25ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Crisis-gedachten
VRIJDAG 4 MEI 1934
No. 7803
3)e Êcki6elve(Soii^cmt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt by vooruitbetaling;
Voor Leaden 19 cent per week JL50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is toot de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
V R.K.S.P. en S.D.A.P.
Wij schreven onlangs, dat wij ten opzich
te van de S. D. A. P. moeten aannemen: een
afwachtende houding (heel iets anders
dan een afwijzende houding, merkten
we op).
In het officieele maandblad der R. K.
Staatspartij wordt door den voorzitter van
het partijbestuur een beschouwing gewijd
over R. K. S. P. en S. D. A. P., waaraan wij
het volgende ontleenen:
Het congres, waar het „rechts-rich-
ten" werd uitgevoerd, is aanleiding ge
weest voor velerlei politieke beschou
wingen, waarin ook de mogelijkheid
van nieuwe politieke combinaties niet
heeft ontbroken. Combinaties dan altijd
in de nzin van het meedragen van re
geer ings verantwoordelij kheid in dezen
xwaren tijd, niet in den vorm van eeni-
ge partij-samenwerking als zoodanig,
die trouwens ook thans tusschen andere
partijen of fracties niet bestaat.
Wü zullen ons niet mengen in het
koor van deze beschouwers. Wij achten
het landsbelang het meest gediend,
wanneer de S. D. A. P. niet in derge
lijke beschouwingen wordt betrokken,
en in zooverre met rust wordt gelaten.
Dat zal ons des te beter in staat stellen
haar met passende aandacht te volgen
in haar verdere gedragingen en uitin
gen na het congres, gelijk reeds Nolens
kort voor zijn dood ons dit aandachtig
volgen aanbeval. Het is bovendien een
nuchtere Nederlandsche wijsheid: dat
trouw moet blijken.
Deze opvatting komt overeen met wat wij
hebben gemeend, over dit onderwerp te
moeten schrijven.
W ij siiuiiten de S. D. A. P. n i e t buiten
de gemeenschap.
Als de S. D. A. P. het zichzelf doet
dan 'betreuren wij dat.
Met groote belangstelling t betreft
hier, zooals iedereen zal inzien, een vraag
stuk van eminent belang wachten wij
af, hoe de partij zich in de naaste toekomst
zal ontwikkelen.
TWEEDE KAMER
STEUNVERLEENING AAN DEN
MIDDENSTAND.
Gisteren stonden slechts twee wetsont
werpen op de agenda. Het eerste, het voor
stel tot credietverleening aan den mid
denstand, was voor verschillende leden een
onderwerp van bespreking. Vrijwel alge
meen werd aangevoerd, dat er gevaar be
staat, dat door de wijze van werken, die
de regeering heeft gekozen, de verdeeling
van de twee millioen niet geheel en al
rechtvaardig zou verloopen. De gelden
worden n.l. besteed om de verliezen te
dekken, welke de Nederlandsche Midden-
standsbank lijdt door credietverleening
aan bedrijven die op gezonden basis staan,
maar die gebrek aan liquiditeit hebben.
Verschillende sprekers, o.a. de heeren Zijl
stra (A.-R.) en Bakker (C.-H.) wezen op
het gevaar, dat door deze methode de ob
jectiviteit wel zeer gemakkelijk in het ge
drang komt. Daarbij komt nog dat vele
middenstanders bij andere banken zijn
aangesloten, zoodat deze bij voorbaat van
het crediet uitgesloten zouden zijn. De heer
Teulings (R.-K.) wees den weg om dit
euvel te vermijden. Voor die andere ban
ken moet de gelegenheid worden openge
steld om de credieten, die zij krachtens dit
voorstel verleenen, bij de Middenstands-
bank te disconteeren. De Minister
vond dit een goede manier om aan boven
genoemd gevaar te ontkomen, en beloofde
het voorstel te overwegen. Overigens zal
al het mogelijke aangewend worden om te
zorgen, dat er zoo objectief mogelijk wordt
opgetreden. Spr. vond het onnoodig apar
te organisatie tot verdeeling van het cre
diet op te bouwen, zooals een der sprekers
suggereerde, daar er toch reeds relaties
bestaan tusschen regeering en midden-
standsbank,zoodat dit de aangewezen weg
Het wetsontwerp werd z.h.st. aangeno
men.
Ook het tweede wetsontwerp, een voor
stel tot regeling van samenstelling en be
voegdheid van den Raad van State, werd
zonder hoofdelijke stemming aangenomen,
zelfs zonder debat.
Hierna ging de Kamer uiteen, om 15 Mei
weer bijeen te komen.
Vermelden wij nog, dat het den heer Teu
lings gelukt is het wetsontwerp tot Tech
nische Herziening van de Winkelsluitings
wet op de agena voor 15 Mei te krijgen.
Een onverwacht buitenkansje!
Ook de Raad van State moet zijn offer
brengen op het altaar der bezuiniging. Het
aantal leden wordt van 14 tot 10 terugge
bracht, het aantal Staatsraden Lb.d. van
15 tot 10. Tevens wordt voor de leden een
leeftijdsgrens ingevoerd van 75 jaar. Voor
de zittenden leden is echter als overgangs
bepaling een uitzondering gemaakt, zoowel
t.a.v. boventalligheid als overschrijding van
de leeftijdsgrens. Intusschen zijn er reeds
twee vacatures, welke niet vervuld wor
den, zoodat het aantal leden reeds tot 12
is verminderd. Vandaar waarschijnlijk dat
van uit de Kamer niet de wensch naar vo
ren is getreden, om die eigenlijk onrede
lijke overgangsbepaling te schrappen.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
OPLEIDING VAN ONDERWIJZERS.
Ingediend is een wetsontwerp tot rege
ling van de opleiding van onderwijzers en
onderwij zer essen.
Daaruit springen twee dingen naar vo
ren, die de onderwijzers uit het hart zijn
gegrepen, schrijft mr. H. G. Kuperus in de
V r ijz i n n i g-D emocraat:
„Primo: Beperking van den omvang der
opleidings-instituten, zoodat de behoefte
aan onderwijzend personeel benaderd zal
worden.
Eenigszins analoog aan andere Rijks
diensten, als Marine, Posterijen, etc. Een
oude wensch van het onderwijzerscorps
gaat eindelijk in vervulling!
Secundo: De hoofdacte verdwijnt. De
hoofdacte, testimonium paupertatis van de
ontwikkeling der onderwijzers. De prul-
acte, die nooit uitgevonden had moeten
worden en slechts nog getuigenis aflegt
van den vloek der geboorte van den on
derwijzersstand. Weg gaat het brevet, dat
alleen bewijst, dat diens bezitter veel weet,
maar nog meer niet begrijpt. Opgeruimd
de oude lappendeken, die de geestelijke
armoede dekt. Eindelijk verlost van dien
prullerigen graadmeter. Alleen de ver-
knochten aan de oude heilige huisjes treu
ren.
Exit hoofdacte en de vlag in top!"
VLIEGTUIGEN BOVEN AZIë.
Het streven van Japan naar een feitelijk
protectoraat over de Oost-Aziatische vol
ken, in het bijzonder over China, doet het
oorlogsgevaar toenemen. Deze oorlog, zoo
wordt voorspeld, zal beheerscht worden
door de luchtvlootsterkte van de verschil
lende landen. Vier factoren zijn hierbij van
beteekenis: 1. de grootte der luchtvloten;
2. de productie-capaciteit der motor-indus
trie; 3. het snelheidsrecord van vliegtui
gen; 4. de actieradius van gevechtsvliegtui
gen.
De groene Amsterda mmer schrijft
hierover in een belangwekkend artikel
o.m. het volgende:
„Het snelheidsrecord van vliegtuigen
was vóór den oorlog: 204 KM. Na den oor
log: 303 K.M. En heden is het: 682 KM.
per uur.
Het hoogterecord van vliegtuigen was
vóór den oorlog: 7850 M. Na den oorlog:
10.090 M. En thans is het 13.400 M.!
De langste vliegroute, die in onafgebro
ken route afgelegd kan worden, was vóór
den oorlog: 1895 K.M. Na den oorlog: 3080
K.M. En nu is ze 9103 K.M.!
De actieradius van de huidige oorlogs
vliegtuigen is natuurlijk moeilijk te beoor-
deelen. Het heet echter, dat de Sovjetunie
tegenwoordig vliegtuigen bouwt met een
actieradius van 2500 K.M., die op dezen
verren weg zware bommen mee kunnen
nemen, en het heet, dat de nieuwe, groote
Amerikaansche machines zelfs een radius
van over de 3000 K.M. hebben. Nu het
vliegtuigmoederschip steeds verder uitge
bouwd wordt, nu de meeste zware oor
logskruisers vliegtuigen mee kunnen voe
ren; en sedert ook de autogiro's, die op de
geringste ruimte opstijgen, vergroot zich
de actieradius van het luchtwapen steeds
meer.
Wat beteekenen deze cijfers toegepast op
de Pacifische gevarenzone? Men moet zich
de volgende afstanden voor den geest roe
pen:
van Wladiwostok (Rusland) naar Tokio
800 K.M.;
van Shanghai (China) naar Zuid-Japan
900 K.M.;
van Shanghai naar Tokio 1900 K.M.;
van de Philippijnen (Ver. St.) naar For
mosa (Japan) 1000 K.M.;
van Midwal-eiland (Ver. St.) naar To
kio 4200 K.M.
De Japanners hebben dus gelijk, als ze
zich over den voortdurenden uitbouw van
de Russische luchtvloot en van de Russi
sche vlootbases in en om Wladiwostok
verontrusten. Te meer daar nog heden de
meeste Japansche steden geheel of grooten-
deels uit houten huizen bestaan, zoodat
naar vérhouding weinig brandbommen
makkelijk een heele stad zouden kunnen
vernietigen, zooals kortgeleden de zoo goed
als volkomen vernietiging van de door
200.000 menschen bewoonde groote stad
Hakodate door een brandcatastrophe
schrikbarend duidelijk aantoonde".
(Ingezonden.)
IV.
Wanneer we nu de maatregelen gaan be
schouwen, welke de regeering tot steun van
dan landbouw getroffen heeft, dan wil ik
er alweer allereerst op wijzen, dat niet de
zucht tot critiek mij daartoe aanzet. Inte
gendeel, ik ben het, geheel eens met het
geen prof. Aalberse bij het debat over het
60 millioen-ontwerp in de Kamer zeide:
„Als de menschen nu de regeering eens
minder fel becritiseerden en wat meer ba
den om Gods licht bij hare zware taak, ik
geloof dat zou veel beter wezen".
Ik wil daarom trachten zoo objectief mo
gelijk na te gaan in hoeverre die regee-
ringsmaatregelen aan hun doel beantwoord
hebben.
Daartoe zoude ik dezelve willen splitsen
in twee deelen: die, welke betreffen de
producten waaraan hier een tekort bestaat
en die, welke betreffen de producten
waarvan we hier te veel hebben.
Tot de eerste behooren onze granen.
Daarvan worden nog jaarlijks honderden
millioenen kilogrammen ingevoerd. Zoo
werd 't vorig jaar, ondanks de uitbreiding
welke de tarweteelt de laatste jaren heeft
ondergaan, daarvan nog 600 millioen K.G.
ingevoerd. Wil men zich eenig idee vormen
van wat zulks beteekent, dan mogen we er
op wijzen, dat, zoo morgen de geheele Zui
derzee was droog gemaakt, we die geheel
vol met tarwe zouden kunnen zetten om
in die behoefte te voorzien.
Ook van haver voeren we jaarlijks nog
meer dan 100 millioen K.G. in, een hoeveel
heid welke de thans reeds drooggemaakte
Wieringermeerpolder nog moeite zou heb
ben op te brengen, al ware ze ook uitslui
tend met dit gewas beteeld. Hier was 't
zeer gemakkelijk eene manier te vinden
de productenten te steunen. Bij de tarwe
heeft men zulks gedaan door de bekende
tarwe-organisatie. De regeering koopt van
de boeren de tarwe voor een loonenden
prijs en verplicht de bakkers deze af te
nemen. Eene heffing dus, zij 't in anderen
vorm, van het inlandsch product, want de
bakkers moesten die tarwe afnemen bo
ven den geldenden marktprijs. Dit ging
goed en de tarwe is, alhoewel volstrekt nog
geen rijkmakerij, toch zeker op 't oogenblik
het meest rendabele gewas.
Nu zou men zoo zeggen, waar men nu
een object had waarvan een loonende ver
bouw mogelijk was, zoude men deze zoo
veel mogelijk bevorderen. Mis, hoor! Dan
zou het brood slecht worden; dan zou het
duur worden en zou het land z.g.n. tarwe-
ziek worden. Wat het eerste betreft, die is
allang een fabeltje gebleken; wat het twee
de betreft, is 't brood ook nu voor velen
te duur, terwijl bovendien daarvoor eene
compensatie zou kunnen worden gevonden
in het gebruik van meer aardappelen, wat
deze teelt ten goede zou komen, en wat 't
laatste betreft, dat is eenvoudig belache
lijk. Wel hoe, onze tarwetelers zijn de
beste van heel de wereld en zouden die nu
niet weten hoever ze in deze gaan konden?
Neen, de boeren zouden al het land, het
welk ze de laatste jaren in wei hadden ge
bracht of met bollen of grove tuinbouw-
gewassen beteeld weer voor de graanteelt
bestemd hebben en dan hadden we vanzelf
een natuurlijke inkrimping van den vee
stapel gekregen, evenzeer als van de bol
lenteelt en den groven tuinbouw. Want het
is juist het feit, dat de graanteelt niet meer
loonend was, waarom velen tot de teelt van
die andere 'gewassen overgingen. Hadde
men intijds gezorgd, dat de tarweteelt loo
nend bleef, dan had de wanverhouding tus
schen deze en die andere producten nooit
ontstaan. Mussolini denkt er anders over
en tracht de tarweteelt zooveel mogelijk
te bevorderen, door de boeren, welke de
grootste oogsten halen, een premie toe te
kennen. Ook mag gevraagd worden, of heel
die ingewikkelde tarwe-organisatie nu wel
noodig ware. Wanneer we zien, dat ook de
teelt van haver loonend is geworden een
voudig door een heffing op den invoer, dan
is men geneigd te verzochten: „Had men
zulks toegepast op alle granen, al naar be
hoefte".
Nog zonderlinger is het gesteld met de
steun aan den suikerbietenteelt. Dit ge
was, hetwelk van zooveel gewicht is voor
de werkverruiming, heeft men ook al weer
gesteund door eene heffing op het toch
reeds zoo zwaar belaste eindproduct, de
suiker, met het gevolg, dat de consument
thans tienmaal de wereldprijs van de sui
ker betaalt en.... de werkgelegenheid
werd ingekrompen.
Het goede resultaat bij de tarwe verkre
gen heeft er toe geleid, dat men hetzelfde
systeem (heffing op het inlandsche pro
duct) is gaan toepassen bij de producten
van de tweede soort, dus die waarvan we
meer verbouwden dan we noodig hadden.
Het op dezelfde wijze behandelen van twee
zulke ongelijke grootheden moest noodza
kelijk en is dan ook waarlijk mis geloopen.
Eene heffing toch van het inlandsche
product heeft steeds de stimulans het ver
bruik van het betreffende artikel te doen
dalen.
Dit bleek reeds dadelijk bij de heffing
op het varkensvleesch. Ofschoon in 't laat
ste halfjaar van 1932 veel meer varkens
voor uitvoer waren geslacht, was de bin-
nenlandsche consumptie zoodanig terugge-
loopen, dat het totaal aantal geslachte var
kens nog enkele duizenden bleef beneden
het aantal in het laatste halfjaar van 1931
geslacht.
Voeg daarbij, dat zoodra de crisis-var-
kenswet kwam bij de boeren de hoop her
leefde, dat het houden van varkens weer
loonend zou worden, met het gevolg, dat
ieder zooveel varkens trachtte te houden
als hij maar mocht. Zoodoende kwam de
inkrimping, welke in 1931 vanzelf in vol
len gang was, ontijdig tot staan, met het
gevolg, dat we op heden nog altijd met een
groot surplus zitten. Was het vroeger steeds
regel, dat de varkens duur waren, wanneer
het spek duur was, thans beleven we het
ongewone verschijnsel, dat het spek een
goeden prijs geldt en de varkensprijzen
dalen.
Niet anders is het met de boter gegaan.
Bedroeg het verbruik van natuurboter in
1929 rond 45.5 millioen K.G., in 1931 was
zulks gestegen tot 58.5 millioen K.G. en in
1932 zelfs tot 67 millioen K.G., terwijl het
in 1933 weer is gedaald tot 47 millioen
K.G. De menging van 25 pet. natuurboter
in de margarine heeft dus niet het ver
bruik van natuurboter maar wel van mar
garine geholpen, 't welk van 55 millioen
K.G. in 1932 weer steeg tot 58 millioen
K.G. in 1933. Hoe moet het onzen steeds
armer wordende boeren wel te moede ge
weest zijn, toen ze dezer dagen lazen van
de millioenen winst door de margarinefa-
brieken behaald?
Niet onze koeien zijn dan ook de schuld
aan de overproductie, maar de margarine-
fabrieken. Toch moeten onze koeien afge
maakt en werken de margarinefabrieken
lustig door. Met het gevolg, dat heel Ne
derland thans margarine eet van 1.20 per
K.G. en onze goede boter voor nog geen
40 cent per K.G. naar 't buitenland gaat.
Ook hier zou ik willen wijzen op Musso
lini, die de fabricatie van margarine een
voudig verbood en dus blijkbaar de land
bouw voor z'n land van meer belang acht
te dan de industrie.
AI niet veel beter is het gesteld met de
afslachting van onzen veestapel. Wel heeft
men in den beginne in regeeringskringen
gejuicht, dat de pessimisten ongelijk ble
ken te hebben, wijl 't met de levering van
koeien goed ging, doch de menschen van
de practijk wisten wel, dat 't niet de boe
ren waren, maar de handel was, die de
meeste koeien leverde, eenvoudig omdat
men daarin een zoet winstje zag, die boven
dien nog kans zag, er ettelijke exempla
ren tusschen te schuiven, welke voor de
melkproductie niet van het minste belang
waren. Niet zoodra echter begonnen de
prijzen van het vee op de vrije markt te
stijgen, of die leveringen bepaalden zich
tot enkele minderwaardige exemplaren.
Nog slechts enkele weken geleden deel
de de Crisisrundvee-Centrale mede, dat,
wanneer niet voor 15 Mei het getal van
140.000 dieren zou zijn ingeleverd, men tot
gedwongen levering zou moeten overgaan.
Nu zijn er rond 115000 geleverd en.... is
opeens de overname door de regeering stop
gezet, wijl, nu het vee in de weide loopt,
de lust tot leveren bij de boeren over is.
Zou 't ook kunnen zijn, dat de lust bij -ie
regeering eraf is? Wanneer men in aan
merking neemt, dat op de eerste 70000
koeien een verlies is geleden van ruim 8
millioen gulden, welk verlies slechts voor
de helft door de heffingen is goedgemaakt,
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Geruchten, dat Frankrijk zijn leger-
diensttijd gaat verlengen. (2de blad).
Eenige nadere bijzonderheden over het
Oostenrijksche concordaat met het Vati-
caan. (2de blad).
Hernieuwde actie der Nazi's in Oosten
rijk. (2de blad).
BINNENLAND.
De Tweede Kamer heeft het wetsontwerp
tot steunverleening aan den middenstand
z. h. st. aangenomen. (2de blad).
Aan de conservenfabrikanten zijn door
de Regeering voorschriften gegeven in zake
de conserveering van busgroenten. (2de
blad).
Beperking Druivencultuur. (L. en T., 1ste
blad).
Verplicht veilen van tuinbouwproduc
ten. (L. en T., 1ste blad).
Te Hasselo is een jongen door den blik
sem gedood. (Laatste Berichten).
Te St. Michielsgestel reed een auto In
den Dommel, tengevolge waarvan de be
stuurder verdronk. (Laatste Ber.).
De loting voor de voetbal-wereldkam
pioenschappen bracht Nederland tegen
Zwitserland. (3de blad).
Wij beginnen met een apologetische
vragenbus. (4de blad).
terwijl nog millioenen bussen vleesch on
verkocht zijn, dan zou 't ons niet verwon
deren, al ware 't alleen maar om de enorme
kapitalen welke de financiering van deze
maatregel eischt.
In hoeverre de zeer hooge heffing op 't
vleesch, waaruit bovengenoemd verlies
moet betaald worden, van invloed Is ge
weest op 't vleeschverbruik heb ik nog niet
kunnen vinden, doch mag men de slagers
gelooven dan zou de vermindering daar
van zeer groot zijn.
In dit verband is wel merkwaardig wat
dezer dagen de „Maasbode" ontleende aan
het grootste Engelsche blad de „Times"
over de economische politiek in Engeland
't welk er op wees, „dat er momenteel een
overvloed van allerlei producten bestaat,
waaraan de menschheid inderdaad behoefte
heeft. Het groote probleem bestaat dan ook
hierin om den consumenten deze produc
ten te verstrekken, en om iedereen in staat
te stellen meer te consumeeren. De oplos
sing van het probleem kan dus nimmer ge
legen zijn in een vermindering van de
consumptie of door het geld uit de zakken
der consumenten te kloppen door middel
van belastingen, om het dan weer aan an
deren te geven".
Dit is ook mijne meening, een meening
welke ik reeds in October 1932 op de al-
gemeene vergadering van den L. T. B. heb
geuit, toen ik de daar besproken regee-
ringsmaatregelen eenvoudig lapmiddelen
heb genoemd, wat mij zelfs kwalijk geno
men werd. Hoe zoude men er nu over den
ken?
't Wil mij voorkomen, dat al dat ingrij
pen in de particuliere bedrijven uit den
booze is. De regeering moet de groote lij
nen in 't oog houden en door een doelma
tige handelspolitiek en bescherming waar
deze noodig is de bedrijven steunen, deze
bovendien ontheffen van de te zware las
ten, maar de aanpassing aan de omstan
digheden aan het particulier initatief over
laten. Dit tracht toch steeds een uitweg te
vinden gelijk wel blijkt bij de bloembol
lenteelt, waar tengevolge van de teeltbe
perking en andere maatregelen, ook van
monetairen aard, een toenemende verplaat
sing van de bollenteelt hebben in de hand
gewerkt en men met het oog op de slechte
ervaring, met de regeeringsmaatregelen op
gedaan, er reeds over spreekt deze 't vol
gende jaar niet voort te zetten.
In geloof, dat ook onze volksaard er
zich slecht toe leent in alles „bemaatre-
geld" te worden.
J. B. WESSELINH.
Oegstgeest, Mei 1934.