DINSDAG 10 APRIL 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. PAG. 7 2. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor den bouw van een vaste brug over de Stadsmolensloot tegenover de Thor- beckestraat. 23. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor den bouw van een garage met twee bovenwoningen ter plaatse van den bestaanden toegang naar het politiebureau en van het gesloopte perceel Langebrug 103. 24. Voorstel inzake de exploitatie van de twee bestaande autobuslijnen binnen de gemeente door de N.V. Eltax. 25. Prae-advies op de voorstellen en mo ties, ingediend bij de vaststelling van het plan van uitbreiding voor deze gemeente in de raadsvergadering van 6 Nov. 1933. 26. Prae-advies op de motn van den heer Van Stralen inzake de wijze van aanmel ding door en uitbetaling van de ondersteu ning aan door de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon gesteun de georganiseerde werkloozen. 27. Interpellatie van den heer van Eek Inzake de oproeping van sollicitanten naar de betrekking van Directeur van den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. De stukken betrekking hebbende op de punten 21 en 26 zijn reeds eerder gepubli ceerd. Bij punt" 27 is, zooals gebruikelijk geen prae-advies. Zooals men ziet, vergadert de Raad nu weer eens in de Nutszaal, terwijl zij de vo rige keer in den Burcht heeft vergaderd. Dit beteekent nog niet, naar wij vernemen, dat men niet meer in de Burcht zal terug- keeren. Bestuur Ambachtsschool. Het bestuur der Vereeniging „De Am bachtsschool" te Leiden deelt den Raad mede, dat in de 1.1. gehouden algemeene ledenvergadering, ter voorziening in de vacature door het vertrek /van den heer A. M. Touw, de volgende voordracht is opgemaakt: 1. Ir. F. Chr. Rauwenhoff, hoofdinge nieur aan de Koninklijke Neder L Grof smederij. 2. W. A. J. Monhemius, Wasstraat 20. En in de vacature wegens periodiek af treden van den heer Ph. Rosdorff, die niet herkiesbaar is: 1. A. E. v. d. Voet, Morschweg 21-21a. 2. Bertus de Jong, machinefabriek Hooge Morschweg 100. Volgens artikel 5 der statuten geschiedt de benoeming door den gemeenteraad. Het bestuur verzoekt den Raad daarom be leefd uit bovenstaande voordracht egn keuze te willen doen. Commissie Wering van Schoolverzuim. Volgens artikel 21 van de Leerplichtwet worden de leden van de Commissie tot We ring van Schoolverzuim benoemd voor den tijd van drie jaren, met dien ver stande, dat een tusschentijds benoemde af treedt op het tijdstip van aftreding van dengene, wiens plaats hij inneemt. Aangezien thans zoodanige driejarige pe riode is verstreken, bieden B. en W. den Raad aan de navolgende aanbevelingen en wel voor de benoeming van zeven le den van: I. de Noorder-Commissie tot Wering van Schoolverzuim: A. lo. W. Caro, aftre den lid, 2o. L. Westerman. B. lo. N. v. d. Heuvel, aftredend lidr 2o. P. A. Wisse. C. lo. A. J. den Hollander, aftredend lid, 2o. H. Vink. D. lo. J. H. A. Manders, aftre dend lid, 2o. E. Duym. E. lo. C. Mulder, aftredend lid, 2o. W. J. Laman. F. lo. G. J. v. d. Ploeg, aftredend lid, 2o. W. Melief. G. lo. W. E. Wolvers, aftredend lid, 2o. D. Prins. II. de Zuider-Commissie tot Wering van Schoolverzuim: A. lo. D. Bosma, aftredend lid, 2o. J. C. v. Schaick. B. lo. P. G. Hocks- aftredend lid, 2o. Jac. Zitman. C. lo. A. B. Mulder, aftredend lid, 2o. D. v. d. Most v. Spijk. D. lo. J. Schouten Azn., aftredend lid, 2o. G. v. Putten. E. lo. N. B. M. Vree burg, aftredend lid, 2o. Th. A. Goddijn. F. lo. H. v. Woudenberg, aftredend lid, 2o. G. N. v. Meurs. G. lo. A. H. Wijnnobel, af tredend lid, 2o. J. H. de Vries. Benoeming onderwijzeres. Tengevolge van het aan de onderwijzeres mej. J. B. van Heucen verleend eervol ontslag is op 1 April j.u. een vacature ont staan aan de opleidingsschool voor u. 1. o. aan de Langebrug A. B. en W. stellen den Raad voor te benoe men tot onderwijzeres aan de opleidings school voor u.l.o. aan de Langebrug A, mej. M. C. Eterman, wachtgeldster, laatstelijk onderwijzeres aan de opleidingsschool voor u.l.o. aan den Maresingel A. Overname van stukjes grond. In verband met de be- en verbouwing ter plaatse, dienen de hieronder genoemde ge deelten grond aan de gemeente te worden overgedragen. B. en W. geven den Raad mitsdien in •overweging te besluiten kosteloos in eigen dom en onderhoud bij de gemeente over te nemen: a. van B. W. H. Bouchier, te Leiden, een strookje grond, groot pl.m. 0.70 M.2 ge legen aan de Van der Werffstraat, hoek Korte Paradijssteeg; b. van G. C. Bik, te Leiden, een strook je grond, groot pl.b. 80 M.2, gelegen aan den Witte Singel; c. van P. J. van der Zanden, te Leiden, een strookje grond, groot pl.m. 1.50 M.2, gelegen aan de Breestraat, hoek Diefsteeg; d. van L. P. van der Drift, te Leiden, strookje grond pjl.m. 0.80 M.2 gelegen aan de Donkersteeg, hoek Oude Rijn; e. van A. H. Volleberg, te Zoeterwoude, een strookje grond, groot pl.m. 0.70 M.2, gelegen aan de Groenesteeg, hoek Waard- gracht; f. van C. Spaanderman, te Leiden, een strookje grond, groot pl.m. 0.56 M.2, gele gen aan de Doelensteeg, hoek Doelen- gracht; g. van J. 't Hart en D. Aanen, te Lei den, de strookjes grond, samen pl.m. 45 M.2 gelegen aan de Tesselschadestraat. Verhuring panden aan de Breestraat. Bij raadsbesluit van 29 September 1924 werd aan B. J. Timmerman tegen ƒ800. per jaar verhuurd het winkelhuis aan de Breestraat No. 92. Overeenkomstig de bepalingen van het huurcontract is per 1 Mei a.s. deze huur opgezegd, omdat het B. en W. met het oog op den toekomstigen Stadhuisbouw gewenscht voorkomt, dat in het vervolg de huur tusschentijds met een korten op zeggingstermijn kan worden beëindigd, het geen bij de bestaande overeenkomst niet mogelijk is. De heer Timmerman is bereid bevonden, een nieuwe huurovereenkomst te sluiten onder de bestaande voorwaarden, echter met dien verstande, dat beide partijen be voegd zijn, de huur te beëindigen met een opzeggingstermijn van zes maanden. In overeenstemming met het tegenwoordig gevolgd systeem is de huurprijs verhoogd met de straatbelasting ad 35. B. en W. geven den Raad mitsdien in overweging het winkelhuis aan de Bree straat No. 92 tegen een huurprijs van 835.per jaar (straatbelasting inbegre pen) tot wederopzegging, ingaande 1 Mei 1934, tot uiterlijk 30 April 1939 te verhu ren aan B. J. Timmerman, alhier. Bij raadsbesluit van 26 Januari 1934 werden van H. D. Sala aangekocht de per- ceelen Breestraat Nis 114a, 114b en 114c. Perceel Breestraat 114c wordt door den heer Sala gebruikt als spiegel- en lysten- fabriek en als etalageruimte. De beide an dere perceelen vormen één pand, waarvan in de benedenverdieping, Breestraat 114b, de kunsthandel van den heer Sala is ge vestigd, terwijl de bovenverdieping, Bree straat 114a, als woning is verhuurd voor 800.per jaar. De heer Sala zou gaarne op korten ter mijn de perceelen Breestraat 114b en 114c huren, n.l. voor drie maanden, met verlen ging van maand tot maand, tenzij de huur door een der partijen wordt opgezet. Hij is bereid een huurson van 1.800.per jaar, straatbelasting inbegrepen, te beta len, en gaat accoord met de gebruikelijke, in de huurovereenkomst te stellen voor waarden. Evenals de Commissie van Fabricage kunnen B. en W. zich met een verhuring op dezen voet vereenigen; met het oog op het doel van den plaats gehad hebbenden aankoop is het ook in het belang van de gemeente, dat de verhuring steeds op kor ten termijn kan worden beëindigd. Verhuring berm. Krachtens vergunning van 10 Augustus 1872 heeft M. Koudijs, te Noordwijkerhout, ene strook berm aan den Haarlemmertrek- vaartweg, ter grootte van 2052 M.2, in ge bruik tegen een jaarlijksdhe vergoeding van 35.98. Van J. en M. Koudijs is thans een ver zoek ingekomen om van de gemeente te ma gen koopen een 5 M. lange strook van dien berm, dienende als uitweg van hun boer derijen naar den Haarlemmertrekvaart- weg. Omtrent den gebruikelijken koopprijs ad ƒ1.per M.2 is met de adressanten overeensteming bereikt. De heer M. Koudijs wenscht het overige gedeelte van den aan hem in gebruik ge geven grond voortaan slechts voor 10. per jaar in gebruik te hebben, aangezien de geldende vergoeding voor den tegenwoor- digen tijd te hoog is. B. en W. stellen voor, dit goed te keu ren. Verpachting Stadsgehoorzaal. Bij raadsbesluit van 25 Maart 1919 werd de exploitatie van de buffetten in de Ge hoorzaal bij verlenging voor den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Mei 1929, tegen een pachtsom van 3500 per jaar verhuurd aan W. F. van Ingen Schenau Jr. Bovendien betaalt de pachter, ingevolge raadsbesluit van 2 September 1928, jaarlijks een bedrag van 200 als rentevergoeding over de meerdere verbouwingskosten van de kof fiekamer, zoodat de pachtsom feitelijk ƒ3700 bedraagt. Verder komt van de kos ten van duinwaterverbruik een som van 50.per jaar voor zijne rekening. De pachter heeft verzocht de op ultimo April a.s. afloopende pacht wederom te verlengen, echter tegen een lagere pacht som met het oog op de tegenwoordige tijdsomstandigheden. Bij de terzake gevoerde onderhandelin gen verklaarde de heer van Ingen Schenau zich bereid de pacht voorloopig weder voor den tijd van één jaar aan te gaan tegen een pachtsom van ƒ2700. Tegenover deze vermindering der pacht som met 1000.staat intusschen, dat de pachter het stoken van de centrale ver warming op zich neemt voor een jaarlijk- sche vergoeding van 300 en dat hij koste loos zorg draagt voor de bediening van de z.g. middagverliohting. Een en ander ge schiedt thans van gemeentewege en vor dert een uitgaaf van ongeveer 950; over dracht van deze werkzaamheden op den vermelden voet levert voor de gemeente derhalve een besparing van pl.m. 650 op en doet het nadeelig verschil in pachtprijs mitsdien dalen tot pl.m. 350. In verreke ning met de bedoelde vergoeding van 300 kan de pachtsom uiteraard op 2400 worden gesteld. Vervolgens neemt de paahter er genoe gen mede, dat de vergoeding voor het duinwater wordt gewijzigd in dien zin, dat de gemeente voortaan een vast bedrag voor haar rekening neemt en dat de daarboven verschuldigde kosten ten laste van den pachter komen; deze regeling achten B. en W. zeer bevorderlijk voor een zuinig ge bruik van duinwater. Op de basis van het verbruik gedurende de laatste jaren is het door de gemeente te betalen vaste bedrag op 150 gesteld. Overigens kunnen de voorwaarden on veranderd blijven gelden. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en W. van oordeel, dat in de gegeven om standigheden met een verpachting op den aangegeven voet voor den tijd van één jaar kan worden accoord gegaan; de beperking van den termijn voorloopig tot één jaar is in dezen onzekeren tijd voor pachter en verpachtster beiden gewenscht. Erfpacht van een stukje grond. Onder mededeeling, dat zij zich met een voorstel van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit kunnen vereenigen, geven B. en W., met verwijzing naar den inhoud van de missive van Com missarissen den Raad in overweging met den Raad van de Gereformeerde Kerk te Oegstgeest een overeenkomst aan te gaan, krachtens welke de gemeente van de Ge reformeerde Kerk, ten behoeve van de vestiging van een hoogspanningsstation door de Electriciteitsfabriek, voor den duur van 50 jaren tegen een canon van ƒ1. per jaar in erfpacht ontvangt een stukje grond, groot 14.40 M.2. LEVERING VAN ELECTRICITEIT AAN LEIDERDORP. Tusschen het gemeentebestuur van Lei derdorp en de Directie der Lichtfabrieken zijn onderhandelingen gevoerd omtrent een wijziging van de met die gemeente geslo ten stroomleveringsovereenkomst, welke tot overeenstemming hebben geleid. Blij kens een concept-contract garandeert Lei derdorp voor 1935 en volgende jaren een niet onaanzienlijk hooger verbruik per jaar en stemt het in met een verlenging van de overeenkomst voor den tijd van aoht jaren. Daartegenover heeft de direc tie bewilligd in eenige verlaging van de lichttarieven zoowel voor de ingezetenen van Leiderdorp als ten behoeve van de straatverlichting aldaar, terwijl voorts op verzoek van Leiderdorp in het nieuwe der de lid van artikel 5 met betrekking tot de tarieven een garantie is opgenomen, waar tegen bij de directie geen bezwaar be stond. B. en W. stellen voor, tot de bedoelde overeenkomst te besluiten. Het Instellen van een rechtsvordering. Bij een in het vorige jaar plaats gehad hebbenden brand ten huize van M. J. Poot, toen te Noordwijkerhout, doch thans te Voorschoten wonende, is een gasmeter ver nield en schade toegebracht aan de zicih in die woning bevindende en aan de ge meente Leiden toebehoorende electrische toestellen en geleidingen. Aangezien ge noemde Poot voor deze schade, in totaal 43.60 bedragende, aansprakelijk is te stel len en het, ondanks daartoe aangewende pogingen, tot dusverre niet is mogen geluk ken deze vordering voldaan te krijgen, zal dit bedrag thans langs gerechtelijken weg moeten worden ingevorderd. Met overlegging van het advies ter zake van den rechtsgeleerden raadsman der ge meente, alsmede van de verdere op deze aangelegenheid betrekking hebbende stuk ken geven B. en W. den Raad mitsdien in overweging te besluiten tot het instellen van een rechtsvordering tegen M. J. Poot, te Voorschoten, strekkende tot vergoeding aan de gemeente van de schade, haar door bovenbedoelden brand veroorzaakt. Opheffing van het waagwerkersgilde. Het bestaan van het waagwerkersgilde beteekent voor de gemeente een niet on aanzienlijk financieel nadeel, dat ook niet door voordeelen van anderen dan finan- cieelen aard wordt opgewogen. Nu de moeilijke tijdsomstandigheden op elk ge bied van de gemeentehuishouding tot be zuiniging en versobering nopen, achten B. en W. het dan ook niet verantwoord dit eeuwenoude instituut, dat thans nog slechts uit historisch oogpunt van belang is, lan ger te laten voortbestaan en geven zij den Raad in overweging tot opheffing van het gilde, met ingang van een nader door hun College te bepalen dag, over te gaan. Door de opheffing, op de wijze als B. en W. zich die hebben gedacht, zal de gemeente niet alleen een voordeel verkrijgen van pl..m 2.100 's jaars, dat in de toekomst nog tot rond 4000 per jaar zal stijgen, doch bo vendien zal de dienst aan de Waag en op de markten daardoor op meer moderne en daarmede op meer economische leest kun nen worden geschoeid. Hoewel de gemeente tegenover het gilde en tegenover zijn individueele leden by de opheffing rechtens tot geen enkele ver plichting van financieelen aard is gehou den, zijn B. en W. met de Commissie voor den Markt- en Havendienst van meening, dat het uit een oogpunt van billijkheid aan beveling verdient, dat de vier thans nog in functie zijnde leden van het gilde, die allen trouwens reeds een zeer gevorder den leeftijd hebben bereikt, niet zonder meer aan hun lot worden overgelaten. B. en W. kunnen zich dan ook geheel vereeni gen met het voorstel dier Commissie, om de leden van het gilde, voorzoover zij door den Directeur van den Markt- en Haven dienst voor den hun op te dragen arbeid nog geschikt worden geacht, tegen een loon van 8.per week op arbeidsover eenkomst in dienst der gemeente te nemen en om hun, zoolang zij in dienst der ge meente zijn, boven dit loon een vergoeding van 16.per week toe te kennen wegens derving van inkomsten, die zy als lid van het gilde genoten. By hun ontslag uit den gemeentedienst, resp. bij de opheffing van het gilde ware hun voorts voor hun leven een officieus ouderdomspensioen van 7. per week te verleenen. In de verdere behoefte aan personeel zal de Directeur van den Markt- en Haven dienst behooren te voorzien door indienst neming van personen op arbeidsovereen komst tegen nader door het College vast te stellen loonen. Ten slotte behqeft de verordening, rege lende de heffing van weegloonen en plaatsgelden aan de Gemeentewaag en van weegloonen aan de Vette Varkens- markt te Leiden, in verband met de op heffing van het gilde nog wijziging. Vol gens artikel 1 dezer verordening is voor het gebruik van de weegtoestellen voor het wegen van kaas een weegloon van 0.15 per 100 K.G. verschuldigd; naast dit weegloon moet echter door de aanvoerders van kaas aan de waagwerkers nog een werkloon van ƒ0.10 worden betaald. Nu voortaan de waagwerkers hun ar beid in dienst der gemeente zullen verrich ten, is het rationeel, dat dit werkloon in het weegloon wordt opgenomen en dat dit laatste dus op 0.25 per 100 K.G. wordt vastgesteld, aldus B. en W. DE SALABIEERING ^AN LEERAREN. Met ingang van 1 Januari jJ. zyn bjj Koninklijk besluit van 30 December 1933, S. 783, nieuwe regelen vastgesteld o.m. ten aanzien van de salarieering van het leera- renpersoneel aan de Rijks hoogere burger scholen en de Rijkskweekscholen voor on derwijzers en onderwijzeressen. De daarbij aangebrachte veranderingen komen in hoofdzaak neer op de volgende: a. de bestaande crisiskorting is ver vallen; b. de bezoldigingsregelingen zijn her zien in dier voege, dat: lo. alle salarissen met 10 pet. zijn ver minderd; 2o. een extra-ongehuwden aftrek is in gevoerd, zóódat een ongehuwde uitge zonderd de in gezinsverband levende eeni ge kostwinner nimmer meer ontvangt dan 90 pet. van de maximum-wedde aan het ambt verbonden; 3o. het maximum van den kinderby- slag, ad 240, per kind behoudens een garantiebepaling voor met name genoemde gevallen met 10 pet. is verminderd. c. eene verdere tijdelijke verlaging van 1 1/2 pet. is ingevoerd, zulks in verband met het voornemen van de Regeering, om het pensioenverhaal voor eigenpensioen van 3 pet. te brengen op 41/2 pet. Aangezien de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ook thans het verleenen van Rijkssubsidie voor het Gymnasium en de beide gemeentelijke hoo gere burgerscholen afhankelijk stelt van het overnemen van de nieuwe Rijkssalaris- regeling voor het leerarenpersoneel ver bonden aan die inrichtingen van onderwijs en niet-overneming van de Rijkssalarisre- geling voor het leerarenpersoneel, verbon den aan de gemeentelijke kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, de gemeente op belangrijke extra-uitgaven zou komen te staan, achten B. en W. over neming van de nieuwe rijksregeling abso luut noodzakelijk. EEN VASTE BRUG OVER DE THORBECKESTRAAT. Ten vervolge op hun voorstel van 12 Maart 1934, inzake het uit te voeren stra tenplan in den Rodenburgerpolder, bie den B. en W. den Raad thans aan een ont werp voor het bouwen van een vaste brug over de Stadsmolensloot, aansluitend aan de Thorbeckestraat. De' kosten van de brug met opritten en verliohtingsaanleg worden geraamd op rond 18.000 en ko men ten laste van het fonds, gevormd uit de bijdragen van ƒ1.50 per M.2 bouwrij- pen grond, bedoelde in artikel 2, 2e lid on der b van de verordening op den aanleg van Straten en Wegen. EEN GARAGE BIJ HET POLITIE BUREAU. In de Memorie van Antwoord betreffen de de begrooting 1934 deelden wy u mede, dat een voorstel tot het bouwen van een garage met twee bovenwoninge.n ter plaat se van den bestaanden toegang naar het politiebureau en van het gesloopte perceel Langebrug No. 103 in voorbereiding was. De Dienst van Gemeentewerken heeft in middels in overleg met den Commissaris van Politie twee plannen voor dien bouw ontworpen. Het voornaamste verschil tus schen beide ontwerpen is, dat by plan B de zuidelijke woning iets kleiner is dan de noordelijke woning, terwijl by plan A beide woningen vrijwel gelijk zijn, en voorts, dat de dienstgarage volgens plan A vrij donker, doch volgens plan B behoor lijk verlicht zal zijn. Ook het kostenver schil is slechts gering; voor plan A. be draagt de raming n.l. 14.900 tegen 15.100 voor plan B. Met de commissie van Fabricage zijn B. en W. van meening, dat plan B. de voor keur verdient. Het omvat op den beganen grond een overbouwde diensttoegang naar het politiebureau met een garage. Op deze wijze wordt de bestaande diensttoegang zeer verbeterd en verkrijgt de politie te vens de beschikking over een behoorlijke garage, waaraan reeds lang behoefte be staat. Boven de toegang en de garage zijn twee bovenwoningen ontworpen, die elk in hoofdzaak bevatten: op de eerste verdie ping een voorkamer, een achterkamer en een keuken en op de tweede verdieping 3 slaapkamers. Een der bovenwoningen is aan te wijzen als woning voor den concierge van het po litiebureau, in welk geval in zyn huisves ting voortaan op alleszins voldoende wijze zal zij voorzien, terwyl de bestemming van het andere bovenhuis nader kan worden bepaald. BESTAANDE BUSLIJNEN VERDWIJNEN. De „Eltax" daarvoor In de plaats. De N.V. Leidsche Auto-Boxen-Garage, alhier, heeft B. en W. bericht, dat zij de exploitatie van haar buslijnen (Station Tuinstadwijk en StationKooipark) met ingang van 1 Mei a.s. wenscht te beëindi gen. Inmiddels had eenigen tijd geleden de Eltax-onderneming (thans: N.V. Eltax), alhier, een verzoek bij ons ingediend, om haar vergunning te verleenen voor het in werking brengen en hebben van twee auto buslijnen, nagenoeg overeenkomende met de bestaande. Daartoe is de volgende op zet gemaakt. Er zal een kleiner type bussen worden gebezigd dan thans het geval is, welke een half-uursdienit tusschen de genoemde be gin- en eindpunten zullen onderhouden. Het tarief zal bedragen 0.10 per rit per persoon, zonder reductie-mogelykheid. Aangezien door de mindere frequentie van de ritten en de geringere capaciteit van de te gebruiken bussen wellicht niet voldoen de in de verkeersbehoefte zal worden voorzien, is door de Eltax-onderneming te vens vergunning gevraagd voor' enkele standplaatsen voor kleine taxi's (eveneens met 10 cents tarief) aan of nabij de routes van de autobusl'Jnen. De aanvraagster heeft verzocht deze vergunning te verkrij gen zonder verplichting tot betaling van recognitie. Verder vraagt zy geenerlei sub sidie uit de gemeentekas, zooals tot nog toe de N.V. Leidsahe Auto-Boxen-Garage genoot. B. en W. zijn van meening, dat op deze aanvrage, waardoor het voortbestaan van de beide busverbindingen voorloopig wordt verzekerd, dient te worden ingegaan en zij stellen zioh derhalve voor de daarvoor vereischte vergunningen voor het inne men van standplaats met taxi-automobie len, te verleenen onder de daarbij te stel len voorwaarden. Het is de bedoeling, zoo wel van B. en W. als van de N.V. Eltax, dat deze vergunningen voorloopig voor een jaar worden verleend. Wat betreft het verzoek, om vrijgesteld te worden van de verschuldigde recognitie, merken B. en W. op, dat de recognitie-ver ordening de mogelijkheid van ontheffing van deze betaling niet kent. Waar intus schen de instandhouding van de onderha vige verkeersverbindingen mede in het belang van de gemeente geen financieele medewerking wordt gevraagd, zijn B. en W. van meening, dat er alle aanleiding be staat aan het verzoek tegemoet te komen in dezen vorm, dat jaarlijks een bedrag ten beloope van de bedoelde recognities uit de gemeentekas aan de Eltax-onderneming wordt uitgekeerd. Deze uitkeering dient uiteraard slechts die standplaatsen te be treffen, welke rechtstreeks verband houden met de autobuslijnen, n.l. vijf (Koningin- nelaan, Boisotkade bij de Doezastraat, Noordeindsplein, Driftstraat en Haven plein), waar in totaal ten hoogste 13 taxi automobielen zullen kunnen worden gesta- tionneerd en waarvoor de recognities der halve zullen bedragen 130 per jaar. Wy mogen aan het bovenstaande nog toevoegen, aldus B. en W., dat verschillen de andere aanvragen om vergunning voor het innemen van standplaatsen met taxi automobielen bij ons College in overweging zyn. B. en W. zijn voornemens binnenkort dienaangaande een beslissing te nemen in dier voege, dat 'n aantal standplaatsen, niet gelegen aan of nabij de routes der autobus- lijnen, beschikbaar zal worden gesteld. B. en W. hebben gemeend, mede gelet op het verzoek der Eltax-onderneming, op dit voor de gemeente bezwarende voorstel niet te moeten ingaan. (Wordt vervolgd). Heb ik je gisteren niet met je vrouw gezien? Je sag er soo opgewekt uit. Opgewekt? Nou... dan was ik het niet. of ik niet met m'n ▼rouw; maar ook niemand anders met mün vrouw. (Esquella) WILT IETS WETEN? Vraag: Is het u bekend, of er boven Utrecht een R. K. kostschool bestaat voor kinderen „uit den gewonen burgerstand". Antwoord: Een wedervraag! Bedoelt u een kostschool voor jongens of voor meis jes? Voor jongens is er „boven Utrecht" geen school, zooals u die zich wenscht. Voor meisjes bevindt zich een dergelijk pensio naat te Bodegraven, te Amersfoort (St. Agnes-gesticht), te Bussum („Mariën- burg"), te Doesburg („St. Anna Maria"), te Harlingen („St. Anna"), te Ned er- horstden Berg („De Voorzienigheid"), te Steenwijkerwold, te Woerden en te Wog- num (St. Agnesstichting). Voor nadere in lichtingen omtrent deze inrichtingen ver wijzen wij u naar de „Pius-Almanak", bladz. 909 tot 929. Vraag: Wanneer moet een huurceel worden aangeschaft waaaraan Registratie kosten verbonden zijn? Wie' moet de kosten betalen? Antwoord: U behoeft nimmer een huurceel te hebben, wanneer geen van bei de partijen dat wenscht. Wordt er evenwel een huurceel opgemaakt, dan bedraagt het zegelrecht 10 ct. voor iedere 100.van den huurprijs over den geheelen huurtijd berekend. Indien de huurprijs over den ge heelen huurtijd berekend niet meer dan 250.bedraagt, is geen zegelrecht ver schuldigd. De kosten zijn voor den huur der, tenzij anders is overeengekomen. Dinsdagmiddag en Donderdagmiddag van 34 uur gelegenheid tot het bekomen van mondelinge inlichtingen op rechtskundig gebied. (Kosteloos)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 7