DE FINANCIËN DER PLATTELANDS GEMEENTEN. 25ste Jaargang WOENSDAG 11 APRIL 1934 No. 7783 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week230 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 235 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad ia voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 030 DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. V Ondermijning van het Kerkelijk Gezag. Een beangstigend verschijnsel is de, zelfs stelselmatige, ondermijning van den eerbied, voor het Kerkelijk Gezag onder Katholie ken, e n de hier en daar zich reeds feite- 1k openbarende verflauwing in de waar deering van de beteekenis der voorschrif ten en wenschen van het Kerkelijk Gezag en in de erkenning van het kwaad, gele gen in de overtreding en veronachtzaming dier voorschriften en wenschen, b ij Ka tholieken, van wie men beter zou veronderstellen. Naar onze stellige overtuiging en hier staan vóór ons voorbeelden uit de practijk zijn reeds hier en daar goede Katholie ken, die er zich niet van bewust zijn, door de propagandisten van de gezagsondermij ning aangetast, en verblind in hun klaar begrip van en verzwakt in hun overtuigden eerbied voor het Kerkelijk Gezag, als zoodanig. Wij hebben hoop, dat hun oogen zullen worden geopend en hun wil, om ook in de gezagserkenning volop, daadwerkelijk Ka tholiek te zijn, zal opvlammen, als zij ken nis nemen van de feiten, waartoe nu reeds degenen, die het Kerkelijk Gezag onder mijnen, zijn gekomen. Enkele weken geleden werd aangekon digd, dat Graaf Mar chant d'Ansembourg, N.S.B.-leider voor Limburg en Noord-Bra bant, onlangs afgetreden als burgemeester van Amstenrade, te Haarlem zou komen spreken over „De Vastenbrief en de N. S. B.". In katholiek kringen werd de aankondi ging van deze rede, welke juist in de Bis schopsstad zou worden uitgesproken, be schouwd als een onwaardige demonstratie van een katholiek tegenover een Bisschop en het heeft dan ook niemand verwonderd, dat spoedig na de aankondiging Z. H. Ex cellentie Mgr. J. D. J. Aengenent aan den hoogeerw. heer H. C. J. Sondaal, Deken van Haarlem, als zijn uitdrukkelijken wensoh te kennen gaf, dat Haarlem's katho lieken deze vergadering niet zouden be zoeken, aldus de „Tijd", aan welk blad wij ook de volgende bijzonderheden betreffen de deze vergadering ontleenen: Toen kort daarop de N. S. B.-vergade- ring in verband met het overlijden der Koningin-Moeder werd uitgesteld, heeft menigeen gehoopt en verwacht, dat de or ganisatoren vain deze vergadering na het bekend worden van den bisschoppe- lijken wensch van hun plan zouden af zien. De Katholieken, die deze vergadering mede-organiseerden, beschikten echter niet over zooveel kiesdhheid en eerbied voor hun Bisschop, dat zy Haarlem deze on waardige demonstratie wilden besparen. De vergadering is gehouden. En de spreker had de onbeschaamdheid, om vóór de vergadering den tekst zijner rede aan een der bestuursleden te over handigen, met het verzoek, dezen persoon lijk aan Mgr. Aengenent over te reiken „tegen kwitantie"!! In zijn rede heeft de N. S. B.'sche leider volgens het verslag geen enkele waarborg genoemd, waarop men zijn vertrouwen in de N. S. B. zal kunnen gronden geen en kelen. Hij heeft alleen dat vertrouwen o p- geëischt, den Bisschoppen er 'n verwijt van makend, dat zij het aan zijn beweging niet willen schenken!Over de behan deling der Katholieken in Duitschland door de hem geestverwante enbevrien- d e dictatuur aldaar zweeg hij De heer Vlekke was de tweede katholie ke spreker, die o.m. vage en oncontroleer bare, waarschijnlijk op phantasie berus tende „onthullingen" deed over terreur, welke Katholieken, lid van de N.S.B., zou den ondervinden van mede-Katholieken. Die vergadering te Haarlem moet bij al le ernstig-nadenkende onbevooroordeelde Katholieken de overtuiging sterken, dat er Deinkomsten dergemeenten De winsten uit de bedrijven door A. A. C. M. VAN IERSEL Burgemeester van Noordwijkerhout. XI Aan het slot van mijn vorig artikel be sprak ik met een enkel woord de retribu- tiën en vestigde de aandacht er op, dat deze als plaatselijke belastingen worden aange merkt, terwijl tevens is bepaald, dat de gemeente daarop een matige winst mogen maken. Sinds 1920 zegt de Gemeentewet nadruk kelijk, dat onder retiübutdën niet zijn be grepen die betalingen, die de gemeente eischt als exploitante van bedrijven. Rechtens zijn de gemeenten dus bevoegd een ongelimiteerde winst op hare bedrijven te maken. De meest bekende bedrijven zijn de ge meentelijke gas-, electrioiteit- en waterlei dingbedrijven. De gemeenten hebben hier zeer bijzon dere winstmogelijkheden, daar concurrentie die steeds een remmenden invloed op de prijsvorming heeft practisch is uitgeslo ten. En van -deze winst-mogelijkheden ma ken de gemeenten in den regel een dank baar gebruik. Vooral de gas- en electrici- teitsbedrijven leveren doorgaans zeer ruime baten op. Begrijpelijkerwijze zijn het spe ciaal de groote gemeenten, die het meest van de opbrengst harer bedrijven profi teered Als regel kan men zeggen, hoe groo- ter de gemeente, hoe grooter het bedrag per inwoner, dat zij als winst uit de bedrij ven incasseert. Dit blijkt wel duidelijk uit de volgende cijfers, ontleend aan de statis tiek der gemeente-financiën. De meest winstgevende bedrijven, die van gas- en electriciteit, leverden voor de ver schillende Nederlandsche Gemeenten over 1930 de na te noemen baten op: In gemeenten boven de 100.000 zielen 14.81 per inwoner. In gemeenten van 50.000 tot 100.000 zie len 9.41 per inwoner. In gemeenten van 20.000 tot 50.000 zielen 4.79 per inwoner. In de gemeenten van 20.000 tot 10.000 zielen 1.55 per inwoner. In gemeenten van 5000 tot 10.000 zielen 0.86 per inwoner. In gemeenten van 2000 tot 5000 zielen 0.27 per inwoner. In gemeenten beneden de 2000 zielen 0.08 per inwoner. Behalve de gas- en electriciteitsbedrijven is in vele gemeenten nog een waterleiding bedrijf. De stedelijke gemeenten vooral de grootere trekken ook hieruit dikwijls beduidende baten al prospereeren de waterleidingbedrijven uiteraard niet zoo zeer als de gas- en electriciteitsbedrijven. Ook verschillende plattelandsgemeenten hebben een waterleidingbedrijf, hetzij voor ziah alleen, hetzij in combinatie met an dere gemeenten. Van winst is hier echter als regel geen sprake. Integendeel meestal moe ten zij met dwangmaatregelen als verplich te aansluiting op de been worden gehouden. In dezen tijd van economische depressie, waaronder de land- en tuinbouwende bevol king van 't platteland veel zwaarder gebukt gaat dan de inwoners der stad, brengt de verplichte aansluiting aan de waterleiding voor vele plattelanders nauwelijks te dra gen lasten mede, welke lasten dan soms nog worden verzwaard door verhoogiing der tarieven, daar anders het bedrijf niet meer kan rendeeren. 't Is hier ook weer vaak het oude liedje, het kapitaal in het bedrijf on der andere omstandigheden geïnvesteerd, is te groot voor dezen tijd, de renten kun nen niet meer, tenzij met groote offers van de bevolking, worden opgebracht. Moet dat zoo blijven doorgaan? Zitten sommige kleinere gemeenten voor de Katholieken niet veel goeds van het nationaal-socialisme is te verwachten. Als zelfs nu al Katholieken, lid van de N. S. B., overgaan tot zulk een onwaar dige, gr of-onbehoorlijke bejegening van en demonstratie tegen het Kerkelijk Ge zag! En zoo treden op zij, die hard roepen om een sterk gezag. Een sterk gezag.... ja, wanneer en zoolang het optreedt, zoo als men het zelf graag wenscht! Over de winsten, welke gemeenten behalen uit gas- en electriciteit en ook uit het waterbedrijf. tegenwoordig te tobben met hun waterlei ding de grootere gemeenten halen er nog wel een slaatje uit. Het waterleidingbedrijf bracht in 1930 te samen met de andere be drijven, die sommige gemeenten nog ex- ploiteeren met uitzondering evenwel van de gas- en electrioiteitsbedrijven, waarvan wij de opbrengst boven reeds vermeldden in de diverse Nederlandsche gemeenten per inwoner de volgende bedragen op: Gemeenten boven de 100.000 zielen 5.28; gemeenten van 50.000 tot 100.000 zielen 1.86; gemeenten van 20.000 tot 50.000 zielen 0.81; gemeenten van 10.000 tot 20.000 zielen 0.74; gemeenten van 5000 tot 10.000 zielen 0.18; gemeenten van 2000 tot 5000 zielen 0.07 en gemeenten bene den de 2000 zielen eveneens 0.07. Bovenstaande staatjes leeren ons weer eens over welke economische inkomsten de grootere stedelijke gemeenten beschikken tegenover het platteland. Naast de directe geldelijke inkomsten trekken de stedelijke gemeenten uit hare bedrijven nog andere voordeelen. De bedrijven geven werk aan vele handen en deze handen verdienen een goed loon, dat uitbetaald kan worden om dat de economische nood hier niet dwingt tot drastische loonsverlaging, daar de be drijven een monopolistische positie inne men. Deze monopilistische positie staat mede toe, dat ruime afschrijvingen kunnen worden toegepast, met als gevolg grootere winstmogelijkheden in de toekomst. De kleinere plattelands-gemeenten trek ken als regel weinig of niets uit de bedrij ven; dikwijls moeten zij nog helpen de winsten der stedelijke gemeenten te ver- grooten. Ik heb hier voor mij het verslag van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electri oiteit te Leiden over 1932, welk verslag door beknoptheid uitmunt. Evenwel vind ik er toch in vermeld, dat dreze bedrijven in dat jaar aan den gemeente Leiden uitkeerden een bedrag van 776.980.d.i. ongeveer 10.8 per Leidschen inwoner. Leiden voorziet een groot aantal omlig gende gemeenten van gas- en electriciteit. In het meerendeel dezer gemeenten distri bueert Leiden zelf, d.w.z. Leiden levert zelf gas en stroom aan de ingezetenen dier ge meenten zonder tusschenkomst van het be treffend gemeentebestuur. De tarieven, die berekend worden, zijn als regel gebaseerd op het Leidsche tarief, d.w.z. het tarief van Leiden voor gas- en electriciteit geldt ook voor de buitengemeenten met dien ver stande, dat het Leidsche tarief voor de bui tengemeenten met enkele centen wordt verhoogd, b.v. te Noordwijkerhout en te Voorhout betaalt men het Leidsch tarief met een toeslag van 0.05 per K.W.U. voor electriciteit en van 0.02 per M3 voor gas. Er zijn ook gemeenten, waar de toeslag op het Leidsch tarief nog hooger is. In een en kele gemeente n.l. in Oegstgeest betaalt men hetzelfde ails te Leiden. Als dus Leiden zijn tarieven verlaagt, gaan ook automatisch de tarieven van de buitengemeenten, waar Leiden distribueert, naar beneden. Begrijpelijker wijze is de animo om te verlagen voor Leiden niet bijster groot. Op de eerste plaats hebben tegenwoordig ook de grootere stedelijke gemeenten hare zor gen zoodat eer aan inkomstenversterking dan aan vermindering der baten wordt ge dacht maar vervolgens zal het met Lei den wel gaan, zooals het met de meeste menschen gaat: men laat liever zijn buur man medebetalen, dan men er alleen voor opdraait. Toch zijn de tarieven in den tegen- woordigentijd voor vele inwoners van buitengemeenten te hoog. Als men in aan merking neemt de massa werkloozen, wier steun nog kortelings is verminderd, het be duidend verminderde loon van de meeste arbeiders (vermindering plm. 25%), het be trekkelijk groote aantal personen, dat zon der noemenswaardig inkomen is en tiert op vroegere welvaart of geheel of ten deele ten laste komt der publieke en kerkelijke liefdadigheid, dan kan het niet anders of ondanks het op peil blijven der tarieven zal de opbrengst beduidend verminderen. Die vermoindering zal eensdeels ontstaan door een zoo zuinig mogelijk verbruik, anders- deels omdat men voor verlichting en koken weer petroleum zal gaan gebruiken. Petro leum is tegenwoordig zeer goed en men kan het voor vele doeleinden bezigen, men bakt zelfs brood op een petroleumstel. Ik geloof, dat petroleum reeds veel meer zoude wor den gebruikt, indien de financieele onmacht der menschen hun niet belette een petro leumlamp of petroleumstel te koopen. On langs vertelde mij een werkloozen, dat de overgang tot petroleum voor zijn gezin een bezuiniging beteekende van 0.60 per week. Een groot deel van de plattelands bevolking lijdt zoozeer onder de slechte tijden, dat zij niet meer op de eerste plaatst naar comfort doch naar haar voordeel moet uitzien. Daar in kan slechts verandering komen indien de comfortabele middelen tegen meer schap- pelijken prijs worden beschikbaar gesteld of indien maatregelen worden getroffen, die op de geldelijke inkomsten ten plattelande een stimuleerende invloed uitoefenen. DE DUITSCHE INVOERBEPERKING EN DE BELANGEN VAN DEN NEDER- LANDSCHEN EXPORT. Daar Duitschland aldus het „Vad." in de laatste maanden zijn uitvoer sterk heeft zien afnemen en het, in verband met de stijgende koopkracht in het binnenland, groote hoeveelheden grondstoffen bleef importeeren, heeft de regeering te Berlijn het noodig geacht den invoer der grond stoffen, speciaal voor de textielindustrie, krachtig te beperken. Ook Nederland wordt daardoor getrof fen. Want het besluit geldt niet alleen voor de eigenlijke grondstoffen, wol, ka toen, jute, enz. maar ook voor afval der textielfabrieken en voor lompen. Nu heeft Nederland steeds een vrij grooten export van dergelijke artikelen naar Duitschland. Het totaal van den Nederlandschen uitvoer aan textielgrondstoffen naar Duitschland heeft verleden jaar nog een waarde gehad van meer dan vier millioen guldens. Het jongste nummer van In- en Uit voer geeft een staatje van dien uitvoer en teekent daarbij het volgende aan: „Zooals men ziet werden vorige jaar juist in afval en lompen nog vrij belang rijke kwantums vanuit Nederland naar Duitschland geëxporteerd, terwijl Duitsch land ook een belangrijk kwantum gekaarde kapok heeft opgenomen. Bovendien echter moet men niet verge ten, dat de Nederlandsche lompen- en af- valhandel sterk op Duitschland georiën teerd is en zeer veel goederen levert die niet van Nederlandschen oorsprong zijn. Deze goederen worden dan of in transito door Nederland vervoerd óf direct naar Duitsche havens verscheept, zoodat dit goe derenverkeer niet in de Nederlandsche sta tistieken wordt opgenomen. Men kan veilig aannemen, dat dit handelsverkeer zeker niet kleiner is dan de directe uitvoeren van Nederland naar Duitschland. Uitdrukkelijk is in de betreffende wet bepaald, dat het hier geen invoerverbod doch alleen een inkoop verbod betreft, en ook de loopende contracten zullen mogen worden uitgevoerd. En toch mag men dezen maatregel niet zonder meer veroordeelen en legt zij wel licht de kiem voor een veel veiliger za ken-doen voor den handel dan tot nu toe mogelijk was. Hoe was immers tot nu toe de situatie? Men moet voorop stellen dat nog steeds aan de Duitsche industrie op crediet, zij het dan ook op langeren of kor- teren termijn geleverd werd. Terwijl ech ter alle landen die een controle op hun betalingen aan het buitenland hebben in gevoerd, de invoer van alle artikelen af hankelijk stellen van een invoervergun ning, was dit in Duitschlandniet het ge val. Een ieder was dus in staat te impor teeren en eerst na afloop van den cre diet-termijn kon de importeur bij de be treffende Duitsche instanties een verzoek indienen om te mogen betalen. Zoolang dus het betreffende goederencrediet liep, droeg de buitenlandsche leverancier niet alleen het gewone crediet-risico, maar bo vendien nog het risico of de Reiohsbank wel over voldoende deviezen zou beschik ken om een betaling naar het buitenland mogelijk te maken. Ook firma's die een vast deviezen-contingent op basis van hun vroegere inkoopen in het buitenland had den verkregen, moesten nochtans voor elke betaling vergunning vragen. Accep ten mochten zonder toestemming niet naar het buitenland gezonden worden, en toch moest op den vervaldag nog eens vergun ning gevraagd worden om het accept te mogen betalen. Er bestond dus in principe niet de minste zekerheid dat een Duitsche importeur die op crediet kocht, ook wer kelijk op het overeengekomen tijdstip aan zijn verplichtingen zou kunnen voldoen. Zijn betaling was immers afhankelijk van de deviezen-positie van de Reichsbank. Dat bovendien vele, minder eerlijke, elemen ten onder de Duitsche importeurs mis bruik van dezen gang van zaken gemaakt hebben om hun betalingen to traineeren, is zonder meer duidelijk. Dit zal nu vermoedelijk anders worden. De inkoop van de grondstoffen voor de VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Een hoopvol geluid op de vergadering van het bureau der ontwapeningsconferen tie. (2de blad). Verscherping van het conflict tusschen de Nazi's en de Kerk in Beieren. (2de blad) Samenzwering in Roemenië ontdekt. (2de blad). Het ongeluk met de expres-trein bij Linz is te wijten aan een aanslag. (Buitenl. Ber., 2de blad). BINNENLAND. In een der Reeuwijksche plassen is gis teren het lijk gevonden van den sedert No vember vermisten M.T.S.-leerling Wubben uit Den Haag. (Gem. Ber. 3de blad). Overleden is de zeereerw. heer J. Thompson. (Kerkn., 2de blad). Het wetsontwerp inzake middenstands- crediet in de afdeelingen der Tweede Ka mer. (2de blad). Typhus op de Streefkerk. (Gem. Ber. 3de blad). Groote brand in textielfabriek te Hel mond. (Gem. Ber. 3de blad). textiel-industrie komt in handen van com missarissen der regeering die den gehee- len inkoop zullen regelen. Naar het zich laat aanzien, zal de commissaris voor zijn grondstof (wol-, katoen- en andere vezels zijn afzonderlijk gehouden en voor elke groep is een commissaris benoemd), in koop-vergunning ook dienst zou doen grondstoffen geven. Deze vergunningen zullen dus automatisch ook de betalings vergunning moeten zijn, omdat de com missaris slechts vergunning zal mogen ge ven voor een bedrag dat ook betaald kan worden. Het zou noodig zijn, dat deze in- koop-vergunningook dienst zouden doen als invoer-vergunning opdat reeds bij den invoer door de Duitsche autoriteiten zou worden erkend, dat de noodige deviezen voor de betaling zijn gereserveerd. Het is zeer wel mogelijk, dat de uitvoer van bovengenoemde artikelen naar Duitschland niet meer zal kunnen toene men. Het is echter voor den exporteur een niet te onderschatten voordeel indien indien reeds bij den invoer komt vast te staan, dat er bij de betaling tenminste van de zijde der Duitsche autoriteiten geen moeilijkheden gemaakt zullen worden'. EEN LUIK VAN HET GENTSCHE ALTAAR GESTOLEN. Het beroemde meesterwerk van gebroeders Van Eyck. BRUSSEL, 11 April (V.D.) Door onbe kenden is uit de St. Bavo-Kathedraal te Gent een luik gestolen van het wereldbe roemde altaarstuk van de gebroeders Van Eyck „De aanbidding van het Lam Gods". Enkele luiken van het beroemde oud- Vlaamsche meesterwerk bevonden zich ge- ruimen tijd ia het Kaiser Friedrich-Mu- seum te Berlfjn. Het Verdrag van Versailles bepaalde <J.a. ook de uitlevering van deze stukken, waarna zij wederom in de St. Bavo te Gent werden opgesteld. DRIE EN DERTIG LEDEN DER „TSJELJOESJKIN"-EXPEDITIE MET VLIEGTUIGEN GERED. MOSKOU, 11 April. (V.D.). De vliegers Molotow, Kam an in en Slepnew zijn er gis teren in geslaagd, met drie vliegtuigen 22 leden der „Tsjeljoesjkin"-expeditie uit het Schmidt-kamp naar Wankarem te bren gen. Heden kon het escader van Kamanin opnieuw elf expeditie-leden uit het kamp naar Vankarem brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1