DINSDAG 10 APRIL 1934
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. PAG. 7
2. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor den bouw van een vaste brug
over de Stadsmolensloot tegenover de Thor-
beckestraat.
23. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor den bouw van een garage met
twee bovenwoningen ter plaatse van den
bestaanden toegang naar het politiebureau
en van het gesloopte perceel Langebrug 103.
24. Voorstel inzake de exploitatie van de
twee bestaande autobuslijnen binnen de
gemeente door de N.V. Eltax.
25. Prae-advies op de voorstellen en mo
ties, ingediend bij de vaststelling van het
plan van uitbreiding voor deze gemeente
in de raadsvergadering van 6 Nov. 1933.
26. Prae-advies op de motn van den heer
Van Stralen inzake de wijze van aanmel
ding door en uitbetaling van de ondersteu
ning aan door de Gemeentelijke Commissie
voor Maatschappelijk Hulpbetoon gesteun
de georganiseerde werkloozen.
27. Interpellatie van den heer van Eek
Inzake de oproeping van sollicitanten naar
de betrekking van Directeur van den Dienst
voor Maatschappelijk Hulpbetoon.
De stukken betrekking hebbende op de
punten 21 en 26 zijn reeds eerder gepubli
ceerd. Bij punt" 27 is, zooals gebruikelijk
geen prae-advies.
Zooals men ziet, vergadert de Raad nu
weer eens in de Nutszaal, terwijl zij de vo
rige keer in den Burcht heeft vergaderd.
Dit beteekent nog niet, naar wij vernemen,
dat men niet meer in de Burcht zal terug-
keeren.
Bestuur Ambachtsschool.
Het bestuur der Vereeniging „De Am
bachtsschool" te Leiden deelt den Raad
mede, dat in de 1.1. gehouden algemeene
ledenvergadering, ter voorziening in de
vacature door het vertrek /van den heer
A. M. Touw, de volgende voordracht is
opgemaakt:
1. Ir. F. Chr. Rauwenhoff, hoofdinge
nieur aan de Koninklijke Neder L Grof
smederij.
2. W. A. J. Monhemius, Wasstraat 20.
En in de vacature wegens periodiek af
treden van den heer Ph. Rosdorff, die niet
herkiesbaar is:
1. A. E. v. d. Voet, Morschweg 21-21a.
2. Bertus de Jong, machinefabriek Hooge
Morschweg 100.
Volgens artikel 5 der statuten geschiedt
de benoeming door den gemeenteraad. Het
bestuur verzoekt den Raad daarom be
leefd uit bovenstaande voordracht egn
keuze te willen doen.
Commissie Wering van Schoolverzuim.
Volgens artikel 21 van de Leerplichtwet
worden de leden van de Commissie tot We
ring van Schoolverzuim benoemd voor
den tijd van drie jaren, met dien ver
stande, dat een tusschentijds benoemde af
treedt op het tijdstip van aftreding van
dengene, wiens plaats hij inneemt.
Aangezien thans zoodanige driejarige pe
riode is verstreken, bieden B. en W. den
Raad aan de navolgende aanbevelingen
en wel voor de benoeming van zeven le
den van:
I. de Noorder-Commissie tot Wering
van Schoolverzuim: A. lo. W. Caro, aftre
den lid, 2o. L. Westerman. B. lo. N. v. d.
Heuvel, aftredend lidr 2o. P. A. Wisse. C.
lo. A. J. den Hollander, aftredend lid, 2o.
H. Vink. D. lo. J. H. A. Manders, aftre
dend lid, 2o. E. Duym. E. lo. C. Mulder,
aftredend lid, 2o. W. J. Laman. F. lo. G. J.
v. d. Ploeg, aftredend lid, 2o. W. Melief.
G. lo. W. E. Wolvers, aftredend lid, 2o. D.
Prins.
II. de Zuider-Commissie tot Wering van
Schoolverzuim: A. lo. D. Bosma, aftredend
lid, 2o. J. C. v. Schaick. B. lo. P. G. Hocks-
aftredend lid, 2o. Jac. Zitman. C. lo. A. B.
Mulder, aftredend lid, 2o. D. v. d. Most v.
Spijk. D. lo. J. Schouten Azn., aftredend
lid, 2o. G. v. Putten. E. lo. N. B. M. Vree
burg, aftredend lid, 2o. Th. A. Goddijn. F.
lo. H. v. Woudenberg, aftredend lid, 2o. G.
N. v. Meurs. G. lo. A. H. Wijnnobel, af
tredend lid, 2o. J. H. de Vries.
Benoeming onderwijzeres.
Tengevolge van het aan de onderwijzeres
mej. J. B. van Heucen verleend eervol
ontslag is op 1 April j.u. een vacature ont
staan aan de opleidingsschool voor u. 1. o.
aan de Langebrug A.
B. en W. stellen den Raad voor te benoe
men tot onderwijzeres aan de opleidings
school voor u.l.o. aan de Langebrug A, mej.
M. C. Eterman, wachtgeldster, laatstelijk
onderwijzeres aan de opleidingsschool voor
u.l.o. aan den Maresingel A.
Overname van stukjes grond.
In verband met de be- en verbouwing ter
plaatse, dienen de hieronder genoemde ge
deelten grond aan de gemeente te worden
overgedragen.
B. en W. geven den Raad mitsdien in
•overweging te besluiten kosteloos in eigen
dom en onderhoud bij de gemeente over te
nemen:
a. van B. W. H. Bouchier, te Leiden,
een strookje grond, groot pl.m. 0.70 M.2 ge
legen aan de Van der Werffstraat, hoek
Korte Paradijssteeg;
b. van G. C. Bik, te Leiden, een strook
je grond, groot pl.b. 80 M.2, gelegen aan
den Witte Singel;
c. van P. J. van der Zanden, te Leiden,
een strookje grond, groot pl.m. 1.50 M.2,
gelegen aan de Breestraat, hoek Diefsteeg;
d. van L. P. van der Drift, te Leiden,
strookje grond pjl.m. 0.80 M.2 gelegen aan
de Donkersteeg, hoek Oude Rijn;
e. van A. H. Volleberg, te Zoeterwoude,
een strookje grond, groot pl.m. 0.70 M.2,
gelegen aan de Groenesteeg, hoek Waard-
gracht;
f. van C. Spaanderman, te Leiden, een
strookje grond, groot pl.m. 0.56 M.2, gele
gen aan de Doelensteeg, hoek Doelen-
gracht;
g. van J. 't Hart en D. Aanen, te Lei
den, de strookjes grond, samen pl.m. 45 M.2
gelegen aan de Tesselschadestraat.
Verhuring panden aan de Breestraat.
Bij raadsbesluit van 29 September 1924
werd aan B. J. Timmerman tegen ƒ800.
per jaar verhuurd het winkelhuis aan de
Breestraat No. 92.
Overeenkomstig de bepalingen van het
huurcontract is per 1 Mei a.s. deze huur
opgezegd, omdat het B. en W. met het
oog op den toekomstigen Stadhuisbouw
gewenscht voorkomt, dat in het vervolg
de huur tusschentijds met een korten op
zeggingstermijn kan worden beëindigd, het
geen bij de bestaande overeenkomst niet
mogelijk is.
De heer Timmerman is bereid bevonden,
een nieuwe huurovereenkomst te sluiten
onder de bestaande voorwaarden, echter
met dien verstande, dat beide partijen be
voegd zijn, de huur te beëindigen met een
opzeggingstermijn van zes maanden. In
overeenstemming met het tegenwoordig
gevolgd systeem is de huurprijs verhoogd
met de straatbelasting ad 35.
B. en W. geven den Raad mitsdien in
overweging het winkelhuis aan de Bree
straat No. 92 tegen een huurprijs van
835.per jaar (straatbelasting inbegre
pen) tot wederopzegging, ingaande 1 Mei
1934, tot uiterlijk 30 April 1939 te verhu
ren aan B. J. Timmerman, alhier.
Bij raadsbesluit van 26 Januari 1934
werden van H. D. Sala aangekocht de per-
ceelen Breestraat Nis 114a, 114b en 114c.
Perceel Breestraat 114c wordt door den
heer Sala gebruikt als spiegel- en lysten-
fabriek en als etalageruimte. De beide an
dere perceelen vormen één pand, waarvan
in de benedenverdieping, Breestraat 114b,
de kunsthandel van den heer Sala is ge
vestigd, terwijl de bovenverdieping, Bree
straat 114a, als woning is verhuurd voor
800.per jaar.
De heer Sala zou gaarne op korten ter
mijn de perceelen Breestraat 114b en 114c
huren, n.l. voor drie maanden, met verlen
ging van maand tot maand, tenzij de huur
door een der partijen wordt opgezet. Hij
is bereid een huurson van 1.800.per
jaar, straatbelasting inbegrepen, te beta
len, en gaat accoord met de gebruikelijke,
in de huurovereenkomst te stellen voor
waarden.
Evenals de Commissie van Fabricage
kunnen B. en W. zich met een verhuring
op dezen voet vereenigen; met het oog op
het doel van den plaats gehad hebbenden
aankoop is het ook in het belang van de
gemeente, dat de verhuring steeds op kor
ten termijn kan worden beëindigd.
Verhuring berm.
Krachtens vergunning van 10 Augustus
1872 heeft M. Koudijs, te Noordwijkerhout,
ene strook berm aan den Haarlemmertrek-
vaartweg, ter grootte van 2052 M.2, in ge
bruik tegen een jaarlijksdhe vergoeding
van 35.98.
Van J. en M. Koudijs is thans een ver
zoek ingekomen om van de gemeente te ma
gen koopen een 5 M. lange strook van dien
berm, dienende als uitweg van hun boer
derijen naar den Haarlemmertrekvaart-
weg.
Omtrent den gebruikelijken koopprijs
ad ƒ1.per M.2 is met de adressanten
overeensteming bereikt.
De heer M. Koudijs wenscht het overige
gedeelte van den aan hem in gebruik ge
geven grond voortaan slechts voor 10.
per jaar in gebruik te hebben, aangezien de
geldende vergoeding voor den tegenwoor-
digen tijd te hoog is.
B. en W. stellen voor, dit goed te keu
ren.
Verpachting Stadsgehoorzaal.
Bij raadsbesluit van 25 Maart 1919 werd
de exploitatie van de buffetten in de Ge
hoorzaal bij verlenging voor den tijd van
vijf jaren, ingaande 1 Mei 1929, tegen een
pachtsom van 3500 per jaar verhuurd aan
W. F. van Ingen Schenau Jr. Bovendien
betaalt de pachter, ingevolge raadsbesluit
van 2 September 1928, jaarlijks een bedrag
van 200 als rentevergoeding over de
meerdere verbouwingskosten van de kof
fiekamer, zoodat de pachtsom feitelijk
ƒ3700 bedraagt. Verder komt van de kos
ten van duinwaterverbruik een som van
50.per jaar voor zijne rekening.
De pachter heeft verzocht de op ultimo
April a.s. afloopende pacht wederom te
verlengen, echter tegen een lagere pacht
som met het oog op de tegenwoordige
tijdsomstandigheden.
Bij de terzake gevoerde onderhandelin
gen verklaarde de heer van Ingen Schenau
zich bereid de pacht voorloopig weder voor
den tijd van één jaar aan te gaan tegen een
pachtsom van ƒ2700.
Tegenover deze vermindering der pacht
som met 1000.staat intusschen, dat de
pachter het stoken van de centrale ver
warming op zich neemt voor een jaarlijk-
sche vergoeding van 300 en dat hij koste
loos zorg draagt voor de bediening van de
z.g. middagverliohting. Een en ander ge
schiedt thans van gemeentewege en vor
dert een uitgaaf van ongeveer 950; over
dracht van deze werkzaamheden op den
vermelden voet levert voor de gemeente
derhalve een besparing van pl.m. 650 op
en doet het nadeelig verschil in pachtprijs
mitsdien dalen tot pl.m. 350. In verreke
ning met de bedoelde vergoeding van
300 kan de pachtsom uiteraard op 2400
worden gesteld.
Vervolgens neemt de paahter er genoe
gen mede, dat de vergoeding voor het
duinwater wordt gewijzigd in dien zin, dat
de gemeente voortaan een vast bedrag voor
haar rekening neemt en dat de daarboven
verschuldigde kosten ten laste van den
pachter komen; deze regeling achten B. en
W. zeer bevorderlijk voor een zuinig ge
bruik van duinwater. Op de basis van het
verbruik gedurende de laatste jaren is het
door de gemeente te betalen vaste bedrag
op 150 gesteld.
Overigens kunnen de voorwaarden on
veranderd blijven gelden.
Met de Commissie van Fabricage zijn B.
en W. van oordeel, dat in de gegeven om
standigheden met een verpachting op den
aangegeven voet voor den tijd van één jaar
kan worden accoord gegaan; de beperking
van den termijn voorloopig tot één jaar is
in dezen onzekeren tijd voor pachter en
verpachtster beiden gewenscht.
Erfpacht van een stukje grond.
Onder mededeeling, dat zij zich met een
voorstel van Commissarissen der Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit kunnen
vereenigen, geven B. en W., met verwijzing
naar den inhoud van de missive van Com
missarissen den Raad in overweging met
den Raad van de Gereformeerde Kerk te
Oegstgeest een overeenkomst aan te gaan,
krachtens welke de gemeente van de Ge
reformeerde Kerk, ten behoeve van de
vestiging van een hoogspanningsstation
door de Electriciteitsfabriek, voor den duur
van 50 jaren tegen een canon van ƒ1.
per jaar in erfpacht ontvangt een stukje
grond, groot 14.40 M.2.
LEVERING VAN ELECTRICITEIT AAN
LEIDERDORP.
Tusschen het gemeentebestuur van Lei
derdorp en de Directie der Lichtfabrieken
zijn onderhandelingen gevoerd omtrent een
wijziging van de met die gemeente geslo
ten stroomleveringsovereenkomst, welke
tot overeenstemming hebben geleid. Blij
kens een concept-contract garandeert Lei
derdorp voor 1935 en volgende jaren een
niet onaanzienlijk hooger verbruik per
jaar en stemt het in met een verlenging
van de overeenkomst voor den tijd van
aoht jaren. Daartegenover heeft de direc
tie bewilligd in eenige verlaging van de
lichttarieven zoowel voor de ingezetenen
van Leiderdorp als ten behoeve van de
straatverlichting aldaar, terwijl voorts op
verzoek van Leiderdorp in het nieuwe der
de lid van artikel 5 met betrekking tot de
tarieven een garantie is opgenomen, waar
tegen bij de directie geen bezwaar be
stond.
B. en W. stellen voor, tot de bedoelde
overeenkomst te besluiten.
Het Instellen van een rechtsvordering.
Bij een in het vorige jaar plaats gehad
hebbenden brand ten huize van M. J. Poot,
toen te Noordwijkerhout, doch thans te
Voorschoten wonende, is een gasmeter ver
nield en schade toegebracht aan de zicih
in die woning bevindende en aan de ge
meente Leiden toebehoorende electrische
toestellen en geleidingen. Aangezien ge
noemde Poot voor deze schade, in totaal
43.60 bedragende, aansprakelijk is te stel
len en het, ondanks daartoe aangewende
pogingen, tot dusverre niet is mogen geluk
ken deze vordering voldaan te krijgen, zal
dit bedrag thans langs gerechtelijken weg
moeten worden ingevorderd.
Met overlegging van het advies ter zake
van den rechtsgeleerden raadsman der ge
meente, alsmede van de verdere op deze
aangelegenheid betrekking hebbende stuk
ken geven B. en W. den Raad mitsdien in
overweging te besluiten tot het instellen
van een rechtsvordering tegen M. J. Poot,
te Voorschoten, strekkende tot vergoeding
aan de gemeente van de schade, haar door
bovenbedoelden brand veroorzaakt.
Opheffing van het waagwerkersgilde.
Het bestaan van het waagwerkersgilde
beteekent voor de gemeente een niet on
aanzienlijk financieel nadeel, dat ook niet
door voordeelen van anderen dan finan-
cieelen aard wordt opgewogen. Nu de
moeilijke tijdsomstandigheden op elk ge
bied van de gemeentehuishouding tot be
zuiniging en versobering nopen, achten B.
en W. het dan ook niet verantwoord dit
eeuwenoude instituut, dat thans nog slechts
uit historisch oogpunt van belang is, lan
ger te laten voortbestaan en geven zij den
Raad in overweging tot opheffing van het
gilde, met ingang van een nader door hun
College te bepalen dag, over te gaan. Door
de opheffing, op de wijze als B. en W. zich
die hebben gedacht, zal de gemeente niet
alleen een voordeel verkrijgen van pl..m
2.100 's jaars, dat in de toekomst nog tot
rond 4000 per jaar zal stijgen, doch bo
vendien zal de dienst aan de Waag en op
de markten daardoor op meer moderne en
daarmede op meer economische leest kun
nen worden geschoeid.
Hoewel de gemeente tegenover het gilde
en tegenover zijn individueele leden by
de opheffing rechtens tot geen enkele ver
plichting van financieelen aard is gehou
den, zijn B. en W. met de Commissie voor
den Markt- en Havendienst van meening,
dat het uit een oogpunt van billijkheid aan
beveling verdient, dat de vier thans nog
in functie zijnde leden van het gilde, die
allen trouwens reeds een zeer gevorder
den leeftijd hebben bereikt, niet zonder
meer aan hun lot worden overgelaten. B.
en W. kunnen zich dan ook geheel vereeni
gen met het voorstel dier Commissie, om
de leden van het gilde, voorzoover zij door
den Directeur van den Markt- en Haven
dienst voor den hun op te dragen arbeid
nog geschikt worden geacht, tegen een
loon van 8.per week op arbeidsover
eenkomst in dienst der gemeente te nemen
en om hun, zoolang zij in dienst der ge
meente zijn, boven dit loon een vergoeding
van 16.per week toe te kennen wegens
derving van inkomsten, die zy als lid van
het gilde genoten. By hun ontslag uit den
gemeentedienst, resp. bij de opheffing van
het gilde ware hun voorts voor hun leven
een officieus ouderdomspensioen van 7.
per week te verleenen.
In de verdere behoefte aan personeel zal
de Directeur van den Markt- en Haven
dienst behooren te voorzien door indienst
neming van personen op arbeidsovereen
komst tegen nader door het College vast te
stellen loonen.
Ten slotte behqeft de verordening, rege
lende de heffing van weegloonen en
plaatsgelden aan de Gemeentewaag en
van weegloonen aan de Vette Varkens-
markt te Leiden, in verband met de op
heffing van het gilde nog wijziging. Vol
gens artikel 1 dezer verordening is voor
het gebruik van de weegtoestellen voor
het wegen van kaas een weegloon van
0.15 per 100 K.G. verschuldigd; naast dit
weegloon moet echter door de aanvoerders
van kaas aan de waagwerkers nog een
werkloon van ƒ0.10 worden betaald.
Nu voortaan de waagwerkers hun ar
beid in dienst der gemeente zullen verrich
ten, is het rationeel, dat dit werkloon in
het weegloon wordt opgenomen en dat dit
laatste dus op 0.25 per 100 K.G. wordt
vastgesteld, aldus B. en W.
DE SALABIEERING ^AN LEERAREN.
Met ingang van 1 Januari jJ. zyn bjj
Koninklijk besluit van 30 December 1933,
S. 783, nieuwe regelen vastgesteld o.m. ten
aanzien van de salarieering van het leera-
renpersoneel aan de Rijks hoogere burger
scholen en de Rijkskweekscholen voor on
derwijzers en onderwijzeressen.
De daarbij aangebrachte veranderingen
komen in hoofdzaak neer op de volgende:
a. de bestaande crisiskorting is ver
vallen;
b. de bezoldigingsregelingen zijn her
zien in dier voege, dat:
lo. alle salarissen met 10 pet. zijn ver
minderd;
2o. een extra-ongehuwden aftrek is in
gevoerd, zóódat een ongehuwde uitge
zonderd de in gezinsverband levende eeni
ge kostwinner nimmer meer ontvangt
dan 90 pet. van de maximum-wedde aan
het ambt verbonden;
3o. het maximum van den kinderby-
slag, ad 240, per kind behoudens een
garantiebepaling voor met name genoemde
gevallen met 10 pet. is verminderd.
c. eene verdere tijdelijke verlaging van
1 1/2 pet. is ingevoerd, zulks in verband
met het voornemen van de Regeering, om
het pensioenverhaal voor eigenpensioen
van 3 pet. te brengen op 41/2 pet.
Aangezien de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen ook thans het
verleenen van Rijkssubsidie voor het
Gymnasium en de beide gemeentelijke hoo
gere burgerscholen afhankelijk stelt van
het overnemen van de nieuwe Rijkssalaris-
regeling voor het leerarenpersoneel ver
bonden aan die inrichtingen van onderwijs
en niet-overneming van de Rijkssalarisre-
geling voor het leerarenpersoneel, verbon
den aan de gemeentelijke kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen, de
gemeente op belangrijke extra-uitgaven
zou komen te staan, achten B. en W. over
neming van de nieuwe rijksregeling abso
luut noodzakelijk.
EEN VASTE BRUG OVER DE
THORBECKESTRAAT.
Ten vervolge op hun voorstel van 12
Maart 1934, inzake het uit te voeren stra
tenplan in den Rodenburgerpolder, bie
den B. en W. den Raad thans aan een ont
werp voor het bouwen van een vaste brug
over de Stadsmolensloot, aansluitend aan
de Thorbeckestraat. De' kosten van de
brug met opritten en verliohtingsaanleg
worden geraamd op rond 18.000 en ko
men ten laste van het fonds, gevormd uit
de bijdragen van ƒ1.50 per M.2 bouwrij-
pen grond, bedoelde in artikel 2, 2e lid on
der b van de verordening op den aanleg
van Straten en Wegen.
EEN GARAGE BIJ HET POLITIE
BUREAU.
In de Memorie van Antwoord betreffen
de de begrooting 1934 deelden wy u mede,
dat een voorstel tot het bouwen van een
garage met twee bovenwoninge.n ter plaat
se van den bestaanden toegang naar het
politiebureau en van het gesloopte perceel
Langebrug No. 103 in voorbereiding was.
De Dienst van Gemeentewerken heeft in
middels in overleg met den Commissaris
van Politie twee plannen voor dien bouw
ontworpen. Het voornaamste verschil tus
schen beide ontwerpen is, dat by plan B
de zuidelijke woning iets kleiner is dan de
noordelijke woning, terwijl by plan A
beide woningen vrijwel gelijk zijn, en
voorts, dat de dienstgarage volgens plan A
vrij donker, doch volgens plan B behoor
lijk verlicht zal zijn. Ook het kostenver
schil is slechts gering; voor plan A. be
draagt de raming n.l. 14.900 tegen
15.100 voor plan B.
Met de commissie van Fabricage zijn B.
en W. van meening, dat plan B. de voor
keur verdient. Het omvat op den beganen
grond een overbouwde diensttoegang naar
het politiebureau met een garage. Op deze
wijze wordt de bestaande diensttoegang
zeer verbeterd en verkrijgt de politie te
vens de beschikking over een behoorlijke
garage, waaraan reeds lang behoefte be
staat.
Boven de toegang en de garage zijn twee
bovenwoningen ontworpen, die elk in
hoofdzaak bevatten: op de eerste verdie
ping een voorkamer, een achterkamer en
een keuken en op de tweede verdieping 3
slaapkamers.
Een der bovenwoningen is aan te wijzen
als woning voor den concierge van het po
litiebureau, in welk geval in zyn huisves
ting voortaan op alleszins voldoende wijze
zal zij voorzien, terwyl de bestemming van
het andere bovenhuis nader kan worden
bepaald.
BESTAANDE BUSLIJNEN
VERDWIJNEN.
De „Eltax" daarvoor In de plaats.
De N.V. Leidsche Auto-Boxen-Garage,
alhier, heeft B. en W. bericht, dat zij de
exploitatie van haar buslijnen (Station
Tuinstadwijk en StationKooipark) met
ingang van 1 Mei a.s. wenscht te beëindi
gen. Inmiddels had eenigen tijd geleden
de Eltax-onderneming (thans: N.V. Eltax),
alhier, een verzoek bij ons ingediend, om
haar vergunning te verleenen voor het in
werking brengen en hebben van twee auto
buslijnen, nagenoeg overeenkomende met
de bestaande. Daartoe is de volgende op
zet gemaakt.
Er zal een kleiner type bussen worden
gebezigd dan thans het geval is, welke een
half-uursdienit tusschen de genoemde be
gin- en eindpunten zullen onderhouden.
Het tarief zal bedragen 0.10 per rit per
persoon, zonder reductie-mogelykheid.
Aangezien door de mindere frequentie van
de ritten en de geringere capaciteit van de
te gebruiken bussen wellicht niet voldoen
de in de verkeersbehoefte zal worden
voorzien, is door de Eltax-onderneming te
vens vergunning gevraagd voor' enkele
standplaatsen voor kleine taxi's (eveneens
met 10 cents tarief) aan of nabij de routes
van de autobusl'Jnen. De aanvraagster
heeft verzocht deze vergunning te verkrij
gen zonder verplichting tot betaling van
recognitie. Verder vraagt zy geenerlei sub
sidie uit de gemeentekas, zooals tot nog
toe de N.V. Leidsahe Auto-Boxen-Garage
genoot.
B. en W. zijn van meening, dat op deze
aanvrage, waardoor het voortbestaan van
de beide busverbindingen voorloopig wordt
verzekerd, dient te worden ingegaan en zij
stellen zioh derhalve voor de daarvoor
vereischte vergunningen voor het inne
men van standplaats met taxi-automobie
len, te verleenen onder de daarbij te stel
len voorwaarden. Het is de bedoeling, zoo
wel van B. en W. als van de N.V. Eltax,
dat deze vergunningen voorloopig voor een
jaar worden verleend.
Wat betreft het verzoek, om vrijgesteld
te worden van de verschuldigde recognitie,
merken B. en W. op, dat de recognitie-ver
ordening de mogelijkheid van ontheffing
van deze betaling niet kent. Waar intus
schen de instandhouding van de onderha
vige verkeersverbindingen mede in het
belang van de gemeente geen financieele
medewerking wordt gevraagd, zijn B. en
W. van meening, dat er alle aanleiding be
staat aan het verzoek tegemoet te komen in
dezen vorm, dat jaarlijks een bedrag ten
beloope van de bedoelde recognities uit de
gemeentekas aan de Eltax-onderneming
wordt uitgekeerd. Deze uitkeering dient
uiteraard slechts die standplaatsen te be
treffen, welke rechtstreeks verband houden
met de autobuslijnen, n.l. vijf (Koningin-
nelaan, Boisotkade bij de Doezastraat,
Noordeindsplein, Driftstraat en Haven
plein), waar in totaal ten hoogste 13 taxi
automobielen zullen kunnen worden gesta-
tionneerd en waarvoor de recognities der
halve zullen bedragen 130 per jaar.
Wy mogen aan het bovenstaande nog
toevoegen, aldus B. en W., dat verschillen
de andere aanvragen om vergunning voor
het innemen van standplaatsen met taxi
automobielen bij ons College in overweging
zyn. B. en W. zijn voornemens binnenkort
dienaangaande een beslissing te nemen in
dier voege, dat 'n aantal standplaatsen, niet
gelegen aan of nabij de routes der autobus-
lijnen, beschikbaar zal worden gesteld.
B. en W. hebben gemeend, mede gelet
op het verzoek der Eltax-onderneming, op
dit voor de gemeente bezwarende voorstel
niet te moeten ingaan.
(Wordt vervolgd).
Heb ik je gisteren
niet met je vrouw
gezien? Je sag er
soo opgewekt uit.
Opgewekt? Nou...
dan was ik het niet.
of ik niet met m'n
▼rouw; maar ook
niemand anders met
mün vrouw.
(Esquella)
WILT IETS WETEN?
Vraag: Is het u bekend, of er boven
Utrecht een R. K. kostschool bestaat voor
kinderen „uit den gewonen burgerstand".
Antwoord: Een wedervraag! Bedoelt
u een kostschool voor jongens of voor meis
jes? Voor jongens is er „boven Utrecht"
geen school, zooals u die zich wenscht. Voor
meisjes bevindt zich een dergelijk pensio
naat te Bodegraven, te Amersfoort (St.
Agnes-gesticht), te Bussum („Mariën-
burg"), te Doesburg („St. Anna Maria"),
te Harlingen („St. Anna"), te Ned er-
horstden Berg („De Voorzienigheid"),
te Steenwijkerwold, te Woerden en te Wog-
num (St. Agnesstichting). Voor nadere in
lichtingen omtrent deze inrichtingen ver
wijzen wij u naar de „Pius-Almanak",
bladz. 909 tot 929.
Vraag: Wanneer moet een huurceel
worden aangeschaft waaaraan Registratie
kosten verbonden zijn? Wie' moet de kosten
betalen?
Antwoord: U behoeft nimmer een
huurceel te hebben, wanneer geen van bei
de partijen dat wenscht. Wordt er evenwel
een huurceel opgemaakt, dan bedraagt het
zegelrecht 10 ct. voor iedere 100.van
den huurprijs over den geheelen huurtijd
berekend. Indien de huurprijs over den ge
heelen huurtijd berekend niet meer dan
250.bedraagt, is geen zegelrecht ver
schuldigd. De kosten zijn voor den huur
der, tenzij anders is overeengekomen.
Dinsdagmiddag en Donderdagmiddag van
34 uur gelegenheid tot het bekomen van
mondelinge inlichtingen op rechtskundig
gebied. (Kosteloos)-