De plechtige Uitvaart van H. M. de Koningin-Moeder
DINSDAG 27 MAAKT 1934
DE LEIDSCHE COURANT
fWEEDE BLAD PAS.
MENSCHEN LANGS DEN WEG IN DEN
Dé Nieuwe Kerk in de Prinsenstad
Telken jare op den sterfdag van Haar Ge
maal, Koning Willem den Derde, kwam Ko
ningin Emma, zonder eenig vertoon, in alle
stilte een bezoek brengen aan Delft. Alleen
daalde zij dan af in den Koninklijken graf
kelder met een tuiltje bloerpen in de hand
Vier en veertig jaren zijn zoo voorbij ge
gaan. Na een leven van liefdevolle toewij
ding aan kind en volk zal de Koningin-
Moeder er thaps voor de laatste maal af
dalen om daar nu voor goed te rusten. Zij,
wier slapen de eere-kroon van de „moeder
des vaderlands" sierde en wier assche met
eere zal worden bijgezet in het met de graf
tombe van den „vader des vaderlands" be
kroonde mausoleum van het Oranjehuis.
Het mausoleum van het vorstenhuis. Dat
is sedert eeuwen de Nieuwe Kerk in de
Prinsenstad, een der fraaiste, sierlijkste en
belangrijkste monumenten onzer Ned er-
landsche kunst en geschiedenis. In de
schoonheid van het oude Delft neemt zij
als stedebouwkundig onderwerp een over-
heersohende plaats in, in het lage Hol-
landsche polderland teekent zich reeds
van verre haar machtige toren in zijn
„schoone taille" rank en fijn tegen de lucht
af. Zij stamt uit de veertiende eeuw, het
hartje der middeleeuwen. Ongehinderd
heeft zij den last van haar ouderdom niet
gedragen, maar haar restauratie als natio
naal huldeblijk bij het jubileum van onze
regeerende vorstin, bewijst, hoe dit monu
ment nog levend staat in dezen tijd. Een
mausoleum, dat op één lijn kan geplaatst
worden met de schoonste van Europa, ja in
sommige opzichten deze zelfs overtreffen
zal.
In het hart van hun stad, op het groote
en ruime Marktplein hebben de burgers
van Delft deze schoone kerk ter eere van
Onze Lieve Vrouw gebouwd. Haar stich
ting ligt in den gouden nevel der vrome
middeleeuwsche legenden. Aan den oost
kant van het Marktveld, waar de gerechts
plaats was, verscheen eerst aan den vromen
monnik Broeder Simon en later aan ver
scheiden God vreezenden inwoners tegen
den feestdag van Maria Lichtmis, de H.
Maagd, staande in een gouden kerk. Der
tig jaren lang herhaalde zioh dit vizioen
en de beteekenis van dit hemelsche teeken
werd den Del venaars duidelijk. Hier moest
een schoone kerk, Onze Lieve Vrouw ter
eere worden gebouwd.
Den elfden Augustus 1381 begon men met
den kerkbouw, voorloopig een houten ge
timmerte als tijdelijk Godshuis bedoeld.
Vele wonderen vonden er plaats. Mild vloei
den de giften van Delftsche burgers en van
de pelgrims van buiten, die hier de voor
spraak van de Zoete Moeder kwamen in
roepen. Rond de houten hulpkerk verrijst
het nieuwe monument, waarvan reeds voor
het einde van de XIVe eeuw verschillende
belangrijke onderdeelen gereed kwamen.
Maar eerst na den arbeid van verscheidene
generaties kon de nieuwe Kerk, die naast
de H. Maagd ook de H. Ursula tot patrones
had gekregen, tot uiteindelijke voltooiing
komen. Het was den 6en September 1496,
juist een eeuw, nadat man aan den toren
was begonnen, dat men onder groote fees
telijkheden en het zingen van het „Te
Deum" het kruis op den torenappel kon
plaatsen.
In h^t jaar 1536 kwam een groote brand
al het houtwerk van de kappen vernielen.
Toen is ook het gewelf van den eersten
zolder en het groote boograam boven den
ingang in de toren verwoest en sindsdien
niet meer hersteld. Ook de bekroning van
den toren is vanwege de grootere kosten
VROEGEN MORGEN TE DEN HAAG.
niet in haar vorige gedaante herbouwd,
doch vervangen door een achtkante spits
met dakvenstertjes versierd.
In het jaar 1572, twee jaar eerder dan
toren en brandde ten tweede male de ge-
heele houten bekroning af. Naar ontwerp
van E. Gugel en P. J. H. Cuypers werd
toen de restauratie uitgevoerd. De nieuwe
spits werd tweemaal zoo hoog als de vo
rige. Na den toren is het koor van de
Nieuwe Kerk wel het belangrijkste ge
deelte van het kerkgebouw. Dit gedeelte
behoort tot een der mooiste specimina on
zer kerkelijke bouwkunst en had waar
schijnlijk nog belangwekkender kunnen
worden, indien de algeheele voltooiing om
een of andere reden niet achterwege ware
gebleven. 3)
In het jaar 1872, twee jaar eerder dan
de Oude Kerk, kwam de Nieuwe Kerk aan
de Hervormden en werd ontruimd van dat
gene, wat nog aan de woede der Beeld-
stormers was ontsnapt. Van de gebrand
schilderde ramen is door de ontploffing
van den kruittorèn, den Delftschen Don
derslag, heelemaal niets overgebleven. Be
roemd was het zoogenaamde „Keyzersglas"
in opdracht van Keizer Karei V in 1544
door Gerrit Dirksz. de Bijl geschilderd.
Evenals zoovele middeleeuwsche monu
menten heeft o ik dt Nieuwe Kerk veel van
haar luister van weleer verloren en zij zou
wellicht het lot van haar zusters hebben
gedeeld, indien niet in het koor dezer kerk
begraven was de man, wiens naam voor
immer met de ontwikkelingsgeschiedenis
van het Nederlandsche volk ten nauwste
is samengeweven, Prins Willem van Oranje
Dat Prins Willem in Delft zou begra
ven worden, was gansch natuurlijk. Hier
had hij twaalf jaren geleefd en gewerkt.
Dat in het koor der'kerk zijn stoffelijk
omhulsel zou neergelegd worden, sprak
ook van zelf. Begraven in het koor van de
kerk was in die dagen een eerste klas-be
grafenis. Na de plechtige teraardebestel
ling werd een eenvoudige katafalk opge
richt. De eere-attributen van den prins
werden opgehangen in een wapenkast.
Zoo bleef de toestand dertig jaren lang.
Het is tijdens het Twaalfjarig Bestand
geweest, dat de gedachte aan een gedenk-
teeken boven het graf van den Zwijger is
opgekomen en verwezenlijkt werd. En wel
op aandringen van de weduwe van den
Prins, Louise de Coligny
Deze graftombe, een ontwerp van den
beroemden Hendrik de Keyzer, is in 1616
door hem zelf begonnen en na zyn dood
(1621) door zijn zoo Pieter de Keyzer, vol
tooid in 1622. „Msbd."
De grafkelder te Delft
Slechts enkele Oranjevorsten rusten niet
in den grafkelder in de Nieuwe Kerk te
Delft. Stadhouder Willem III, die ook Ko
ning van Engeland was, rust in den vors te-
lijken grafkelder der Westminster Abdij,
en de laatste stadhouder, Prins Willem V,
overleed tijdens de Fransche overheer-
sching in 1806 te Brunswijk en werd aldaar
begraven.
In de kelders rusten thans 29 vorsten en
vorstinnen en 8 vorstenkinderen. Inden
ouden kelder bevinden zich de kisten
met het stoffelijk overschot van (de data
achter de namen geven dag en jaar der bij
zetting aan):
HET VERTREK VAN DEN STOET VANAF HET PALEIS IN DEN HAAG.
HET UITDRAGEN VAN DEN LIJKKIST IN DEN LIJKWAGEN.
VAN Z. H. EXC. DEN
AARTSBISSCHOP VAN UTRECHT
TE DELFT.
Prins Willem I (4 Aug. 1585).
Louise de Coligny, gemalin van Prins
Willem I (24 Mei 1621).
Prins Maurits (26 September 1625).
Elisabeth, dood geboren dochter van Prins
Frederik Hendrik (18 Augustus 1630).
Hendrik Lode wijk, zoon van Prins Frede
rik Hendrik (begin 1640).
Elisabeth, dochter van Prins Willem I,
echtgenoote van Henri de la Tour D'Au-
vergne, hertog van Bouillon (17 Juni 1642).
Prins Frederik Hendrik (10 Mei 1647).
Catharina Belgica, dochter van Prins
Willem I (5 Mei 1648L
Prins Willem II (8 Maart 1651).
Amalia van Solms, echtgenoote van Prins
Frederik Hendrik (21 December 1675).
In den nieuwen kelder rusten:
Eerstgeborene levenlooze dochter van
Prins Willem IV (22 December 1736).
Prins Willem IV (4 Februari 1752).
Anna, gemalin van Prins Willem IV (23
Februari 1759).
Georg Willem Belgicus, oudste zoon van
Carel Christiaan, vorst van Nassau-Weil-
burg (1 Juni 1762).
Een doodgeboren kind van den vorst van
Nassau-Weilburg (24 October 1767).
Eerstgeboren levenlooze zoon van Prins
Willem V (28 Maart 1769).
Willem George Frederic, zoon van Prins
Willem V (3 Juli 1896).
Wilhelmina Frederica Louise Paulina,
dochter van Koning Willem I (7 April 1811).
Frederika Louisa Wilhelmina, gemalin
van den Erfprins van B runs wijk-Wolf en-
buttel (26 October 1819).
Frederika Sophia Wilhelmina, gemalin
van Prins Willem V (27 November 1822).
Willem Alexander Ernst Casimir, z. v.
Koning Willem II (10 Mei 1840).
Willem Frederik Nicolaas Karei, oudste
zoon van Prins Willem Frederik Karei (5
November 1834).
Frederika Louise Wilhelmina, gemalin
van Koning Willem I (26 October 1837).
Koning Willem I (2 Januari 1844).
Willem Frederik Nicolaas Albert, zoon
van Prins Willem Frederik Karei (28 Janu
ari 1846).
Willem Alexander Frederik Constantijn
Nicolaas Michiel, zoon van Koning Willem
II (21 April 1848).
Koning Willem II (4 April 1849).
Willem Frederik Maurits Alexander Hen
drik Karei, tweede zoon van Koning Wil
lem IH (10 Juni 1850).
Anna Paulowna, gemalin van Koning
Willem n (17 Maart 1865).
Louisa Augusta Wilhelmina Amalia, ge
malin van Prins Willem Frederik Karei (21
December 1870).
Amalia Maria da Gloria Augusta, gema
lin van Prins Willem Frederik Hendrik (17
Mei 1872).
Sophia Frederica Mathilda, eerste gema
lin van Koning Willem III (20 Juni 1877).
Willem Frederik Hendrik, zoon van Ko
ning Willem n (25 Januari 1879).
Willem Nicolaas Alexander Frederik
Karei Hendrik, oudste zoon van Koning
Willem IH (26 Juni 1879).
Willem Frederik Karei, zoon van Koning
Willem I (23 September 1881).
Willem Alexander Karei Hendrik Frede
rik, zoon van Koning Willem Hl (17 Juli
1884).
Koning Willem IH (4 Dec. 1890).
„Tel."