UITKEERING DRIEHONDERD GULDEN
DE FINANCIËN DER PLATTELANDS
GEMEENTEN.
25ste Jaargang
DINSDAG 15 MEI 1934
No. 7811
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Toornitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
Vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin bo
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
De uitgaven der gemeenten
De kosten van volksgezondheid
door
A. A. C. M. VAN IERSEL
Burgemeester van Noordwijkerhout.
XVI
Een der hygiënische wetten, waarvan die
uitvoering is opgedragen aan de gemeente-
besturen is ook de Vleeschkeurings-
wet. Krachtens deze wet moeten alle slachit
dieren vóór en na 't silaohten gekeurd wor
den. De kosten hiervan komen ten laste der
gemeentebesturen docth deze worden gedekt
door keurloonen, die voor de slagers wor
den geheven. Er zijn zelfs wel gemeenten,
die uit de naleving van de bepalingen van
de Vleesohkeuringswet 'n winstje slaan, wat
intusschen allerminst in de bedoeling van
de Vleeschkeuringswet ligt. Het tegendeel
lis waar, immers art. 20 der wet zegt: De
ikosten van den keuringsdienst worden, voor
zoover zij niet door de heffing van een
keurloon worden bestreden, gedragen door
de gemeente. Er is dus eerder aan verlies,
dan aan winst gedacht.
Ten aanzien van de toepassing der
Vleeschkeuringswet kunnen de gemeenten
zich vereeniigen en gezamenlijk den keu
ringsdienst regelen. Dit geschiedt veelvul
dig. Eén der gemeenten wordt dan aange
wezen als centrale gemeente en heeft de
leiding van den gemeenschappelij ken dienst
en van het daaraan verbonden personeel.
Zoo vormen Lisse, Sassenheim, Voorhout
en Noordwijkerhout één keuringsdienst met
als centrale gemeente Lisse. Daar vele ge
meenten te klein zijn om zelfstandig een
Vleesohkeuringsdienst in te richten is aan
sluiting bij andere gemeenten voor de rich-
tige uitvoering der wet vaak een noodwen
dige eisch. Daarom bepaalt de wet dan ook,
dat de Kroon gemeenten kan aanwijzen,
die een keuringsdienst gezamelijik moet
regelen.
Worden zooals wen daareven zagen
de onkosten, die de Vleeschkeuringswet
voor de gemeenten medebrengt, door de
keurloonen gedekt, zoodat de kosten niet
ten laste komen van de belastingbetalende
burgerij, heel anders staat het met de toe
passing der Warenwet (wet van 15 Sep
tember 1919 Stbl. 581). Laat ons eerst even
zien, wat de Warenwet beoogt. Doel der
Warenwet is zorg te dragen, dat in den
handel en in winkels worden geweerd, die
waren, die bij gebruik overeenkomstig de
bestemming voor het leven of de gezond
heid schadelijk zijn of kunnen zijn, die van
ondeugdelijke samenstelling zijn of die niet
aan bepaalde eischen voldoen. Ten aanzien
van een groot aantal artikelen is bij Ko-
wiklijk Besluit uitgemaakt aan wélke
eischen deze moeten voldoen. Zoo bestaat
er een melk besluit, een bierbesiuit, een
wijn besluit, een jam- en limonadebesluit,
een broodbesluit en nog tal van besluiten
meer. Dezer dagen hebben wij er
gens gelezen, dat er ohocolad ebro od
in den handel zal komen, doch dat om dit
brood in den handel te brengen, een wijzi
ging van het broodbesluit noodig is, welke
wijziging door de Regeering is toegezegd.
Deze diverse besluiten omschrijven niet al
leen de samenstelling van bepaalde waren,
doch geven vaak ook regelen omtrent de
bereiding en omtrent de wijze, waarop de
verpakkingen de producten moeten aan
duiden.
Voor de toepassing der Warenwet is het
Rijk door de Kroon verdeeld in een aantal
gebieden. In ieder gebied is een keu
ringsdienst. De gemeente, waar de keu
ringsdienst gevestigd, wordt mede door de
Kroon bepaald.
Zoo is de keuringsdienst voor het gebied
Leiden gevestigd in de gemeente Leiden.
Tot dit gebied behooren alle gemeenten in
deze streek, met uitzondering van Stomp-
wyk, Veur, Wassenaar, Zeg waart en Zoe-
termeer, welke gemeenten behooren tot het
keuringsgebied waarvan de zetel te 's-Gra-
venhage is.
Voor een richtige naleving der bepalingen
van de Warenwet zijn noodig een labora
torium, enkele scheikundigen en een aantal
ambtenaren. De kosten daarvan komen ge
deeltelijk ten laste der gemeenten.
De oprichting van de laboratoria en de
eerste inrichting daarvan zijtn voor de helft
betaald door het Rijk en voor de andere
helft door de gemeenten van vestiging van
den keuringsdienst, hier dus door Leiden
respectievelijk den Haag. De overige kos
ten, dat zijn dus de jaarilijks terugkeerende
kosten van bezoldiging van het personeel,
De Vleeschkeuringswet en de Waren
wet. De eerste mag de gemeente
geen winst brengen. Wat de uit
voering der Warenwet kost. De
Schoolartsendiensten.
vernieuwing en onderhoud van materialen
enz. worden voor de eene helft betaald door
het Rijk en voor de andere helft door de
gemeenten, die binnen het gebied van den
keuringsdienst liggen naar verhouding van
het aantal inwoners van iedere gemeente.
Deze jaarlijksche kosten bedragen voor de
gemeenten, die tot het keuringsgebied van
Leiden behooren ongeveer 0.10 per in
woner.
Resumeerende kunnen wij dus zeggen.
Er bestaat een Vleeschkeurings-
dienst, die aan de gemeenten als zooda
nig niets kost, daar de uitgaven door de
keurenloonen gedekt worden en er is een
Warenkeuringsdienst, die de ge-
meentefinanciën met een bedrag van onge
veer 0.10 per inwoner belast. De Vleesch-
keuringsdienst en de Warenkeuringsdienst
werken geheel onafhankelijk van elkaar en
de rayons, waarover zij hunne werkzaam
heden uitstrekken, zijn dan ook niet gelijk.
Tot de uitgaven, die de gemeenten ter
zake van de Volksgezondheid doen, zallen
ook de subsidieën die zij verstrekken aan
de plaatselijke Vereen! gingen als het
Groene- en het Wiit-Gele Kruis. Dat de
werkzaamheid dier Vereenigingen door de
Regeering ap hoagen prijs worden gesteld
moge blijken uit het feit, dat zelfs op de be-
grootmg van noodlijdende gemeenten, die
van Rijkswege moeten worden ondersteund
en daarom vrijwel alle subsidies hebben te
schrappen, een bijdrage voor het Groene
of het Wit-Gele Kruis wordt toegestaan.
Ten slotte zij vermeld, dat uit den post
„Volksgezondheid" ook wordt betaald de
Schoolartsendienst. Er zijn in de omgeving
van Leiden een tweetal Schoolartsen-
diensten. De Schoolartsendienst te Hille
gom, waartoe naast Hillegom behooren de
gemeenten Lisse, Sassenheim, Noordwijker
hout en Noordwijk en de Schoolartsen
dienst te Katwijk, waartoe naast Katwijk
behooren de gemeenten Oegstgeest, Voor
schoten, Veur en Stampwij k. Aan het hoofd
dezer diensten staat een Schoolarts-vol-
ambtenaar, die dus geen particuliere prak
tijk uitoefend. Ben ik goed ingelicht, dan
wordt te Leiden de Schoolartsendienst
waargenomen door plaatselijke doktoren,
die deze functie naast hun praktijk waar
nemen. (Schrijver is inderdaad goed inge
licht! Ook in enkele gemeenten onzer om
geving, die niet behooren tot de genoemde
„Schoolartsendiensten", zijn plaatselijke
geneesheeren met geneeskundig toezicht op
de schoolkinderen belast. Red.).
Aan gemeenten beneden de 40.000 zielen,
welke aangesloten zijn bij een Sohoolartsen-
dienst krachtens een door Ged. Staten goed
gekeurde gemeenschappelijke regeling,
wordt in de kosten van oprichting en in
standhouding van dien dienst door de pro
vincie Zuid-Holland een subsidie toege
kend van 50% dier kosten over de eerste 5
jaren. Na 5 jaren wordt de subsidie telken
jaren 5% minder totdat zij ten slotte op
houdt. Aan de subsidie zijn enkele voor
waarden verbonden, doch deze voorwaar
den betreffen uitsluitend het financieel toe
zicht van Ged. Staten, benevens den eisch,
dat alle lagere en bewaarscholen vam den
dienst gebruik kunnen maken. Verder moet
de Schoolartsendienst zich uitstrekken over
ten minste 5000 en ten hoogste 8000 kin
deren. Van deze laatste eisch kan evenwel
worden afgeweken.
Wy beleven tegenwoordig slechte tijden.
De oprichting van nieuwe nuttige zaken
wordt geremd en op velerlei goede dingen
moet te rechte om ten onrechte wor
den bezuinigd. Het tijdvak dat wij thans
doormaken is meer een tijdvak van afbraak
dan van opbouw. Toch waag ik het zelfs
in dezen tijd bij de Gemeentebesturen
een lans te breken voor een opbouwend
werk ni. voor de oprichting van een School
artsendienst.
In het district Hillegom, waartoe ook
Noordwijkerhout behoort, mag zich de
Schoolartsendienst dermate in de alge-
meene populariteit verheugen, dat men
deze dienst niet meer zoude kunnen mis
sen. Deze bewering steunt niet op bloote
gezegden, zij steunt op cijfers uit de prak
tijk. Uit het verslag, dat de schoolarts C. R.
Zij er veld over 1933 heeft uitgebracht blijkt,
dat bij het medisch onderzoek der kinde
ren de ouders in zeer ruime mate blijk
gaven van hunne belangstelling door bij d!t
onderzoek tegenwoordig te zijn. In 95% der
gevallen was bij het onderzoek een der
ouders tegenwoordig. In 1931 was dit 92%
in 1932 93%. Dus een steeds stijgende be
langstelling!
Moge de sympathie, waarin zich de
Schoolartsendienst in het district Hillegom
mag verheugen niet het minst door de be
kwame en toegewijde leiding van dokter
Zijerveld voor de overige gemeentebestu
ren in deze streek, waar nog geen school
arts werkzaam is, een aanleiding zijn om
de handen ineen te slaan en te bevorderen
dat ook in hunne gemeenten een School
artsendienst wordt opgericht. De ouders
der schoolgaande kinderen zullen er hun
ongetwijfeld dankbaar voor zijn!
De geestdrift moet natuurlijk
blijven I
In het enthousiasme voor de sport erkennen
wij vaak iets wat sympathiek stemt de
uiting van een levendigen, frisschen geest.
Een geestdriftig sportgesprek staat op
hooger peil, dan veel laag-bij-de-grondsche
praat van jongeren en ouderen.
Maar: dat enthousiasme, die geestdrift
wordt door overdrijving ongezond! Den
laatsten tijd is de belangstelling, waarmede
men b.v. „het" elftal van onze voetballers
omringt, werkelijk wat wanstaltig-groot
geworden! En is de geestdrift bij een over
winning van „ons" elftal van een gehalte
geworden, dat meer doet denken aan sen
satie-zucht, dan aan sport-belangstelling;
dat ons brengt op den niet ongevaarlijken
weg van overdreven nationalisme, van
chauvinisme!
Na een wedstrijd tegen Ierland maakte
een medewerker van de „N. R. Crt." de op
merking, dat de grens van de natuurlijke
geestdrift bij het publiek overschreden
was; het begon te lijken op „oorlogs-psy-
chose".
Zoo is het. De geestdrift moet natuurlijk
blijven. Dan kan zij sympathiek aandoen.
Anders is het tegenovergestelde het geval.
Ook van het sympathieke naar het weer
zinwekkende is maar één stap!
Burgemeester van Hazerswoude
DE HEER A. WARNAAR Jz.
De heer A. Warnaar Jzn. is geboren te
Voorschoten op 13 November 1893. Hij
kwam op jeugdigen leeftijd is dienst bij
zijn oom, de heer W. Warnaar Sr,, stich
ter en thans nog pres.-comm. van de be
kende bloembollenkweekerij en export-
handel Warnaar Co., te Sassenheim.
Onder de bekwame leiding van zijn pa
troon en door studie in de moderne talen
wist de heer A. Warnaar zich spoedig een
goede plaats in het bloembollenvak ais rei
ziger te verwerven en in deze functie heeft
hij mede mogen werken aan de uitbreiding
van de zaak van zijn oom.
Toen in de oorlogsjaren de export van
bloembollen vele moeilijkheden ondervond,
legden de bloembollenexporteurs zich toe
op de export van gedroogde groenten waar
toe de „Codro" werd opgericht en waar
van de heer A. Warnaar tot onder-direc
teur werd benoemd.
Toen weer betere tijden voor het vak
aanbraken keerde de. heer Warnaar met
de andere vakgenooten weer tot het bloem
bollenvak terug, waarvan hij vanaf 1922
als zelfstandig ondernemer werkzaam was.
In het bollenvak nam hij een zeer voor
aanstaande plaats in en zijn gezond oordeel
Heden keerden wij aan Mej. de Wed. W. TH. LANGEVELD te
Noordwijkerhout, wegens een haar echtgenoot overkomen
ongeval, den dood ten gevolge hebbend,
DRIE HONDERD GULDEN UIT.
Lelden, 14 Mei 1934.
DE DIRECTIE.
en bovenal zijn open oog voor het alge
meen belang deden hem in zyn vele func
ties in de vakorganisaties zijn „de rechte
man op de rechte plaats". O.m. was hij
voorzitter van de Chr. Patroonsvereeni-
ging, voorzitter van de Groep Amerika van
den Bond van Bloembollenhandelaren,
Hoofdbestuurslid van de Algemeene Ver-
eeniging voor Bloembollencultuur en voor
zitter van het Pensioen en Toeslagfonds
voor het Bloembollenbedrijf.
In Maart 1933 werd hem de functie aan
geboden van Controleur bij de Rijkssteun
regeling (Dept. van Soc. Zaken), welke
door hem, gezien de minder gunstige om
standigheid in het bloembollen vak werd
aanvaard.
Bij zijn vele drukke werkzaamheden die
zijn verschillende maatschappelijke func
ties met zich brachten betoonde de heer
Warnaar zich van jongs af een vurig strij
der op het terrein van alle Christelijke
actie. Er is schier geen vereeniging op
het gebied van Kerk, Staat of Maatschappij,
waaraan de heer W. niet met zijn ijver en
toewijding zijn beste krachten als bestuurs
lid geeft of heeft gegeven.
Bovenal de actie op het Anti-Revolutio
nair terrein had van jongsaf de liefde van
zijn hart en menigeen werd door zijn
trouw en toewijding begeesterd. Als zoo
danig begreep hij ook het belang van de
Christelijke pers en meerdere jaren was hij
Commissaris van de Nieuwe Leidsche Cou
rant. Hoewel hij in de loop der jaren tot
verschillende landelijke bestuursfuncties
werd benoemd, vergat hij daarbij aller
minst meer eenvoudig werk van de plaat
selijke actie.
In 1928 werd de heer W. benoemd tot
lid van den Gemeenteraad, welke functie
hij tot heden met eere bekleedt.
Van zijn plaatselijke functies noemen wij
verder o.m. Ouderling der Geref. Kerk,
Voorzitter Oranje-vereeniging, Voorzitter
A.-R. Prop. Groen van Prinsterer, Be
stuurslid van het Groene Kruis, Voorzitter
Commissie Ontspanning Werkloozen.
Van zijn landelijke functies noemen wij
Bestuurslid van het Verband van A.-R.
Prop. Clubs en Voorzitter Geref. Emigratie-
Vereeniging voor Canada.
Uit dit alles blijkt overduidelijk, hoezeer
de heer Warnaar zich altijd verdienstelijk
heeft gemaakt voor het algemeen belang
en reeds als zoodanig zal hij zeker als Bur
gemeester de rechte man op de rechte
plaats zijn, terwijl ook zijn klare betoog
trant en helder oordeel hem in zijn nieuwe
functie zal sieren.
ZIJN DE IJSHEELIGEN GEKOMEN?
Het is een feit, dat wij in dit voorjaar
reeds vroeg en vrij dikwijls mooi en soms
heel warm weer hebben gehad. Er waren
toen redenen om aan te nemen, dat de
lente een heel stuk vervroegd was, waaruit
dan weer zou kunnen worden afgeleid, dat
de kansen groot waren om ook vroeg aan
het einde te komen van de periode, waar
in de bekende sterke voorjaars-afkoeling
zoo dikwijls optreden. De meest beruchte
van deze afkoelingen treedt in bijna alle
jaren op omstreeks den lOden Mei en het
gebeurt betrekkelijk niet dikwijls, dat de
datum van het invallen van deze afkoeling
vervroegd of verlaat is. De afkoeling volgt
gewoonlijk onmiddellijk na een zeer war
men dag en duurt dan, alles by elkaar, on
geveer een week.
Nu was 6 Mei een warme dag, die on
middellijk gevolgd werd door een sterke
afkoeling (zeven graden) en er was dus
wel eenige aanleiding om te denken, dat
de z g. IJsheiligenkoude dit jaar een vier
tal dagen vroeger kwam dan gewoonlijk.
Gewoonlijk is deze afkoeling niet de
laatste en herhaalt het verschijnsel zich
later nog eenige malen. Wij zouden dan
toch na de afkoeling van den zevenden Mei
een aanvankelijk herstel van de normale
temperatuur, maar daarna weer een nieu
we afkoeling hebben kunnen verwachten.
Deze nieuwe afkoeling is nu gekomen en
wel een zeer scherpe, daar de temperatuur
na den warmen Vrijdag der vorige week
niet minder dan elf graden gedaald is. Wij
hebben dus eerder aanleiding om deze voor
Dit nummer bestaat uit drie bladen,
benevens een „Herkenningsnummer"
van vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
De strijd In de Duitsche Evangelische
Kerk. (2de blad).
Scheuring bij de radicalen in Frankrijk.
(2de blad).
De strijd in Arabië gestaakt. (2de blad)
De eerste Oceaanvlucht van het seizoen.
(Luchtvaart, 2de blad).
BINNENLAND.
De burgemeester van Denekamp bij een
auto-ongeluk om het leven gekomen. (Gem.
Ber. 2de blad).
Meerdere doodelijke verkeersongelukken.
(Gem. Bar. 2de blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Dr. van der Meulen stelt zich weer be
schikbaar voor de nationale voetbalploeg.
(2de blad).
de echte LJsheiligen-afkoeling te houden
dan de vorige. Natuurlijk is het moeilijk
dit met zekerheid uit te maken en het
komt er trouwens niet zoo heel erg op aan
dit te doen. Het is echter wel van eenig
belang te constateeren, dat de tijdstippen,
waarop beide afkoelingen zijn opgetreden,
in vergelijking met andere jaren, geheel
uit den pas zijn, een verschijnsel, dat zich
in enkele jaren wel voordoet en meestal
juist in die jaren, dat het voorjaar heel
vroeg warme dagen oplevert.
De oorzaak van de jongste afkoeling is
natuurlijk weer de inval van een zeer kou
den Noordenwind in een groot gedeelte van
West-Europa.
HOE MOET IK MIJN BELASTING
BILJET INVULLEN?
Eenige practische wenken.
Zooals bekend is, loopt het belastingjaar
voor de Rijksinkomsten- en Gemeente
fondsbelasting van 1 Mei tot 30 April. Op
1 Mei 1.1. is derhalve weer een nieuw be
lastingjaar ingetreden.
Dezer dagen zijn of worden de belas
tingplichtige burgers weder „verblijd" met
de toezending van een aangifte- of be
schrijvingsbiljet voor de inkomstenbelas
ting.
Voor menigeen is de invulling van dit
biljet een niet gemakkelijke taak. Door
velen wordt er maar een slag naar gesla
gen. Toch is een juiste aangifte van het
grootste belang voor het Rijk en de Ge
meente en ook voor den belastingplichtige
zelf. Telken jare worden vele belasting
schuldigen aangeslagen naar een ander in
komen dan ze hebben opgegeven.
Is nu de aanslag lager dan men heeft
opgegeven, dan zal men in den regel daar
tegen wel geen bezwaar maken. Doch in
de meeste gevallen wordt men bij ambts-
halve-aanslag hooger aangeslagen, dan
men op zijn aangifte biljet heeft aangege
ven. Hieruit blijkt wel, dat een juiste in
vulling van het aangifte-biljet ten zeerste
in het belang van den belastingplichtige
zelf is. Opzettelijk onjuiste aangifte wordt
zwaar gestraft (max. boete 1000).
Er wordt van ons gevraagd aangifte te
doen van het inkomen, dat we in het be
lastingjaar 1 Mei 1934—30 April 1935 zul
len genieten. Daartoe is het noodig op te