t
BRIEVEN OVER ONS
GELOOF
VRIJDAG 18 MEI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD. PAG. 13
LEIDEN.
HET BESTUUR DER HARMONIE-KAPEL „T. D." v. 1. n. r. zittende: J. J. Kette-
nis, 2de seer.; J. J. Redel, le secr.,; D. Cornet, Voorzitter; H. W. Jagel, 1ste penningm.;
J. Singerling, 2de penningm.; staande v. 3. n. r.W. Favier, Biblothecaris; J. den Hoed,
Commissaris; H. M. Botermans, Commissaris van Orde; D. Rietveld, Comm. v. Toez.
JFZJS CHRISTUS, GODS
GEZANTEN GODS ZOON. 6
Wat over Jezus Christus is voor
speld. Over Zijn komst, Zijn ge
boorte, Zijn leven, werken, lijden,
sterven en verrijzenis. De be
wijskracht dier profetieën.
Ik heb je een week langer dan gewoon
lijk laten wachten, Paul; je neemt mij dat
niet kwalijk? Je weet, ik doe mijn best,
om je veertiendaagsche brieven stipt ook
„veertiendaags" te beantwoorden, maar
zooals de bootsman zei, terwijl hij de ge
knelde vinger van de scheepsjongen be
vrijdde „d'r komt zoo wel eens wat tus-
schen!"
Inmiddels heb je weer groote gesprek
ken gehad met je niet-katholieke kantoor
vrienden. Vind je het onder ons gezegd,
niet heerlijk, Paul, dat een ex-godlooche
naar als je vriend Basman en een ex-hei-
dinnetje als je vriendin Mej. Handjes
nu in hun werkelijke belangstelling, door
Gods genade en jouw toedoen al zóó ver
zijn, dat zij, overtuigd van de geschiedkun
dige betrouwbaarheid der Evangeliën,
overtuigd van de echtheid der daarin ver
haalde wonderen, de logische conclusie heb
ben getrokken, dat Jezus Christus waar
lijk een Godsgezant wasr niet alleen, maar
ook werkelijk Gods Zoon?
Hun belangstelling schreef je mij
in de vraag: welke is de ware Godsdienst,
is nu zóó intens, dat je nogal eens „met
je handen in je haar zit" over je antwoor
den. Zoo vroegen ze je laatst naderen uit
leg over het feit, dat Jezus Christus, de
Messias, „door de profeten is voorspeld"
en je verwijt mij nu een beetje, dat ik je
daarover alleen maar terloops heb ge
schreven. Daarom dit keer dan iets méér
over de „Messiaansche voorspellingen".
Ik schreef je vroeger al, dat ten tijde van
Christus' geboorte de Joden algemeen den
Messias, den Verlosser verwachtten. Zij
verwachtten Dien, omdat in hun gewijde
boeken in het „Oude Testament" dus
allerlei uitspraken staan van de profeten.
Die afgezanten van God, die honderde ja
ren vóór Christus' geboorte leefden ik
noem bijv. Mozes, Jacob, David, Michaeas,
Aggaeus, Malachias, Isaias, Jeremias, Eze-
chiël, Daniël, Habakuk, Zacharias, Baruch
hebben een toekomstige Messias voor
zegd niet alleen, maar ook allerlei bijzon
derheden over Zijn afkomst, Zijn predi
king, Zijn wonderen, Zijn lijden en ster
ven, zyn overwinning over wereld en dood
medegedeeld. Van vele dier voorzeggin
gen is het niet voor een ieder „op 't eerste
gezicht" klaar en duidelijk dat zij op Je
zus Christus betrekking hebben; dat blijkt
eerst bij een meer nauwkeurige studie cn
beschouwing in onderling verband. Maar
andere profetieën laten aan duidelijkheid
niets te wenschen over. Van deze zal ik
je er thans een aantal noemen. Natuurlijk
kan ik ook deze niet allemaal letterlijk
aanhalen; dan zou ik je een boekje moe
ten schrijven en niet een brief! Wil je ze
zelf in het Oude Testament nagaan, sla
dan de plaatsen op, die ik je er bij opgeef!
Overweeg nu maar eens, hoe de profe
tieën, welker vermelding ik hieronder laat
volgen, in het leven van Jezus in
vervulling zijn gegaan.
Reeds dadelijk na Adams val beloofde de
barmhartige God een Verlosser en in het
begin van het eerste boek (het boek Ge
nesis d.i. der Schepping) van 't Oude Tes
tament staat er geschreven over het Zaad
(d.i. het Kind) eener Vrouw, die den dui
vel zal overwinnen 1). Dit is de eerste
„blijde boodschap", de eerste aankondiging
van den Messias en verder loopt door het
gansche Oude Testament als een gouden
draad en steeds groeiend in duidelijkheid,
de reeks beloften van den Verlosser. De
beloofde Messias zal een nakomeling zijn
van Sem, Abraham, Izaac en Jacob, zal dus
een Jo o d zijn: „In uw zaad", sprak God
herhaaldelijk tot hen „zullen alle volkeren
gezegend worden" 2). Hij zal behooren tot
de stam van J u d a en tot het geslacht
van David 3).
Over Jezus leven, lijden, sterven en ze
gepraal is veel voorspeld. De Messias zal
een vóórlooper hebben „die Hem den
weg bereiden zal voor Zijn aangezicht" 4)
(Joannes de Dooper).
Hij zal geboren worden in Bethle
hem 5), uit een Maagd 6). Zijn naam
zal zijn Jezus of Verlosser 7), Chris
tus, de Gezalfde bij uitnemendheid 8). Hij
zal worden aanbeden door de Koningen
van het Oosten, die Hem goud en
wierook zullen aanbieden 9). Hij zal ver
blijven in Egypte 10). Hij zal van Zijn
jeugd af in armoede zijn en lijden 11),
ofschoon Hij toch Koning zal zijn met
een Koninkrijk tot de grenzen der
aarde. 12)
Hij zal gehoorzaam zijn 13)
zachtmoedig, nederig en barm
hartig: „Hij zal het geknakte riet niet
breken en het rookend lemmet niet uit-
dooven" 14). In het verachté Gal ilea,
bij 't meer Genesareth zal Hij vooral pre
diken 15). Hij zal de schapen gaan op
zoeken, die verloren zijn, Hij zal de zwak
ken versterken, de geloovigen bevestigen
en hen geleiden op den weg der gerechtig
heid 16), de bedroefdentroosten 17) en
blinden, dooven en stommen door won
deren genezen 18). Hij zal zijn hoo-
gepriester naar de orde van Melchise-
dech (die brood en wijn offerde) 19).
Zijn intocht in Jeruzalem zal
Hij doen, arm gezeten op een ezelin 20).
Zie ook, Paul, hoe nauwkeurig en in bij
zonderheden Jezus' lijden Is voorspeld (wat
hier nu volgt zijn alle letterlijke teksten).
„En zij hebben mijn koopprijs geschat
op dertig zilverlingen" 21). „Hij heeft
v/aar lijk ons lijden op Zich genomen en
onze smarten gedragen; wij hebben Hem
gehouden voor een melaatsche, door God
geslagen en vernederd. Hij is gewond om
onze ongerechtigheden en verbrijzeld om
onze misdaden. De straf, die ons den vrede
moet verwerven, is op Hem gevallen en
wij zijn genezen door Zijn wonden. Wij
waren afgewaaid als schapen en God heeft
Hem met al onze ongerechtigheden bela
den. God heeft Hem geslagen om de mis
daden van zijn volk. Er is in Hem geen
schoonheid meer, noch glans. Wij hebben
Hem gezien, Hij was onkenbaar en een
voorwerp van verachting, de geringste der
menschen, een man van smarten, die weet
wat lijden is 22). Hij is meer gelijk aan
een worm, dan aan een mensch, de be
spotting der menschen en de verachting
van het volk" 24).
Kon Jezus" diepe vernedering in Zijn lij
den klagelijker worden ge teekend dan
in deze profetieën? Lees nu, Paul, hoe
nauwkeurig Jezus' kruisiging, Zijn geese-
ling, 'Zijn bespotting, het dobbelen om
Zijn kleed is voorzegd:
„Ik heb mijn lichaam overgegeven aan
die mij sloegen, en mijne wangen, aan die
mij de baard uitrukken; Ik heb mijn ge
laat niet afgewend van die Mij hoonden
en Mij spuwden" 23).
„Zij hebben mijn handen en voeten door
boord en al mijne beenderen geteld. Zij
hebben Mij aanschouwd en gadegeslagen;
zij hebben mijne kleederen verdeeld en
het lot geworpen om mijn opperkleed 24).
Allen die Mij zagen, hebben met mij ge
spot; zij feebben met hunne lippen gespro
ken en het hoofd geschud. Hij heeft zoo
zeiden zij (spottend) zijn vertrouwen op
den Heer gesteld, dat Hij Hem verlosse;
dat Hij Hem redde, wijl Hij Hem be
mint 25). Zij hebben mij omringd als stie
ren, zij hebben gebruld als leeuwen, zij
-omgaven Mij als een troep honden 26). Zij
hebben Mij gal tot spijs gegeven en in
Mijn dorst deden zij Mij azijn drinken 27).
Den geheelen dag ben Ik een voorwerp van
spot geweest voor Mijn volk" 28.
„De Christus zal gedood worden",
schreef de profeet Daniël 29). „Hij is ten
offer gebracht, omdat Hij het Zelf heeft
gewild en Hij heeft Zijn mond niet (tot
verzet) geopend; zooals een schaap dat ter
slachtbank wordt geleid en zooals een lam
voor den scheerder, zoo heeft Hij gezwe
gen. Hij heeft Zijn leven gegeven en
tot de misdadigers werd Hij gerekend" 30).
Zóó Is er over Jezus' lijden voorspeld
en in vervulling gegaan en zoo ging ook
in vervulling de voorzegging van den
Psalmist over Zijn Verrijzenis: dat Zijn
Lichaam niet tot bederf zou overgaan en
dat Hij aan de rechterhand des Vaders zou
zetelen om tot in eeuwigheid de glorie te
genieten. 31)
Dit, Paul, en veel meer, dat ik hier on
vermeld liet, voorspelden de Profeten om
trent Jezus Christus vele eeuwen vóór Zijn
geboorte (méér dan vier honderd jaar lag
er tusschen het einde dezër voorspelling
en Christus' geboorte!). Wanneer je deze
profetieën overleest en daarbij denkt aan
het leven en werken van Christus, zooals
je dat uit het Evangelie kent, dan zie je,
hoe de H. Petrus gelijk had toen Hij het
de Joden herhaaldelijk zeide: „Van Hem
geven alle profeten getuigenis" 32)
Toen iik mijn brieven over het „Wonder"
schreef, Paul, heb iik je uiteengezet dat een
echte profetie (d.i een ondubbelzinnige
voorspelling van een toekomstige gebeur
tenis, welke gebeurtenis geheel afhankelijk
is van den vrijen wil van God of der men
schen) een wonder is, en dius alléén door
God kan worden gedaan. De echtheid van
deze Messiaanscheprofetieënzal je dui
delijk zijn: het is onmogelijk dat die ver
schillende profeten, levend in verschillen
de tijden, al die bijzonderheden over Jezus
leven, werken en lijden bijzonderheden,
die geheel in vervulling zijn gegaan uit
eigen kracht hebben kunnen bedenken en
als voorspellingen de menschen hebben
verkondigd. Slechts God kan door hun
mond hebben gesproken. Maar dan zul je
begrijpen, Paul, dat Degene, in Wien alléén
die door God zelf gedane voorspellingen in
ver vulling gingen, werkelijk de Messias,
de beloofde Godsgezant en Verlosser is ge
weest. Onder de andere bewijzen van Chris
tus' bovennatuurlijke Zending en van Zijn
Godheid waarover ik je vroeger schreef,
neemt de vervulling der Messiaansche pro
fetieën in Jezus Christus een voorname
plaats in.
Jezus Christus heeft zooals ik je
schreef in mijn twee vorige brieven
herhaaldelijk van Zichzelf getuigd dat Hij
door God gezonden, ja, werkelijk Gods
Zoon was; Hij heeft zich ook als God ge
dragen en goedgevonden, dat men Hem als
God eerde en aanbad. Zou God nu hebben
toegelaten, dat de Messias-voorspellingen
in vervulling gingen in iemand, diie een be
drieger is?
Het is te absurd om aan te denken!
Jezus Christus moet dus de waarheid
hebben gesproken: óók uit de vervulling in
Hem van de Messiaansche profetieën blijkt
dit en Hij heeft zich dan ook herhaaldelijk
op die vervulling in Hem beroepen. 33)
l)Genesis 3. 15. 2) Gen. 9. 26; 22. 18;
26. 4; 28. 14; Numeri 24. 17. 3) Gen. 49.
8-10; II koningen 7. 11; Psalmen 88-36-38;
Isaias 11. 1-2; Jeremias 23. 5-6. 4) Is. 40.3;
BUITENLAND
ONTWAPENING.
CONFERENTIE WORDT NIET
UITGESTELD
Convocaties verzonden
Henderson heeft de centrale commissie
der ontwapeningsconferentie tegen Dins
dag 29 Mei des nam. 3.30 bijeengeroepen
en het bureau tegen 28 Mei te 3.30 nam.
Op de agenda van beide zittingen staat
als eerste punt een verklaring van den
voorzitter.
VON RIBBENTROP THANS TE ROME
De Duitsche afgevaardigde inzake ont
wapeningskwestie von Ribbentrop is ter
voortzetting van zijn informatieve bespre
kingen over de ontwapeningsproblemen
voor een kort verblijf te Rome aangeko
men.
VOLKENBOND.
HET CHACO-RAPPORT BESPROKEN
Geen wapenleveranties meer
Er was gisteren enorme belangstelling
voor de behandeling van het Chaco-rap-
port in de openbare raadszitting te Genè-
ve. De raad besloot echter, nog slechts
een voorloopige discussie van het rapport
te houden, aangezien, zooals de Boliviaan-
sche gedelegeerde onmiddellijk opmerkte,
de leden, en vooral de betrokken partijen,
nog geen tijd hadden gehad het rapport
degelijk te bestudeeren. De raad zal hier
op dus nog later terugkomen.
Na een lange uiteenzetting van den ver
tegenwoordiger van Paraguay, deed de
Britsche gedelegeerde het voorstel om beide
embargo op den wapenuitvoer naar beide
partijen uit te vaardigen. Het is de plicht
van den Volkenbonsraad een eind te
maken aan dezen doelloozen strijd.
De Fransche gedelegeerde sloot zich
onmiddelijk bij dit voorstel aan.
Alle leden van den Volkenbondsraad
hebben zich daarop in principe accoord
verklaard om een embargo op wapenuit
voer te accepteeren.
De regeering der Ver. Staten is bereid
ten volle deel te nemen aan elke actie
ten doel hebbende het herstel van den
vrede in het Chacogebied, verklaarde
Phillips, de onderminister van buitenland-
sche zaken. Hij weigerde echter nader aan
te duiden welke gedragslijn de Ver. Sta-
den zouden volgen.
DE KWESTIE VAN DE SAAR
Overeenstemming met Duitschland
waarschijnlijk?
De voornaamste gedelegeerden van den
Volkenbondsraad hebben gisteren weer
veel aandacht besteed aan het Saar-
vraagstuk, dat Zaterdag waarschijnlijk in
openbare vergadering door den volken
bondsraad zal worden gehandeld.
Barthou gaf gisteravond aan de Fran
sche pers te kennen, dat hy hoopte, dat
Zaterdag de grondslagen voor een bevre
digende oplossing van het vraagstuk der
volksstemming in het Saargebied zouden
gelegd worden.
Men legt deze verklaring van Barthou
zóó uit, dat hij over het verloop van de
onderhandelingen van Aloisi met de
Duitsche regeering inzake de door Duitsch
land te geven waarborgen voor de bescher
ming der minderheden in het Saargebied
tevreden is.
Daar van Duitsche zijde bekend is, dat
tusschen Aloisi en de Duitsche regeering
vrijwel principieele overeenstemming ver
kregen is en alles in deze thans van Bar
thou zal afhangen, geeft deze verklaring
van den Franschen minister reden tot
eenig optimsime, dat het Aloisi gelukt is,
op dit punt bemiddelend tusschen Frank
rijk en Duitschland op te treden.
DUITSCHLAND.
Om de Katholieke cultuur
EEN HERDERLIJK SCHRIJVEN VAN
KARDINAAL BERTRAM.
Tegen het moderne heidendom.
De Aarsbisschop van Breslau, Kardinaal
Bertram, heeft wederom een herderlijk
schrijven uitgevaardigd, waarin hy zyn
Malachias 3. 1; 5) Micheas 5. 2; 6) Is.
7. 14. 7) Habakuk 3; Is. 51; 8) Ps. 2; Is.
61; 9) Ps. 71; Is. 60; 10) Osee 8; 11) Ps.
87; 12) Ps.2; 13) Ps. 39. 14) Is. 11. 1-5 en
42. 1-5; 15) Is. 9. 1; 16) Ezechoel 34; 17)
Is. 61. 18)Is. 35. 4-6; 19) Ps. 109. 4; 20)
Zacharias 9. 9; 21) Zach. 11, 12; 22) Is. 53;
23) Is. 50; 24) Ps. 21; 25) Ps. 21. Sapien-
tiae 2; 26) Ps. 21; 27) Ps. 68; 28) Jer. 3;
29) Dan. 9. 26; 30) Is. 53; 31) Ps. 15; 32)
Hand. 20; 33) Luc. 4. 21; Mt. 11. 4-5.
P.S. Het zal je wed een beetje duizelen,
by 't zien van al die naimen en cijfers, die
ik je hier opgeef. Ik had natuurlyk deze
aanduidingen, waar in de Bijbel, in het
Oude Testament, de genoemde profe
tieën zijn te vinden, weg kunnen laten,
maar dan loop ik kans, dat jij en je vrien
den denken, dat ik je maar wat op de mouw
speld! Je weet dat bij deze aanduidingen
eerst de naam staat van het Bijbelboek, het
eerste cijfer is het hoofdstuk, de eventueel
volgende, de verzen. Je te schrijven over
de H. Schrift en dus óók over haar indee
ling staat nog op 't program! Gegroet, mijn
waarde!
Correspondentie-adres: Mr. A. A. W. Die-
penbrock pr., Seminarie Hageveld, Heem
stede.
geloovigen met allen nadruk op de geva
ren wijst, die door de predikers van het
moderne heidendom onder de katholieke
bevolking worden verbreid.
Met diepe ontroering ziet de grijze bis
schop terug op zijn twintig jaren pontifi
caat, jaren van onophoudelyken strijd te
gen de dwaalleer van Marxisme en Bolsje
wisme, tegen de vrijdenkers, en de z.g. ern
stige bijbelvorschers, tegen ongeloof en te
gen onverschilligheid in het godsdienstig
leven, tegen de openbare onzedelijkheid
en de schending van de heiligheid van het
huwelijk, jaren van strijd voor het geloof
in God en de bovennatuurlijke openbaring,
van strijd voor de goddelijke stichting der
Kerk en de vrijheid van haar arbeid.
Dan vraagt Kardinaal Bertram:
„Heeft deze strijd in het nieuwe ryk op
gehouden te bestaan?"
Wij weten nu hoe gaarne de Duitsche bis
schoppen deze vraag bevestigend zouden
antwoorden, wanneer het hen slechts
mogelijk was. Hun brieven getuigen niet
van verborgen haat tegen het bestaande
regiem, doch van een ernstige opvatting
van hun herderlijken plicht.
Kardinaal Bertram behoeft slechts te wij
zen op het feit, dat thans zoo vaak in
openbare redevoeringen en geschriften een
taal wordt gesproken, die het vermoeden
doet rijzen, dat ons een nieuw Evangelie,
een nieuwe Germaansche of Noorsche
godsdienst, een nieuwe zedenwet, zal wor
den gegeven. Het is de plicht van het ker
kelijk leergezag om bij het verkondigen
van dergelijke begrippen een duidelijk on
derscheid te maken tusschen waarheid en
dwaling, zooals de Kerk dat alle eeuwen
door gedaan heeft.
Met heiligen ernst en vrijmoedigheid
wyst de Kardinaal op de dwaasheden van
deze nieuwe godsdienstvijanden, want zij
die stryden tegen het geloof van een bo-
venaardsche Godheid, zijn haters van den
godsdienst. Zij voeren hun strijd bewust,
de vuist gebald, tegen de bestaande orde
ning, waardoor iedere hoogere vorming
en streven naar het eeuwige doel ten gron
de wordt gericht.
De Aartsbisschop herhaalt dan nogmaals
het protest door alle Bisschoppen geuit te
gen de pogingen om de handleiding voor
dit nieuwe heidendom „De legende der
20ste eeuw" te maken tot het handboek
voor jong en oud. Eenieder die dit boek
verdedigt zij dit medegedeeld, dat het een
beleediging is van Christus en van iedere
godsdienst der Goddelijke Openbaring.
EEN VERBODEN JEUGDPROCESSIE.
Eigenaardige handelwijze te Trier.
Zaterdag voor 8 dagen zou in Trier de
jeugd der stad een bedevaart houden naar
St. Mathias. Ter elfder ure echter werd
deze processie door de plaatselijke autori
teiten verboden. De geestelijkheid van de
stad Trier heeft protest aangeteekend le
gen dat verbod en vanaf den kansel een
proclamatie doen voorlezen, waarin de
juiste toedracht dezer zaak wordt uiteenge
zet.
Door den Commissaris van Politie was
tot in alle bijzonderheden en onderdeelen
toestemming gegeven voor het houden van
bedoelde Processie. De Commandant van
de Hitier-Jugend en de Directeur van Duit
sche Meisjes had voor Zaterdag vrij van
dienst gegeven, opdat ook de Katholieke
leden aan de processie zouden kunnen
deelnemen.
Zaterdagvoormiddags tegen 11 uur kreeg
de Directeur van de Bedevaart een brief
van den eersten Burgemeester der stad,
waarin mededeeling werd gedaan dat de
processie verboden was.
Twee uur later werd een tweede brief
bezorgd, waarin vermeld stond, dat de
processie mocht gehouden worden op voor
waarde dat er gebeden en gezongen werd
en dat geen kaarsen of fakkels werden
meegedragen.
Er volgden nieuwe onderhandelingen met
den Gouwleider, daar het verlof om fak
kels en kaarsen mee te voeren door de ge
heime staatspolitie gegeven kon worden.
De Deken der stad stelde zich toen in ver
binding met den Chef der Staatspolitie en
kreeg om 4 uur mededeeling, dat de pro
cessie ook fakkels en kaarsen mocht mee
dragen; alles was in orde gebracht. Toen
maakte de Bisschopi bekend, dat de pro
cessie doorgang zou vinden, dat er gebe
den en gezongen zou worden en dat er
ook kaarsen en fakkels mochten worden
meegedragen.
Toen de processie om 8.30 uur wilde
vertrekken, verscheen de Commissaris van
Politie met een leger politiebeambten en
verbood onder verwijzing naar het schrij
ven van den burgemeester om fakkels en
kaarsen mee te dragen.
Daarop verklaarde de Directeur der Be
devaart, dat de processie geen doorgang
zou vinden, terwijl hij de aanwezigen ver
zocht rustig naar huis te gaan, hetgeen in
voorbeeldige orde geschiedde.
Het is wel heel merkwaardig dat 24 uur
later een „schitterende fakkeloptocht" der
Hitler-Jugend door de nachtelijke straten
van Trier mocht trekken.
EEN ERGERLIJK BLAD EN BESLAG
GENOMEN
Op 1 Mei verscheen een extra nummer
van het beruchte anti-semietische blad
„Stürmer", waarin op ergerlijke wyze het
oude sprookje van de z.g. ritueele moor
den der Joden voor den dag werd ge
bracht. Van verschillende zijden is daar
tegen geprotesteerd. Thans wordt bericht,
dat dit „ritueele-moord-nummer" op bevel
van den rijkskanselier in beslag is geno
men wegens een daarin voorkomenden
aanval op het Christelijke Avondmaal.
RUSLAND.
GELOOFS-OPBLOEI IN RUSLAND
Ondanks godsdiensthaat en vervolging
Het „Berliner „Tageblatt" publiceert
een telegram uit Moskou, volgens hetwelk
eenige weken- geleden in sovjet-Rusland
een nieuwe campagne tegen den gods
dienst is ingezet, welke met nog feller
woede dan voorheen gevoerd wordt.
De sovjet-regeering heeft tijdens de laat
ste feestdagen der orthodoxe Kerk moe
ten constateeren, dat de invloed van den
godsdienst op de massa's steeds toeneemt
en dat niet alleen in Moskou, doch ook in
de provincie de kerken zoo vol waren, dat
ook op straat godsdienstige oefeningen
werden gehouden.
Naar men eerst thans van welingelichte
zijde uit Moskou verieemt, is het daarbij
tot talrijke botsingen gekomen.
In Moskou bijv. is de Gepoe met ge
weld tegen deelnemers aan een processie
opgetreden.
In het Don-gebied hebben de geloovi
gen gedurende de Paaschdagen processies
gehouden, zooals men sedert de Russische
revolutie niet meer aanschouwd heeft.
De sovjet-regeering heeft in verband
hiermede thans bepaald, dat alle regee-
rings-instanties, vooral echter de Gepoe,
den bond der godloozen bij het voeren van
de nieuwe anti-godsdienstige campagne
behulpzaam moeten zijn. De vorige week
zijn in Moskou twaalf kerken gesloten. In
het Wolga-gebied zyn weder talrijke gods-
Twee-en-veertig priesters zijn gearres-
huizen veranderd in communistische clubs
teerd, omdat zy de jeugd godsdienstonder
richt hadden gegeven, wat door de staats
wetten streng verboden wordt.
Uit alle deelen van het land komen be
richten binnen over bijeenkomsten van
geloovigen in „catacomben".
De metropoliet Sergius, het hoofd der
orthodoxe Kerk in de Sovjet-Unie, reist
op het oogenblik het heele land af en houdt
overal godsdienstige toespraken.
BUITENL. BERICHTEN.
GROOTE IJSBERGEN LANGS DE
SCHEEPVAARTROUTE.
„Weest op uw hoede".
Uit Boston wordt gemeld: Het kust
wachtvaartuig „Mendota" bericht, dat het
in de nabijheid van de Groote Banken
langs de scheepvaartroute, niet minder
dan 74 groote ijsbergen heeft gezien. Ver
der werden onder den waterspiegel ijs
bergen en stukken drijfijs waargenomen.
Den schepen is aangeraden met vermin
derde snelheid te varen en dubbele wach
ten in te stellen, zoolang zij in de gevaar
lijke zone zijn.
De groote toeneming van het aantal
ijsbergen, dat zich beweegt op de scheep
vaartroute in den Atlantischen Oceaan,
wordt door de Internationale Amerikaan-
sche IJscontrole toegeschreven aan de
aardbeving van November 1933 in de Baf-
finbaai. Deze beving heeft het ijs losge
maakt en vele kolossale ijsbergen op drift
gebracht, waarna zy door den golfstroom
zijn medegevoerd.
De yscontrole-dienst is dusdanig geper-
fectionneerd, dat de schepen steeds tijdig
kunnen worden gewaarschuwd voor de
ijsbergen, welke zich op de door hun te ne
men route bewegen. Tevens wordt nog
gebruik gemaakt van de hulp van vlieg
machines, welke eveneens de bewegingen
van de ijsbergen nauwkeurig registreeren.