VOOR IEDEREEN, DIE VOBRDEELIG EN GOED WIL KOOPEN MIIIALS a - v hi Crisis-gedachten. 1 - 30SCH 2 - y U U R VRIJDAG 11 MEI 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. PAG. t HEEREN OVERHEMDEN J OA moderne dessins INTERLOCK HEEREN POLOS! korte mouwen, modetinten MANCHESTER BROEKEN 1 QA degelijke kwaliteit GEBORDUURDE LAKENS 1 OC sterk graslinnen, 2-pers. GEBORDUURDE SLOOPEN passend bij lakens AJOUR TRICOT CAMISOLES P7K zeer modern, ronde hals 1 55 MATZIJDEN AJOURKOUSEN, de groote mode 75 WOLLEN BADCOSTUUMS 1 Q7K nieuwste modellen MACCO KINDERBADPAKJES OP reeds vanaf ZWEMGORDELS PO groote sorteering nouveauté's BEKLEEDE WIEGEN P QA extra voordeelig AMERIK. LUIERS lOH gezoomd 70 X 70 c.m. BABT MANTELTJES CA zijden tricot SMYRNA WOL, in uitgelezen kleuren so"-. 25 BLAUWE BLOKDOEKEN O nergens zoo goedkoop GERUITE THEEDOEKEN t| sterk en goed drogend KEUKENDOEKEN "11 speciale pry's GRASLINNEN 150 c.m. lOH sterk en voordeelig WIT KATOEN CX Bpeciale reclame BADHANDDOEKEN 17tf extra aanbod MOQUETTE TAPIJT, modern jaspé effect, 70 c/m. 1.22 OPKLAPBED |- TC- met degelijk spiraalmatras OMBOUW VOOR KLAPBED P AA in paneel EIKEN LINNENKASTEN OO 7C degelijk mooi meubel EDELVULLING 17& voor kussen, per pond SLAAPKAMERSPIEGELS OP reclameprijs HANDGEW. TAFELKLEEDEN O AP speciale aanbieding HAARLEMMERSTR. 130-136 - LEIDEN V (Slot). (Ingezonden). Hebben, gelijk ik in mijn vorige beschou wing aantoonde, de regeeringsmaatregelen in menig opzicht niet datgene gegeven wat men er van verwachtte, toch wil ik daar om niet zeggen, dat ze ten deele geen ver betering hebben gebracht. Evenwel, het doel, het dekken van de productiekosten, waaronder dan toch ook dient begrepen te worden eenigzins voldoend levensonder houd voor den ondernemer, hebben ze niet bereikt. Kunnen ze ook niet bereiken; wat een ieder, die eenigszins aandachtig gele zen heeft, hoeveel zwaarder de lasten zijn; welite op het bedrijf rusten, dan voor den oorlog, zal moeten toegeven. En hadden nu de producten door den steun der re geering de vooroorlogsche prijzen maar be reikt; maar dat is bijna nergens het geval. Uit de gegevens van het boekhoudbureau van de Holl. Maaatsch. v. Landbouw over 1932—'33 bleek dan ook, dat in Zuid-Hol land, gerekend bij eene pachtwaarde van 80 per H.A., de boeren een verlies had den geleden van f 20 per H.A. Kan men zich goed indenken wat dat zeggen wil? Die man, die zich dag aan dag van den vroegen morgen tot den laten avond afslooft, die geen sigaretten rookt of naar de bioscoop gaat, dingen welke men tegenwoordig voor den werkman on ontbeerlijk acht, die man komt op het eind van het jaar tot de conclusie, dat hij niet alleen voor zich en zijn gezin geen cent levensonderhoud verdiend heeft, maar bo vendien er nog f 20 per H.A. moet op toe leggen. En al zal nu 1933—'34 waarschijn lijk in sommige opzichten beter zijn, die verbetering zal lang niet in staat zijn, hem ook maar een eenigszins behoorlijk bestaan te verschaffen. Bovendien hoevelen, vooral hypotheekboeren, zitten niet voor nog veel zwaardere lasten? Ik ken er genoeg, voor wie ze het dubbele bedragen. Dit is een toestand, welke niet langer bestendigd kan blijven. Geen dag, geen uur meer. Is het een wraakroepende zonde, den werkman z'n loon te onthouden, dan is het zulks evenzeer, wanneer men een toestand laat voortbestaan, waarbij de zwoegers, ge lijk onze boeren zijn, zelfs het noodzake lijke levensonderhoud ontbreekt. En nu weet ik heel goed, dat men onze regeering niet aansprakelijk kan stellen voor de crisis; maar wel, dat ze in dezen crisistijd, geheel tegen de leer van Q. A„ het kapitaal al de vruchten van de produc tie op laat strijken en voor den arbeid niets overlaat. Vorige week hield prof. Polak van de Ned. Handelshoogeschool te Rotterdam eene lezing, waarin hij o.a. zeide: „Ge lijktijdige vermindering van kosten van levensonderhoud, van loonen in beschutte bedrijven, van salarissen, van huren, van rente en schulden, van polissen, van over- heidstarieven zou vereischt zijn. Het is een ingewikkeld stelsel, maar het zou bevredi ging geven, mits allei tegelijk geschiedde. Want als tegelijk met het loon de huur en de prijs der levensbehoeften omlaag gaan, dan zou de arbeider geen bezwaar tegen loonsverlaging behoeven te maken; als te gelijk met de huur de hypotheekrente en de overheidslasten daalden, zouden de huiseigenaren niet in den put zitten. Wan neer met de overheidslasten, de verplich tingen van de overheid aan hunne obliga tiehouders omlaag gaan, blijft de wringing uit. Wanneer met de pandbrief- en obliga tierente de kosten van levensonderhoud dalen, lijdt ook de belegger geen schade". Ziedaar dus in meer uitgebreiden zin hetzelfde gezegd, wat ik nu reeds bijna twee jaar geleden in mijn eerste „crisis gedachten" heb betoogd. Inderdaad, 't is ingewikkeld, maar 't ware grootsch. En juist dat is het wat ons volk in dezen tijd, waarvan men blijkbaar de grootheid niet voldoende heeft ingezien, ontbroken heeft. Men heeft verzuimd zich groot te betoo- nen in datgene, waarin ook een klein volk groot kan zijn. Want, in plaats dat heel ons volk zich schouder aan schoudeiv onder den crisislast zette om die gezamenlijk te dragen, hebben te velen zich krampachtig aan hun rente en salaris vastgeklampt en allerlei kleine middelen bedacht, om den dans te ontspringen. Jammer vind ik het ook, dat onze boeren leenbanken niets in de richting van een renteverlaging gedaan hebben, doch ook maar steeds de meening blijven huldigen: „dat de rente betaald moet worden" zon der zich af te vragen of deze betaald kan worden. Zoude er misschien op de aanstaande algemeene vergaderingen der Centralen niet eens op aangedrongen kunnen worden, dat deze in die richting werkzaam zullen zijn? Want de tijd dringt. Tallooze families zijn reeds tot armoede vervallen. Er zijn plaatsen waar bijna geen enkele boer meer eigenaar van z'n veestapel is, maar alles of althans een gedeelte eigendom van z'n schuldeischers is geworden. Voortdurend stapelt zich de schuldenlast van den land bouw op en eene finale ineenstorting kan niet uitblijven wanneer niet spoedig ver andering komt. Velen meenen heil te zien in een deva luatie van het betaalmiddel. Ik deel die meening niet. Ik geloof dat zulks wel van waarde kan wezen tegenover het buiten land, maar de prijzen in het binnenland slechts weinig zal doen stijgen, gelijk ook in Engeland gebleken is. Veel meer dan de daling van het pond geloof ik, dat de conversie van verschillende groote staats- leeningen in 3 pet. de verbetering van den toestand aldaar bewerkt heeft. Toen in 1892 de vraag aan de orde was van den gouden of den zilveren standaard, •schreef Jan Holland in de „Tijd", dat „de maatstaf der kapitalen niet moest rijzen of dalen. Rijzing of daling in die waarde ruïneert het volk. De naam zelf standaard, duidt aan dat men een on- LAND- EN TUINBOUW SLA-EXPORT NAAR DUITSCHLAND STOPGEZET. Met ingang van Donderdag is, naar de „Resb." meldt, de geheele uitvoer van sla naar Duitschland totaal stopgezet. De kassen- en rijensla is thans reeds na genoeg geheel verdwenen, maar de natuur - sla moet nog komen. Een en ander heeft vanzelfsprekend zijn invloed doen gelden op den prijs, welke thans zeer gezakt is. NEDERLANDSCHE VARKENS CENTRALE. Welke aantallen biggen moeten worden geleverd? De Nederlandsche Varkenscentrale maakt bekend onder verwijzing naar artikel 8 on der 3 van het Reglement Varkenshouderij 1934 (Ned. St.crt. van 8 Mei No. 85),'dat met ingang van 14 Mei van alle toornen biggen van 5 en meer stuks de volgende aantallen aan de Nederlandsche Varkens- centrale zullen moeten worden geleverd: toom van 5, 6 of 7 biggen: 1 big moet ge leverd worden; toom van 8, 9 of 10 biggen: 2 biggen moe ten geleverd worden; toom van 11, 12 of 13 biggen: 3 biggen moeten geleverd worden; toom van 14, 15 of 16 biggen: 4 biggen moeten geleverd worden. Deze regeling geldt ook voor biggen van stamboekvarkens. Extra biggen van ster- zeugen zullen buiten de regeling vallen, voorzoover het betreft in het biggenboek inschrijvenswaardige biggen. Niet-inschrij- venswaardige biggen dezer zeugen zullen alle moeten worden geleverd. Doel van deze maatregel is om het aan tal varkens, dat in den loop van dit jaar zal worden aangeboden, te verminderen. Het is bekend, dat de uitvoer van varkens- vleesch sinds het midden van 1933 door de verscherpte contingenteeringen in de ver schillende landen achteruit geloopen is. De toewijzing van biggenmerken is daar door grooter geworden dan het aantal var kens, dat vermoedelijk in 1934 voor de veranderlijke basis wil. Die naam is een hersenschim, een bedriegelijke be goocheling, als die standaard naar wille keur omlaag of omhoog gaat. En hij voegt er heel leuk aan toe: Als morgen de me ter eens 95 c.M. werd of de hectoliter 90 liter, waar zou dat heen moeten?" Laat daarom de gulden gerust een gul den blijven. Maar men passé alles aan de omstandigheden aan, zooals reeds vroeger door mij is bepleit en hierboven door prof. Polak is aangegeven en de crisis zal wel niet geweken zijn, maar toch veel crisis leed verzacht. J. B. WESSELINGH. Oegstgeest, Mei 1934. Naschrift. Het bovenstaande was juist geschreven, toen ik in „de Nieuwe Eeuw" een artikel aantrof van dr. J. A. M. van Staay, waarin ook deze weder tot de slotsom komt, dat bij handhaving van den gouden standaard aanpassing voor ons lands een levensbehoefte is. Hij vreest de moeilijkheden van die aanpassing en meent daarom, dat we tot inflatie zullen komen. Alweer hetzelfde dus: men ziet de waarheid in, maar mist den moed, er de consequenties uit te trekken. En toch kan het. Roemenië verlaagt alle salarissen met 30 pet. Hier laat men de leden van den Raad van State in het veilig bezit van hun salaris tot hun 75e jaar. binnenlandsche consumptie en voor den uitvoer zal kunnen worden geslacht Deze levering der biggen moet geschie den nadat het metalen oormerk is aange bracht. De merker, welke deze metalen oormerken aanbrengt, zal mededeelen, hoe veel biggen moeten worden geleverd en waar en op welken dag dit zal moeten ge schieden. In het algemeen zal de levering moeten geschieden in de week, volgende op die, waarop de metaalmerken zijn aan gebracht en op de leveringsplaats van den kring, waarbinnen het bedrijf van den be trokken varkenshouder is gevestigd. Op de leveringsplaats zullen de biggen van het tatoueermerk worden voorzien en daarna aan den kringzaakvoerder van de Nederlandsche Varkenscentrale worden geleverd. Voor deze biggen zal betaald worden een prijs van ƒ4.per stuk, ver meerderd met 0.30 als terugbetaling voor het reeds betaalde merkgeld, dus in totaal 4.30 per stuk. De aandacht wordt er op gevestigd, dat wanneer het in te leveren aantal biggen niet wordt geleverd, de toe wijzing van het aantal biggenmerken, dat de betrokken varkenshouder mag laten aanbrengen, verminderd wordt met een aantal, gelijk aan het aantal biggen, dat geleverd had moeten worden. Tevens opent de Nederlandsche Varkens centrale de gelegenheid om haar biggen te leveren, welke niet van het oormerk zijn voorzien. Dit zal echter uitsluitend kun nen geschieden door leden der Geweste lijke Varkenscentrales, welke geen biggen meer kunnen laten merken. Bij de aanbie ding ter leveringsplaats zal daarom een verklaring van de plaatselijke commissie dér Gewestelijke Varkenscentrale moeten worden overgelegd, waaruit blijkt, dat de betrokken varkenshouder geen biggen meer kan laten merken. Voor deze biggen zal een prijs betaald worden van 1.50 per stuk. TOEWIJZING VAN KALVEREN DOOR DE CRISIS-RUNDVEE-CENTRALE. De grootte der bedrijven gold niet uitsluitend als maatstaf. Het Tweede Kamerlid, de heer Ver- voorn, had de aandacht van den Minister van Econ. Zaken erop gevestigd, dat bij de toewijzing van de kalveren door de Rund vee-Centrale geen rekening is gehouden met de grootte van het bedrijf in het alge meen, doch dat uitsluitend als maatstaf wordt genomen het aantal kalveren, dat bij een in het vorig jaar plaats gehad heb bende inventarisatie toevallig aanwezig was. De minister antwoordt, dat uiteraard naar aanleiding van de toewijzing der kal veren verschillende klachten van veehou ders aan de Gewestelijke Rundveecentra- len en de Crisis-Rundveecentrale ter oore zijn gekomen, aangezien een ingrijpende beperking van het aantal per bedrijf te houden kalveren, vooral bij de eerste toe passing van een teeltregeling, al naar den aard van het betrokken bedrijf verschil lende moeilijkheden en bezwaren in de be drijfsvoering medebrengt. Bij de toewijzing der kalveren door de Gewestelijke Rundveecentralen, op voor dracht van de districtscommissies, is reke ning gehouden met de toestanden op de bedrijven, zooals die tot op het oogenblik der toewijzing werden gevoerd, aangezien de bedrijfsomstandigheden konden noodig maken in meer of minder sterke mate af te wijken van een toewijzing, uitsluitend op grond van de resultaten der veetellin gen 1933 en 1934, rekening houdend met de toe te passen beperking van den vee stapel. Daarbij werd overigens gebruik gemaakt van de bij de telling 1934 ver kregen gegevens omtrent de aantallen in het najaar 1933 gekalfd hebbende en in De „Postjagers te voet'' op weg naar Indië Omtrent den tocht van twee Bussumsche jongemannen, den 27-jarigen T. A. van Heii- ningen en den 21-jarigen E. Greidanus, die 20 December van het vorig jaar uit Bus- sum zijn vertrokken om, elk met slechts 25.op zak, te trachten Ned. Indië te be reiken en zich daar een werkkring te ver zekeren, heeft het Persbureau Vaz Dias in den vorm van een algemeene inleiding, het een en ander medegedeeld, betrekking hebbend op de drvaringen van deze globe trotters op hun moeizame reis, waarvan zoo langzamerhand het doel in ziohut komt. Genoemd bureau ontving inmiddels, van de hand van Greidanus, enkele meer gede tailleerde reisverhalen over de belevenis sen van het tweetal op de tot dusver afge legde geweldige route. Aan een der eerste brieven, dateerende van omstreeks 9 Januari, is het volgende ontleend: Zwitserland zijn we doorgetrokken, het meer vah Genève langs en het Rhónedal door tot Brig. De automobilisten schenen niet erg veel voor ons te voelen en het ge brek aan sympathie was wederzijdsch toen we na 7 dagen deze 220 K.M. achter ons hadden en alleen een paar K.M. met een slee mee hadden mogen rijden. We zaten in Brig en aan de andere zijde der Alpen lag Iselie in Italië als eerste in de lange reeks van plaatsen waar we een introductie hadden, en waarlangs onze route liep tot Brindisi. Als jongen had elke heel hooge boom voor mij een bijzondere bekoring en aan trekkingskracht, die eerst voorbij gingen, als ik irn het hoogste topje gezeten en me zelf overtuigd had, dat ik hem baas kon. Een dergelijke uitwerking heeft de Sim- plonpas op Edd (Greidanus) en mij gehad, temeer daar de menschen, bij wie we in formeerden of de postslee nog „overging", bijzonder bedenkelijk keken toen we ver telden, dat we geen ski's hadden. „Gaat U liever met den trein, dan bent U er ook veel vlugger, ried een snuggerling ons aan. Neen, nog afgezien van de geld kwestie: de Simpten had ons te pakken en om elf uur ging het er op los. De weg is vrij goed, alleen veel te hel lend naar onzen zin, maar dat is geen won der, we moeten ruim 1500 Meter 6tijgeai over de 24 KJVL die ons van het hoogste punt, van het Hospice scheiden. Het heeft ook zijn voordeelen, talrijk zijn de skiërs, die zich hier aan het oefenen zijn. Ze wor den met enthousiasme begroet als ze ons, den hellenden weg af, tegemoet komen sui- De weg blijft sterk stijgen en al spoedig hebben alleen nog de groentjes op skige bied, die ons op rare buitelingen vergasten, onze belangstelling. Onze verdere aandacht is gewijd aan het landschap en het smalle, oneffen spoor in de hooge sneeuw, gemaakt door de ijzers van de slee en de paarden hoeven. Om half twee bereiken we „Schutzhaus 2", een cafétjes. We zijn 10 K.M. opgescho ten in 21/1 uur en heel tevreden als we hooren, dat dit de normale tijd is. Minder aangenaam is de belangstelling voor onze schoenen, daar schijnt nog iets aan te man- keeren. We hadden er nog wel kort gele den een paar ons spijkers onder laten slaan en waren er sindsdien geweldig trotsch op. Na den lunch gaat het verder. Steeds woester en mooier wordt het om ons heen. Veel genieten we er echter niet van, de sneeuw is ook hooger en losser geworden. De enkele skiërs, die zich door sleden naar boven hebben laten brengen en ons nu te gemoet komen, worden als noodzakelijk kwaad beschouwd. We moeten er voor uit wijken en komen dan tot onze heupen in de sneeuw te staan en dat lijkt grappiger dan het in werkelijkheid is. De sneeuw dringt in onze lage schoen en nu begrijpen wij eerst de verbaasde blikken op ons schoeisel. het voorjaar 1934 kalvende koeien. Het is niet gebleken, dat de grootte der bedrijven een redelijken maatstaf kon vor men voor de bepaling van het aantal kal veren, hetwelk per bedrijf mag worden gehouden. Uitgegaan werd van de gedach te het karakter der bedrijven en den be drijfsvorm zooveel doenlijk ongewijzigd te laten; in de verschillende deelen des lands en in de onderscheidene bedrijfsvormen zijn als regel zeer uiteenloopende aantal len kalveren per zelfde grondoppervlakte gehouden. Hieruit blijkt, dat met de grootte der be drijven rekening werd gehouden, doch deze bezwaarlijk kon worden aanvaard als uitsluitende maatstaf voor de toewijzing der kalveren. BOETE-PROCESSIE VAN DEN L.T.B. Zooals inmiddels reeds medegedeeld is, zal de Boete-Processie van den L.T.B. naar O.L. Vrouw ter Nood te Heiloo plaats vim den op Donderdag 17 Mei a.s. Het verloop van de plechtigheden is als volgt: Tien uur: Plechtige Hoogmis. Half één: Lof en Processie met het Aller heiligste. De prediioatie zal worden gehouden door den We leerw. Heer H. A. J. Drost, kape laan van de parochiekerk van den H. Fran- cisous van Assisië, Paul Krugerstraat 32 te Rotterdam. Evenals bij vorige gelegenheden zal dit jaar weer een groote deelname verwacht worden. Naar schatting zullen enkele dui zenden aan deze bedevaart deelnemen. Ook zijn alle geestelijk-adviseurs van de afdeelingen van den L.T.B. uitgenoodigd. Alles bij elkaar genomen zal het een ech te Maria-dag worden. Verlangend kijken we uit naar „Sdhut*- haus 4", dat maar 8 K.M. van het vorige af moest zijn, naar ons idee hadden we er al lang moeten zijn. Eddy loopt een eindje achteraan en tel kens als ik een bocht omga, blijft hij stil staan en schreeuwt: „Zie je al wat?" „Neen, maar nu kan het niet ver meer zijn", roep dk bemoedigend terug en spoed me naar de volgende bodht, irn de hoop vandaar het langverwachte te zien en het achterwaarts te kunnen berichten. 't Komt tenslotte maar het is niet prettig te hooren, dat het al half vijf is. Over deze 8 K.M. hebben we ruim 3 uur gedaan en de sneeuw wordt nog steeds hooger. 't Café is niet verwarmd, mijn voeten worden ijskoud. Ik wil weer vlug verder. We stappen op, aan het eind weten we het Hospice, met warm eten, bedden en rust bij de gastvrije monniken. Dit geeft ons moed door te zetten, 't Wordt schemerig en het spoor vervaagt in de witte massa. Heel dikwijls struikelen we, en rollen languit in de diepe sneeuw, waar we soms een oogen blik heelemaal in verdwijnen, 't Is een heele prestatie weer overeind te krabbelen met je zware bepakking. Meestal blijven we dan ook even liggen om uit te rusten, je ligt in de sneeuw als in een diepen fauteuil. Geen wonder dat menschen dikwijls in slaap val len tijdens zoo'n rustpartijtje en dan be vriezen. Daar zijn we voor gewaarschuwd en als we beginnen te geeuwen, gaan we er weer op los. Intusschen is het donker geworden, het Bpoor is onzichtbaar. We zien alleen nog de stokken, op afstanden van 25 M. van elkaar langs het spoor in de sneeuw gestoken, waartegen ze zich zwart afteekenen. Weer een Schutzhaus. Snel loopen we deze verleiding voorbij, zitten we daar een maal, dan blijven rwe er, daarvan zijn we overtuigd. Het is niet kosteloos en we zijn te groote stijfkoppen om ons einddoel „Hos pice" te laten schieten. „Nog 3 K.M., dat is toch niets joh!" moedigen we elkaar aan, en grijnzen bedenkelijk als we aan den juist afgelegden denken. Mijn voeten zijn gevoelloos, 'k kan mijn evenwicht bijna niet meer bewaren. Hoe vaak we dat laatste stuk gevallen zijn weet ik niet, maar meer dan 100 Meter hebben we geen een keer achter elkaar geloopen. Heel dikwijls maar 50 Meter of minder. Eddy loopt nu steeds voorop en ik ben het, die verlangend luistert als ik hem uit het oog veiUies. Misschien komt er een tee- ken dat we er eindelijk zijn. Een enkele maal gebeurt dat ook maar dan blijkt het een hotel te zijn dat gesloten is. We roo- ken onze eerste sigaret om de teleurstellin gen boven te komen. Het laatste stuk zul len we niet licht vergeten. Het is half negen als we het Hospice bereiken, en hoog tijd. Het blijkt dat mijn schoenen vastge vroren zitten als de Prior ze uit probeert te trekken. Terwijl wij eten worden mijn voe ten met ijswater gemasseerd en nog lang daarna. Het duurt 3 uur voor ze heelemaal ontdooid zijn. Daarna worden ze omzwach teld tot ze niets mensohelijks meer hebben. Ik heb geboft volgens den Prior. Ik vind dat maar betrekkelijk, vooral als ik hoor dat ik de eerste dagen niet loopen mag. 't Is een strop, maar als we hooren dat het iets bijzonders is om met deze hooge sneeuw en zonder skies of postslee het Hos pice te hebben bereikt, zijn we toch ver zoend met den uitslag van onzen tocht. De Prior zegt diat we op zijn kosten met de postslee naar Italië mogen rijden, ais we weggaan. Het is te gevaarlijk met onze lage schoenen. We vinden het een prachtidee en protesteeren geen oogenblik. Daarna dui ken we in bed onder geweldige donzen dekens. Alles is trouwens geweldig geweest vandaag; de witte woestenij waar we door trokken, ons geluk, de zoo juist gedemon streerde eetlust en het Hospice zelf, nog gebouwd door Napoleon. Een beetje vuur van uw sigaar of een wegge worpen lucifer een windvlaag en het bosch staat in lichterlaaie I CM» Bescherm ons kostelijk bezit: ROOK NIET IN BOSCH OF HEI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 6