ZATERDAG 21 APRIL 1934 DE LEIDSCHE COURANT VIJFDE BLAD PAG. 17 Crisisgedachten (Ingezonden). m Wanneer ik in mijn vorige beschouwing op de fout wees, dat de organisaties niet genoeg haar aandacht aan het rentevraag- stuk hebben gewijd, dan bedoel ik daar mede niet alleen onze landbouworganisa ties, maar zeer zeker ook onze organisaties van werknemers. En al beweeg ik mij ook meer speciaal op landbouwgebied, dan ge loof ik toch, dat hetgeen ik zag, ook op vele andere, zoo niet de meeste bedrijfs takken van toepassing is. Wat toch hebben we gezien? Niet zoo dra begonnen de werkgevers toen hunne ondernemingen verlies opleverden over loonsverlaging te spreken, of de leiders der organisaties van werknemers stelden zich daartegen te weer. Ik herinner hier aan den storm, welke het rapport Welter- in de gelederen der ambtenaren ontketen de. En in den landbouw ging het niet an ders. Elke loonsverlaging ontlokte strijd. Telkens weer trachtte men te redden, wat er nog te redden viel, er zich op beroepen de (en terecht), dat de loonen in den landbouw toch al mede tot de laagste be hoorden en ook, dat de arbeidersleiders steeds in de Kamers mede voor den steun aan den landbouw hadden geijverd. Niet zelden hadden de boeren zoowel in als bui ten de Kamer het verwijt te incasseeren, dat ze, niettegenstaande ze zooveel steun ontvingen, hunne arbeiders zoo slecht be taalden. Ja, zelfs gingen er stemmen op om aan dien steun een bepaalden norm voor het uit te betalen loon te verbinden. Van een onderzoek, in hoeverre die steun de boeren in staat stelde, dat loon uit te beta len, geen spoor, terwijl de vertoogen van hen, die beweerden, dat ondanks dien steun het de boeren niet mogelijk was een hoo- ger loon uit te betalen, werden in den wind geslagen, met het gevolg, dat waar de landbouwers in de vermindering van loon niet een voldoende compensatie konden vinden voor de daling der productenprij- zen, zij deze moesten zoeken in het aantal arbeiders en zoo ontstond ook in den land bouw een tot heden toe ongekende werk loosheid. Was alzoo eenerzijds de werkloosheid eene der algemeene oorzaken der crisis, die crisis werd op zich weer de oorzaak van nieuwe werkloosheid, wijl men er maar niet bijtijds toe komen kon zich aan de door de crisis zoozeer veranderde omstan digheden aan te passen. En toch wie eenigszins dieper nadenkt, moet wel tot de conclusie komen, dat onze landbouw met steun, althans in z'n tegen- woordigen vorm nooit te redden is. Ten eerste wijl, zooals ik in mijn vorige opstel heb aangetoond, die steun niet komt waar hij juist het meest noodig is en ten tweede omdat men bij dein steun is uitgegaan van den opzet 'n prijsniveau der producten te bereiken als voor den oorlog. Maar dan moe ten ook de lasten niet hooger zijn dan voor den oorlog, anders kan toch het een voudigste verstand begrijpen, dat 't niet gaan kan en er voor den arbeid niets of althans niet voldoende overschiet. Juist voor de arbeiders, die dit lezen zullen, wil ik zulks door een klein voorbeeld met cijfers toelichten, opdat ook zij zullen inzien, dat we er met de tegen woordige steunbeweging nooit komen en ook zij dus er in hunne organisaties op aandringen de door mij aangegeven rich ting in te slaan. Veronderstellen we dus eens, dat voor den oorlog de producten van zeker be drijf eene gezamenlijke waarde hadden van 5000, waarvan aan arbeidsloon werd uit betaald 1000, ook door den ondernemer 1000 werd genoten en aan rente, lasten, onderhoud enz., v/elke men gewoonlijk noemt de vaste lasten, welke op het bedrijf rusten, ƒ3000 werd opgebracht. Wanneer dan ook nu de producten van datzelfde bedrijf denzelfden prijs van voor den oorlog, dus 5 00 0 opbrengen, is het duidelijk, dat dan ook die vaste las te niet hooger mogen wezen dan ƒ3000, wijl er anders voor den ondernemer en zijn arbeider(s) niet ook eenzelfde loon overblijft. Zijn daarentegen die vaste las ten hooger dan voor den oorlog, b.v. 5000, dan toch kan een kind uitrekenen dat er voor den ondernemer en z'n arbeiders niets, heelemaal niets overschiet. En hoe staat het nu met die vaste las ten? Ie. De waterschapslasten liggen 200 a 300 pet. hooger dan voor den oorlog. Rijnland b.v. vroeger 1.50, zal nu weer 4 wezen per hectare. 2e. Inkomstenbelasting, zooals wij die nu kennen, had toen de boer en tuinder niet te betalen. 3e. Ook geen sociale lasten. 4e. Gemeentelijke belastingen zijn vaak met 300 pet. gestegen en stijgen nog voort durend. 5e. Openbare diensten, zooals gas, elec- triciteit, waterleiding, enz. waren in de meeste plaatsen niet. 6e. Ook de gewone onderhoudskosten der bedrijven waren veel lager. 7e. De rentelast der inventaris bedraagt, daar vee en werktuigen allen veel duur der waren, vaak het dubbel en dan voor den oorlog. 8e. En dan tenslotte de hypotheeklasteti. Tot mijn spijt is het mij niet mogen ge lukken de juiste cijfers te achterhalen van het totaal bedrag aan hypotheekschulden op landerijen van vóór den oorlog en nu; maar als men weet dat het jaarlijks inge schreven bedrag voordien rond 45 millioen bedroeg en dit in 1928 gestegen was tot 141 millioen, dan springt toch wel zeer sterk in 't oog, hoezeer ook de rentelast daarvan moet gestegen zijn. Dit alles in aanmerking genomen, moet het toch voor een ieder, die een weinig na denkt, zoo klaar als 't zonlicht wezen, dat met een steun tot het prijsniveau van voor den oorlog onze landbouw finaal ten gron de gaat. En daarom blijf ik btf mijne meening, nu reeds anderhalf jaar geleden in mijn eerste „Crisisgedachten" geuit, dat 't veel beter geweest ware, in plaats van allerlei steun maatregelen, waarvan velen èn om hun ingewikkeldheid en om hun vrijheidsbe perking niet gediendzijn, de landbouw te ontheffen van de veel te zware daarop drukkende lasten. Een volgende maal zullen we dan eens zien in hoeverre de getroffen steunmaat regelen aan hun doel beantwoord hebben. In verband echter met de vrees, welke iemand tegenover mij uitte, als zoude, het geen ik schreef, de landbouwers aanzetten de maatregelen der regeering te negeeren, moet ik echter opmerken, dat dit volstrekt mijn bedoeling niet is. Ik geef slechts mijn gedachten weer en meen het recht te heb ben, die onbewimpeld te uiten, teneinde te trachten onze organisatieplannen voor mijn ideëen te winnen, omdat ik daarin meer heil voor onzen landbouw zie. Ik herhaal echter, wat ik ook reeds in eerste instantie schreef, dat het onverant woordelijk is, de door de regeering geno men maatregelen te saboteeren. Die maat regelen zijn ongetwijfeld goed bedoeld en zullen zeker ook wel iets goeds uitwerken en wel te meer naarmate ze beter worden uitgevoerd. Zich daartegen verzetten kan zeker nooit tot iets goeds leiden. Of ze ook practisch zijn? We zullen zien. J. B. WESSELINGH. Oegstgeest, April 1934. SPORT HOCKEY „Rood-Wlt". Morgenmiddag speelt Stick I en Stick II mede in het hockey-toürnooi, wat te Am sterdam op het N. V. A. terrein wordt ge houden. Tegen H. A. C., H. S. C. en N. V. A. zullen onze beide elftallen spelen. Aanvang te 2.15 uur. Na afloop worden de prijzen van de dit seizoen gespeelde competitie uitgereikt aan de kampioenen huilner afdeelingen. WIELRENNEN „DE RIJNSTREEK". De uitslag van de laatste maandelijksche tijdrit naar Woerden, 36 M K.M., is als volgt: 1. Munster 1 uur 1 min. 28 sec.; 2. Krumpelman 1 uur 3 min.; 3. Bakker 1.3.42; 4. Bouthoorn 1.5.23; 5. Paling 1.540; 6. Schuurman 1.7.2; 7. Vergeer 1.18,23. Laat ste competitierit Junioren: 1. Schouten, 2. v. d. Berg. A.s. Zondag rijden de A-klassers de 3e rit van de voorjaarscompetitie Alphen Gouda en terug. Afstand 32 K.M. Voor de B- en C-klasse begint een nieuwe compe titie, eveneens over 31 K.M. Voor beide laatste klassen is een beker beschikbaar als le prijs. ZEILEN OM HET NATIONAAL JOLLEN- KAMPIOENSCHAP Wederom op de Kaag Evenals in vorige jaren zullen ook dit jaar wedstrijden worden gehouden voor het nationaal kampioenschap 12 voetsjol- len-klasse en wel op de wedstrijdbaan van de Koninklijke Zeil-, Roei- en Motorsport- vereeniging „De Kaag". Als wedstrijd-data zijn Zaterdag 9 Juni en Zondag 10 Juni aangewezen. De inschrijvingen voor deze wedstrijden sluiten onherroepelijk 1 Mei a.s. Zij moe ten gericht worden aan het Centraal Bu reau voor Watersport onder bijvoeging van 10 inleggeld. Teneinde mogelijke onvolledigheden te voorkomen, wordt er aan herinnerd, dat t.a.v. deze kampioenschapswedstrijden is voorgeschreven, dat de inschrijvers bij hunne inschrijving tevens opgave moeten doen van de door hen bereikte resultaten in wedstrijden gedurende de laatste twee zeil-seizoenen, waarbij door hen naar de betrokken uitslagen, .in „De Waterkam pioen" vermeld, verwezen moet worden. BILJARTEN LEIDSCHE BILJART-BOND. Kampioenschappen. Tot sluiting vam het seizoen worden er wederom kampioens-wedstrijden uitge schreven voor leden aangesloten bij den L. B. B. en wel 2e kl., 3ekl. en 4e kl. De le kl. wordt niet verspeeld. Hiervoor komt in de plaats het vrije kamp. voor Leiden en Omstreken. Hieraan kan door iedere bil jarter deelgenomen worden, mits hij ama teur is, en niet geschorst of geroyeerd is door den L.B.B. De inschrijving sluit 2 Mei e.k. bij den secretaris, Noordeinde 14a. Het inleggeld bedraagt voor het vrije kamp. ƒ1.en voor de overige kl. 0.50. De gemidd. zijn als volgt vastgesteld: 2e kl. van 2.754.libre, 3e kl. van 22.75 en de 4e kl. beneden 2. Dat is mijnheer Dupont, die z'n auto vanwege de crisis heeft moeten verkoopen. Maar z'n chauffeur heeft hü aangehouden. .(Gringoire) LUCHTVAART HOE KOM IK SPOEDIG IN CHINA. Per boot en vliegtuig. Tusschen de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij en de Java-China-Japan Lijn is een overeenkomst gesloten tot het com bineeren van het passagiersvervoer per vliegtuig en per boot naar het Verre Oos ten. Dientengevolge zal er van 1 Mei af om de twee weken gelegenheid bestaan om in 13 Y, dag van Amsterdam naar Hong kong, in 17 Yi dag naar Sjanghai te reizen. De Indië-vliegtuigen der K. L. M., die eiken Donderdag Schiphol verlaten, lan den dezen zomer een week later in Bata via om elf uur des morgens. In onmiddel lijke aansluiting hierop, n.l. om halféén, vertrekt Donderdags om de veertien da gen een schip der Java-China-Japan Lijn naar Hongkong, Amoy en Sjanghai. Zes dagen na de afvaart uit Tandjong Priok wordt Hongkong aangedaan, vier dagen later is Sjanghai bereikt. Deze snelle verbinding met China be staat echter alleen voor passagiers; de luchtpost wordt als vroeger te Singapore gelost en vandaar naar China vervoerd, zulks in verband met het feit, dat boven genoemde dienst BataviaSjanghai een veertiendaagsche is. Ten gerieve van de K. L. M.-pasagiers, die gebruik wenschen te maken van de verbinding SoerabajaManillaHongkong AmoySjanghai der Java-China-Japan Lijn heeft de K. L. M. een overeenkomst met de K. N. I. L. M. aangegaan, zoodat deze passagiers per vliegtuig hun reis naar Soerabaja kunnen voortzetten, om daar op de boot naar China te wachten, die en kele dagen later vertrekt. Er is dus tijd voor een kort bezoek aan Java's Oosthoek, eventueel aan Bali. Voor reizigers, die van een der door- verbmdingen naar China gebruik maken, zal een zeer voordeelig tarief gelden, dat aanzienlijk minder zal bedragen, dan de kosten van een vlucht AmsterdamBata via plus een eerste klasse overtocht naar China, afzonderlijk berekend. RECHTZAKEN DE MUITERIJ. Het requisitoir tegen de officieren van de „De Zeven Provinciën". De fiscaal bij den Zeeikrijgsraad, de Of ficier der administratie 2e klasse L. P. van -Boven, heeft in zijn requisitoir de volgen de straffen geëisoht tegen den luit. ter zee le klasse W. F. J. F., anderhalf jaar ge vangenisstraf, luitenant ter zee 2e klasse E. M. H., één jaar en drie maanden, L. D. de K„ één jaar, D. D., zes maanden, luit. ter zee 3e klasse A. E. J. M., één week, R. R. van E. één week, J. A. A. van R. vijf dagen, H. T. K. één week, W. J. R. vijf dagen, A. N. baron de V. de S. vijf dagen. De officieren van den Marine stoom vaartdienst 2e klasse L. de W. één jaar, G. S. twee maanden, C. M. W. van B. vijf maanden, de officier van gezondheid der 2e klasse H. C. B. drie maanden, luit. ter zee 3e klasse P. C. één weeik, J. G. S. drie da gen. Tegen de heeren F., H., de K., D., de W., S. en van B. werd tevens geëischt verkla ring van ongeschiktheid om in den mili tairen stand te blijven, doch zonder ont zetting uit de bevoegdheid om bij de ge wapende madht te dienen. Voorts geldt voor deze straffen aftrek van den tijd, doorgebracht in preventieve hech tenis voor den duur van tien dagen. Voor zes beklaagden voor dien tijd van een week, terwijl ten aanzien van de luit. ter zee 3e klasse wordt geacht, dat zij door den tijd doorgebracht in preventieve hechtenis hun straf geheel hebben- ondergaan. De fiscaal, officier van Administratie der eerste klasse L. P. van Boven consta teert in zijn requisitoir tegen de officieren v. d. „Zeven Provinciën", dat hetgeen alle beklaagden is ten laste gelegd betreffende de algemeene omstandigheden, waaronder de muiterij uitbrak, geen nader bewijs be hoeft na het het toegeven van getuigen en beklaagden beiden. Wat het tweede deel van de ten laste legging betreft, constateert de fiscaal dat de beklaagden getuige waren van een col lectief misdrijf tegen ondergeschiktheid, welk misdrijf tegen hen was gericht. Voorts is bewezen dat de beklaagden in het belang der zaak met alle ten dienste staande middelen tucht en orde hadden moeten herstellen; dat beklaagden hebben ingezien dat de tucht en orde alleen door maatregelen van geweld konden worden hersteld; dat geen enkele maatregel van geweld is genomen. Beklaagden voerden tal van motieven aan ter rechtvaardiging van hun houding, ten eerste gewapend optreden kon niet succesvol zijn wegens de groote overmacht, welk motief niet te aanvaarden is daar op treden onafhankelijk van succes, gebiedend vereischt werd, hetgeen veronderstelt het aanvaarden van risico, t.w. verlies van eigen leven. Het standpunt van beklaagden leidt tot onaanvaardbare lijdelijkheid van superieu ren, hetgeen niet in overeenstemming is met den eisch van handhaving van gezag. Bovendien waren beklaagden niet mach teloos, daar zij in het bezit waren gelaten van pistolen, in tegenstelling met de be klaagden, de luitenants ter zee der derde klasse P. C. en J. G. S., die uit hun kooi werden gelicht. Verder ontzenuwde de fiscaal nog de an dere motieven van verdachten. NA VIJFTIEN JAAR, STRAF NOG NIET ONDERGAAN. Het verzuim werd bemerkt. Ruim vijftien jaar geleden werd een jeug dige Amsterdammer tot een jaar gevange nisstraf veroordeeld ennog altijd heeft hij zijn straf niet uitgezeten. De rechtbank had hem tot een jaar ver oordeeld, hij ging in hooger beroep, doch bij de behandeling voor het Hof liet hij ver stek gaan. De straf bleef onveranderd. Het vonnis werd hem door een verzuim of een misverstand nooit beteekend. Na 15 jaar werd dit verzuim door de justitie bemerkt. De veroordeelde teelkende verzet aan tegen het oude vonnis, omdat hij zijn de&iot be dreven heeft toen de oude wet nog vigeer de. Dit gaf hem het recht zich tegen het voai nis te verzetten en de beteekening heeft pas plaats gehad in Maart 1934. Gisteren werd de zaak opnieuw behan deld voor het Amsterdamsche Gerechtshof. In een donkeren nacht in het laatst van 1919 werd een poging tot inbraak gepleegd in een winkel in de Kalverstraat te Am sterdam. Danik zij het optreden van een nachtwaker bleef het bij een poging. De daders men had gepoogd met een koe voet een deur open te breken, de ander had op den uitkijk gestaan werden gearres teerd. Ter zitting trad raadsheer mr. Van Geer, als raadsheer-rapporteur op. Hij gaf een overzicht van de juridische feiten in dit proces. Na het getuigenverhoor requireerde de procureur-generaal mr. Bauduin schorsing van de zaak om alsnog een politierapport in te winnen. De verdediger mr. J. Hartogh de Vries voerde aan, dat z.i. de zaak was verjaard, overigens kon hij zich vereenigen met het verzoek van den procureur-generaal. Het Hof besloot de zaak conform den eisch te schorsen. LAND- EN TUINBOUW Vergadering Hoofdbestuur Alg. Vereen, v. Bloembollencultuur. In de op 17 April jJ. gehouden vergade ring van het hoofdbestuur waren de leden Bergman, Kooiman en Kramer verhinderd, aanwezig te zijn. Bespraken werd de in de rondvraag van de vorige algemeene vergadering ter sprake gebrachte wijze van meting der met bloem bollen beplante oppervlakte door de Ned. Bioemibollenkweekers Centrale. Hoewel er van verscheidene zijden op werd gewezen, dat deze meting minder gelukkig is, werd besloten, geen pogingen tot wijziging hier van te ondernemen, daar deze wijze van meting reeds is toegepast en indertijd be hoorlijk door de Kweekerscentrale is aan gekondigd. De in de rondvraag der laatste algemeene vergadering in overweging gegeven roy eering van leden, die niet voldoen aan hun verplichtingen, voortvloeiend uit een uit spraak van het Scheidsgerecht werd niet wenschelijk geacht, daar deze leden niiet tekort zijn geschoten in hum verplichtingen jegens de vereeniging. Bovendien kan een gedaagde partij die by uitspraak van het Scheidsgerecht is ver oordeeld om aan de eischende partijen een zeker bedrag aan hoofdsom, e.v. met rente en/of kosten te betalen en die daaraan niet vrij willig voldoet, daartoe gedwongen wor den op dezelfde wijze en in dezelfde mate als ware deze gedaagde door den gewonen rechter veroordeeld. Naar aanleiding van een ingekomen schrijven werd een beschouwing gewijd aan de toenemende verplaatsing der bollenteelt naar het buitenland. De oorzaak van dit verschijnsel, dat door het hoofdbestuur zeer werd betreurd, werd gezocht in de sanee- ringsuitgaven oplegt, werken er alle toe ling, de teeltbeperking en de financieele lasten op teelt en export, welke de regee ring voor de terugbetaling van de sanee- ringsuitgaven oplegt, ewnken er ale toe mede om de neiging tot verplaatsing der teelt naar gebieden, waar vrijheid in dit opzicht bestaat, in de hand te werken, ter wijl ook de verhouding van onze valuta tot die van het buitenland, waardoor men in het buitenland goedkooper telen kan, een rol speelt. In verband hiermede werd het geheele vraagstuk der saneering door het hoofdbe stuur besproken. Algemeen was de verga dering van oordeel, dat wegens het zooeven genoemde gevaar van verplaatsing der cultuur, alsmede wegens de slechte erva ring opgedaan met bepaalde Regeerings- maatregelen, de sameering na het jaar 1934 niet moet worden voortgezet. De vergade ring behield zich echter nog hare meening voor, met betrekking tot de wenschelijk- heid van een voortzetting van het toezicht op den omvang der teelt, teneinde nieuwe overproductie in die toekomst te voorkomen. Hierover zal 'het hoofdbestuur zijn houding nog nader bepalen. Besloten werd een adres aan den Minister van Economische Zaken te richten, waarbij onder verwijzing naar het adres van het Hoofdbestuur van 23 Augustus 1933 op nieuw wordt aangedrongen op intrekking der handelsbeschikking betreffende het zoogenaamde „raam", omdat de ervaring geleerd heeft dat de door het Hoofdbestuur in dat adres uiteengezette bezwaren inder daad bestaan, en een behoorlijke uitvoering der voorschriften onmogelijk is. LEEST DE ADVERTENTIES IN UW DAGBLAD. METEOROLOGIE EN HOOGTE- RECORD. I Vliegmachine—BallonRaket. ONBEMANDE BALLONS. In de laatste jaren staan de stra tosfeertochten in de algemeene belangstelling. Mpn vergeet vaak, dat het hier om wetenschappelij ke onderzoekingen gaat en dat nog andere methoden dan ballon- vluchten voor de ontsluiering van de stratosfeergeheimen worden toegepast. De techniek heeft zich in onze eeuw zoo geweldig ontwikkeld, dat weldra in hori zontale richting geen afstanden meer zullen bestaan. Daartegenover zijn de re sultaten, die wij in loodrechte richting bereikten, in vergelijking hiermee poover te noemen. Diep in de aarde dringen kun nen wij niet en groote hoogten kunnen wij evenmin bereiken. Zeker, men is 2000 meter ver in de aarde gekropen en men heeft een hoogte van 22.000 meter bereikt. Hoe weinig dat eigenlijk is, kan door de volgende vergelijking duidelijk worden. Wanneer men zich de aarde zoo groot voorstelt als een gewoon huis in een stad dan zweeft de ballon, die het verst van de aarde verwijderd is, ongeveer 4 c.M. boven deze „globe". De Italiaansche vlieger Donati is er in geslaagd, een hoogte van 14553 meter te halen. Met groot levensgevaar heeft hij deze hoogte bereikt, die in vergelijking met de aarde toch zeer gering is. Wel be wijst dit record, dat de vliegtuigkunde ge weldig vooruit gaat. Zal de mensch met vliegmachines nog hooger kunnen komen? De technici bevestigen en ontkennen dit; want feitelijk is het meer een materiaal- kwestie, of de 14.553 meter overtroffen zullen worden. In de ijle lucht moet de propeller, wil hij nuttig zijn zoo razend vlug ronddraaien, dat de uiteinden een snelheid bereiken, die dicht de grens van de cohaesie voor het materiaal nadert. Waarschijnlijk zal de ballon in de vol gende jaren grootere hoogten bereiken. Twee jaar geleden bereikte Piccard de toen ongelooflijke hoogte van 16000 me ter. Een paar maanden geleden stegen de Russen tot een hoogte van 22.000 meter. De mededeeling der Russen, dat zij on bemande ballons met elf registreerende instrumenten in de stratosfeer lieten op stijgen, verwekte eenige sensatie. Toch is deze methode niet nieuw reeds dertig jaar geleden werkte men er mee. Inder tijd hadden de Duitschers Berson en Siih- ring een hoogte bereikt van 10.800 meter. Na 10.250 meter bezwijmde Sühring ech ter, zoodat Berson het tenslotte verstan diger achtte, daar ook hij een ineenstor ting vreesde, te dalen. Nu wilde men, on danks het feit, dat menschen in deze hoog ten niet meer konden werken, uit nog hoogere regionen meteorologische gege vens hebben. Zoo kwam men er vanzelf toe om twee ballons te laten opstijgen, uitgerust met zelfregistreerende instru- mensen. Een ballon barstte op een voor uit berekende hoogte, zoodat de instrumen ten langzaam met de andere ballon daal den. Tegenwoordig gebruikt men slechts een ballon, die in groote hoogte uit elkaar springt, waarna met behulp van een para chute het instrument veilig kan dalen. Meer dan twintig jaar geleden bereikte men met deze ballons hoogten van 35000 meter. De meteorologie is dan ook sedert jaren met de toestanden in deze groote hoogten uitstekend bekend. De stratosfeer is lang niet zulk een mysterieuze luchtlaag als men algemeen denkt. Men weet, dat op 10 K.M. de tempera tuur niet meer daalt zooals wel in de stratosfeer het geval is maar om de 55 graden Celsius beneden nul blijft. Menig onderzoeker meent zelfs, dat op groote hoogten de temperatuur weer stijgt. Tot nu toe is men er niet in geslaagd dit te be wijzen. Weliswaar kan een warmere laag hooger dan 35 K.M. liggen, maar uit deze regionen heeft men geen metingen en het is ook twijfelachtig, of de 35 K.M. grens wel overschreden kan worden. Theoretisch is dat heel goed mogelijk, maar in de praktijk stuit het af op de rubber. Hoe hooger de ballon komt, des te meer rekt de rubber, daartoe gedwon gen door de constant blijvende waterstof gasvulling en het verminderen van den luchtdruk. Op de groote hoogten heeft de ballon dan ook vaak een 10 maal grootere omvang dan op aarde en is de rubber zoo uitgereikt, dat de dikte niet meer dan een onderdeel van 1/10 m.M. bedraagt, zoodat de ballon scheurt. Hoewel men prima materiaal gebruikt, is aan deze uitzetting een natuurlijke grens gesteld, die slechts met behulp van een nieuwe rubbersoort zou kunnen over schreden worden. Men zal dus voorloopig op een andere wijze moeten trachten, gegevens uit nog grooter hoogte te krijgen. De raket kan hierbij als vervoermiddel van de instru menten dienen, die op tophoogte met een valscherm van de raket loskomen en dan hun werk beginnen. Drie jaar geleden kon de meteorologische meettechniek een groot succes boeken, toen men er in slaagde, een registreer- instrument te combineeren met een korte- golfzender, die niet zwaarder was dan 500 gram, zoodat men reeds tijdens het stij gen van de ballon de verschillende toe standen door vastgestelde seinen te weten kwam. Met het oog op den grooten vooruit gang van de onbemande stratosfeerballons zijn de tochten van bemande ballons niet zóó urgent. Daarbij komt nog, dat profes sor dr. Regener er in geslaagd is, de hoog- testralen ook voor grootere hoogten te berekenen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 17