VRIJDAG 30 MAART 1934 DE LE1DSCHE COURANT DERDE BLAD. PAG. II Als de Paachklokken luiden De oorsprong van vele Paaschgebruiken Paschen in oorsprong Lentefeest. Na „Midwinter" of „Yull" of het feest der twaalf gewijde nachten, de Duitsche be naming „Weinachten" bewaart er de her innering aan, dat gevierd werd als „Dies natalis solis invicti", dit is „geboortedag der onoverwinnelijke zon", volgde bij onze heidensche voorouders, ter gelegenheid van het lente-aequinnoctium of de dag en nachtevening het vreugdebetoon over de opstanding der natuur. Zoowel de Duitsche benaming „Ostern", als de Engelsche „Eastern" bewaren de her innering aan de vereering van Ostara, „die Gottheit des strahlenden Morgens und aufsteigenden Lichts", de godin van het morgenrood, de lente en den wasdom. Op deze functie wijst o.a. het gebed, hetwelk voorkomt in een handschrift dat zich in de even oude als beroemde boekerij van het Westfaalsche klooster „Corvey" bevindt en aldus aanvangt: „Ostara, moe der der aarde, laat dezen akker groeien, groenen en bloemen en vruchten dragen!" Met Christendom heeft ze geannexeerd, m.a.w. het heeft ze na verband met den godsdienst gebracht te hebben, geker stend. Het feest der geboorte der nieuwe zon werd gewijd aan de herinnering van de geboorte van Jezus en het feest van de opstanding der Natuur werd in verband gebracht met het feest van Zijne Verrij zenis. De oorsprong van het Paaschfeest is tot ons blijven spreken uit tal van gebruiken, welke nog altijd in zwang gebleven zijn al ligt het voor de hand dat enkele hunner zich nog slechts in een bepaalde streek wisten te handhaven. Onafscheidelijk met het Paaschfeest verbonden is de er aan voorafgaande Palmzondag, door de Fran- schen met den naam „Paques fleuries" en door de Vlamingen met dien van „Blom men Paschen" bestempeld. De Palm welke van ouds als symbool der overwinning gold, en een voorname plaats innam bij de viering van het Lentefeest, nam later een groote plaats in bij de in tocht in Jerusalem. De Palmpaasch welke in verschillende plaatsen verschillende, namen draagt zonals die van „Krakeling", „Palmholtje", „Pikhaan", „Haantjepik", „Palmbessen" e.a. bestaat uit een met tak jes groen versierden stok, waaraan vruch ten en gebak gehecht zijn en welke ge kroond wordt door een vogel van koek deeg nu eens een haantje, dan weer een zwaantje. Eerstgenoemde kreeg hier zijn plaats als aankondiger van den dageraad, ..iet liet aanbreken van welken de Schepping als het ware telkens gaat herleven terwijl an dieren „de consparsa farina", de deegvorm dieren „de consparsafarina", de deegvorm kwam in de plaats van het dier zelf, waar tegen Karei de Groote o.a. verbodsbepalin gen uitvaardigde. En wat het zwaantje betreft, dit wijst op de vereering van de godin Nerthus, de vrouwelijke zijde van den Noorschen Njörd, welke dezelfde naam is van wier blijden intocht en f - megang in het voorjaar de Romeinsche geschiedschrijver Tacitus in zijn „Germa- nia" gewaagt. Het zwaantje, dat ïan Ner thus en Njörd gewijd was, kreeg zijn plaats op de Palmpaasch als symbool van de ontwaakte teel- en groeikracht der aarde. r Palmzondag trok vroeger de j- gd met de Palmpaasch door de straten zi gend een "o: „Pallem, pallem paschen Hoe koerei Nog één Zondag Dan krijgen wij een ei. Eén ei is geen ei, Twee ei is °en half ei, Drie ei is een paaschei". aan welke laatste woorden de Drieëen- heidsleer niet vreemd is, hetwelk wij lerug vinden in het volksgeloof, volgens .hetwelk op Paaschmorgen de zon b;i haar verrijzen driemaal van vreugde opspringt. Ook in den kre'-eling, welke an de Palmpaasch meestal niet ontbreekt, en door den eigenaardigen vorm, die aan over elkaar gelegde armen doet denken, ook „Brachiola" en in het Duitsch „Bretzel" hecx en door sommigen als liefde1"" ^op <-n symbool van de lu _/ende vruchtbaar heid, door anderen als vervorming van net rad van den zonnewagen wordt bes"K~- vd, wil men, in verband met de drie openin gen, het genoemde leerstuk terugvinden. Epn merkwaardig voorbeeld van het aan passingsstelsel, volgens hetwelk heidensche gebruiken in overeenstemming werden ge bracht met het Christendom, geeft o.a. de krakeling, wanneer het waar is, dat Karei de Groote den bekeerden toestond hun ge bak in den vorm van een krans of zonne cirkel te eten, mits er het kruis in aange bracht werd. En dit laatste zou er dan aanleiding toe gegeven hebben, dat de krakeling ging dienst doen als talisman, d.w.z. als middel om booze invloeden te weren. Het Paaschfeest werd ingeluid op Paaschavond, d.w.z. den er voorafgaanden stillen Zaterdag, op welke intusschen de stilte verbroken werd door het eentonig „foeke, foeke" van den „Rommel of Foe- kepot", welke na vastenavond opgeborgen werd. Dit instrument diende ter begeleiding van een of ander rommelpotlied. In zijn „Reformatie van Amsterdam" zegt Le Long, „dat zulk een rumoer en getier in de kerk ontstond, dat het scheen alsof den bijstanders hooren en zien zou vergaan. „Behalve 't bekijken der versierde „Paasch- lammetjes" (herinnering a. h. oude feestof fer) bij de slagers en de bezorging der Ba terschaapjes „met hun krentenoogen en nalmbladooren en dito staartje alsmede het rondbrengen van het, sedert den oorlog af geschafte, bakkers geschenk, bestaande in Paaschbrood, (overblijfsel van het heiden sche broodoffer) gaf op „Stillen Zaterdag in Brabant en elders het ophalen der eie ren de noodige drukte. Schoolmeester of koster klopte zelden of nooit tevergeefs aan, zooals men zei: Op Witten Donderdag Gaan de klokken naar Rome, Al over hagen en boomen En Paaschavond komen ze thuis, zongen de kinderen en Gezelle maakt ge wag van het sprookje, volgens hetwelk de klokken, na door den Paus gezegend en teruggekeerd te zijn als zij den eersten keer geluid hebben, links en rechts bij geheele vlagen eieren werpen. Het Paaschei gaf tot allerlei vermake lijkheden aanleiding. Wel klinkt het ons thans zeer vreemd in de ooren te verne men hoe in de Middeleeuwen de Geestelijk heid bij gelegenheid van het Paaschfeest, eenerzijds tot vermeerdering der vreugde over de opstanding en anderzijds tot inge togenheid gedurende de Veertigdaagsclie Vasten, ten slotte de goegemeente onthaal de op allerlei grappige vertelsels, welke de toehoorders niet zelden in een onbedaarlijk lachen deden uitbarsten, dat bekend staat onder den naam van „Risus Paschalis" of Paaschgelach. Het verwondert ons allerminst dat ook de „joie de la rue" niet ontbrak waarvan als voorbeeld één uit zeer vele kan gelden het uitsluitend Ootmarsumsche „Vleuge len", bestaande daarin, dat een aantal per sonen, hand aan hand verbonden, een lan gen slinger vormen welke zich als een slang door'de straten kronkelt. Zelfs ontziet men zich niet de huizén door te slingeren, de voordeur in, de achterdeur uit. De legende verhaalt hoe dit „Vleugelen" zijn oorsprong dankt aan de nonnetjes van een naburig klooster, die hand aan hand de huizen bezochten om er een Paaschgroet te brengen. In tegenstelling met dit „vleugelen", dat tot de eigenaardigheden van enkele plaat sen behoort is het branden van het „Paascü- vuur" algemeen verbreid. Hoeveel plaatsen in ons land hebben niet in de onmiddelijke nabijheid haar Paaschberg of PaaschbuJt, welken laatsten naam de 's Heerenbergers er aan geven of hoe de heuvels anders hee- ten moge, waar het oude, in oorsprong hei densche gebruik in stand gehouden werd, ten opzichte waarvan Bonifacius en ande ren hun afkeuring te kennen gaven. Doch de Kerk is niet in gebreke gebleven haar aanpassingstheorie in praktijk te brengen door het ontsteken van het vuur, dat nu eenmaal onafscheidelijk verbonden was ook aan het Lentefeest van onze voorouders, te kerstenen. Op „Sabbatum Sanctum" of „stillen Zaterdag", vindt de wijding der Paaschkaars plaats, welke aangestoken wordt met een wassen drie-tak, die op zijn beurt ontstoken wordt door middel van „maagdelijk vuur" dat door den priester uit steen geslagen is. Uit de Paaschkaars, welke als symbool van den Verrezen Christus beschouwd wordt, vervaardigt men kleine medailles, bij ons bekend onder den naam van „Agnus Dei", d.i. „Lam Gods" welke waspennnin- gen, zooals Guido Gezelle zegt, de wereld door bewaard worden en gebruikt tegen ziekte, doodsnood, barensnood en alle an dere ongevallen. Wat het Paaschvuur betreft, dit moet „maagdelijk" zijn, „nodfyr", d.w.z. ontstaan door wrijven van twee stukken hout, daar het volksgeloof wilde, dat de reinigende kracht van het vuur verloren gaat wanneer het eenigen tijd gebrand heeft. En het „nodfyr" had immers, zooals Prof. Schrij nen zegt, het karakter van een Zoenoffer aan de hoogere machten, de vegetatie en vruchtbaarheidsgoden, het was een reini- gings- en vruchtbaarheidsvuur. Dat men gaarne over het feestvuur springt of althans er otn heen danst, vindt dan ook in de lou terende of reinigende kracht, welke er aan toegekend werd, zijn verklaring. Evenals zoo menig oud gebruik, heeft ook het Paaschvuur zijn tijd gehad, waartoe de plaatselijke regeeringen medewerkten, die er een gevaar voor de omgeving inzagen, hetgeen inderdaad niet denkbeeldig is, ge tuige hetgeen verhaald wordt van de eer ste kerk te Staphorst, welke in 1417 af brandde, naar men zegt, door schuld van een vogel, die op een nog smeulend Paasch vuur neerstreek en een nog niet gedoofd stukje hout in den snavel nam en op het kerkdak bracht. Wat nu eigenlijk het Paaschei betreft, wil ik opmerken, welke een voorname rol het ei speelt in de cosmogonieën of wordingsver- halen. De Hindoes laten Brahma, den schepper, uit een goudglanzig ei te voorschijn komen en in Kalevala, het heldenepos der Finnen lezen wij, hoe het heelal ontstond uit de eieren van den vogel, die op Ilmatar's knie zijn nest bouwde. Het ei gold van ouds als symbool van de teelkracht der aarde en het verwondert ons dan ook niet dat eeuwen voor onze jaartelling in China reeds de gewoonte bestond bij gelegenheid van het nieuwjaarsfeest beschilderde eieren ten geschenke te geven. Ook het Christendom heeft het ei gean nexeerd door het in verband te brengen met de Opstanding van Jezus, gelijk wij op den Paaschdatum in den Duik Almanak aangeteekend vinden: „Een ei is een nieuw steenen graf, hetgeen er in is, schijnt dood. maar kan levende uitbreken, het is het beeld van 's Heeren Verrijzenis". Het ei moet om een „Paaschei" te zijn, gekleurd wezen. Vroeger speelde het Paaschei een voor name rol bij de verschillende Paaschverma- ken, van welke ik o.a. noem het „eierga- ren" vroeger vooral op het eiland Walche ren een algemeen geliefd spel. Vooral het „eierentikken" viel zeer in den smaak, 't Kwam soms voor, dat iemand zijn ei tegen een gevoeligen tik bestand trachtte te maken door het na het uitge blazen te hebben, b.v. met gesmolten pek ging vullen. „Wie wil tikken?" was gewoon lijk de inleiding tot het spel, een uitdaging welke aanstonds beantwoord werd met een TEVREDEN ZIJN IS GELUKKIG ZIJN. Wilt gij volkomen tevreden zijn over Uwen schoonmaak, vergeet dan niet OSALON Stijfsel ook voor Uwe gordijnen te gebruiken 3359 „ik tik", waarop de tegenpartij dan weer vroeg, „hol of bol?" d.w.z. zullen we tik ken met het ronde of puntige uiteinde van het ei? Het duurde niet lang of er viel een slachtoffer in den vorm van een gekneusd ei, hetwelk dan aan den raaktikker te beurt viel. Zeer aardig was wel de „eierdans" welke wij zien weergegeven op een schil derij in het Rijksmuseum (1557). In een herberg zijn op de vloer eenige bloemen gestrooid, terwijl in een met krijt getrok ken kring een aantal eieren zijn neerge legd, welke de eierdanser onder het spel van een doedelzak-blazer al hinkende bui ten den cirkel moet weten te stooten, na tuurlijk zonder er een te breken. Ook heeft het Paaschei een rol gespeeld in de poli tiek hetgeen het geval was in den z.g „Franschen tijd" toen niemand „Oranje" durfde dragen, maar de echte Oranje-klan ten verfden dan de Paascheieren in dien kleur voor hun kinderen. Het in oorsprong aan Ostara gewijden Paaschei, deed dienst als „Postillon d'amour" en zeer terecht, wat past beter bij elkaar dan Lente en Liefde? M. E. STEYGER-ASPERSLAGH. UIT DE OMGEVING HILLEGOM. Er in gevlogen. Een vrouw, wonende aan de Leidschestraat kwam blijkbaar met minder goede bedoelingen in den winkel van een bakker aan de Hoofdstraat. Zij vroeg iets te koop, dat van achter moest worden gehaald. Nauwelijks was de vrouw des huizes naar achter of ze hoorde een haar bekend bellen, dat aanhield. Op ge mak keerde zij terug, waar vrouw P. met hoogroode kleur en bevend op de been en voor haar stond. Wat was er n.l. gebeurd? De klant had getracht de toonbanklade open te schuiven, vermoedelijk niet louter uit belangstelling. Een zeer eenvoudig elec- trisch apparaat gaat dan echter bellen en blijft bellen, ook al wordt de lade weer ter stond dichtgeschoven. Hierdoor is diefstal verijdeld. Uit medelijden met het gezin heeft de bakker geen aangifte bij de politie gedaan. NOORDWIJKERHOUT. GEMEENTERAAD. (Vervolg). Vervolgens komt de door B. en W. ont worpen nieuwe bouwverordening in behan deling. De voorzitter merkt op dait B. en W. den raadsleden hebben uitgenoodigd eventueele op- of aanmerkingen tijdig in te dienen. Daar tot heden geen aanmerkingen zijn in gekomen meent spreker te kunnen onder stellen, dat de Raad met de aangeboden concept-verordening kan accoord gaan. De heer van Parera zegt, dat B. en W. zijn inziens niet voldoende rekening ge houding hebben met 'den eisch, dat goed koop moet worden gebouwd kunnen wor den. Spr. zou daaro.n willen, dat in artikel 32, wat de breedte der trappen betreft in plaats van 90 c.M. wordt gelezen 85 c.M. en voorts dat het toegestaan wordt om bui ten de bebouwde kom vier in plaats van drie woningen aaneen te bouwen. De heer C. v. d. Klauw ondersteunt het gesprokene door den heer J. van Parera. De voorzitter zegt, dat B. en W. aan het verzoek van den heer van Parera omtrent de trapbreedte wel willen voldoen. Wat het aaneenbouwen van woningen betreft hier tegenover staan B. en W. niet zoo sym pathiek. Als de heer van Parera voldaan had aan de afspraak om bezwaren tegen de verordening tijdig in te dienen, dan had de zaak eens rustig bekeken kunnen wor den. Intusschen zullen B. en W. de aange legenheid van vier aaneengebouwde wo ningen eens overwegen en er aan voldoen, mits geen andere bepalingen van de bouw verordening zich er tegen verzetten. De bouwverordening wordt daarna bij acclamatie aangenomen. Bij de rondvraag zegt de heer Th. v. Gij lswijk, dat hij in den K.R.O.-gids onder den titel „Noordwijkerhout docet" een ar tikeltje heeft gelezen, waaruit zou kunnen worden geconcludeerd, dat B. en W. van Noord wij kerhout den K.R.O. omroep niet welgezind zijn. Spreker zou dit betreuren en zal het daarom op prijs stellen omtrent deze aangelegenheid te worden ingelicht. De voorzitter zegt, dat van een Comité van Actie van den K.R.O. te H i 11 eg o m een verzoek werd ontvangen om in de Zilk onder Noord wij kerhout met K.R.O.-bloemp- jes te mogen venten. Op de eerste plaats behoort een comité te Hillegom zijn actie tot Hillegom te beperken. Overigens mee- nen B. en W. dat in dezen benarden tijd, nu de bevolking over 't algemeen vooral in de dorpen het zwaar heeft te verantwoorden, speldjesverkoop zooveel doenlijk dient te worden beperkt. Nu kan men wel zeggen, dat niemand 'n speldje behoeft te koopen als hij het niet gaarne doet, doch dit is slechts tot op zekere hoogte waar. B. en W. stellen zich daarom den laatsten tijd op het standpunt, dat speld jesverkoop alleen wordt toegestaan voor een liefdadig doel, mits de opbrengst er van geheel of gedeeltelijk aan Noordwijkerhoutsche inge zetenen ten goede komt. Onder deze om schrijving valt de K.R.O. niet. Bovendien wat zoude er moeten gebeuren als andere omroepen het voorbeeld van den K.R.O. gingen volgen en ook speldjes gingen ver- koopen? Spreker geeft overigens volko men toe, dat de redactie van het weige- ringsbesluit in dit geval niet gelukkig ge kozen was dat is te veel een copie ge weest van andere weigeringsbesluiten doch dit had voor de K.R.O.-gids geen aan leiding moge zijn om een insinueerend ar tikel aan het adres van het gemeentebe stuur van Noordwijkerhout op te stellen. De heer Th. v. Gijlswijk zegt door de gegeven inlichtingen volkomen bevredigd te zijn. Daarna wordt de openbare verga dering gesloten. Personalia. Gistermiddag is alhier overleden de heer J. Bouwmeester, die kort geleden onder groote belangstelling zijn ne gentigsten verjaardag mocht vieren. De overledene is tientallen van jaren brieven besteller alhier geweest en genoot sedert een groot aantal jaren van zijn hoewel karig pensioentje. Een onhoudbare toestand. Een groot aantal bewoners van het Julianaplein en van de Schoolstraat hebben aan B. en W. een request gezonden om maatregelen te treffen dat de vreeselyke stank veroor zaakt door een hoop rottende bloembollen van de saneering, verdwijne. Den laatsten tijd is men aan het wroeten geweest in de rottende massa, daardoor is de toestand voor de onwonenden onhoudbaar geworden. LEIDSCHENDAM. Diefstal. Uit de timmermanswerk plaats van de Firma L. M. Groenewegen op het Sluisplein te Leidschendam zijn 5 bussen verf en lijnolie ontvreemd. De da- der(s) schijnen met de situatie goed be kend te zijn geweest, daar de bussen gebor gen waren onder banken achter in de werkplaats, terwijl bovendien de werk plaats vergeten was te sluiten. De politie stelt een onderzoek in. Stompwijksche Weg. Naar men ons mededeelt, zal met de werkverschaffing tot reconstructie van den Stomp wij kschen Weg reeds Dinsdag 3 April a.s. een aanvang wor den gemaakt. STOMPWIJK. Rijnland. Het stembureau voor de ver kiezing van 3 Hoofdingelanden en 4 plaats vervangers voor het Hoogheemraadschap Rijnland, zal voor het district Stompwijk zitting houden op Donderdag 5 April a.s. van 101 uur in Café „Het Blesse Paard" te Stompwijk. Gesloten. Het Gemeentehuis te Leid schendam is Zaterdag a.s. alleen voor den Burgelijken Stand geopend van 101 uur. SASSENHEIM. Personalia. Het diploma van de Eerste Nederlandsche Slagershond te Utrecht is uitgereikt aan J. B. Ciggaar Wzn., alhier. WASSENAAR. Ziekenzorg. In het Wapen van Wasse naar hield de vereeniging voor Ziekenhuis- verpleging „Ziekenzorg" haar gewone jaar lij ksche ledenvergadering. Door den voor zitter, den heer C. Stolk, werden de aan wezigen hartelijk welkom geheeten. Spre ker memoreerde dat het afgeloopen jaar een belangrijk jaar voor de vereeniging is ge weest, de proef tot uitbreiding van het werk heeft goed voldaan, doch heeft zeer hooge eischen aan de kas gesteld. In het afgeloopen jaar werden op 1019 verzekerden niet minder dan 833 verpleeg- dagen uitgekeerd, terwijl het gemiddelde in Nederland per 1000 verzekerden slechts 490 bedraagt. Deze proef heeft „Ziekenzorg" evenwel met glans doorstaan, dank zij een verstandig financieel beleid. Voorts deelt spreker mede, dat het be stuur het Wijkhuis van de afdeeling Was senaar van Het Groene Kruis ook als zie kenhuis heeft erkend. Dit werd door het bestuur dier vereeniging zeer op prijs ge steld. Voorts heeft het bestuur gemeend een leeftijdsgrens te moeten stellen voor toetre ding, aangezien een onverwachte toeloop van meer bejaarde personen kwam, die een dusdanigen omvang dreigde aan te nemen, dat de risico uitermate werd verzwaard ten nadeele der overige leden. Als leeftijdsgrens werd gesteld 65 jaar en daarboven. Tenslotte haalt spreker aan, dat het ge middeld aantal verpleeedagen oer hoofd in Nederland is 19, terwijl in 1933 door deze vereeniging een gemiddeld aantal verpleeg- dagen werd gehaald van 28. Ondanks het buitengewoon ongunstige jaar 1933 heeft men evenwel nog een batig slot weten te boeken. Door den heer K. Huibregtse werd na mens de Commissie van Toezicht verslag uitgebracht van hare bevindingen bij de diverse controles van den penningmeester. Hierna werd het jaarverslag voorgelezen. Het voorstel om het saldo bii de reserve te voeden wordt zonder hoofdelijke stemming goedgevonden. De voorzitter zegt, dat het de bedoeling is de reserve op te voeren tot f 5000.bij stationair bliivend aantal leden. Aan de orde is vervolgens de verkiezing van drie bestuursleden en een lid van de Commissie van Toezicht. Oo voorstel van een der leden worden de aftredenden met lof allen bij acclamatie herkozen, de perio diek aftredend en waren de heeren C. Stolk, voorz., P. van Rooiien en L. Bouma, be stuursleden, en K. Huibregtse, lid van de Commissie van Toezicht. Een voorstel om de Com. van Toezicht uit te breiden, zal in de eerstvolgende le denvergadering naar voren worden ge bracht. In diezelfde vergadering zal het bestuur komen met voorstellen om de reglementen en statuten te wijzigen en te doen aanpas sen aan de huidige toestanden. Wordt besloten het entreegeld en de con tributie op de oude bedragen te handhaven, evenzoo de uitkeer in gen t.w. 42 verpleeg- dagen, recht op hulp in de huishouding. f25.tegemoetkoming in operatiekosten en vrij bervoer per ziekenauto. Na nog eeni ge besprekingen sluiting der vergadering. Geboren: Wilhelmus, z. v. W. Schou ten en W. J. de Rooy. Adriana Johanna d. v. D. Terpstra ei) J. M. Damen. Eli zabeth Maria d. v. G. L. Knijnenburg en A. M. van Kuijen. Overleden: Cornelia Slootweg 85 jaar ongeh. Karei Lodewijk Franciscus Goelst 62 j., echtgen. van E. P. A. Dijksen. Ondertrouwd: J. H. van Veen en L. J. Lagerberg. G. Nijp en J. van den Bliek. G. den Groothen en M. Stam. Gevestigd: Wed. C. P. Kaiser geb. Waterreus, R.K. uit Antwerpen, Redderlaan 1 Wed. R. Brandsma geb. van Nouhuys, Prot. B. uit Bussum, Schouwweg 72 M. V. Demmenie geb. Brider, R.K. uit Lekker- kerk, Duinvoetlaan 7 C. W. Vermeulen, R. K. d.b. uit Boskoop, Hyacinthstr. 44 Wed. R. Podhola geb. Krainz, R. K. Tsj.- Slow. uit Den Haag v. Carcarlaan 30 G. G. Bloch, Ev. Dtsche d.b. uit Den Haag, Wilhelminaplein 6 J. M. Welkers, R.K. uit Bocholt, v. d. Oudermeulenlaan 16 P. Vonk, G. K. boerenkn. uit Voorschoten, Deilerweg 143 A. J. Lammers, R. K. hulp i. d. huish. uit Den Haag, Zijdeweg 30 M. H. Kopplinger, R. K. Oostenr. d.b. uit Weenen, de Lus 22 E. B. van Dant- zig, N.l. uit Den Haag, Wassen.weg 8 J. Callenfels, luit ter zee, uit den Helder, Schouwweg 48 R. Tukker, Ger. uit Sas- senheim, Oostd.weg 73 M. Th. de Wall, N. H. hulp i. d. huish., uit Rotterdam, v. Calcarlaan 1 J. Veldman, G. K. boeren knecht uit Rijnsburg, Oostd.weg 197 Wed. L. B. Fransen-van der Meer, N. H. uit Den Haag, Backershaegenlaan 30 J. S. J. S. van Heerde, R. K. d.b. uit Den Haag, Wittenb.weg 10 W. S. H. Hoek, N. H. kindermeisje uit Den Haag, Konijnenlaan 36 M. Maurer, R. K. Oostenr. d.b. uit Den Haag, Konnijnenlaan 41 H. Polshofern Ev. L. Oostenr. d.b. uit Den Haag, L. v. Koot 15 J. H. Neschen, R. K. Dtsche d.b. uit Den Haag, de Lus 16 F. Cohen, N. I. uit Den Haag, Wittenb.weg 130 P. J. Dom en vr. N. H. uit Den Haag, v. Z. van Nijeveltstr. 66 J. A. C. Nering Bögel en gez., N. H. koopman uit Twello, L. v. Rhe- mensh. 1 W. Rijpma en gez. mag.meester uit Den Haag, Langstraat 34 K. Kochs- kamper en gez., D. Ev. metaalbewerker uit Voorschoten, Ammonlaan 28 C. J. Rade- maker en vr., N. H. verz.agent uit Den Haag, Schoolstr. 28. Vertrokken: E. L. Kaula naar New York T. Kooy naar Den Haag, Valken- boschkade 438 Dr. G. J. E. Ruysch naar Den Haag, Sadeestraat 4 Wed. J. J. Slauerhoff en gez. naar Heemstede, Bin nenweg 209 C. Wesseler naar Den Haag, Beno:rdenh.weg 76 A. W. Vos en gez. naar Leiden, Fagelstraat 41 M. Lachen- meüer naar Den Haag, van Beuningen- straat 61 E. J. M. Muller naar Den Haag, Ferd. Bolstraat 136 H. de Boer naar Am sterdam, Agamemnonstraat 10 I D. van de Laar naar Gameren, p.a. A. v. d. Laar W. van der Haas naar Den Haag, Ger. Doustraat 41 R. W. Smit en gez. naar Den Haag, Pasteurstraat 101 G. J. Meijer en vr. naar Brussel P. Grashoff en vr. naar Rotterdam, Kromme Wiekstraat 19 I. M. H. Scharpke naar Berlijn. WARMOND. Wit-Gele Kruis. Onder voorzitterschap van dien heer J. H. Haverkort had in Hotel ue Zon de eerste algemeene vergadering yiaats van de afdeeling Warmond van hev Wit-Gele Kruis. Te ruim acht uur opende de voorzitter de bijeenkomst op de gebruikelijke wijze daarbij een woord van welkom sprekende tot de aanwezigen inzonder tot den pastoor. Spreker vertrouwde, dat de bespreking van dezen avond voor de vereeniging vrucht dragend zouden zijn. Hierna werden door de secretaresse de notulen der vorige ver gadering voorgelezen en werden deze on der dankzegging zonder op- of aanmerkin gen vastgesteld. Vervolgens werd overgegaan tot voor lezing van het jaarverslag, hetwelk door de secretaresse op keurige wijze was verzorgd en waarvoor zij van den voorzitter een woord van hartelij ken dank in ontvangst had te nemen. Hoe nuttig deze vereeniging werkt moge blijken uit het feit, dat door Zuster Rabana in het afgeloopen jaar niet minder dan 3243 huisbezoeken werden af gelegd. Bij monde van den voorzitter werd Zuster Rabana hartelijk dank gebracht voor het vele werk dat zij voor de vereeniging heeft gedaan. Thans was het woord aan de penning mees ter esse voor het uitbrengen van het financieel verslag. Hieruit bleek dat de in komsten over het afgeloopen jaar hadden bedragen 858.78 en de uitgaven 769.55 zoodat een batig saldo te boeken viel van 89.23. Ondanks dit batig saldo bleek de begrooting voor 1934 niet sluitend te maken te zijn en was er een nadeelig saldo aan wezig van 66.Het vertrouwen werd echter uitgesproken dat met een uiterst zuinig beheer dit saldo nog verkleind kon worden en wellicht dat een bewonderaar van deze instelling nog een extra steentje voor het mooie doel zal bijdragen. De aftredende leden de penningmeeste- resse en den tweeden voorzitter weirden, daar geen tegen candidaten waren inge diend, als zoodanig herkozen. Besloten werd, indien zulks noodig mocht blijken, op de statuten de Koninklijke goed keuring aan te vragen. De voorzitter deelde verder mede dat al hier was opgericht een onderafdeeling van het Wit-Gele Kruis, n.l. een vereeniging tot hulp in de huishouding, welke vereeniging zich ten doel stelt bij ziekte van de huis vrouw hulp te verleenen en zich te belas ten met de wassching enz. Spreker twijfel de niet of deze vereeniging zou in de toe komst onmisbaar blijken en zeer veel nut tig werk kunnen doen. Waar de gebruikelijke rondvraag verder niets bijzonders opleverde werd de bijeen komst door den voorzitter gesloten onder dankzegging voor de aangename en pret tige discussies.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 11