ZATERDAG 28 APRIL 19*. DE LEIDSCHE COURANT VIJFDE BLAD PAG. 17 AFDEELING LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND. Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien dagen. Brieven, vragen en mededeelingen te richten aan een der redactieleden: Mejufrouw LAURA WERY, Pieterskerkkoorsteeg 15, Leiden: Zr. L V AN DEN ABEELEN, Willem de Zwij gerlaan 25, Oegstgeest; Mevr. FEHMERS— BOER KNOTTNERUS, Warmonderweg 37. MARIA MAGDALENA. In het Evangelie is na Maria geen vrouw zoo uitvoerig beschreven en heeft er geen enkele zoo'n groot aandeel gehad in 't meeleven met Christus' lijden en Zijn verrijzenis als Maria Magdalena. Op Palmzondag zien wij haar in 't lij- dens-evangelie van Mattheus, hoe zij de voeten van Christus met haar tranen be sproeit en afdroogt met haar haren en hoe zij op 't hoofd van Christus de dure balsem uit een mooie albasten kruik goot. De Apostelen leden altijd min of meer onder 't menschelijk opzicht en ge neerden zich, dat Christus zich dit alles van een „gevallen vrouw" liet welgeval len. Maar Christus gaf hun daarvoor een standje, prees de liefdedaad van Maria Magdaiena en beloofde zelfs plechtig, dat deze liefdedaad, zoolang de wereld zal be staan, bekend gemaakt zal worden. In de Goede Week wordt dan ook door de apostelen deze daad al of niet terloops genoemd en hebben de daden van Maria Magdalena de bijzondere belangstelling van de apostelen, zoodat ook haar naam speciaal genoemd wordt onder de vrou wen, die op Goede Vrijdag onder 't Kruis mogen staan om 't Lijden van Christus mee te leven. Dan zien wij Maria Magdalena en Maria de moeder van Jacobus naar 't graf van Christus snellen vroeg in den morgen om Christus te balsemen. In al de daden van Maria Magdalena zit iets heel attents en steeds voelt men de vrouw, wier heele ge- dachtenleven alleen gericht is- op 't wel zijn van Christus. Aan 't graf gekomen, zien de beide vrouwen het graf verlaten en krijgen zij de verschijning van de en gel in witte kleederen, die haar zegt, dat Christus verrezen is, zooals Hij heeft ge zegd en dat zij dit ook aan de apostelen moeten bekend maken. In de Paaschweek wordt deze verschij ning door verschillende leerlingen beves tigd; aan Maria Magdalena alleen ver schijnt Christus nog eens heel bijzonder, wanneer zij, in haar gevoel van groote verlatenheid zit te schreien bij het graf. In haar groot verlangen naar Christus, vraagt zij aan den man, die zij voor een tuinman houdt, waar hij Christus toch wel neergelegd heeft, maar dan spreekt Christus haar naam uit „Maria" waardoor zij op slag weet, dat Christus voor haar staat en Christus zegt haar dan, om haar spontaniteit te bedwingen „Raak me rJet aan, want Ik ben nog niet opgeklommen tot den Vader". Ondanks het feit, dat Maria Magdalena zulk een groote plaats inneemt in 't leven van Christus en de evangelisten de ont moetingen van Christus en Maria Magda lena zoo uitvoerig hebben behandeld, staan ook wij nog dikwijls op het stand punt, dat de apostelen innamen, voordat Christus hen daarover een verwijt maak te. Nog steeds zijn wij geneigd eerder naar 't verleden van Maria Magdalena te kijken, dan te bedenken, dat zij niet on danks haar verleden, maar juist door haar groote aanleg om intens te kunnen liefhebben zulk een groote heilige is ge worden. In haar verleden was die liefde verkeerd gericht, en heeft zij veel gezon digd, nadat zij Christus heeft leeren ken nen, heeft zij voor hare zonden geboet en al haar liefde op Christus gericht. Hoe staan wij tegenover de gevallen vrouw of het gevallen meisje? Het blijkt helaas maar al te dikwijls, dat wij door ons liefdeloos gepraat en onze harde cri- tiek het haar bijna onmogelijk maken om weer goed te worden of goed te blijven. Ondanks onze liefdadigheid voor het ge vallen meisje, zijn wij persoonlijk vaak hard voor haar en zijn wij daardoor niet mede schuldig aan een herval in zonden? God alleen weet, uit hoevelen van haar een Maria Magdalena had kunnen groeien als wij maar anders waren geweest. Ook de apostelen die 't toch ook met Christus goed meenden, zouden er wat goed voor gezorgd hebben, dat Maria Magdalena niet te dicht bij Christus kwam en Hem niet had leeren kennen in al Zijn begrij pende en vergevende liefde. Wij moeten ook in deze Christus navolgen en er voor zorgen, dat ook deze vrouwen en meisjes Christus leeren kennen, zooals Christus door haar gekend wil worden. OFFICIEELE MEDEDEELINGEN. Sluitings- en ledenavond. Donderdag 3 Mei a.s. des avonds om 8 uur in de groote zaal van Hotel „De Burcht" zal een leden- en sluitingsavond gehouden woiden. De avond wordt opge luisterd door een operette: Twee brui loften in Japan, die door Mejuffrouw Jo Kortman, ons allen bekend, met haar clubje ingestudeerd is. Laten alle leden van den Vrouwenbond er voor zorgen, dat zij dien avond vrij zijn om deze avond bij te kunnen wonen. Degene, die zich nu als lid opgeven, zijn lid voor het vereenigingsjaar Sept. 1934— Sept. 1935, zij mogen deze avond bijwonen en aan alles deelnemen, wat de Vrouwen bond tot Sept. wil ondernemen. Korte inhoud van de operette. Nanki Poo, de zoon van den Keizer van Japan ,,Micado", reist incognito het rijk rond om een snoezig meisje te vinden: Yumyum. Pish Toosh vertelt hem, als hij als Troubadour wat liedjes zingt, dat hij op moet passen, want dat de Keizer een strenge wet afgevaardigd heeft, dat ieder een heel degelijk moet zijn en niemand een meisje mag kussen, bij overtreding van de wet wordt men onthoofd of moet beul worden. Koko wil met Yumyum trouwen, hij wordt beul en noemt de menschen op, die hij nu zal onthoofden. Alle zijn bang voor hem, drie vriendinnen van Yumyum niet, zij bezingen de levensvreugde. Nanki Poo ziet Yumyum en verklaart haar zijn liefde, Yumyum durft niet t ja woord geven uit angst voor de wraak van Koko, maar Nanki Poo is overtuigd, dat de Keizer hem sparen zal en hij viucnt met Yumyum. Het koor komt op en vraagt wat de vergadering wil besluiten. Terwijl Koko beslist, dat Nanki Poo zijn hoofd m».et verliezen, verraadt een jaloersche <ude juffrouw, dat Nan ki Poo de zoon van den Keizer is. Yumyum wordt als bruid ge tooid maar de bruidegom Nanki Poo is bang voor de gevolgen. Yumyum en KoJco zijn verontwaardigd over de strenge zede- wet in 't land. De Keizer verschijnt met Kalisha, die als bruid voor Nanki Poo was bestemd. Nanki Poo vertelt alles aan zijn vaJur en stelt voor, om Kalisha aan Koko te ge ven, wat gebeurt. De wetten wei den veranderd, men mag een meisje weer een zoen geven. De demonstratie „Saladine". De Saladine-demoTistratie cue Dinsdag 24 April gehouden werd mocht zich -.elaas niet in veel belangstelling verheugen. Twee redenen kunnen hieraan ten grond slag liggen, de schoonmaak, of het feit dat onze leden de datum niet genoteerd hebben. Toch was er voor de hulsvrouwen veel wetenswaardigs te hooren en de 'eden die zich de moeite gaven deze demonstratie br 'e wonen, zullen hiervan zeker een spijt hebben, vooral omdat allen met een flesch Saladine naar huis togen. Wanneer de belangstelling voor deze middagen zoo klein blijft, zouden deze geheel achter wege moeten blijven, wat toch met het oog op het vele nut wat ze stichten, zeer jammer zou zijn. Het kleine bezoek ten spijt, was de spreekster zoo welwillend, het recept van een heerlijke taart op te geven, hetwelk hier onder volgt. Hazelnotentaart. y3 pond suiker. y2 pond gepelde hazelnoten (1 pond ha zelnoten met schil). 8 eieren. Kosten 67 cent. Ds noten in een amandelmolen malen of ze raspen. 8 eierdooiers, 2 eiwitten en een pond suiker kloppen tot de suiker opgelost is, de hazelnoten er door roeren, de eiwitten stijf kloppen en deze luchtig door het mengsel roeren. De vorm invetten m~t Saladine, be strooien met suiker en voor 1/3 vullen, want de taart rijst heel sterk. drie kwartier in een matig warme even laten bakken en tijdens het bakken de ovendeur niet openen, daar de taart anders neerslaat. De Portefeuilles. Het bestuur zou willen besluiten tot de oprichting van één of meer kringen met leesportefeuilles. Een kring bestaat uit 10 leden van de R. K. Vrouwenbond, die voor 10 ct. p. week een portefeuille we kelijks thuis krijgen. Als inhoud van de portefeuilles zijn de volgende week- en maandbladen te noe men: De Bazuin; De Nieuwe Eeuw; Hooger Leven; Het Schild; De Katholieke Vrouw; De Katholieke Illustratie; Illustratione Vaticana en eenige andere. Zullen Donderdag 3 Mei zich vek leden opgeven? VAN ALLES WAT. Kinderopvoeding. In de Wereldkroniek schrijft Enny Groskamp ten Have een alleraardigst stukje over kinderopvoeding, dat de leze ressen van onze rubriek zeker zal inte resseeren, waarom ik het hier laat volgen. Fisse koete, zei de tweejarige blonde schelm en alleen het jonge moedertje be greep, dat zulks beteekende: „Fritsje wil een koekje". „Is het geen dot?" zong het jeugdige mamaatje. Zij hield hem het begeerde koekje voor. „Daardomme jongenpak het danpak het dantoe dan Steeds hooger ging de hand met de lek kernij. Het kind kraaide en trappelde van pret: „ebeêeebeêe „Wou je het hebben? daar lieverd, neem het dan maar...." Fritsje greep het koekje stevig beet in zijn garnalen-vingers en ging met zijn schat in een hoekje zitten. Het gesprek liep over alles en nog wat, waarin vrouwen belang stellen. De gastvrouw vertelde van de feestelijk heden, die zouden plaats hebben ter eere van het huwelijk van haar jongste zuster. „Wat doe je aan?" wilden we weten. Er volgde een geanimeerde bespreking van een nieuwe japon. Midden in het levendige relaas posteer de zich twee turven hoog, het kleine menschenkind aan moeders schoot. „Fisse koete". „Hier.... lieve engel", zei de jonge vrouw afwezig en stak hem een zand koekje tusschen de vragende lippen. Toen vervolgde ze haar verhaal. Nog was de beschrijving van de japon niet afgeloopen, of wederom deed Fritsje zich gelden. Maar hu zei moeder neen. Zoo maar kort en bondig neen, zonder meer. Twee rozenlipjes begonnen te bibberen, twee blauwe oogen vulden zich met tra nen en toen zette het lieve engeltje een keel op of hij gevild werd „Het wordt heusch tijd, dat we met zijn opvoeding beginnen" sprak de jeugdige moeder gewichtig. „Hij is twee en een half jaar. Nu moet hij maar eens leeren, wie de baas is.... Van vandaag of moet hij ook alleen in 't donker slapen". Arme kleine Fisse. Er zijn nog heel wat traantjes voor je in 't verschiet, als het op deze manier moet gaan. Het alleen-in-donker-slapen bleek voor alsnog enkel theorie. De praktijk was: een brullend kind waarmee de halve nacht werd gesold, een verdrietig en doodver moeid moedertje en een humeurige vader. Een vaak voorkomende toestandmaar een onnoodige toestand. De opvoeding van gezonde zuigelingen begintop den eersten levensdag. En als zij schreeuwen.... welnu! dat zij schreeu wen! Een gezond kind moet af en toe een flinke keel opzetten, dat was niet alleen een bakerpraajte uit den tijd van cornet en neepjesmuts, maar dat zal de moderne kraamverpleegster u ook vertellen. Schreeuwen is een uitstekende longen- gymnastiek voor den nieuwen wereldbur ger. „Zijn wandeluurtje" noemde eens een ervaren verpleegster het dagelijks terug- keerend krijtuur van een pasgeborene. Als vele te angstige jonge moeders het gezonde schreeuwen van hun lievelingen eens meer konden beschouwen als spier- oefening en minder als onheil, dan zou den ze vrij wat beter in staat blijken, die allereerste opvoedingsmanoeuvres toe te passen. Wanneer men zich heeft overtuigd dat noch prikkende spelden, noch vliegen of muggen, noch natte luiers of anderszins het kind hinderen, wanneer alles in orde is en het is geen tijd voor de voeding, dan is er geen enkele reden om de zuigeling tusschentijds op schoot te nemen, te sus sen, te dodeinen, te voeden, te wiegen, of wat dan ook. Iedere jonge moeder, die uit angst voor twee of drie nachten ge schreeuw, met haar zuigeling nachtwan delingen door de kamer onderneemt en ook overdag bij iedere kik het kind op schoot tilt, legt den grondslag voor een maandenlange periode van geroofde nacht rust, van eindeloos getob, van overver moeidheid, prikkelbaarheid en al wat daar bij komt. IMTERPAROCHIEELE dSb VOOR ONS DISTRICT Er is mooie belangstelling voor onzen Leidersdag op Zondag 13 Mei in het Cle- menshuis te Noordwijkerhout. Program ma's en deelnemerskaarten worden aan de Senioren tijdig toegezonden. De gelden s.v.p. storten op de giro der Leidsche Géz. Ver. no. 176553. Heeren zangers ,die de Schola Cantorum zullen vormen, komen ter repetitie bijeen op Vrijdag 11 Mei. WAT EEN GEZEL TOCH WETEN MOET 54 De bevoegdheid van de Kerk op so ciaal en economisch terrein is reeds door alle eeuwen heen een feit geweest. Wie de geschiedenis der Kerk na gaat komt steeds tot de overtuiging, dat er inderdaad tot die bevoegdheid ook alle reden is, vanwege het nauwe verband met de zedewet. In R. N. schreef de groote Paus Leo: „dat Wij het recht en den plicht hebben, om met oppergezag te beslissen in kwesties van socialen en economischen aard". En in Q. A. staat: „Krachtens het feit, dat Ons door God de schat der waarheid is toever trouwd, en krachtens Onzen strengen plicht, de zedenwet onverminderd te ver kondigen, te verklaren, en haar naleving, koste wat 't kost, door te voeren, vallen ook kwesties van socialen, ja zelfs van economischen aard onder Onze bevoegd heid en hebben Wij hierin het laatste woord te spreken". Let wel op dit oordeel van Paus Pius, een oordeel zoo helder en voor iedereen zoo begrijpelijk, dat zij ons daarover geen zorg mogen maken met de vraag, of de grens niet overschreden wordt. Met zuiver sociale en economische vra gen laat de Kerk zich niet in, evenmin met louter politieke vraagstukken. Maar zoo dra er verband is met de moraal, zoodra de eeuwigheids-bestemming van den mensch erbij betrokken wordt, dan staat er de Kerk met haar Goddelijk leerge zag en spreekt haar goed- of afkeuring uit Zeker, economie en moraal zijn te schei den, alleen echter in zooverre zij volgens eigen principen te werk gaan. Dat ont kent ook de Paus niet, maar Hij voegt er zeer ad rem aan toe, dat het een dwaling zou zijn om te meenen, dat de scheiding volkomen onafhankelijkheid kan beteeke- nen. Dat kan nooit! Want uit den aard van dat alles blijkt maar al te goed (volgens het verband) dat de economie etc. van ondergeschikt belang is. Boven alles uit staat 's menschen roeping, en we zijn geroepen tot God in den hemel. Nu is heel de economische orde, even als de sociale orde pas rijk, als de daartoe behoorende dingen in goede verhouding staan tot de veel hoogere orde, n.l. die van de bovennatuur, gegrondvest in de H. Kerk. Waar nu de zedenwet de norm tot oor- deelen is, zal van daaruit geoordeeld wor den. Zoo en zoo alleen heeft de Kerk het steeds gedaan en zoo zal zij blijven handelen In Q. A. zegt Pius XI immers: het is de zedenwet en zij alleen, die, gelijk zij ons beveelt, bij al ons doen en laten ons te richten naar ons hoogste en laatste doel, ons ook verplicht, in elke afzonderlijke orde van zaken onmiddelijk dat doel na te streven, waarvan ons verstand zegt, dat het door de natuur, of liever door God, voor die bepaalde orde van zaken is vast gesteld, en dat bijzondere doel moet dan telkens in de juiste verhouding onderge schikt worden gemaakt aan het ééne eind doel. Zien wij het altijd zoo? Wij jongeren vooral? Elk vraagstuk in dit leven is van onder geschikt belang, behalve dit ééne: Hoe kom ik in den hemel En toch zijn we vaak zoo eigenzinnig en dom, om juist die allerhoogste kwestie het laagst te taxeeren. In de felheid van onzen tijd moeten we die belangrijke vraagstukken onder de oogen durven zien en de consequenties aanvaarden, waarvoor het Gezag der Ka tholieke Kerk ons stelt. Dan pas zijn we Katholiek. Want juist in den offerzin zit een machtige draagkracht. S. M. DON BOSCO (Vervolg) Zeer handig wist Don Bosco de straat jongens bijeen te krijgen. Op Zondag 12 December 1841, zag men 6 knapen, en allen luisterden met gespan nen aandacht. Steeds meer jongens kwa men, zoodat hij besloot een grootere ka mer te betrekken. Toen de kring van jon gens nog grooter werd wilde hij een huis huren, maar dat ging echter zoo gemakke lijk niet, want niemand wou zijn huis la ten vernielen. Daarom besloot Don Bosco zelf een „Oratorium" te bouwen. Hij liep al biddende langs de straten en lanen, toen zijn oog viel op een weide. Don Bosco knoopte een gesprek met den eigenaar aan en hoorde, dat een huisje, dat achter de weide lag, te huur was voor 320 lire. Dat leek hem iets, hij ging naar den huisbaas en het contract was gauw gesloten. Toen de jongens het huis mochten be trekken, kende hun blijdschap geen gren zen meer. De jongens waren uitgelaten van blijdschap. Don Bosco verzamelde steeds meer jon gens om zich heen, zoodat in het jaar 1846 de schaar reeds meer dan 600 knapen tel de. Meerdere priesters hielpen bij 't onder richt, en al gauw stonden er meerdere ora toriums. Ook werkplaatsen opende hij, waar de jongens goed ambachten konden leeren. Ook bouwde hij hospitiums, die steeds uitgebreid moesten worden. Hij werd in dit werk gesteund door groote sommen geld. Don Bosco's werk stond nu stevig. Veel tegenstand had hij 't hoofd moeten bieden, maar hij had overwonnen. Hij had op God vertrouwd en zijn vertrouwen was niet beschaamd. Wie zich daarnaast wel êt meest over verheugde was moeder Marga- retha. Wat had zij al niet gedaan, al niet opgeofferd om haar jongen te helpen en te steunen in het liefdewerk, en zij was er trotsch op, dat 't welslagen voor een klein deel ook aan haar te danken was. En nu, nu 't zoover was gekomen, riep God de brave vrouw tot zich. Zij werd ziek, erg ziek. Haar jongen, die haar zoo innig lief had, bracht haar de laatste H.H. Sacramenten. Honderden jongens, die de goedheid en opofferingen voor hen zoo goed kenden, schreiden van oprechte droef heid, bij de lijkbaar. De zegen van God rustte zichtbaar op Don Bosco's werk. Telkens weer moest hij zyn stichtingen uitbreiden. Vele der door KALENDER DER WEEK KRUISVINDING. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen Credo. De Prefatie van Paschen (invullen: vooral in dezen tjjd). ZONDAG 29 April. Vierde Zondag na Paschen. Mis: Cantate. 2e gebed v. d. H. Petrus, Martelaar. Credo. Kleur: Wit. Zooals op iederen Zondag na Paschen is ook vandaag de Liturgie weer vervuld van de Paaschgedachte. Wonderbare din gen heeft God gedaan! Door eigen kracht is Christus van de dooden opgestaan en Hij sterft niet meer (Introitus en Allelu ja-vers). Ook wij, Christus' ledematen, zijn met ons Hoofd, Christus, verrezen. Komt en hoort gij allen, die het hooren wilt, wat de Heer aan onze zielen gedaan heeft. Wij doen niets te veel als wij de ge- heele aarde uitnoodigen om een dank- psalm uit te jubelen (Offertorium). Maar boven alles: dankbaarheid van de daad! Afleggen alle onreinheid en boosheid (Epistel), ons steeds meer en meer zui veren van onze gebreken (Postcommu- nio), in één woord, onzen levenswandel heiligen (Stilgebed), opdat, als de H. Geest zal komen (Evangelie), Hij ons niet van zonde overtuige (Communio). MAANDAG 30 April. Mis v. d. H. Ca- tharina van Siëna, Maagd: Dilexisti. Kleur: Wit. De H. Catharina leidde als Dominicanes een wonderbaar leven van verstorven heid. Zij is één van de weinigen met de wondeteekenen bevoorrechten. DINSDAG 1 Mei. Feestdag v. d. H.H. Philippus en Jacobus, Apostelen. Mis: Clamaverunt. Credo Prefatie v. d. Apos telen. Kleur: Rood. De H. Philippus won bijna geheel het volk der Scythen voor Jesus Christus. Aan het kruis opgehangen werd zijn lichaam gesteenigd. De H. Jacobus was Jeruzalems eerste bisschop. Eerst gesteenigd en daarna van den hoogen tempel geworpen, stierf de H. Jacobus (de mindere) op 90-jarigen leef tijd den marteldood, na de Kerk van Je ruzalem 33 jaren bestuurd te hebben. WOENSDAG 2 Mei. Gedachtenis van de wijding der Kathedrale Kerk te Haarlem. Mis: Terribilis est. 2e gebed (alleen in stille H.H. Missen) v. d. H. Athanasius. N.B. In het stilgebed wordt niet gebe den wat tusschen haakjes staat. Kleur: Wit. DONDERDAG 3 Mei. Mis v. d. H. Kruis vinding: Nos autem. 2e gebed (alleen in stille H.H. Missen) v. d. H.H. Alexander en Gezellen, Martelaren. Credo. Prefatie v. h. H. Kruis. Kleur: Rood. In een droom daartoe aangespoord ging de H. Helena, moeder van keizer Con stants n, naar Jeruzalem, om het H. Kruis te zoeken. Drie kruisen werden gevonden. Welk was nu het kruis van Christus? Een wonder' nam den twijfel weg. Want een doodzieke vrouw werden ie drie kruisen één voor één opgelegd. Alleen het derde kruis bracht genezing. Deze gebeurtenis herdenkt de Kerk vandaag. Uit eerbied voor het H. Kruis heeft keizer Constantijn den kruisdood afgeschaft. N.B. Wegens den eersten Vrijdag is ge oorloofd een gezongen votiefmis v. h. H. Hart: Cogitationes. Gloria. Credo. Prefa tie v. h. H. Hart. Kleur: Wit. VRIJDAG 4 Mei. Mis v. d. H. Monica, Weduwe: Cognovi. 2e gebed v. h. octaaf van Kerkwijding. Credo. Kleur: Wit. Door tranen en gebeden, maar veel meer nog door haar voorbeeld, heeft de H. Monica de bekeering verworven van haren echtgenoot en van haren zoon, den lateren H. Augustinus. Mogen onze christelijke moeders hare voorspraak inroepen voor het geestelijk behoud harer kinderen. ZATERDAG 5 Mei. Mis v. d. H. Pius V, Paus en Belijder: Statuit. 2e gebed v. h. octaaf van kerkwijding; 3e voor den Paus. Kleur: Wit. Aan Pius V is vooral te danken ge weest het verbond der christelijke vor sten tegen de Turken, welke mede door het gebed v. d. H. Pius, werden verslagen in den slag bij Lepanto in 1571. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender v. h. Bisdom, behalve: MAANDAG. Mis v. d. Z.Z. Benedictus van Urbino, Jacobus van Bitetto en Jozef Benedictus Cottolengo, Belijders: Confi- teantur. 2e gebed v. d. H. Catharina van Siëna. VRIJDAG en ZATERDAG geen 2e ge bed van het octaaf van Kerkwijding en geen Credo. Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. Don Bosco opgevoede jongens hadden roeping voor het priesterschap en nu ging hij er toe over een religieuse vereeniging te stichten en die stelde hij onder bescher ming van den H. Franciscus van Sales, zijn lievelings-heilige; daarom wordt het de orde der Salezianen genoemd. Hij stelde regels op' voor deze nieuwe Orde en ontving de pauselijke goedkeuring (Wordt vervolgd). KOLPINGS WANDELCLUB LEIDEN K. W. C. L. J.l. Zondag had te Amsterdam een ver gadering plaats van alle Kolping Wandel clubs uit dit Bisdom en een uit Nijmegen. Het reglement, dat door de voorberei dingscommissie vervaardigd, is, na punt voor punt behandeld te zijn, met eenige kleine wijzigingen door alle vereenigingen aangenomen. Op de eerstvolgende vergade ring krijgen jullie het ter lezing. Kom dus allen. Datum wordt nader bekend ge maakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 17