VRIJDAG 11 MEI 1934 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD. PAG. 10 geheele financieele regeling verzorgt. Daartegenover zou hü willen subsidieeren met een zeker bedrag in ruil voor school- baden aan kinderen. De heer Kimman weerlegt de bezwaren van den heer Verloop. De heer Wildt Meijboom is ook niet overtuigd, dat de financieele belangen goed behartigd zijn. Hij meent voorts, dat er op ander gebied, als b.v. het onder wijs, eerst nog wat goed te maken is. Spr. kan het risico nog niet overzien. De heer Schalekamp betwijfelt of in deze gemeente met 15000 zielen een der gelijke instelling levensvatbaarheid heeft. Hij gelooft van niet en vreest een debacle. De heer van Leeuwen zegt aanvanke lijk niet enthousiast te zijn geweest. Waar het Comité is tegemoet gekomen aan de «ischen, die van Katholieke zijde zijn ge beid. wil hij zeggen, dat de Kath. fractie fcal voorstemmen. Hij meent voorts dat het welslagen ver zekerd 'zal zijn, "als er 300 spaarders zijn. De voorzitter verdedigt het voorstel uit voerig. Over het nut van een zwemverbod zijn allen het eens. Dat er risico aan zit wil hij niet ont kennen. In het ergste geval beloopt dit echter slechts 6500.per jaar. Geeft de gemeente geen garantie dan komt het bad er niet. Aangetoond is, dat wanneer er 200 spaar ders zijn, de zaak rendabel is. Verder wijst hij er op, dat de geregelde zwem mers een bad verkiezen boven de zee. Bovendien is de zee maar op enkele da gen geschikt om te zwemmen. Spr. be veelt het voorstel aan. Zeer uitvoerig wordt gerepliceerd. Tenslotte wordt het voorstel aangeno men met 8 tegen 7 stemmen. Voor 5 R.K., 1 S.D.A.P., 1 Chr., 1 Vrijz., tegen 4 Vrijz., 3 Chr. Het besluit komt hierop neer, dat de ge meente garantie verleent voor een te slui ten geldleening groot f 120.000. Op voorstel van B. en W. wordt afwij zend beschikt op een verzoek van Jhr. Mr. A. M. C. Sandberg, om het uitbreidings plan te wijzigen, teneinde op het landgoed „Maarheze" de stichting van een Sport en villapark mogelijk te maken en voorts om vergunning tot het oprichten van ten bad- en zweminrichting in het park „Oos terbeek". Tot lid van Maatschappelijk Hulpbetoon wordt benoemd de heer A. J. Hoogeveen. Besloten wordt tot verkoop van een perceel bouwterrein aan de Van Z. Zuylen van Nijeveltstraat groot ongeveer 56 X 25 Meter voor den prijs van 9.85 per M2. Besloten wordt tot het aangaan van een overeenkomst met de N.V. Gekro te Over- schie tot het onbruikbaar maken van af gekeurd vleesch. Tenslotte komt in behandeling een ver zoek van P. H. Goemans om hem over 1933 te vergoeden het tekort op de exploi tatie van het ziekenvervoer ad 742.26. In een uitvoerig praeadvies zeggen B. en W. dat het bedrag, dat de exploitant van de gemeente ontvangt zeer behoorlijk mag genoemd worden. Hij ontvangt pl.m. 0.25 per K.M. Bovendien meenen B. en W. dat hij zich aan de overeenkomst had moeten houden. Zij zeggen verder, dat zij allen lof hebben voor de exploitatie, maar dat naar hun meening niet verder mag worden gegaan. Na eenige discussie wordt het afwijzend voorstel van B. en W. aangenomen. Hierna sluiting. UIT DE OMGEVING COEDE WEGEN L "BCENCEN VtLVAABT In den strijd om het bestaan ver liest een land zonder goede wegen even ze- VaS. her als een land zonder sluitende begrooting KATWIJK AAN DEN RIJN OPENING NIEUWE R.K. KLEUTERSCHOOL Een buitengewone medewerking werd verleend Gistermiddag had de inwijding en ope ning plaats der R.K. Kleuterschool. Nadat de kerkelijke plechtigheid was verricht, heette pastoor Buys alle aanwezigen wel kom en wees er dan op dat het voor Kat wijk vandaag weer eens een bijzondere dag is. Dat vandaag een punt gezet kan worden achter iets, waarna al zoolang is uitgezien. Bij alles wat op touw gezet wordt is een werkgever en een werknemer lk ben, zeide zij neer w. de opvolger van den werkgever en kreeg voort te zetten het werk van dien werkgever. Katwijk herinnert zich nog den dag van 15 Aug. 1933, den dag dat de Eerw. Zusters in deze gemeente kwamen en heel waardig werden ontvangen. Doch de Zusters moes ten aan het werk gezet. Gemakkelijk was dit voor wat betreft de wijkverpleging en de hulp van de Zuster is in deze formi dabel. De meisjes voor de naailessen kon den slechts pover worden ondergebracht. En ook voor de bewaarschool zouden ze moeten gaan zorgen. En we kunnen zeg gen, dat God heeft geholpen, God helpt en God zal blijven helpen in de toekomst. Naast de hulp van God had het kerkbe stuur de hulp van een architect, die niet zijn eigen voordeel zocht, doch op de eer ste plaats van de kerk, en van een vriend In alles is een buitengewone medewerking verleend en alles mag gezien worden, al les is „af". Gewoonlijk is er voor zulke aangelegenheden veel geld noodig, doch Katwijk had een parochiaan, waaraan steeds veel te danken is en die ook in deze de onmisbare persoon was. Dan brengt spr. dank aan allen die zich voor het werk bijzonder interesseerden en hulp verleenden, met name dank aan den heer L. v. Paridon, die steeds gratis zijn ver voermiddelen beschikbaar stelde, dan aan de tuincommissie met aan het hoofd de oude heer Meijer, die zorgde dat alles wat gevraagd werd, direct werd uitgevoerd; aan B. en W. en den schoolarts voor hun medewerking. Pastoor wenschte tenslotte de Zusters veel succes met deze bewaar school annex naaischool. Als er een goede gelegenheid is om zich voor de huiselijke bezigheden te bekwamen zullen de meis jes hiervan ongetwijfeld e en veelvuldig en dankbaar gebruik maken. Van de bewaarschoolzuster verwacht! zijneerw. veel toewijding. De opvoeding op de be waarschool is al van veel belang voor het latere leven. Katwijk, dat al een nieuwen tijd van bloei was tegemoet gegaan door de komst en de vestiging der Eerw. Zus ters, zal met veel vreugde en dankbaar ook aan dezen dag blijven denken en ik dank God dat ik juist in deze jaren het voorrecht heb mogen hebben in deze pa rochie te worden geplaatst, in een paro chie waar is een godsdienstig parochieel leven, waar liefde is voor God. Hierna was er voor de belangstellenden gelegenheid de school te bezichtigen, waarvan ieder zonder uitzondering ge bruik maakte om den verderen middag door te brengen in den uitgestrekten tuin achter kerk en pastorie. Onder de vele belangstellenden merk ten we op dr. Hueting, de gemeente-ont vanger en echtgenoote, mevr. v. Maanen, lid van de commissie van toezicht op de openbare bewaarschool, paters van het Missie-college, de Eerw. Moeder en de Zusters van „Huize Callao", pastoor Hout man, de architect, mej. v. Mourik, hoofd van de openbare bewaarschool, de leden van Katholiek Katwijk. Enkelen hadden bericht van verhindering gezonden zooals burgemeester, secretaris en wethouders. Vermelden we tenslotte nog, dat aannemers waren C. Aanhane A. C. v. Schie alhier, Voor het glas in lood zorgde de firma Liefkens te Den Haag, het meu bilair de firma CooymansMes te Wy- chen. Ijzerwerk der ramen firma Braat te Delft, het schilderwerk de firma Vroom te Osalon kwam en won in geen tijd, wijd en zijd de sympathie van ieder, die stijft en strijkt. Vroolijk kijkt iedere vrouw; het gesjouw van weleer is niet meer, want let wel uiterst snel geeft zij 't goed glans en gloed; als nieuw wordt blouse en schort, hemd en boord, en zoo voort. En zoowaar is zij klaar eer dan ooit, en nog nooit had zij zoo'n helder, schoon linnengoed. Welgemoed vlug en blij ordent zij 't in de kast. Wat contrast met voorheen, toen zij geen Osalon krijgen kon. Oegstgeest. Het geheel is uitgevoerd in gele Waalklinkers met paarse plint, het verfwerk in groen-geel, geeft een frisch aanzien. De school staat naast de pastorie en voor het parochiehuis en is door zijn bouwstijl één met het complex. SASSENHEIM Liefdadigheidswedstrijd. Zondag 13 Mei zal op het voetbalterrein „Sporthoff" de belangstelling worden gevraagd voor een drietal mooie wedstrijden, waaronder één gecostumeerde. Deze wedstrijd zal worden opgeluisterd door de Harmonie St. Ambrosils. De opbrengst hiervan zal geheel ten goede komen aan St. Ambro- sius, ter stijving van de kas. Daar voor de instandhouding van een muziekvereeniging veel geld noodig is, vertrouwt het be- stur, dat^due opkomst groot zal zijn. Men kan dus bij goed weer volop genieten van spel en muziek. De eerste wedstrijd vangt aan half één, de tweede half drie, de der de half vijf. VOORSCHOTEN Brand. Gistermiddag te 1.30 uur brak er brand uit bij den landbouwer A. van W. aan den Rijndijk alhier in een hooiberg. De brandkeer werd telofnisch gewaar schuwd en was spoedig ter plaatse aanwe zig. De spuit behoefde echter niet te wer ken, daar men den brand kon busschen met emmers water. De oorzaak van den brand beek te zijn het spelen van kinde ren met lucifqrs in de nabijheid van den hooiberg. HET WEER OP ZONDAG. Het weer is nog niet zeer stabiel maar wordt voorloopig wanner. Sedert de vorige week is de algemeen e weerstoestand in Europa veel eenvoudiger geworden en zijn sommige complicaties verdwenen, die de vooruitzichten onzeker maakten-. In het midden der week heeft zich een gebied van hoogen druk vanuit de omge ving der Azoren naar het Noorden en over Centraal-Europa uitgebreid, waardoor het weer ten onzent daarvan onder den in vloed kwam te staan. Tegelijk lag een vrij uitgestrekte depressie over Noordwest- Europa, die zich in Oostelijke richting over de Noordelijke IJszee verder trok. In verband met deze luchtdrukverdeeling werd de toevoer van polaire, koude lucht WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN VEROUDERD RECHT. De rechtspleging bij de zeemacht in In- dië sluit eiken burgerlijken rechtsgeleerde uit. Krijgsraad, aanklager, verdediger, allen moeten marine-officieren zijn. Dit is zegt het Vaderland „in tegenstelling met Nederland, waar niet alleen de president en de fiscaal, maar ook de raadsleden burger-rechts geleerden moeten of kunnen zijn. Het is moeilijk te begrijpen, waarom die tegenstelling nog altijd bestaat. Ten tijde van de vaststelling van de R. Z., bij besluit van den Souvereinen Vorst der Vereenigde Nederlanden van 20 Juli 1814, zal wellicht de schaarste aan advocaten in Indië tot deze beper king gedwongen hebben. Sedert is ech ter de toevloed dusdanig gezwollen, dat dit motief in ieder geval al sedert lang alle mogelijke beteekenis verloren heeft. Het is o.i. dan ook onbegrijpelijk, dat vroegere Regeeringen, bij het tot stand brengen van wijzigingen van be trekkelijk recenten datum, deze ver ouderde bepaling hebben gehand haafd." ONZE LANDBOUWCRISIS- AI sedert een paar dagen loopen hard nekkige geruchten, dat de Nederlandsche Varkenscentrale een groot aantal biggen uit de- markt zal nemen. Een 350.000 liefst. Wat zal daar nu mee gebeuren? Deze vraagt stelt de Gelderlander en het blad geeft daarop de volgende be schouwing: „Ook weer worden ingeblikt, zooals met de afgeslachte koeien is gebeurd? Met dat ingeblikte vleesch weet men blijkbaar geen weg meer, zoodat er al sprake is van uitvoer tegen verlaagden prijs naar het buitenland. Wat uitein delijk zeggen wil nog grooter verlies. Moet het met de biggen denzelfden weg op? Is wel eens op het Departement van Economische Zaken onderzocht, of het niet heel wat beter zou zijn, het over compleet aan biggen over te doen aan kleine steunbehoevende plattelanders, aan werklooze 'bóeren-arbeiders, die wat graag voor him gezinnen een paar varkens voor eigen gebruik zouden wil len mesten, mits ze maar geld hadden om enkele biggen te kunnen koopen. Heel wat gezinnen zouden daarmaa gebaat kunnen worden. Het is toch al te gek voor een be lachelijk prijsje, zooals nu weer schijnt te zullen geschieden met een deel van het ingeblikte rundvleesch, levensmid delen aan het het buitenland te leve ren, terwijl een deel onzer eigen be volking niet of ternauwernood in staa$ is, die soort levensmiddelen te kunnen koopen. Waarom dan niet eens grondig on derzocht, of de meest hulpbehoevende gezinnen op het platteland niet in de gelegenheid kunnen worden gesteld zelf enkele varkens te fokken voor eigen gebruik. De handel ziou er niet de minste schade van ondervinden. Want de categorie consumenten, welke we hier op het oog hebben, komen toch niet als koopers op de hierbedoelde markt. De thans heel of half werklooze ge zinshoofden zouden door die varkens- fokkerij in het klein economisch wat geholpen worden en een deel van hun tijd aan de verzorging van die paar var kens kunnen wijden. En in den komen den winter zou het bezit van een paar inmiddels volwassen geworden dieren voor die zwaar door de crisis getroffen gezinnen een niet te versmaden bui tenkansje zijn. Laat de Regeering toch eindelijk eens haar landbouwcrisispolitiek ook eens uit den socialen gezichtshoek bekijken. En beproeven 't commercieel noodza kelijke in overeenstemming te brengen met de behoeften van hen, die deze in den hierboven aangegeven zin niet of slechts uiterst moeilijk kunnen bevre digen. Zulk een onderzoek lijkt ons alles behalve overbodig". naar West-Europa afgesloten en kon het in onze omgeving warmer worden. Over Oost-Europa lag reeds sedert eenigen tijd een gebied van droog weer en groote hitte, die zich een weinig naar het Westen uit breidde. De heerschende luchtdrukverdee ling bracht mede, dat over het N.W.-lijk gedeelte van het Vasteland de warme lucht een weinig naar het Noordwesten werd afgezogen door de bovengenoemde depressie en hiervan was wel het mooie weer op Hemelvaartsdag het gevolg. Belangrijke complicaties, die bij ons haar invloed zouden kunnen doen gelden, deden zich tot Donderdag niet voor. Over het al gemeen nam de luchtdruk in Z.W.- en Cen traal-Europa weer een weinig af, hetgeen een verzwakking van de stabiliteit van den weerstoestand beteekent en ook in ver band kon staan met de ontwikkeling van een vlakke depressie over Frankrijk. Deze laatste omstandigheden kan wellicht later leiden tot een onweerstoestand, doch niet dan na zeer warm weer. De meest waarschijnlijke vooruitzichten voor de week-overgang zijn, dat het weer geleidelijk iets warmer zal worden en daarbij over het algemeen droog en licht bewolkt zal blijven. Aan dezen verbeter den weerstoestand is voorloopig geen lang leven toe te kennen. Voorloopig lijkt ech te de kans op het invallen van een kouden Noordelijken luchtstroom heel gering. Het is niet geheel uitgesloten, dat vanuit het Zuiden een storende depressie op zal komen, die dan later een onweerstoestand zou kunnen brengen, waarvan het Zuiden en midden van oins land het eerst den invloed zouden ondervinden. Het voortee ken daarvan zou een sterke temperatuur stijging zijn. MARKTBERICHTEN VEUR, 9 Mei. Groentenveiling. Eng. komkommers le soort f 1417, 2e soort f 1013, 3e soort f 510, idem wankl. f 10 12, idem stek 27 cent; gele komkommers le soort f 1012, 2e soort f 810, 3e soort f 68, idem stek 410 cent; kropsla le soort f 1.502.50, 2e soort f 0.501.20, stoofsla 15 cent, peen 1016 cent, bloem kool le soort f 1014.50, 2e soort f 510, uitschot f 1.503.50, tomaten midd. f 24 28.50, groote ronde f 2527, 2e soort f 22 25, 3e soort f 2022, bonken f 2124, an dijvie per 100 f 1.504.50, spinazie 24 cent, postelein 612 cent, rabarber per 100 bos f 1.503.50, snijboonen 4084 cent, spercieboonen 90 cent. ROELOFARENDSVEEN, 9 Mei. Groen tenveiling. Spinazie 26 cent, postelein 34 cent, andijvie 35 cent per kg., sla f 0.502.00 per 100 krop, snijboonen f 3.40 3.90, peulen f 1.402.40, doperwten f 2.70 per 10 pond. VEUR, 9 Mei. Groentenveiling. Eng. komkommers le soort f 1012.90, 2e soort f 7—9.50, 3e soort f 4.00—7.50, stek 3—12 cent per kg.; gele komkommers le soort f 9.5011.50, 2e soort f 710, 3e soort f 3 7.50, stek 415 cent, kropsla f 0.301.50, stoofsla f 13 per 100 kg., bloemkool le soort f 1014, 2e soort f 49.50, uitschot f 1.503.50, tomaten (mid.) f 2226, gr. ronden f 2125, 2e soor f 2024, 2e soort f 1719, bonken f 2024, andijvie f 14.50 peen f 9.5017, spinazie per 4 kg. 24 cent postelein f 4.407.80. Kunst en geen verlakkerij. (Vervolg). De blijde overkant werd in de „Uitvaart van mijn Dochterken" niet vergeten. Von del liet de troostende geloofsgedachte in direct maar zeer sterk uitkomen in het ver langen van de speelgenootjes, van „de jam merende schaar, (die stond) met tranen om de baaren wenschte lot en deel (met haar) te hebben en dood te zijn als Saartje". Dat het licht van boven maar zwak door de tranen heenschijnt, maakt de uitbeelding van zijn smart nog sterker en pakkender. Dat hemelsche licht schiet in stralenbun dels uit over: „Constantijntje, 't zalig kijndje, Cherubijntje van omhoog D'ijdelheden, hier beneden, Uitlacht met een (flonker-)oog". In den aanhef hooren we een helder klokje kleppen, waarmede het gloriefeest wordt ingeluid. Vondel haalt er de ijdel- heid van het aardsche niet bij in een be rijmd citaat. Hij laat die waarheid leven in 't zalig kindje, dat uit eigen doorleefd geluk het ijdele van heel de wereld weet. Prachtig gekozen is: „uitlachen". Minach ten, niet tellen, nietig vinden, 't zou groote- menschentaal zijn en stijf en koud. Uit lachen is echt kinderlijk en het leeft, 't- Zegt ook meer dan geringschatten. Het wijst op de dwaasheid van daarin zijn ge luk te zoeken. Het zalig kindje is al dicht bij gekomen, realiteit geworden met dien lach en de stralende oogen. En het spreekt tot de moeder. „Moeder! zeit-hij, waarom schreit gij? Waarom greit gij op mijn lijk? Boven leef ik, boven zweef ik, Engeltje van 't hemelrijk". Alles is weer echt kindertaal en toch in overeenstemming met het verheven ge luk. Die herhaling van „boven" is vol zin. Dat is bevrijding. Daarin ligt de troost voor het moederhart. Zweven en leven zijn rij men versleten door geforceerd gebruik. Maar in dezen regel zijn en blijven ze splinternieuw: leef ik, zweef ik. De klan ken zijn vol kinderjubel. Het zweven is niet bijgehaald. De vleugels maken het engeltje, 't Zalig kindje is een engeltje boven en daarom ziet het verder en be ter, en is wijzer dan de groote menschen op aarde. Daarom een wijs vermaan waar dig uit, in klaren eenvoud. Eerst jubelt nog de kinderstem. „En ik blink er, en ik drink er, 't Geen de Schenker alles goeds Schenkt de zielen, die daar krielen, Dartel van veel overvloeds". De opgetogenheid, de verrassing over al die nieuwe vreugde breekt los in woorden en Idankmuziek. Daar is dat .beginwoord „en", dat bij een kindermondje past en bij de opgetogen stemming onmisbaar wordt. Weer klinkt er het feestelijk klokje door. Het blinken is niet alleen de heerlijkheid maar ook juist wat een kinderoog verrukt. Het drinken van de vreugde is een beeld, dat aansluit bij het kinderbestaan, dat lust, vreugde en leven vindt aan de moeder borst. „Krioelen" wijst op de menigte en op de vreugde, die zich rondom uitbreidt. Dat geluk is bestemd voor allen. Daarom vermaant het blinkende engeltje iedereen, maar allereerst de bedroefde moeder. De ernstige beteekenis der woorden vindt in de klanken een stemmige begeleiding. „Leer dan reizen, met gepeizen, Naar paleizen, uit het slik Dezer werreld, die zoo dwerrelt: Eeuwig gaat voor 't oogenblik". De weg naar de hemelsche stad is smal, maar met de glorie in onze gedachten, ha len wij het zalig einde van de reis. Uit het slik, is teekenend voor het minwaardige vhn het aardsche en voor het moeilijke van den tocht. Die zoo dwerrelt een ruste- looze verandering, woelig en onbereken baar. „Wat baat het den mensch, zoo hij da gansche wereld wint en schade doet aan zijn ziel?" „Het lijden van nu kan niet opwegen tegen de toekomstige heerlijkheid, die in ons moet geopenbaard worden". In den laatsten regel van. het vers geeft Von del den inhoud der bekende Bijbelteksten, maar met andere woorden. Groote eenvoud, niets te veel en de tegenstelling is scherp. Maar nu de taalpracht. In „eeuwig" gaat er een schreeuw op, dè kreet van een, die weet, wat eindeloos geluk is. Lees hier eens: blijvend, onvergankelijk, of zelfs: het eeuwige. De betoovering zou wijken, gebroken, „'t Oogenblik", ook dat woord is niet te vervangen. Het drukt het voorbij schieten uit. Tegelijk, het nietige van de dingen, daardoor beperkt, daarin beslo ten. In het verband hier wordt die slotregel een subliem troostwoord. De moeder moet de zalige eeuwigheid, waaraan haar engel tje deel heeft,stellen boven de smart van een korte scheiding. Tegelijk zal de moe der inzien, hoe ze zelf, door droefheid en dulden den weg naar God en Zijn palei zen gaat. Een vergelijking zoo oud als de Bijbel is die van de jeugd met een bloem. In rijm en proza is ze opgebruikt. Daarom is het een verrassing te zien, hoe Vondel dat bloempje in een vaasje zet, waar het met frissche schoonheid prijkt. „Hier sluimert Isabel le Blon, Die als een roosje met de zon Blijgeestig op haar steeltje stond En riep met een bedauwden mond:" Hier sluimert, om weer op te staar., om te verrijzen. Vondel kiest ter vergelijking niet een bloempje in 't algemeen, maar 'n bepaalde bloem, de mooiste bloem: een roosje. Een bloem in 't algemeen wijst op het mooie, het blijde, maar de roos symbo liseert nog het blozende, het teere. Zeer natuurlijk is de overgang van het sluime ren op een roosje: bij ieder wiegje wordt gezegd, dat 'n kind slaapt als een roos. „Met de zon": toen de zon opging, in de vroege zon. „Op haar steeltje stond", in die woorden staat Vondels meesterwerk. Heerlijk klank gehalte hebben de twee eerste versregels ook. Maar hier is luchtig en los het slanke figuurtje geteekend van Isabel met haar vroolijk gezichtje. „Blijgeestig" vat levens- weelde en levenslust samen en bewaart daarbij een sterk verband met het men- schelijke. Zonder stoornis kan het roepen volgen, dat trouwens buiten de vergelij king blijft. Zooals in „blijgeestig" het menschelijke doortrilt, zoo ligt in „bedauwd" een fijn gevoelde zinspeling op het roosje in de morgenvroegte. De les in het jeugdig sterven opgeslo ten, krijgt, innig met wat voorafgaat ver bonden, een levendige intonatie en dieper zin, als een ervaring zoo vroeg al opge daan. 't Wordt echter geen jammerklacht. Er is weemoed met vredige berusting. „Wat is de schoonheid? Wat 's de roem Dor jongkheid anders als een bloem? Dit was haar eerste en leste leer; Doen zweeg ze stil, en sprak niet meer". De leering wordt niet opgedrongen. Door de vergelijking met een roosje voorbereid, dan eerst nog als iets feitelijks in een uit roep weergegeven, wordt de inhoud in het voorbijgaan door het slotwoord van den volgenden versregel als leerzaam be- teekend. Dat het haar leste leer was, kondigt het einde aan. 't Komt snel, het komt dadelijk. Tusschen zwijgen en niet meer spreken komt hier onderscheid door het verband. Onmerkbaar zacht is de overgang van het leven, dat stil werd, in den dood. G. ELOOb.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 10