VRIJDAG 18 MEI 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. ft BOVENSTAANDE AFFICHE VOOB DEN ZESDEN NEDERLANDSCHEN KATHO LIEKENDAG IS NAAR EEN ONTWERP VAN DEN KUNSTENAAR J.tvj P NICO LAS TE ROERMOND. BINNENLAND DE RIJKSMIDDELEN. Dalende opbrengsten op vele punten. Na de zeer slechte opbrengst van de maand Maart, bleek de Rijksmiddelenstaat over April weer eenig beter aspect. Bij zonder als men hem vergelijkt met de op brengst van April van het vorig jaar er is immers een hoogere opbrengst in to taal van 5.287.000 gulden. Echter dienen daar onmiddellijk de Omzetbelasting en de Couponbelasting te worden uitgescha keld, als zijnde nieuwe bronnen voor 1934. Dan nog is er een surplus van 1.461.000 gulden, al dient ook hier weer terstond de opmerking aan toegevoegd, dat April 1933 over de geheele linie een slechte maand moest heeten. Gaan we dan ook vergelijken met de cijfers der maandraming, dan is het resul taat werkelijk droevig: een achterstand n.L van ruim 5.4 millioen. Doch ook hier dient weer een corrigeerende opmerking gemaakt en wel deze: dat de invloed van de Omzetbelasting en van de Couponbe lasting (doch vooral van de eerstgenoem de) wel zeer sterk ongunstig de vergelij king beinvloedt. Immers ruim 3 millioen van den achterstand bij de maandraming vindt in die twee belastingen haar verkla ring. Maar ook dan nog blijft op de an dere middelen een achterstand van ruim 1.9 millioen gulden, waarvan de accijns op suiker ruim 1 millioen, die op tabak ruim H millioen voor hun rekening ne men. De gouden bergen der Omzetbelas- t i n g-opbrengst doen nog steeds op zich wachten. De achterstand bij de raming is nu al tot 14 H millioen over de eerste vier maanden opgeloopen. Wel ia in Mei een hoogere opbrengst te voorzien, omdat, zooals reeds vroeger opgemerkt, de toe passing der Omzetbelasting sterk is ge gaan in de richting van een aanslagbelas ting. De nieuwe Coupon-belasting valt ook tegen. De maandraming ad 533.000 gulden is op geen stukken na gehaald. De op brengst bleef er ruim 165.000 beneden. Vermoedelijk houdt dit verband met de vervaldata van coupons, die voor een be langrijk deel op 1 Januari en 1 Juli Is ge steld. Terwijl de dividenden ook pas later binnenkomen. Wat betreft den suikeraccijns, deze maakt tegenover April '33 een behoorlek figuur met een accres van 1.322.000 gulden. Over de eerste vier maanden is er echter, by de raming vergeleken, een achterstand van bijna 5 millioen. Het decres van den tabaksaccijns, zoo mede de achterstand bij de maandraming is vergeleken met de Maartopbrengst aan merkelijk verbeterd. Toch is de achterstand van 1.4 millioen over 4 maanden niet on bedenkelijk en teekent wel de ingekrompen koopkracht van het publiek. Een belangrijk middel, het Invoerrecht, stelde ook wederom teleur door een decres- van 620.000 gulden, en een achterstand van 295.000 gulden bij de maandraming. Ook bij dit middel is de achterstand over 4 maanden reeds tot 4.390.000 gulden op geloopen. Voorts valt de gedistilleerd accijns te signaleeren met een decres van ruim 3 ton, terwijl de achterstand bij de raming over 4 maanden het millioen reeds heeft overschreden. Ten aanzien van den bieraccijns Is een accres te vermelden dat ruim 3tf ton be loopt Het vergelijkingspunt (April '33) is van bijzonderen aard, omdat toen de in vloed van de opgelegde productie van ein de 1932 in verband met de invoering van verhoogde bieraccyns-opcenten pas tot uiting kwam. Het eerste kwartaal '33 was de bierproductie in dit verband zeer ge ring. Het zegelrecht steeg met 61.000 gulden, niettegenstaande de beursbelasting 145.000 gulden minder opbracht Ook Registratierecht gaf een accres van 55.000 gulden. Beide laatste middelen le veren over de vier eerste maanden van dit jaar een overschrijding der raming, resp. van ruim 4 en ruim 3K ton. De overige middelen bleven ongeveer gelijk in opbrengst. Alleen verdient de nog Dividend-belasting een extra vermel ding, met een accres van 757.000 gulden, Kunst of Verlakkerij? We hebben hier te lande veel volkspoëzie. Vooreerst een partij r(jmsel, dat noch volksch noch poëtisch, maar door verzen makers van beroep onder dien naam aan de markt wordt gebracht en verder spon tane uitingen van den volksgeest die wat ruw en plat kunnen uitvallen, maar van dichterlijk allooi zijn. Tot de laatste soort mag gerekend het oude, nog altijd popu laire volksdeuntje ter eere van Pieter Pie terszoon Hein. Toen die admiraal met zijn zilvervloot behouden hier binnenliep, was er groot ge juich in den lande. Vondel geeft de be- teekenis van het roemruahtig feit duidelijk „*t Vereenlgd Neerland vreez. voortaan voor geen beleg; Philippus lelt in rwijm, en heeft den doodsteek weg". De vreugde van het volk was uitbundig, 't Moest zingen en het zong zonder Vondel te raadplegen. Ze willen den admiraal vie ren, die de Spaansche schatten binnen bracht; ze halen hem naar voren: „Piet Hein". Dan volgt er schalks: „Zijn naam is klein". Dat was niet om het rijm, daar mee zit het volk nooit verlegen. Maar er is een scherp kantje aan. De naam is kort. Nu ja, van die korte namen zijn er veel naar te vermoeden, toe te schrijven aan eenige vervroeging van dividend-declara ties. Ten aanzien van de kohierbelastingen valt weinig nieuws te vermelden. De zui vere bedragen der kohieren stegen voor alle vier soorten der belastingen met ge ringe bedragen. Vermeldenswaard is wel, dat per ultimo April het gunstig beloop voor den dienst 1934 tegenover den dienst 1933, dat per ultimo Maart nog slechts 27.989 bedroeg, opgeloopen tot ƒ355.224, waaraan vooral de Vermogens belasting het hare b ij droeg (ruim 2 ton! dank aan de bekeerde be lasting-ontduikers!), terwijl de In komstenbelasting haar min der gunstig beloop in de April maand met circa 242.000 inliep (dank grootendeels aan 't zelfde adres!). De Wegenbelasting handhaafde het ac cres, thans ten bedrage van 54 milles. De geheele April-staat, alhoewel minder ongunstig, dan die van Maart, vermag toch geen gunstigen indruk te wekken. Het bedrag van achterstand bij de ra ming is zoo groot, zelfs als men de Om zet- en Couponbelasting uitzondert, nog ruim 12 millioen, dat men aan inhalen niet durft te denken en slechts huivert over wat de toekomst nog voor dit dienst jaar brengen gaat. BOETEPROCESSIE L.TA Evenals de laatste jaren van crisis in land- en tuinbouw, hebben de boeren en tuinders uit het bisdom Haarlem ook dit jaar en wel gisteren hun boete-proces sie naar Maria's Genadeoord Runxputte te Heiloo gehouden. De koude regen uit het Westen, die in de morgenuren viel, weerhield de deelne mers niet. Wel kwamen er velen per trein, bus of auto, doch ook per fiets kwam er een belangrijk contingent De groote bedevaartskerk bleek weer te klein om allen zitplaats te bieden; velen moesten zich met een staanplaats in de paden of achterin tevreden stellen. Op het priesterkoor had een 25-tal geestelijken, meest adviseur van L.T.B.-af deelingen, plaats genomen. De plechtige H. Mis werd opgedragen door Rector J. Kok, bondsadviseur van den L.T.B., met assistentie van den Weleerw. heer H. v. d. Heyden te Purmerend als dia ken en den Weleerw. heer P. Haanen te Ouddorp als subdiaken. „Toon dat gij onze Moeder zyt". Deze woorden uit het Maria-Gety had de Weleerw. heer H. A, J. Drost, kapelaan te Rotterdam, tot tekst van zijn indruk wekkende predikatie gekozen. Gy zult aldus de gewyde redenaar hulp en uitkomst krijgen uit dezen nood, omdat gy het vraagt met uw Roomsohe hart en uw groot geloof, omdat ge hulp zoekt, waar die te vinden is, by God, Die wacht op uw Godsvertrouwen. Dat is het waar onze tijd gebrek aan heeft. Gy moet vertrouwen tegen alle hoop in, by 't dwaze af. God kan, wil en zal helpen, omdat uw vertrouwen voortkomt uit uw geloof, dat eerst het Ryk Gods gezocht moet worden, alvorens het overige u wordt toegeworpen. De leniging van den nood in de wereld is niet te verwachten van een internatio nale van stryd, haat en materialisme, maar alleen van een internationale van vrede, liefde en Godsvertrouwen. De menschheid heeft ook behoefte aan een moeder; aan een menschenmoeder, 'n wereldmoeder, 'n hemelmoeder, 'n Gods moeder. En dat zy die moeder niet kent, is haar grootste ramp. Maria wil ons helpen; zy kan het, want onder het kruis is zy met de bovennatuur- lyke macht bekleed om te kunnen zyn voor ieder van ons, wat een moeder is voor haar kind. Met de woorden: Ecce mater tua gaf Jezus ons Zyn bruidschat Wy zyn Maria's bloedeigen kinderen, omdat we door het Goddelyk bloed van Haar eigen Kind zyn verlost We gaan van deze Mariaplaats niet heen, voor Zy ons getroost heeft met Haar moe derhart en moederliefde. Zy zal onze moe der zyn, als wy Haar kinderen zyn; dat zyn we, als we ware Christenen zyn, vol gelingen van Christus, Katholieken met hart en ziel, gelooven, vertrouwen, bemin nen en leven als Maria, die een levendig voorbeeld is van wat God in een menschen- ziel kan uitwerken. geweest, Tromp en Koen en zoo meer, zoek ze maar. Over het korte alleen gaat het niet by de menschen uit het volk. Ze leggen er nog wat anders in. De naam van hun held was niet deftig, hij was van ge ringe familie. Als kapitein by de koopvaar- dy had hy zich, waar het moest, flink ge weerd. Dat was algemeen kapiteinsgebruik In die dagen. Hy was ryk geworden by de vaart en kwam toen ook, pas een paar jaar vroeger, tot hooger titels. Maar anderen waren er, die grooter naam hadden, die boven hem stonden in aanzien en gezag en roem. Het volk neemt daar een loopje mee en zingt: zijn naam is niet deftig, maar nu zie je toch maar, wie hy is. „Zyn daden bennen groot; Hy heeft gewonnen de zilveren vloot". Die anderen, met htm groote namen, kun nen tegen hem niet op. In zyn soort is 't versje een praohtstuk. Een soliede gedach te: Wat is 'n naam? Let op de daden. Con creet toegepast op de held van het zege feest: zyn grootheid is niet gecombineerd uit erfenissen en familierelaties, maar uit daden opgebouwd. De kroon van die daden is het bemachtigen van de Spaansche vloot met een zilverschat aan boord. Echt poë tisch wordt dat geteekend door eenvoudig de schepen een zilveren vloot te noemen. En dat alles in vier korte regels, die heel goed klinken en waarin het volksgevoel den hoogsten toon der vreugde in 't slot breed uithaalt. Maria zou nooit Koningin der glorie zyn geworden, als Zy niet eerst Moeder van smarten geweest was; wie met Christus geleden heeft, zal met Christus verheerlykt worden. Daarom, hebt Godsvertrouwen, tegen alle hoop in! De wereld vraagt niet aan God, haar te sparen, laten dan wy dat doen en ons bereid verklaren Zyn wil te volbrengen. Na ons massa-confiteor, dat ook wy schuld hebben aan den maatschappeiyken nood door het uitbuiten van den arbeider en het misbruiken van den godsdienst, zul len we vragen om wat we noodig hebben, kracht en bezieling van den Geest Gods, bereid de offers te brengen, die God van ons vraagt. Is ons kruis te zwaar, Maria zal ons helpen. Waar Maria Moeder is, zal God Vader zyn. Breng de menschen tot Maria; wat in andere streken door Maria behouden is, zullen we hier met Maria's hulp winnen; ook al spot de wereld met onze Maria-devotie. Heer, omdat Gy het wilt, in Uw naam, op uw woord, voor Uw eer, uit liefde voor U, ln vertrouwen op U, uit geloof In U, willen wy gaan werken, al is ons werk onvruchtbaar; willen wy onze plicht doen, al is die moeilyk; zullen we met Uw gena en Maria's hulp leven, al is het byna on mogelijk, zullen we lyden, al is het on- draaglyk. Als we aan Maria's hand Gods wegen zullen gaan, zal God om onzentwille het aanschyn der aarde vernieuwen. Vermelden we nog, dat het Zangkoor van den Langendyk de driestemmige Mis Stae. Mathildis van Hub. Cuypers uit voerde. Des middags om 1 uur werd in de bee- vaartskerk een plechtig Lof gecelebreerd door Rector Kok, met assistenite van ka pelaan J. Drost als diaken en kapelaan v. d. Heyden als subdiaken. De gezangen werden door de circa 2000 deelnemers aan deze boete-processie mee gezongen. Inmiddels was het zonnetje door de wol ken gebroken, zoodat de processie over het terrein kon doorgaan. By den Kruisberg werd door Rector Kok een gezamenlijke aanbidding van eerher stel geleid. Na de boeteprocessie werd in de kerk het Lof besloten met een plechtig Te Deum. „Tyd". DE A.S. REGEERINGSVOORSCHRIFTEN VOOR GROENTENCONSERVEN. Het Ned. Weekblad voor Kruidenierswa ren meldt: Naar wy vernemen kunnen de voor schriften van den regeeringscommissaris voor de Groenten- en Fruitcentrale met be trekking tot de conserveering van groenten en fruit binnen eenige dagen worden te gemoet gezien. Omtrent de te verwachten bepalingen kunnen we het volgende mededeelen: Erkenning als verwerker van gewassen van den tuinbouw door de Ned. Groenten- en Fruitcentrale is vereischt. De erkenning zal gespecificeerd naar den aard van het bedrijf worden verleend. De specificatie geschiedt volgens een rangschikking in vyf groepen, namelyk: a. gesteriliseerde groenten ln blik en glas, hieronder te verstaan groenten ver pakt in luchtdichte verpakking, houdbaar gemaakt door verwarming; b. vruchten in blik en glas; c. zuren in blik en glas; d. gezouten groenten; e. gedroogde groenten. Omtrent andere artikelen, vallende on der de bemoeiingen der Groenten- en Fruit centrale zullen te dezer zake nadere voor stellen volgen. De erkenningen worden slechts verleend aan hen, die in 1933 bovengenoemde arti kelen hebben verwerkt. Niet toegelaten zal zyn omzetting van het bedryf voor artikelen, welker vervaar diging in 1933 niet by het normale bedryf behoorde. De vergunning zal mitsdien al leen gelden voor de verwerking van die ar tikelen, welke vóór 1 Januari 1934 tot de normale verwerkingsproducten der onder neming behoorden. Bindend zal worden voorgeschreven: a. Dat op het etiket de naam van den fabrikant-vervaardiger moet worden ver- Al kan lk dit specimen der volkskunst met veel genoegen waardeeren, dan moet ik het toch onverantwoord noemen, dat iemand het thema gaat uitwerken tot een geestelijk gedicht. Dat deed L. de Bourbon ln: „Gods kleine Naam" (Roeping Maart 1934). Waar de H. Schrift iets over den Naam Gods zegt, is er een lofzang op de groot heid van dien Naam. Daarom bevreemdt het te lezen van Gods kleinen Naam. 't Is stootend. De blydste naam, waarmede we God mo gen loven, is Vader.'Aan het goddelyk Va derschap is de glorie der Almacht verbon den evengoed als de euwige Liefde. Het gebed des Heeren voegt dan ook vol eer bied by dien verheven titel: „die ln den hemel zyt". Want hoe God ook door ons wil genoemd worden, byn Naam is groot en vordert het hoogste eerbewys van allen, die op aarde, onder de aarde of in den hemel zyn. Onder den titel, die niet deugt, volgt een waardeloos vers. „Wij hebben met uw kleinen Naam gespeeld als dwaze knapen, wien het wys gebaar van vader en zyn goede blik verveelt, zyn stille liefde en zyn gr y zend haar". Spelen met een naam is mogelyk in een gedicht Uit niets echter blykt, dat de dwaasheid der knapen bestaat in poëtische oefeningen. meld in letters van ten minste 6 m.M. hoog te en 1 m.M. dikte. Op etiketten gebruikt door nlet-fabri- kanten moet deze vermelding eveneens ge schieden. b. Elk blik moet zyn voorzien van een, de fabrikant-vervaardiger aangewezen in geslagen letter. Een verbod van conserveering van opge- weekte droge erwten (erwten régéneré's) zal worden uitgevaardigd. De benamingen van de voornaamste ar tikelen groentenconserven worden bin dend voorgeschreven. SUIKERBIETEN-ALCOHOL IN DE AUTO'S? Belangrijke verklaring van dr. Colijn. Dr. Colyn heeft in de Tweede Kamer ver klaard, dat hy het een gelukkige oplossing zou vinden, indien de Nederlandsche land bouw de suikerbieten zou blyven verbou wen, doch de industrie deze tot iets anders zou verwerken. Hy voegde er aan toe, dat een onderzoek ter zake gaande is. Het „Handelsblad" teekent hierby aan: „De premier heeft hierby klaarblykelyk gedoeld op de bereiding van alcohol uit suikerbieten, welk product dan via een menggebod voor benzine in de automo bielen zou kunnen worden geconsumeerd. Dit idee is afkomstig van en sedert on geveer twee jaren gepropageerd door den We moeten dus aan verkeerd gebruikte beeldspraak denken. Weinig geteld? In drie regis wordt allerlei goeiigheid by elkaar gezocht, om een vader daar mee toegetakeld tegenover de dwaze kna pen te stellen. Aan den eenen kant plicht- vergeten rakkers, die met het vaderlyk ge zag spotten; tegenover hen een vader met pas gryzend haar, waarschynlijk dus nog krachtig en niet kindsoh. De man doet erg wys en kykt goedig. Hoe vindt u hem? Ik vind eht een naren ouitstaanbaren vent, met al zyn stille liefde. Zijn liefde mag hier niet stil blyven, of zyn liefde is larie. Tegenover zulke bengels past een streng gebaar, een sombere blik en liefde, die kastydt. En in de geiykenis van den verforen zoon dan? Daarin ls niets wat op de wan staltige teekening van den grijzenden va der der dwaze knapen gelijkt. In de parabel gaat de zoon weg, juist omdat het vaderlyk gezag hem geen losbandige dwaasheden toelaat. Als hij terugkeert, is het als be keerling en hy wordt door zyn vader niet met wijs gebaar en goeden blik en stille liefde ontvangen, maar hartstochtelyk om helsd en gekust en vaders liefde zet alles in beweging voor een luidruchtig feest. Daarom is 't in de parabel een vader van vleesch en bloed en hier in 't vers is 't een dood poppetje met wat gevoelerigheid by gekleurd. „Altijd hetzelfde heeft een grauwe kleur; wy zagen niet, dat achter al 't gepraat heer J. S. Visser te Santpoort, op wiens voorstel ter vergadering van de Holl. My. van Landbouw d.d. 21 November 1932 te Den Haag gehouden, werd besloten, om een commissie te benoemen ter bestudeering van het vraagstuk. Het zelfde resultaat kreeg een zelfde voorstel van den heer Visser op 13 December 1932 in een verga dering te Alkmaar van de Holl. My. van Landbouw. Beide malen endosseerde deze organisatie een en ander aan het Kon. Ned. Landbouw Comité, doch.... de voor de boeren toch geenszins van belang ont- bloote zaak (men denke aan de teeltbe perking van deze hakvrucht) vond maar geen voortgang by het K. N. L. C. Ten slotte heeft toen de kleine, maar zeer actie ve vereeniging' tot bevordering van den Landbouw in Holl. Noorderkwartier, we derom op verzoek van den heer Visser, maar besloten een commissie in te stellen. Dit geschiedde op 29 November 1933, dus één jaar en acht dagen na het eerste besluit van de Holl. My. van Landbouw. Deze commissie nu heeft dezer dagen rapport uitgebracht en dr. Colijn heeft in dat rapport, naar ons reeds bekend was, aanleiding gevonden, ook zélf een onder zoek te doen instellen naar de biet-alcohol- kwestle, omdat hy (zooals hy thans ln de Kamer heeft verklaard) het verwerken der suikerbieten tot iets anders dan suiker een gelukkige oplossing zou vinden." het dor vermaan, het vruchteloos gezeur de volle zon van Uwe goedheid staat". De uitspraak van den eersten regel ls niet gelukkig geformuleerd, maar overigens ben ik het er volkomen mee eens. Daarom was het popperig mannetje ook inderdaad vervelend. Moet nu zoo'n karikatuur Gods goedheid voorstellen? Daar is gepraat en geen beetje, met dor, gevoelloos vermaan en nutteloos gezeur. Van den Vader met den kleinen Naam? Achter al dien opgestapeldem rommel staat de zon van Uwe goedheid. De volle zon, heel wat anders dan een volle maan. „Uwe" met een hoofdletter is volgens den eisch, maar compenseert den inhoud niet. „Tot een Uw liefde my heeft aangedaan en my gevoerd tot diepe eenzaamheid, waar ik alleen ben met Uw kleinen naam en alle groote dingen, die Gy zyt". Het globale „wy" maakt plaats voor een ikheid. De eerste twee regels zyn een re miniscentie van den verloren zoon, maar met verlies wordt alles omgekeerd. In de parabel brengt eenzame verlatenheid tot omkeer, dan 't beste kleed en volop feest. Hier in 't vers eerst het mooie kleed, dan naar de eenzaamheid, een diepe vanzelf. De twee laatste regels melden hetzelfde, wat de volksmond van Piet Hein zong. Als op die manier geestelijke poëzie wordt gefabriceerd, kunnen we ze missen. G. ELOOS ELECTRISCHE TABAK- EN SIGARENFABRIEK „DE LANDMAN" B Prima Baaitabak18 cent per ons B Fa. Wed. C. J. V1STER - HAVEN 20 - LEIDEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 6