t BRIEVEN OVER ONS GELOOF VRIJDAG 18 MEI 1934 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD. PAG. 13 LEIDEN. HET BESTUUR DER HARMONIE-KAPEL „T. D." v. 1. n. r. zittende: J. J. Kette- nis, 2de seer.; J. J. Redel, le secr.,; D. Cornet, Voorzitter; H. W. Jagel, 1ste penningm.; J. Singerling, 2de penningm.; staande v. 3. n. r.W. Favier, Biblothecaris; J. den Hoed, Commissaris; H. M. Botermans, Commissaris van Orde; D. Rietveld, Comm. v. Toez. JFZJS CHRISTUS, GODS GEZANTEN GODS ZOON. 6 Wat over Jezus Christus is voor speld. Over Zijn komst, Zijn ge boorte, Zijn leven, werken, lijden, sterven en verrijzenis. De be wijskracht dier profetieën. Ik heb je een week langer dan gewoon lijk laten wachten, Paul; je neemt mij dat niet kwalijk? Je weet, ik doe mijn best, om je veertiendaagsche brieven stipt ook „veertiendaags" te beantwoorden, maar zooals de bootsman zei, terwijl hij de ge knelde vinger van de scheepsjongen be vrijdde „d'r komt zoo wel eens wat tus- schen!" Inmiddels heb je weer groote gesprek ken gehad met je niet-katholieke kantoor vrienden. Vind je het onder ons gezegd, niet heerlijk, Paul, dat een ex-godlooche naar als je vriend Basman en een ex-hei- dinnetje als je vriendin Mej. Handjes nu in hun werkelijke belangstelling, door Gods genade en jouw toedoen al zóó ver zijn, dat zij, overtuigd van de geschiedkun dige betrouwbaarheid der Evangeliën, overtuigd van de echtheid der daarin ver haalde wonderen, de logische conclusie heb ben getrokken, dat Jezus Christus waar lijk een Godsgezant wasr niet alleen, maar ook werkelijk Gods Zoon? Hun belangstelling schreef je mij in de vraag: welke is de ware Godsdienst, is nu zóó intens, dat je nogal eens „met je handen in je haar zit" over je antwoor den. Zoo vroegen ze je laatst naderen uit leg over het feit, dat Jezus Christus, de Messias, „door de profeten is voorspeld" en je verwijt mij nu een beetje, dat ik je daarover alleen maar terloops heb ge schreven. Daarom dit keer dan iets méér over de „Messiaansche voorspellingen". Ik schreef je vroeger al, dat ten tijde van Christus' geboorte de Joden algemeen den Messias, den Verlosser verwachtten. Zij verwachtten Dien, omdat in hun gewijde boeken in het „Oude Testament" dus allerlei uitspraken staan van de profeten. Die afgezanten van God, die honderde ja ren vóór Christus' geboorte leefden ik noem bijv. Mozes, Jacob, David, Michaeas, Aggaeus, Malachias, Isaias, Jeremias, Eze- chiël, Daniël, Habakuk, Zacharias, Baruch hebben een toekomstige Messias voor zegd niet alleen, maar ook allerlei bijzon derheden over Zijn afkomst, Zijn predi king, Zijn wonderen, Zijn lijden en ster ven, zyn overwinning over wereld en dood medegedeeld. Van vele dier voorzeggin gen is het niet voor een ieder „op 't eerste gezicht" klaar en duidelijk dat zij op Je zus Christus betrekking hebben; dat blijkt eerst bij een meer nauwkeurige studie cn beschouwing in onderling verband. Maar andere profetieën laten aan duidelijkheid niets te wenschen over. Van deze zal ik je er thans een aantal noemen. Natuurlijk kan ik ook deze niet allemaal letterlijk aanhalen; dan zou ik je een boekje moe ten schrijven en niet een brief! Wil je ze zelf in het Oude Testament nagaan, sla dan de plaatsen op, die ik je er bij opgeef! Overweeg nu maar eens, hoe de profe tieën, welker vermelding ik hieronder laat volgen, in het leven van Jezus in vervulling zijn gegaan. Reeds dadelijk na Adams val beloofde de barmhartige God een Verlosser en in het begin van het eerste boek (het boek Ge nesis d.i. der Schepping) van 't Oude Tes tament staat er geschreven over het Zaad (d.i. het Kind) eener Vrouw, die den dui vel zal overwinnen 1). Dit is de eerste „blijde boodschap", de eerste aankondiging van den Messias en verder loopt door het gansche Oude Testament als een gouden draad en steeds groeiend in duidelijkheid, de reeks beloften van den Verlosser. De beloofde Messias zal een nakomeling zijn van Sem, Abraham, Izaac en Jacob, zal dus een Jo o d zijn: „In uw zaad", sprak God herhaaldelijk tot hen „zullen alle volkeren gezegend worden" 2). Hij zal behooren tot de stam van J u d a en tot het geslacht van David 3). Over Jezus leven, lijden, sterven en ze gepraal is veel voorspeld. De Messias zal een vóórlooper hebben „die Hem den weg bereiden zal voor Zijn aangezicht" 4) (Joannes de Dooper). Hij zal geboren worden in Bethle hem 5), uit een Maagd 6). Zijn naam zal zijn Jezus of Verlosser 7), Chris tus, de Gezalfde bij uitnemendheid 8). Hij zal worden aanbeden door de Koningen van het Oosten, die Hem goud en wierook zullen aanbieden 9). Hij zal ver blijven in Egypte 10). Hij zal van Zijn jeugd af in armoede zijn en lijden 11), ofschoon Hij toch Koning zal zijn met een Koninkrijk tot de grenzen der aarde. 12) Hij zal gehoorzaam zijn 13) zachtmoedig, nederig en barm hartig: „Hij zal het geknakte riet niet breken en het rookend lemmet niet uit- dooven" 14). In het verachté Gal ilea, bij 't meer Genesareth zal Hij vooral pre diken 15). Hij zal de schapen gaan op zoeken, die verloren zijn, Hij zal de zwak ken versterken, de geloovigen bevestigen en hen geleiden op den weg der gerechtig heid 16), de bedroefdentroosten 17) en blinden, dooven en stommen door won deren genezen 18). Hij zal zijn hoo- gepriester naar de orde van Melchise- dech (die brood en wijn offerde) 19). Zijn intocht in Jeruzalem zal Hij doen, arm gezeten op een ezelin 20). Zie ook, Paul, hoe nauwkeurig en in bij zonderheden Jezus' lijden Is voorspeld (wat hier nu volgt zijn alle letterlijke teksten). „En zij hebben mijn koopprijs geschat op dertig zilverlingen" 21). „Hij heeft v/aar lijk ons lijden op Zich genomen en onze smarten gedragen; wij hebben Hem gehouden voor een melaatsche, door God geslagen en vernederd. Hij is gewond om onze ongerechtigheden en verbrijzeld om onze misdaden. De straf, die ons den vrede moet verwerven, is op Hem gevallen en wij zijn genezen door Zijn wonden. Wij waren afgewaaid als schapen en God heeft Hem met al onze ongerechtigheden bela den. God heeft Hem geslagen om de mis daden van zijn volk. Er is in Hem geen schoonheid meer, noch glans. Wij hebben Hem gezien, Hij was onkenbaar en een voorwerp van verachting, de geringste der menschen, een man van smarten, die weet wat lijden is 22). Hij is meer gelijk aan een worm, dan aan een mensch, de be spotting der menschen en de verachting van het volk" 24). Kon Jezus" diepe vernedering in Zijn lij den klagelijker worden ge teekend dan in deze profetieën? Lees nu, Paul, hoe nauwkeurig Jezus' kruisiging, Zijn geese- ling, 'Zijn bespotting, het dobbelen om Zijn kleed is voorzegd: „Ik heb mijn lichaam overgegeven aan die mij sloegen, en mijne wangen, aan die mij de baard uitrukken; Ik heb mijn ge laat niet afgewend van die Mij hoonden en Mij spuwden" 23). „Zij hebben mijn handen en voeten door boord en al mijne beenderen geteld. Zij hebben Mij aanschouwd en gadegeslagen; zij hebben mijne kleederen verdeeld en het lot geworpen om mijn opperkleed 24). Allen die Mij zagen, hebben met mij ge spot; zij feebben met hunne lippen gespro ken en het hoofd geschud. Hij heeft zoo zeiden zij (spottend) zijn vertrouwen op den Heer gesteld, dat Hij Hem verlosse; dat Hij Hem redde, wijl Hij Hem be mint 25). Zij hebben mij omringd als stie ren, zij hebben gebruld als leeuwen, zij -omgaven Mij als een troep honden 26). Zij hebben Mij gal tot spijs gegeven en in Mijn dorst deden zij Mij azijn drinken 27). Den geheelen dag ben Ik een voorwerp van spot geweest voor Mijn volk" 28. „De Christus zal gedood worden", schreef de profeet Daniël 29). „Hij is ten offer gebracht, omdat Hij het Zelf heeft gewild en Hij heeft Zijn mond niet (tot verzet) geopend; zooals een schaap dat ter slachtbank wordt geleid en zooals een lam voor den scheerder, zoo heeft Hij gezwe gen. Hij heeft Zijn leven gegeven en tot de misdadigers werd Hij gerekend" 30). Zóó Is er over Jezus' lijden voorspeld en in vervulling gegaan en zoo ging ook in vervulling de voorzegging van den Psalmist over Zijn Verrijzenis: dat Zijn Lichaam niet tot bederf zou overgaan en dat Hij aan de rechterhand des Vaders zou zetelen om tot in eeuwigheid de glorie te genieten. 31) Dit, Paul, en veel meer, dat ik hier on vermeld liet, voorspelden de Profeten om trent Jezus Christus vele eeuwen vóór Zijn geboorte (méér dan vier honderd jaar lag er tusschen het einde dezër voorspelling en Christus' geboorte!). Wanneer je deze profetieën overleest en daarbij denkt aan het leven en werken van Christus, zooals je dat uit het Evangelie kent, dan zie je, hoe de H. Petrus gelijk had toen Hij het de Joden herhaaldelijk zeide: „Van Hem geven alle profeten getuigenis" 32) Toen iik mijn brieven over het „Wonder" schreef, Paul, heb iik je uiteengezet dat een echte profetie (d.i een ondubbelzinnige voorspelling van een toekomstige gebeur tenis, welke gebeurtenis geheel afhankelijk is van den vrijen wil van God of der men schen) een wonder is, en dius alléén door God kan worden gedaan. De echtheid van deze Messiaanscheprofetieënzal je dui delijk zijn: het is onmogelijk dat die ver schillende profeten, levend in verschillen de tijden, al die bijzonderheden over Jezus leven, werken en lijden bijzonderheden, die geheel in vervulling zijn gegaan uit eigen kracht hebben kunnen bedenken en als voorspellingen de menschen hebben verkondigd. Slechts God kan door hun mond hebben gesproken. Maar dan zul je begrijpen, Paul, dat Degene, in Wien alléén die door God zelf gedane voorspellingen in ver vulling gingen, werkelijk de Messias, de beloofde Godsgezant en Verlosser is ge weest. Onder de andere bewijzen van Chris tus' bovennatuurlijke Zending en van Zijn Godheid waarover ik je vroeger schreef, neemt de vervulling der Messiaansche pro fetieën in Jezus Christus een voorname plaats in. Jezus Christus heeft zooals ik je schreef in mijn twee vorige brieven herhaaldelijk van Zichzelf getuigd dat Hij door God gezonden, ja, werkelijk Gods Zoon was; Hij heeft zich ook als God ge dragen en goedgevonden, dat men Hem als God eerde en aanbad. Zou God nu hebben toegelaten, dat de Messias-voorspellingen in vervulling gingen in iemand, diie een be drieger is? Het is te absurd om aan te denken! Jezus Christus moet dus de waarheid hebben gesproken: óók uit de vervulling in Hem van de Messiaansche profetieën blijkt dit en Hij heeft zich dan ook herhaaldelijk op die vervulling in Hem beroepen. 33) l)Genesis 3. 15. 2) Gen. 9. 26; 22. 18; 26. 4; 28. 14; Numeri 24. 17. 3) Gen. 49. 8-10; II koningen 7. 11; Psalmen 88-36-38; Isaias 11. 1-2; Jeremias 23. 5-6. 4) Is. 40.3; BUITENLAND ONTWAPENING. CONFERENTIE WORDT NIET UITGESTELD Convocaties verzonden Henderson heeft de centrale commissie der ontwapeningsconferentie tegen Dins dag 29 Mei des nam. 3.30 bijeengeroepen en het bureau tegen 28 Mei te 3.30 nam. Op de agenda van beide zittingen staat als eerste punt een verklaring van den voorzitter. VON RIBBENTROP THANS TE ROME De Duitsche afgevaardigde inzake ont wapeningskwestie von Ribbentrop is ter voortzetting van zijn informatieve bespre kingen over de ontwapeningsproblemen voor een kort verblijf te Rome aangeko men. VOLKENBOND. HET CHACO-RAPPORT BESPROKEN Geen wapenleveranties meer Er was gisteren enorme belangstelling voor de behandeling van het Chaco-rap- port in de openbare raadszitting te Genè- ve. De raad besloot echter, nog slechts een voorloopige discussie van het rapport te houden, aangezien, zooals de Boliviaan- sche gedelegeerde onmiddellijk opmerkte, de leden, en vooral de betrokken partijen, nog geen tijd hadden gehad het rapport degelijk te bestudeeren. De raad zal hier op dus nog later terugkomen. Na een lange uiteenzetting van den ver tegenwoordiger van Paraguay, deed de Britsche gedelegeerde het voorstel om beide embargo op den wapenuitvoer naar beide partijen uit te vaardigen. Het is de plicht van den Volkenbonsraad een eind te maken aan dezen doelloozen strijd. De Fransche gedelegeerde sloot zich onmiddelijk bij dit voorstel aan. Alle leden van den Volkenbondsraad hebben zich daarop in principe accoord verklaard om een embargo op wapenuit voer te accepteeren. De regeering der Ver. Staten is bereid ten volle deel te nemen aan elke actie ten doel hebbende het herstel van den vrede in het Chacogebied, verklaarde Phillips, de onderminister van buitenland- sche zaken. Hij weigerde echter nader aan te duiden welke gedragslijn de Ver. Sta- den zouden volgen. DE KWESTIE VAN DE SAAR Overeenstemming met Duitschland waarschijnlijk? De voornaamste gedelegeerden van den Volkenbondsraad hebben gisteren weer veel aandacht besteed aan het Saar- vraagstuk, dat Zaterdag waarschijnlijk in openbare vergadering door den volken bondsraad zal worden gehandeld. Barthou gaf gisteravond aan de Fran sche pers te kennen, dat hy hoopte, dat Zaterdag de grondslagen voor een bevre digende oplossing van het vraagstuk der volksstemming in het Saargebied zouden gelegd worden. Men legt deze verklaring van Barthou zóó uit, dat hij over het verloop van de onderhandelingen van Aloisi met de Duitsche regeering inzake de door Duitsch land te geven waarborgen voor de bescher ming der minderheden in het Saargebied tevreden is. Daar van Duitsche zijde bekend is, dat tusschen Aloisi en de Duitsche regeering vrijwel principieele overeenstemming ver kregen is en alles in deze thans van Bar thou zal afhangen, geeft deze verklaring van den Franschen minister reden tot eenig optimsime, dat het Aloisi gelukt is, op dit punt bemiddelend tusschen Frank rijk en Duitschland op te treden. DUITSCHLAND. Om de Katholieke cultuur EEN HERDERLIJK SCHRIJVEN VAN KARDINAAL BERTRAM. Tegen het moderne heidendom. De Aarsbisschop van Breslau, Kardinaal Bertram, heeft wederom een herderlijk schrijven uitgevaardigd, waarin hy zyn Malachias 3. 1; 5) Micheas 5. 2; 6) Is. 7. 14. 7) Habakuk 3; Is. 51; 8) Ps. 2; Is. 61; 9) Ps. 71; Is. 60; 10) Osee 8; 11) Ps. 87; 12) Ps.2; 13) Ps. 39. 14) Is. 11. 1-5 en 42. 1-5; 15) Is. 9. 1; 16) Ezechoel 34; 17) Is. 61. 18)Is. 35. 4-6; 19) Ps. 109. 4; 20) Zacharias 9. 9; 21) Zach. 11, 12; 22) Is. 53; 23) Is. 50; 24) Ps. 21; 25) Ps. 21. Sapien- tiae 2; 26) Ps. 21; 27) Ps. 68; 28) Jer. 3; 29) Dan. 9. 26; 30) Is. 53; 31) Ps. 15; 32) Hand. 20; 33) Luc. 4. 21; Mt. 11. 4-5. P.S. Het zal je wed een beetje duizelen, by 't zien van al die naimen en cijfers, die ik je hier opgeef. Ik had natuurlyk deze aanduidingen, waar in de Bijbel, in het Oude Testament, de genoemde profe tieën zijn te vinden, weg kunnen laten, maar dan loop ik kans, dat jij en je vrien den denken, dat ik je maar wat op de mouw speld! Je weet dat bij deze aanduidingen eerst de naam staat van het Bijbelboek, het eerste cijfer is het hoofdstuk, de eventueel volgende, de verzen. Je te schrijven over de H. Schrift en dus óók over haar indee ling staat nog op 't program! Gegroet, mijn waarde! Correspondentie-adres: Mr. A. A. W. Die- penbrock pr., Seminarie Hageveld, Heem stede. geloovigen met allen nadruk op de geva ren wijst, die door de predikers van het moderne heidendom onder de katholieke bevolking worden verbreid. Met diepe ontroering ziet de grijze bis schop terug op zijn twintig jaren pontifi caat, jaren van onophoudelyken strijd te gen de dwaalleer van Marxisme en Bolsje wisme, tegen de vrijdenkers, en de z.g. ern stige bijbelvorschers, tegen ongeloof en te gen onverschilligheid in het godsdienstig leven, tegen de openbare onzedelijkheid en de schending van de heiligheid van het huwelijk, jaren van strijd voor het geloof in God en de bovennatuurlijke openbaring, van strijd voor de goddelijke stichting der Kerk en de vrijheid van haar arbeid. Dan vraagt Kardinaal Bertram: „Heeft deze strijd in het nieuwe ryk op gehouden te bestaan?" Wij weten nu hoe gaarne de Duitsche bis schoppen deze vraag bevestigend zouden antwoorden, wanneer het hen slechts mogelijk was. Hun brieven getuigen niet van verborgen haat tegen het bestaande regiem, doch van een ernstige opvatting van hun herderlijken plicht. Kardinaal Bertram behoeft slechts te wij zen op het feit, dat thans zoo vaak in openbare redevoeringen en geschriften een taal wordt gesproken, die het vermoeden doet rijzen, dat ons een nieuw Evangelie, een nieuwe Germaansche of Noorsche godsdienst, een nieuwe zedenwet, zal wor den gegeven. Het is de plicht van het ker kelijk leergezag om bij het verkondigen van dergelijke begrippen een duidelijk on derscheid te maken tusschen waarheid en dwaling, zooals de Kerk dat alle eeuwen door gedaan heeft. Met heiligen ernst en vrijmoedigheid wyst de Kardinaal op de dwaasheden van deze nieuwe godsdienstvijanden, want zij die stryden tegen het geloof van een bo- venaardsche Godheid, zijn haters van den godsdienst. Zij voeren hun strijd bewust, de vuist gebald, tegen de bestaande orde ning, waardoor iedere hoogere vorming en streven naar het eeuwige doel ten gron de wordt gericht. De Aartsbisschop herhaalt dan nogmaals het protest door alle Bisschoppen geuit te gen de pogingen om de handleiding voor dit nieuwe heidendom „De legende der 20ste eeuw" te maken tot het handboek voor jong en oud. Eenieder die dit boek verdedigt zij dit medegedeeld, dat het een beleediging is van Christus en van iedere godsdienst der Goddelijke Openbaring. EEN VERBODEN JEUGDPROCESSIE. Eigenaardige handelwijze te Trier. Zaterdag voor 8 dagen zou in Trier de jeugd der stad een bedevaart houden naar St. Mathias. Ter elfder ure echter werd deze processie door de plaatselijke autori teiten verboden. De geestelijkheid van de stad Trier heeft protest aangeteekend le gen dat verbod en vanaf den kansel een proclamatie doen voorlezen, waarin de juiste toedracht dezer zaak wordt uiteenge zet. Door den Commissaris van Politie was tot in alle bijzonderheden en onderdeelen toestemming gegeven voor het houden van bedoelde Processie. De Commandant van de Hitier-Jugend en de Directeur van Duit sche Meisjes had voor Zaterdag vrij van dienst gegeven, opdat ook de Katholieke leden aan de processie zouden kunnen deelnemen. Zaterdagvoormiddags tegen 11 uur kreeg de Directeur van de Bedevaart een brief van den eersten Burgemeester der stad, waarin mededeeling werd gedaan dat de processie verboden was. Twee uur later werd een tweede brief bezorgd, waarin vermeld stond, dat de processie mocht gehouden worden op voor waarde dat er gebeden en gezongen werd en dat geen kaarsen of fakkels werden meegedragen. Er volgden nieuwe onderhandelingen met den Gouwleider, daar het verlof om fak kels en kaarsen mee te voeren door de ge heime staatspolitie gegeven kon worden. De Deken der stad stelde zich toen in ver binding met den Chef der Staatspolitie en kreeg om 4 uur mededeeling, dat de pro cessie ook fakkels en kaarsen mocht mee dragen; alles was in orde gebracht. Toen maakte de Bisschopi bekend, dat de pro cessie doorgang zou vinden, dat er gebe den en gezongen zou worden en dat er ook kaarsen en fakkels mochten worden meegedragen. Toen de processie om 8.30 uur wilde vertrekken, verscheen de Commissaris van Politie met een leger politiebeambten en verbood onder verwijzing naar het schrij ven van den burgemeester om fakkels en kaarsen mee te dragen. Daarop verklaarde de Directeur der Be devaart, dat de processie geen doorgang zou vinden, terwijl hij de aanwezigen ver zocht rustig naar huis te gaan, hetgeen in voorbeeldige orde geschiedde. Het is wel heel merkwaardig dat 24 uur later een „schitterende fakkeloptocht" der Hitler-Jugend door de nachtelijke straten van Trier mocht trekken. EEN ERGERLIJK BLAD EN BESLAG GENOMEN Op 1 Mei verscheen een extra nummer van het beruchte anti-semietische blad „Stürmer", waarin op ergerlijke wyze het oude sprookje van de z.g. ritueele moor den der Joden voor den dag werd ge bracht. Van verschillende zijden is daar tegen geprotesteerd. Thans wordt bericht, dat dit „ritueele-moord-nummer" op bevel van den rijkskanselier in beslag is geno men wegens een daarin voorkomenden aanval op het Christelijke Avondmaal. RUSLAND. GELOOFS-OPBLOEI IN RUSLAND Ondanks godsdiensthaat en vervolging Het „Berliner „Tageblatt" publiceert een telegram uit Moskou, volgens hetwelk eenige weken- geleden in sovjet-Rusland een nieuwe campagne tegen den gods dienst is ingezet, welke met nog feller woede dan voorheen gevoerd wordt. De sovjet-regeering heeft tijdens de laat ste feestdagen der orthodoxe Kerk moe ten constateeren, dat de invloed van den godsdienst op de massa's steeds toeneemt en dat niet alleen in Moskou, doch ook in de provincie de kerken zoo vol waren, dat ook op straat godsdienstige oefeningen werden gehouden. Naar men eerst thans van welingelichte zijde uit Moskou verieemt, is het daarbij tot talrijke botsingen gekomen. In Moskou bijv. is de Gepoe met ge weld tegen deelnemers aan een processie opgetreden. In het Don-gebied hebben de geloovi gen gedurende de Paaschdagen processies gehouden, zooals men sedert de Russische revolutie niet meer aanschouwd heeft. De sovjet-regeering heeft in verband hiermede thans bepaald, dat alle regee- rings-instanties, vooral echter de Gepoe, den bond der godloozen bij het voeren van de nieuwe anti-godsdienstige campagne behulpzaam moeten zijn. De vorige week zijn in Moskou twaalf kerken gesloten. In het Wolga-gebied zyn weder talrijke gods- Twee-en-veertig priesters zijn gearres- huizen veranderd in communistische clubs teerd, omdat zy de jeugd godsdienstonder richt hadden gegeven, wat door de staats wetten streng verboden wordt. Uit alle deelen van het land komen be richten binnen over bijeenkomsten van geloovigen in „catacomben". De metropoliet Sergius, het hoofd der orthodoxe Kerk in de Sovjet-Unie, reist op het oogenblik het heele land af en houdt overal godsdienstige toespraken. BUITENL. BERICHTEN. GROOTE IJSBERGEN LANGS DE SCHEEPVAARTROUTE. „Weest op uw hoede". Uit Boston wordt gemeld: Het kust wachtvaartuig „Mendota" bericht, dat het in de nabijheid van de Groote Banken langs de scheepvaartroute, niet minder dan 74 groote ijsbergen heeft gezien. Ver der werden onder den waterspiegel ijs bergen en stukken drijfijs waargenomen. Den schepen is aangeraden met vermin derde snelheid te varen en dubbele wach ten in te stellen, zoolang zij in de gevaar lijke zone zijn. De groote toeneming van het aantal ijsbergen, dat zich beweegt op de scheep vaartroute in den Atlantischen Oceaan, wordt door de Internationale Amerikaan- sche IJscontrole toegeschreven aan de aardbeving van November 1933 in de Baf- finbaai. Deze beving heeft het ijs losge maakt en vele kolossale ijsbergen op drift gebracht, waarna zy door den golfstroom zijn medegevoerd. De yscontrole-dienst is dusdanig geper- fectionneerd, dat de schepen steeds tijdig kunnen worden gewaarschuwd voor de ijsbergen, welke zich op de door hun te ne men route bewegen. Tevens wordt nog gebruik gemaakt van de hulp van vlieg machines, welke eveneens de bewegingen van de ijsbergen nauwkeurig registreeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 13