. De
soldaten dedene een uitval waarbij zij
met de kolven der geweren op de stakers
insloegen, terwijl dezen zich door het wer
pen van steenen en het lossen van revol
verschoten verdedigden. Verscheidene sol
daten werden gewond en van de stakers
werden zes ernstig gewond. Een der zwaar
gewonden verkeert ln levensgevaar. Later
op den dag ontstond een schietpartij tus-
schen stakers en een afdeeling van de na
tionale garde, waarbij drie burgers ge
dood werden, een lid van de nationale
zwaar gewond en. verscheidene personen
licht gewond. De commandant van de na
tionale garde verklaarde, dat zyn troepen
geen bevel tot schieten gekregen hadden,
doch klaarblijkelijk hun zelfbeheersching
hadden verloren. De Gouverneur van Ohio
heeft vier nieuwe compagnieën der natio
nale garde gerequireerd.
Volgens nadere berichten uit Toledo
(Ohio) zijn vannacht bij de onlusten onge
veer 100 personen gewond. De stakers
hebben de fabriek met steenen gebombar
deerd. De belegerde werkwilligen verde
digden zich met traangasbommen. Her
haalde malen is het tot schietpartijen ge
komen. De materieele schade bedraagt
meer dan twee ton (guldens). De nationale
garde bewaakt met machinegeweren de
fabriek. De geheele stadswijk is afgezet.
De arbeiders dreigen met de algemeene
staking in verband met het feit, dat mili
tairen zijn gerequireerd.
DE STRIJD IN DEN GRAN CHACO.
Zes duizend Paragnanen gedood?
Uit La Paz wordt gemeld, dat de Boli-
viaansche regeering meedeelt, dat de Bo-
liviaansche troepen by een krachtigen te-
gen-aanval nabij Fort Ballivian 6000 Pa-
raguanen zouden hebben gedood en onge
veer 12.000 gewond.
Volgens een nader bericht uit La Paz
zou de 2e Boliviaansche divisie de 2e Di
visie van het Paraguaansche leger vernie
tigend verslagen hebben. Bovendien zou
men de samenvoeging van de 7e en de 8e
Paraguaansche divisie hebben weten te
verhinderen, waardoor de linkervleugel
van de Paraguaansche troepen geheel om
singeld zou zyn, terwyl de 7e divisie-zich
op den terugtocht zou bevinden.
r i =a
HAVERMOUT UUnJ GELDIG
BUITENL. BERICHTEN.
HET BLUSSCHINGSWERK TE
PATURAGES.
Het onderzoek naar de ramp ln
vollen gang.
De pogingen om den brand in de mijn
Lambrechies te Paturages te blusschen,
worden voortgezet. Reeds zijn 25 wagons
aarde in de mijnput geworpen, doch naar
schatting zullen 2500 wagons noodig zijn.
Dientengevolge zullen deze werkzaamhe
den nog ongeveer twee maanden duren.
Het officieele onderzoek naar de oorzaak
van de ramp is thans in vollen gang. Men
acht het 't meest waarschijnlijk, dat voor
de ontploffing een instorting heeft plaats
gehad, waardoor een buitengewone lucht
druk ontstond, die dan den brand veroor
zaakt kan hebben.
LUCHTRACE MET DEN DOOD.
Woensdag hebben de luchtstrijdkrachten
van de Amerikaansche vloot ln de eerste
etappe een race tegen den dood gewonnen.
Twee vliegtuigen met medische hulp voor
den Amerikaanschen ontdekkingsreiziger
William Robinson, die aan een acute blin
dedarm-ontsteking leed, slaagden er in,
binnen 24 uur, nadat Robinsons vrouw om
hulp had geseind, de verblijfplaats van den
geleerde te Tagus Cove op de Galapagos-
eilanden te bereiken.
EEN MERKWAARDIGE BEKEERING.
Japansch legatie-secretaris ln do
Katholieke Kerk opgenomen.
Naar uit Freiburg (Z its er land) verno
men wordt, is de heer Franciscus Kawamu
ra, secretaris van de Japansche legatie te
Bern, daags voor Pinksteren in de kapel
van Villa Saint Jean te Freiburg in de Ka
tholieke Kerk opgenomen.
_,e Doopplechtigheid werd bijgewoond
door de familie van den bekeerling en de
kleine Japansche kolonie van Freiburg
Peter was de Japansche pater Marianist
prof. Paul Shichida, die aan de Alma Ma
ter te Freiburg zijn wijsgeerige en theolo
gische studie gemaakt heeft en met Pa-
schen tot prieste. was gewijd. Hij heeft
den bekeerling in de Katholieke leer on
derwezen.
Na de Doopplechtigheid droeg dr. Neu-
bert S. M. een stille H. Mis op, waaronder
de nieuw gedoopte voor de eerste maal tot
de Heilige Tafel naderde.
Op den eersten Pinksterdag diende Mgr.
Besson, bisschop van Lausanne, Freiburg
en Genève aan den heer Kawamura het
H. Vormsel toe.
De heer Kawamura is afkomstig van een
r(jke familie uit Tokio.
Na zijn studie aan de universiteit van
Tokio met succes te hebben bekroond, trad
hij in staatsdienst en verleden jaar werd
hij benoemd tot secretaris der Japansche
legatie te Bern. Sedert een half jaar woont
hij met zijn gezin in Bern.
Zijn vrouw werd te Tokio door Katho
lieke kloosterzusters opgevoed en bekee-
de reeds op zeventien jarigen leeftijd tot
het Katholicisme. Het goede voorbeeld van
zijn echtgenoote droeg niet weinig tot' de
bekeering bij. De laatste stoot hiertoe werd
echter gegeven door het verblijf in de stad
Freiburg, welker Katholieke geest op den
Japanner die geregeld de St. Nicolaaska-
thedraal bezocht, een diepen indruk maak
te. De heer Kawamura is nog slechts drie
en dertig jaar oud.
HONDSDOLHEID-EPIDEMIE
IN ESTLAND.
Zevenduizend honden en
Latten gedood.
In het Zuid-Oosten van Estland heerscht
een epidemic van h dsdolheid, die naar
beweerd wordt, uit Rusland afkomstig is.
Driehonderd menschen, die door dolle hon
den en katten zijn gebeten, zijn naar het
Pasteur-instituut te Dorpat gebracht. Op
bevel der autoriteiten zijn al 7000 honden
en katten gedood.
OP ZOEK NAAR AARDAPPELEN DIE
VORST KUNNEN VERDRAGEN.
Carl. Hammarlund, hoogleeraar van het
Instituut voor landbouwonderzoek te Stok-
holm, die verscheidene jaren reeds zoekt
naar een aardappelsoort, welke de vorst
kan verdragen, is teruggekeerd van een
reis naar Zuid-Amerika, waar hij in het
wild groeiende aardappelen heeft verza
meld, en ongeveer: 600 soorten mee naar
Zweden gebracht.
Mammarlund heeft verscheidene expedi
ties ondernomen op het Andes-plateau in
Bolivia, bijzonder vermoeiend en
moeilijk waren, zoodat hij eens in 6 dagen
tijd 10 kg. is afgevallen.
STADSNIEUWS
BESTRIJDING VAN DEN WOEKER.
Stichting Leidsch Borgstellingsfonds.
In de gistermiddag onder voorzitterschap
van mr. P. A. Pijnacker Hordijk gehouden
vergadering van het bestuur van de Stich
ting Leidsch Borgstellingsfonds heeft de
secretaris, de heer P. A. van Aggelen, ver
slag uitgebracht van de werkzaamheden
van het fonds over 1933.
Aan dit verslag is het volgende ontleend:
Het vijfde jaarverslag van de Stichting
mag aanvangen met er zijn vreugde over
uit te spreken, dat de velen, die door het
fonds zijn geholpen, dit ook ten volle
waard waren. Het fonds behoefde ook in
het jaar 1933 slechts in enkele gevallen
als borg te betalen.
De ervaring van vorige jaren, dat deze
wijze van woekerbestrijding een dankbaar
werk is, wordt hiermede bevestigd.
Het fonds heeft vele economisch zwak
ken ln hun moeilijken levensstrijd ge
steund, en den woeker, den vijand van
maatschappelijke welvaart en huiselijk ge
luk, op krachtige wijze bestreden.
In de samenstelling van het bestuur
kwam geen verandering.
Het Dag. Bestuur, bestaande uit de hee-
resn mr. P. A. Pijnacker Hordijk, voorzit
ter, mr. G. A. Smit, penningmeester en P.
A. van Aggelen, secretaris, kwam 21 maal
bijeen.
De secretaris hield eiken Zaterdagmid
dag van 35 uur spreekuur in het gebouw
Nieuwsteeg No. 4.
Door het Dag. Bestuur werden 515 (v. j.
512) schriftelijke aanvragen voor een borg
stelling behandeld.
439 aanvragen voor een borgstelling tot
een gezamenlijk bedrag van ƒ39.670.—
werden ingewilligd.
Ten einde een geldleening mogelijk te
maken, werden alzoo vele gezinnen, die
door omstandigheden als ziekte, gezinsver
meerdering, groot kinderaantal, verhuizing,
handelsgeld, aanschaffing van kleeding,
beddegoed en ledikanten, vernieuwing van
huisraad etc. op een bepaald tijdstip geld
noodig hadden en credietwaardig waren,
aan een borgstelling geholpen.
76 (v. j. 89) van de schriftelijke aanvra
gen voor een borgstelling moesten worden
afgewezen, omdat:
le. de aanvrager niet credietwaardig
was; 2e. de reden waarvoor men een borg
stelling noodig had, niet beantwoordde aan
het doel der Stichting; 3e de aanvrager
geen ernstige pogingen had gedaan, om
een borg te vinden.
Het gemiddelde bedrag der in den loop
van het jaar verleende borgstellingen be
droeg ƒ90.36 (v. j. ƒ89.34).
Het gemiddeld bedrag der op 31 Decem
ber 1933 nog uitstaande borgstellingen be
droeg ƒ50.— (v. J. ƒ47.46).
Door de personen, aan wie een borgstel
ling is verleend, wordt over het algemeen
behoorlijk aan hunne verplichtingen vol
daan.
In de vijf jaren, dat het fonds werkzaam
is, zijn 2151 aanvragen behandeld; hiervan
werden 1675 borgstellingen tot een be
drag van 146.098.50 ingewilligd. Afgedaan
zijn 1292 borgstellingen tot een bedrag van
125.956.Het verlies op borgstellingen
bedroeg ƒ1026.of 0,8 pet
In het verslag wordt ook melding ge
maakt van de totstandkoming van de Geld
schieterswet, welke 1 Maart 1933 in wer
king ls getreden.
De Geldschieterswet sluit zich geheel
aan by de eenige hier te lande bestaande
anti-woekerwet, n.l. de Paridhuiswet. De
woekerbestrijding staat dus thans aan het
begin van een nieuwe periode, waarin we
vinden twee wetten, die ten doel hebben
misstanden in het volkscredietwezen te on
derdrukken.
Het geldschietersberoep is thans geen vrij
beroep meer. Immers, om een geldschiet-
bank te mogen houden is een vergunning
van Burgemeester en Wethouders vereischt.
Op het uitoefenen van het geldschieters-
bedrijf zonder toelating staat niet minder
dan 2 jaar gevangenisstraf of tien duizend
gulden boete, terwijl, het spreekt wel haast
van zelf, alle geldleeningen in een niet toe
gelaten geldschietbank gesloten, nietig zijn.
De wet verstaat onder geldschieters alle
natuurlijke of rechtspersonen, die onder
welken naam of in welken vorm ook, een
beroep of, al of niet met het oogmerk om
winst te behalen, bedrijf maken van het
uitleenen van geldsommen, uitsluitend of
voor een overwegend deel ƒ500.of min
der bedragend. Onder het uitleenen van
geldsommen wordt mede begrepen het on
middellijk of middellijk ter beschikking
stellen van geldsommen of geldswaarden
aan personen, die zich verplichten gelijke
of grootere geldsommen of geldswaarden
terug te geven.
De bepalingen van de Geldschieterswet
gelden dus voor alle soorten geldschieters,
of zij bedragen uitleenen van ƒ500.of
ƒ5.of door middel van zegels, bonnen
of chèques of op andere wyze, het is alles
onder de wet begrepen.
Dat ook het z.g. betaalzegel- en bonnen
stelsel onder de wet begrepen is, is van
groote beteekenis. Veel en ernstig kwaad
kan nu worden voorkomen, want „leen
vrouwen" en „geldschieters" waren reeds
bezig hun bedrijf in dien zin om te zet
ten, omdat zij meenden daarmede de Geld
schieterswet te kunnen ontgaan.
Het Leidsch Borgstellingsfonds heeft zich
aangesloten bij de Nederlandsche Vereeni-
ging voor Volkscredietwezen en Woeker
bestrijding, ten einde voor Leiden en om
streken een zoo doeltreffend mogelijke
uitvoering van de Geldschieterswet te ver
krijgen. Hiervoor is ook de medewerking
van het publiek noodig.
Ieder, die meent, dat hij zelf of een an
der in handen is gevallen van een clan-
destienen woekeraar of een geldschieler,
die de gestelde voorwaarden niet in acht
neemt, kan zich wenden tot den secretaris
van het bestuur, den heer P. A. van Agge
len, Nieuwsteeg No. 4, Leiden.
Het Leidsche Borgstellingsfonds geniet in
den lande nog steeds veel belangstelling.
Naar het Leidsche voorbeeld zijn in on
derscheidene gemeenten borgstellingsfond
sen opgericht.
In het verslagjaar kwamen tot stand het
Utrechtsch-, het 's Hertogenbosch- en het
Groningsch Borgstellingsfonds, terwijl de
oprichting vein een Zaandamsch- en een
Zwolseh borgstellingsfonds wordt overwo
gen.
Voor de medewerking, welke het bestuur
in het aigeloopen jaar heeft mogen onder
vinden, zegt het hartelijk dank.
INTREEREDE VAN
PROF. DR. F. A. F. C. WENT.
Prof. dr. F. A. F. C. Went, oud-hooglee
raar te Utrecht, vanwege het Leidsch Uni
versiteitsfonds benoemd tot bijzonder
hoogleeraar in de plantkunde aan de Leid
sche Universiteit, heeft hedenmiddag in het
groot auditorium dezer Universiteit zijn
ambt aanvaard met het houden van een
rede getiteld: De macht van het kleine.
Aansluitend, aldus spreker, aan een
werk van P. Harting, dat 85 jaar geleden
verschenen is, zet spr. uiteen hoezeer
onze kennis van het kleine en van de
beteekenis van dit kleine voor de plant
i3 toegenomen. In de plantkunde is men
evenals in physica en chemie met zijn ana
lyse voortdurend verder gegaan, al is het
geen op botanisch gebied klein genoemd
wordt, toch nog zeer groot in vergelijking
met de kleinste deeltjes die de natuurkun
dige aanneemt.
Al zijn kleinere levende wezens dan bac
teriën niet ontdekt, toch moet men bij het
agens der virusziekten van planten aan iets
als Beyerincks contagium vivum fluidum
denken. Verder wordt gewezen op de rol
van het borium en andere elementen in de
plant; 2 m. gr. borium per Liter water
heeft b.v. een gunstigen invloed op de ont
wikkeling van tabak.
Naast deze voorbeelden uit het gebied
der toegepaste plantkunde worden andere
gegevens over „zuivere" wetenschap, b.v.
de werking van „bios" op de ontwikkeling
van gistkulturen. In andere richting is ook
gebleken, dat men den bestralingstijd bij
planten tot 1/2000 secunde kan terugbren
gen en toch nog een zeer sterken invloed
van die bestraling kan waarnemen. Ver
der wordt o.a. gewezen op de rol van de
phytohormonen b.v. van de groeistof, die
in het botanisch en het chemisch laborato
rium te Utrecht uitvoerig bestudeerd werd.
Het is gebleken dat 1/50.000.000 mgr. van
deze stof reeds een zeer aanzienlijken in
vloed op den grond van kiemplantjes kan
uitoefenen. Onder andere phytohormonen
wordt de rhizokaline of wortelvormende
stof genoemd.
Spr. vindt aanleiding er op te wyzen, dat
hij zijn voorbeelden ten deele aan de toe
gepaste ten deele aan de zuivere weten
schap heeft ontleend en dat in beide op
zichten de vooruitgang van onze kennis
groot is geweest. Hij vindt aanleiding daar
aan de volgende beschouwing vast te knoo-
pen:
„Men mag dus zeggen, dat zoowel de zui
vere als de toegepaste wetenschap resul
taten kunnen opleveren, die van beteeke
nis zyn voor de praktijk, maar aan den
anderen kant kunnen beide ook aan de zui
vere wetenschap ten goede komen. Ook
dan is in het algemeen een scherpe schei
ding niet uit te voeren, wanneer men den
aard van de problemen nagaat, die bestu
deerd worden. Natuurlijk zijn er gemak
kelijk genoeg uitersten aan te geven, die
op het eene of andere gebied liggen, maar
men vindt tal van overgangen, die bij beide
zijn onder te brengen. Wanneer b.v. aan
een proefstation voor de suikerindustrie
onderzoekingen uitgevoerd worden over de
levensverrichtingen van het suikerriet, dan
geschiedt dit met het oog op de praktische
toepassingen, die daarvan, naar men hoopt,
het gevolg zullen kunnen zijn en toch moet
men hier aan den anderen kant van zuive
re wetenschap spreken, die haar aandacht
beperkt tot één enkele plant.
Men heeft wel eens beweerd, dat de man
der toegepaste wetenschap naar voordeel
zoekt, terwijl die der zuivere wetenschap
meer idealistische opvattingen zou hebben.
Daartegenover is dan opgemerkt, dat ook
de laatstgenoemde uit zijn onderzoekingen
voordeel hoopt te trekken, al ware het dan
ook alleen in den vorm van eerbewijzen en
en dergelijke. Hoeveel onderzoekingen op
het gebied der zuivere wetenschap zouden
worden uitgevoerd, zeggen deze vragers,
wanneer er eens geen mogelijkheid be
stond tot publicatie van de verkregen re
sultaten? Ik geloof, dat zy, die zoo spre
ken, zich vergissen. Ik ontken niet, dat de
meeste wetenschappelijke mannen zich ver
heugen over de erkenningen van hun ver
diensten, dus dat zij ook dikwijls niet on
gevoelig zijn voor hun verleende eerbe
wijzen, ook niet, dat de hoop op het ver
krijgen van een onderscheiding by velen
een rol speelt, wanneer zij een wetenschap
pelijk onderzoek aanvatten. Maar ik be
weer, dat er toch ook zijn, en dat zijn de
genen, die het hoogste staan, by wie de
drang tot onderzoek is aangeboren, geheel
en al onverschillig, of het hier nu toege
paste of zuivere wetenschap betreft. Deze
onderzoekers kunnen het niet laten zich
bezig te houden met de oplossing van pro
blemen, die op hun wetenschap betrekking
hebben. Het is daarvoor alleen noodig, dat
het probleem hun belang inboezemt.
Ik heb dit alles nog eens willen zeggen,
omdat men wel eens stemmen hoort ver
luiden, die meen en, dat er een essentieel
verschil zou bestaan tusschen een Hooge-
school en een Universiteit, waarbij de eer
ste zich met toegepaste-, de laatste met zui
vere wetenschap zou hebben bezig te hou
den. Afgezien van het feit, dat er geen en
kele faculteit is, waar niet ook toegepaste
wetenschap beoefend wordt, terwijl som
mige faculteiten, zooals die der Genees
kunde, in dat opzicht geheel met een Hoo-
geschool te vergelijken zijn, ontken ik,
blijkens het hier gezegde die scherpe tegen
stelling, al geef ik gaarne toe, dat er een
gradueel verschil bestaat. Maar evenzeer
als het voor de Universiteit verkeerd zou
zijn, wanneer zij zich uitsluitend met „zui
vere" wetenschap bezig hield, omadt zij
dan het verband met de maatschappij zou
dreigen te verliezen, evenzeer is er aan
den anderen kant voor de Hoogeschool een
groot gevaar aan verbonden, wanneer zij
te uitsluitend zich oriënteert naar de toe
gepaste wetenschap. Daarom is ook, naar
mijn overtuiging, een innig verband tus
schen Universiteit en Hoogeschool een drin
gend vereischte, zoowel in het belang van
de wetenschap als van de maatschappij".
In zijn toespraken aan het slot vindt
spr. aanleiding in de eerste plaats te wijzen
op de zoo wenschelijke eenheid van ons
Hooger Onderwijs in zijn geheel, terwijl
hij tot de studenten den oproep richt, hun
nerzijds er voor te waken, dat de afbraak,
die thans in Nederlandsch-Indië ook op bo
tanisch gebied plaats heeft, niet tot een
nationale ramp worde.