ZATERDAG 21 APRIL 1934
DE LEIDSCHE COURANT
VIJFDE BLAD PAG. 17
Crisisgedachten
(Ingezonden).
m
Wanneer ik in mijn vorige beschouwing
op de fout wees, dat de organisaties niet
genoeg haar aandacht aan het rentevraag-
stuk hebben gewijd, dan bedoel ik daar
mede niet alleen onze landbouworganisa
ties, maar zeer zeker ook onze organisaties
van werknemers. En al beweeg ik mij ook
meer speciaal op landbouwgebied, dan ge
loof ik toch, dat hetgeen ik zag, ook op
vele andere, zoo niet de meeste bedrijfs
takken van toepassing is.
Wat toch hebben we gezien? Niet zoo
dra begonnen de werkgevers toen hunne
ondernemingen verlies opleverden over
loonsverlaging te spreken, of de leiders
der organisaties van werknemers stelden
zich daartegen te weer. Ik herinner hier
aan den storm, welke het rapport Welter-
in de gelederen der ambtenaren ontketen
de. En in den landbouw ging het niet an
ders. Elke loonsverlaging ontlokte strijd.
Telkens weer trachtte men te redden, wat
er nog te redden viel, er zich op beroepen
de (en terecht), dat de loonen in den
landbouw toch al mede tot de laagste be
hoorden en ook, dat de arbeidersleiders
steeds in de Kamers mede voor den steun
aan den landbouw hadden geijverd. Niet
zelden hadden de boeren zoowel in als bui
ten de Kamer het verwijt te incasseeren,
dat ze, niettegenstaande ze zooveel steun
ontvingen, hunne arbeiders zoo slecht be
taalden. Ja, zelfs gingen er stemmen op om
aan dien steun een bepaalden norm voor
het uit te betalen loon te verbinden. Van
een onderzoek, in hoeverre die steun de
boeren in staat stelde, dat loon uit te beta
len, geen spoor, terwijl de vertoogen van
hen, die beweerden, dat ondanks dien steun
het de boeren niet mogelijk was een hoo-
ger loon uit te betalen, werden in den
wind geslagen, met het gevolg, dat waar de
landbouwers in de vermindering van loon
niet een voldoende compensatie konden
vinden voor de daling der productenprij-
zen, zij deze moesten zoeken in het aantal
arbeiders en zoo ontstond ook in den land
bouw een tot heden toe ongekende werk
loosheid.
Was alzoo eenerzijds de werkloosheid
eene der algemeene oorzaken der crisis,
die crisis werd op zich weer de oorzaak van
nieuwe werkloosheid, wijl men er maar
niet bijtijds toe komen kon zich aan de
door de crisis zoozeer veranderde omstan
digheden aan te passen.
En toch wie eenigszins dieper nadenkt,
moet wel tot de conclusie komen, dat onze
landbouw met steun, althans in z'n tegen-
woordigen vorm nooit te redden is. Ten
eerste wijl, zooals ik in mijn vorige opstel
heb aangetoond, die steun niet komt waar
hij juist het meest noodig is en ten tweede
omdat men bij dein steun is uitgegaan van
den opzet 'n prijsniveau der producten te
bereiken als voor den oorlog. Maar dan moe
ten ook de lasten niet hooger zijn dan
voor den oorlog, anders kan toch het een
voudigste verstand begrijpen, dat 't niet
gaan kan en er voor den arbeid niets of
althans niet voldoende overschiet.
Juist voor de arbeiders, die dit lezen
zullen, wil ik zulks door een klein
voorbeeld met cijfers toelichten, opdat ook
zij zullen inzien, dat we er met de tegen
woordige steunbeweging nooit komen en
ook zij dus er in hunne organisaties op
aandringen de door mij aangegeven rich
ting in te slaan.
Veronderstellen we dus eens, dat voor
den oorlog de producten van zeker be
drijf eene gezamenlijke waarde hadden van
5000, waarvan aan arbeidsloon werd uit
betaald 1000, ook door den ondernemer
1000 werd genoten en aan rente, lasten,
onderhoud enz., v/elke men gewoonlijk
noemt de vaste lasten, welke op het
bedrijf rusten, ƒ3000 werd opgebracht.
Wanneer dan ook nu de producten van
datzelfde bedrijf denzelfden prijs van
voor den oorlog, dus 5 00 0 opbrengen, is
het duidelijk, dat dan ook die vaste las
te niet hooger mogen wezen dan ƒ3000,
wijl er anders voor den ondernemer en
zijn arbeider(s) niet ook eenzelfde loon
overblijft. Zijn daarentegen die vaste las
ten hooger dan voor den oorlog, b.v. 5000,
dan toch kan een kind uitrekenen dat er
voor den ondernemer en z'n arbeiders
niets, heelemaal niets overschiet.
En hoe staat het nu met die vaste las
ten?
Ie. De waterschapslasten liggen
200 a 300 pet. hooger dan voor den oorlog.
Rijnland b.v. vroeger 1.50, zal nu weer
4 wezen per hectare.
2e. Inkomstenbelasting, zooals wij die nu
kennen, had toen de boer en tuinder niet
te betalen.
3e. Ook geen sociale lasten.
4e. Gemeentelijke belastingen zijn vaak
met 300 pet. gestegen en stijgen nog voort
durend.
5e. Openbare diensten, zooals gas, elec-
triciteit, waterleiding, enz. waren in de
meeste plaatsen niet.
6e. Ook de gewone onderhoudskosten der
bedrijven waren veel lager.
7e. De rentelast der inventaris bedraagt,
daar vee en werktuigen allen veel duur
der waren, vaak het dubbel en dan
voor den oorlog.
8e. En dan tenslotte de hypotheeklasteti.
Tot mijn spijt is het mij niet mogen ge
lukken de juiste cijfers te achterhalen van
het totaal bedrag aan hypotheekschulden
op landerijen van vóór den oorlog en nu;
maar als men weet dat het jaarlijks inge
schreven bedrag voordien rond 45 millioen
bedroeg en dit in 1928 gestegen was tot
141 millioen, dan springt toch wel zeer
sterk in 't oog, hoezeer ook de rentelast
daarvan moet gestegen zijn.
Dit alles in aanmerking genomen, moet
het toch voor een ieder, die een weinig na
denkt, zoo klaar als 't zonlicht wezen, dat
met een steun tot het prijsniveau van voor
den oorlog onze landbouw finaal ten gron
de gaat.
En daarom blijf ik btf mijne meening, nu
reeds anderhalf jaar geleden in mijn eerste
„Crisisgedachten" geuit, dat 't veel beter
geweest ware, in plaats van allerlei steun
maatregelen, waarvan velen èn om hun
ingewikkeldheid en om hun vrijheidsbe
perking niet gediendzijn, de landbouw te
ontheffen van de veel te zware daarop
drukkende lasten.
Een volgende maal zullen we dan eens
zien in hoeverre de getroffen steunmaat
regelen aan hun doel beantwoord hebben.
In verband echter met de vrees, welke
iemand tegenover mij uitte, als zoude, het
geen ik schreef, de landbouwers aanzetten
de maatregelen der regeering te negeeren,
moet ik echter opmerken, dat dit volstrekt
mijn bedoeling niet is. Ik geef slechts mijn
gedachten weer en meen het recht te heb
ben, die onbewimpeld te uiten, teneinde te
trachten onze organisatieplannen voor mijn
ideëen te winnen, omdat ik daarin meer
heil voor onzen landbouw zie.
Ik herhaal echter, wat ik ook reeds in
eerste instantie schreef, dat het onverant
woordelijk is, de door de regeering geno
men maatregelen te saboteeren. Die maat
regelen zijn ongetwijfeld goed bedoeld en
zullen zeker ook wel iets goeds uitwerken
en wel te meer naarmate ze beter worden
uitgevoerd. Zich daartegen verzetten kan
zeker nooit tot iets goeds leiden. Of ze ook
practisch zijn?
We zullen zien.
J. B. WESSELINGH.
Oegstgeest, April 1934.
SPORT
HOCKEY
„Rood-Wlt".
Morgenmiddag speelt Stick I en Stick II
mede in het hockey-toürnooi, wat te Am
sterdam op het N. V. A. terrein wordt ge
houden. Tegen H. A. C., H. S. C. en N. V. A.
zullen onze beide elftallen spelen. Aanvang
te 2.15 uur.
Na afloop worden de prijzen van de dit
seizoen gespeelde competitie uitgereikt aan
de kampioenen huilner afdeelingen.
WIELRENNEN
„DE RIJNSTREEK".
De uitslag van de laatste maandelijksche
tijdrit naar Woerden, 36 M K.M., is als
volgt: 1. Munster 1 uur 1 min. 28 sec.; 2.
Krumpelman 1 uur 3 min.; 3. Bakker 1.3.42;
4. Bouthoorn 1.5.23; 5. Paling 1.540; 6.
Schuurman 1.7.2; 7. Vergeer 1.18,23. Laat
ste competitierit Junioren: 1. Schouten, 2.
v. d. Berg.
A.s. Zondag rijden de A-klassers de 3e
rit van de voorjaarscompetitie Alphen
Gouda en terug. Afstand 32 K.M. Voor de
B- en C-klasse begint een nieuwe compe
titie, eveneens over 31 K.M. Voor beide
laatste klassen is een beker beschikbaar als
le prijs.
ZEILEN
OM HET NATIONAAL JOLLEN-
KAMPIOENSCHAP
Wederom op de Kaag
Evenals in vorige jaren zullen ook dit
jaar wedstrijden worden gehouden voor
het nationaal kampioenschap 12 voetsjol-
len-klasse en wel op de wedstrijdbaan van
de Koninklijke Zeil-, Roei- en Motorsport-
vereeniging „De Kaag". Als wedstrijd-data
zijn Zaterdag 9 Juni en Zondag 10 Juni
aangewezen.
De inschrijvingen voor deze wedstrijden
sluiten onherroepelijk 1 Mei a.s. Zij moe
ten gericht worden aan het Centraal Bu
reau voor Watersport onder bijvoeging van
10 inleggeld.
Teneinde mogelijke onvolledigheden te
voorkomen, wordt er aan herinnerd, dat
t.a.v. deze kampioenschapswedstrijden is
voorgeschreven, dat de inschrijvers bij
hunne inschrijving tevens opgave moeten
doen van de door hen bereikte resultaten
in wedstrijden gedurende de laatste twee
zeil-seizoenen, waarbij door hen naar de
betrokken uitslagen, .in „De Waterkam
pioen" vermeld, verwezen moet worden.
BILJARTEN
LEIDSCHE BILJART-BOND.
Kampioenschappen.
Tot sluiting vam het seizoen worden er
wederom kampioens-wedstrijden uitge
schreven voor leden aangesloten bij den L.
B. B. en wel 2e kl., 3ekl. en 4e kl. De le
kl. wordt niet verspeeld. Hiervoor komt in
de plaats het vrije kamp. voor Leiden en
Omstreken. Hieraan kan door iedere bil
jarter deelgenomen worden, mits hij ama
teur is, en niet geschorst of geroyeerd is
door den L.B.B. De inschrijving sluit 2
Mei e.k. bij den secretaris, Noordeinde 14a.
Het inleggeld bedraagt voor het vrije
kamp. ƒ1.en voor de overige kl. 0.50.
De gemidd. zijn als volgt vastgesteld: 2e
kl. van 2.754.libre, 3e kl. van 22.75
en de 4e kl. beneden 2.
Dat is mijnheer Dupont, die z'n
auto vanwege de crisis heeft moeten
verkoopen. Maar z'n chauffeur heeft
hü aangehouden. .(Gringoire)
LUCHTVAART
HOE KOM IK SPOEDIG IN CHINA.
Per boot en vliegtuig.
Tusschen de Koninklijke Luchtvaart
Maatschappij en de Java-China-Japan Lijn
is een overeenkomst gesloten tot het com
bineeren van het passagiersvervoer per
vliegtuig en per boot naar het Verre Oos
ten. Dientengevolge zal er van 1 Mei af
om de twee weken gelegenheid bestaan om
in 13 Y, dag van Amsterdam naar Hong
kong, in 17 Yi dag naar Sjanghai te reizen.
De Indië-vliegtuigen der K. L. M., die
eiken Donderdag Schiphol verlaten, lan
den dezen zomer een week later in Bata
via om elf uur des morgens. In onmiddel
lijke aansluiting hierop, n.l. om halféén,
vertrekt Donderdags om de veertien da
gen een schip der Java-China-Japan Lijn
naar Hongkong, Amoy en Sjanghai. Zes
dagen na de afvaart uit Tandjong Priok
wordt Hongkong aangedaan, vier dagen
later is Sjanghai bereikt.
Deze snelle verbinding met China be
staat echter alleen voor passagiers; de
luchtpost wordt als vroeger te Singapore
gelost en vandaar naar China vervoerd,
zulks in verband met het feit, dat boven
genoemde dienst BataviaSjanghai een
veertiendaagsche is.
Ten gerieve van de K. L. M.-pasagiers,
die gebruik wenschen te maken van de
verbinding SoerabajaManillaHongkong
AmoySjanghai der Java-China-Japan
Lijn heeft de K. L. M. een overeenkomst
met de K. N. I. L. M. aangegaan, zoodat
deze passagiers per vliegtuig hun reis naar
Soerabaja kunnen voortzetten, om daar op
de boot naar China te wachten, die en
kele dagen later vertrekt. Er is dus tijd
voor een kort bezoek aan Java's Oosthoek,
eventueel aan Bali.
Voor reizigers, die van een der door-
verbmdingen naar China gebruik maken,
zal een zeer voordeelig tarief gelden, dat
aanzienlijk minder zal bedragen, dan de
kosten van een vlucht AmsterdamBata
via plus een eerste klasse overtocht naar
China, afzonderlijk berekend.
RECHTZAKEN
DE MUITERIJ.
Het requisitoir tegen de officieren van de
„De Zeven Provinciën".
De fiscaal bij den Zeeikrijgsraad, de Of
ficier der administratie 2e klasse L. P. van
-Boven, heeft in zijn requisitoir de volgen
de straffen geëisoht tegen den luit. ter zee
le klasse W. F. J. F., anderhalf jaar ge
vangenisstraf, luitenant ter zee 2e klasse
E. M. H., één jaar en drie maanden, L. D.
de K„ één jaar, D. D., zes maanden, luit.
ter zee 3e klasse A. E. J. M., één week, R. R.
van E. één week, J. A. A. van R. vijf dagen,
H. T. K. één week, W. J. R. vijf dagen, A. N.
baron de V. de S. vijf dagen.
De officieren van den Marine stoom
vaartdienst 2e klasse L. de W. één jaar, G.
S. twee maanden, C. M. W. van B. vijf
maanden, de officier van gezondheid der 2e
klasse H. C. B. drie maanden, luit. ter zee
3e klasse P. C. één weeik, J. G. S. drie da
gen.
Tegen de heeren F., H., de K., D., de W.,
S. en van B. werd tevens geëischt verkla
ring van ongeschiktheid om in den mili
tairen stand te blijven, doch zonder ont
zetting uit de bevoegdheid om bij de ge
wapende madht te dienen.
Voorts geldt voor deze straffen aftrek van
den tijd, doorgebracht in preventieve hech
tenis voor den duur van tien dagen. Voor
zes beklaagden voor dien tijd van een week,
terwijl ten aanzien van de luit. ter zee 3e
klasse wordt geacht, dat zij door den tijd
doorgebracht in preventieve hechtenis hun
straf geheel hebben- ondergaan.
De fiscaal, officier van Administratie
der eerste klasse L. P. van Boven consta
teert in zijn requisitoir tegen de officieren
v. d. „Zeven Provinciën", dat hetgeen alle
beklaagden is ten laste gelegd betreffende
de algemeene omstandigheden, waaronder
de muiterij uitbrak, geen nader bewijs be
hoeft na het het toegeven van getuigen en
beklaagden beiden.
Wat het tweede deel van de ten laste
legging betreft, constateert de fiscaal dat
de beklaagden getuige waren van een col
lectief misdrijf tegen ondergeschiktheid,
welk misdrijf tegen hen was gericht.
Voorts is bewezen dat de beklaagden
in het belang der zaak met alle ten dienste
staande middelen tucht en orde hadden
moeten herstellen; dat beklaagden hebben
ingezien dat de tucht en orde alleen door
maatregelen van geweld konden worden
hersteld; dat geen enkele maatregel van
geweld is genomen.
Beklaagden voerden tal van motieven
aan ter rechtvaardiging van hun houding,
ten eerste gewapend optreden kon niet
succesvol zijn wegens de groote overmacht,
welk motief niet te aanvaarden is daar op
treden onafhankelijk van succes, gebiedend
vereischt werd, hetgeen veronderstelt het
aanvaarden van risico, t.w. verlies van
eigen leven.
Het standpunt van beklaagden leidt tot
onaanvaardbare lijdelijkheid van superieu
ren, hetgeen niet in overeenstemming is
met den eisch van handhaving van gezag.
Bovendien waren beklaagden niet mach
teloos, daar zij in het bezit waren gelaten
van pistolen, in tegenstelling met de be
klaagden, de luitenants ter zee der derde
klasse P. C. en J. G. S., die uit hun kooi
werden gelicht.
Verder ontzenuwde de fiscaal nog de an
dere motieven van verdachten.
NA VIJFTIEN JAAR, STRAF NOG
NIET ONDERGAAN.
Het verzuim werd bemerkt.
Ruim vijftien jaar geleden werd een jeug
dige Amsterdammer tot een jaar gevange
nisstraf veroordeeld ennog altijd heeft
hij zijn straf niet uitgezeten.
De rechtbank had hem tot een jaar ver
oordeeld, hij ging in hooger beroep, doch bij
de behandeling voor het Hof liet hij ver
stek gaan. De straf bleef onveranderd. Het
vonnis werd hem door een verzuim of een
misverstand nooit beteekend. Na 15 jaar
werd dit verzuim door de justitie bemerkt.
De veroordeelde teelkende verzet aan tegen
het oude vonnis, omdat hij zijn de&iot be
dreven heeft toen de oude wet nog vigeer
de. Dit gaf hem het recht zich tegen het voai
nis te verzetten en de beteekening heeft pas
plaats gehad in Maart 1934.
Gisteren werd de zaak opnieuw behan
deld voor het Amsterdamsche Gerechtshof.
In een donkeren nacht in het laatst van
1919 werd een poging tot inbraak gepleegd
in een winkel in de Kalverstraat te Am
sterdam. Danik zij het optreden van een
nachtwaker bleef het bij een poging. De
daders men had gepoogd met een koe
voet een deur open te breken, de ander had
op den uitkijk gestaan werden gearres
teerd.
Ter zitting trad raadsheer mr. Van Geer,
als raadsheer-rapporteur op. Hij gaf een
overzicht van de juridische feiten in dit
proces.
Na het getuigenverhoor requireerde de
procureur-generaal mr. Bauduin schorsing
van de zaak om alsnog een politierapport in
te winnen.
De verdediger mr. J. Hartogh de Vries
voerde aan, dat z.i. de zaak was verjaard,
overigens kon hij zich vereenigen met het
verzoek van den procureur-generaal.
Het Hof besloot de zaak conform den
eisch te schorsen.
LAND- EN TUINBOUW
Vergadering Hoofdbestuur Alg. Vereen, v.
Bloembollencultuur.
In de op 17 April jJ. gehouden vergade
ring van het hoofdbestuur waren de leden
Bergman, Kooiman en Kramer verhinderd,
aanwezig te zijn.
Bespraken werd de in de rondvraag van
de vorige algemeene vergadering ter sprake
gebrachte wijze van meting der met bloem
bollen beplante oppervlakte door de Ned.
Bioemibollenkweekers Centrale. Hoewel er
van verscheidene zijden op werd gewezen,
dat deze meting minder gelukkig is, werd
besloten, geen pogingen tot wijziging hier
van te ondernemen, daar deze wijze van
meting reeds is toegepast en indertijd be
hoorlijk door de Kweekerscentrale is aan
gekondigd.
De in de rondvraag der laatste algemeene
vergadering in overweging gegeven roy
eering van leden, die niet voldoen aan hun
verplichtingen, voortvloeiend uit een uit
spraak van het Scheidsgerecht werd niet
wenschelijk geacht, daar deze leden niiet
tekort zijn geschoten in hum verplichtingen
jegens de vereeniging.
Bovendien kan een gedaagde partij die
by uitspraak van het Scheidsgerecht is ver
oordeeld om aan de eischende partijen een
zeker bedrag aan hoofdsom, e.v. met rente
en/of kosten te betalen en die daaraan niet
vrij willig voldoet, daartoe gedwongen wor
den op dezelfde wijze en in dezelfde mate
als ware deze gedaagde door den gewonen
rechter veroordeeld.
Naar aanleiding van een ingekomen
schrijven werd een beschouwing gewijd aan
de toenemende verplaatsing der bollenteelt
naar het buitenland. De oorzaak van dit
verschijnsel, dat door het hoofdbestuur zeer
werd betreurd, werd gezocht in de sanee-
ringsuitgaven oplegt, werken er alle toe
ling, de teeltbeperking en de financieele
lasten op teelt en export, welke de regee
ring voor de terugbetaling van de sanee-
ringsuitgaven oplegt, ewnken er ale toe
mede om de neiging tot verplaatsing der
teelt naar gebieden, waar vrijheid in dit
opzicht bestaat, in de hand te werken, ter
wijl ook de verhouding van onze valuta tot
die van het buitenland, waardoor men in
het buitenland goedkooper telen kan, een
rol speelt.
In verband hiermede werd het geheele
vraagstuk der saneering door het hoofdbe
stuur besproken. Algemeen was de verga
dering van oordeel, dat wegens het zooeven
genoemde gevaar van verplaatsing der
cultuur, alsmede wegens de slechte erva
ring opgedaan met bepaalde Regeerings-
maatregelen, de sameering na het jaar 1934
niet moet worden voortgezet. De vergade
ring behield zich echter nog hare meening
voor, met betrekking tot de wenschelijk-
heid van een voortzetting van het toezicht
op den omvang der teelt, teneinde nieuwe
overproductie in die toekomst te voorkomen.
Hierover zal 'het hoofdbestuur zijn houding
nog nader bepalen.
Besloten werd een adres aan den Minister
van Economische Zaken te richten, waarbij
onder verwijzing naar het adres van het
Hoofdbestuur van 23 Augustus 1933 op
nieuw wordt aangedrongen op intrekking
der handelsbeschikking betreffende het
zoogenaamde „raam", omdat de ervaring
geleerd heeft dat de door het Hoofdbestuur
in dat adres uiteengezette bezwaren inder
daad bestaan, en een behoorlijke uitvoering
der voorschriften onmogelijk is.
LEEST DE ADVERTENTIES
IN UW DAGBLAD.
METEOROLOGIE EN HOOGTE-
RECORD.
I Vliegmachine—BallonRaket.
ONBEMANDE BALLONS.
In de laatste jaren staan de stra
tosfeertochten in de algemeene
belangstelling. Mpn vergeet vaak,
dat het hier om wetenschappelij
ke onderzoekingen gaat en dat
nog andere methoden dan ballon-
vluchten voor de ontsluiering van
de stratosfeergeheimen worden
toegepast.
De techniek heeft zich in onze eeuw zoo
geweldig ontwikkeld, dat weldra in hori
zontale richting geen afstanden meer
zullen bestaan. Daartegenover zijn de re
sultaten, die wij in loodrechte richting
bereikten, in vergelijking hiermee poover
te noemen. Diep in de aarde dringen kun
nen wij niet en groote hoogten kunnen wij
evenmin bereiken. Zeker, men is 2000
meter ver in de aarde gekropen en men
heeft een hoogte van 22.000 meter bereikt.
Hoe weinig dat eigenlijk is, kan door de
volgende vergelijking duidelijk worden.
Wanneer men zich de aarde zoo groot
voorstelt als een gewoon huis in een stad
dan zweeft de ballon, die het verst van de
aarde verwijderd is, ongeveer 4 c.M. boven
deze „globe".
De Italiaansche vlieger Donati is er in
geslaagd, een hoogte van 14553 meter te
halen. Met groot levensgevaar heeft hij
deze hoogte bereikt, die in vergelijking
met de aarde toch zeer gering is. Wel be
wijst dit record, dat de vliegtuigkunde ge
weldig vooruit gaat. Zal de mensch met
vliegmachines nog hooger kunnen komen?
De technici bevestigen en ontkennen dit;
want feitelijk is het meer een materiaal-
kwestie, of de 14.553 meter overtroffen
zullen worden. In de ijle lucht moet de
propeller, wil hij nuttig zijn zoo razend
vlug ronddraaien, dat de uiteinden een
snelheid bereiken, die dicht de grens van
de cohaesie voor het materiaal nadert.
Waarschijnlijk zal de ballon in de vol
gende jaren grootere hoogten bereiken.
Twee jaar geleden bereikte Piccard de
toen ongelooflijke hoogte van 16000 me
ter. Een paar maanden geleden stegen de
Russen tot een hoogte van 22.000 meter.
De mededeeling der Russen, dat zij on
bemande ballons met elf registreerende
instrumenten in de stratosfeer lieten op
stijgen, verwekte eenige sensatie. Toch is
deze methode niet nieuw reeds dertig
jaar geleden werkte men er mee. Inder
tijd hadden de Duitschers Berson en Siih-
ring een hoogte bereikt van 10.800 meter.
Na 10.250 meter bezwijmde Sühring ech
ter, zoodat Berson het tenslotte verstan
diger achtte, daar ook hij een ineenstor
ting vreesde, te dalen. Nu wilde men, on
danks het feit, dat menschen in deze hoog
ten niet meer konden werken, uit nog
hoogere regionen meteorologische gege
vens hebben. Zoo kwam men er vanzelf
toe om twee ballons te laten opstijgen,
uitgerust met zelfregistreerende instru-
mensen. Een ballon barstte op een voor
uit berekende hoogte, zoodat de instrumen
ten langzaam met de andere ballon daal
den.
Tegenwoordig gebruikt men slechts een
ballon, die in groote hoogte uit elkaar
springt, waarna met behulp van een para
chute het instrument veilig kan dalen.
Meer dan twintig jaar geleden bereikte
men met deze ballons hoogten van 35000
meter. De meteorologie is dan ook sedert
jaren met de toestanden in deze groote
hoogten uitstekend bekend. De stratosfeer
is lang niet zulk een mysterieuze luchtlaag
als men algemeen denkt.
Men weet, dat op 10 K.M. de tempera
tuur niet meer daalt zooals wel in de
stratosfeer het geval is maar om de 55
graden Celsius beneden nul blijft. Menig
onderzoeker meent zelfs, dat op groote
hoogten de temperatuur weer stijgt. Tot
nu toe is men er niet in geslaagd dit te be
wijzen. Weliswaar kan een warmere laag
hooger dan 35 K.M. liggen, maar uit deze
regionen heeft men geen metingen en het
is ook twijfelachtig, of de 35 K.M. grens
wel overschreden kan worden.
Theoretisch is dat heel goed mogelijk,
maar in de praktijk stuit het af op de
rubber. Hoe hooger de ballon komt, des
te meer rekt de rubber, daartoe gedwon
gen door de constant blijvende waterstof
gasvulling en het verminderen van den
luchtdruk. Op de groote hoogten heeft de
ballon dan ook vaak een 10 maal grootere
omvang dan op aarde en is de rubber zoo
uitgereikt, dat de dikte niet meer dan een
onderdeel van 1/10 m.M. bedraagt, zoodat
de ballon scheurt.
Hoewel men prima materiaal gebruikt,
is aan deze uitzetting een natuurlijke
grens gesteld, die slechts met behulp van
een nieuwe rubbersoort zou kunnen over
schreden worden.
Men zal dus voorloopig op een andere
wijze moeten trachten, gegevens uit nog
grooter hoogte te krijgen. De raket kan
hierbij als vervoermiddel van de instru
menten dienen, die op tophoogte met een
valscherm van de raket loskomen en dan
hun werk beginnen.
Drie jaar geleden kon de meteorologische
meettechniek een groot succes boeken,
toen men er in slaagde, een registreer-
instrument te combineeren met een korte-
golfzender, die niet zwaarder was dan 500
gram, zoodat men reeds tijdens het stij
gen van de ballon de verschillende toe
standen door vastgestelde seinen te weten
kwam.
Met het oog op den grooten vooruit
gang van de onbemande stratosfeerballons
zijn de tochten van bemande ballons niet
zóó urgent. Daarbij komt nog, dat profes
sor dr. Regener er in geslaagd is, de hoog-
testralen ook voor grootere hoogten te
berekenen.