Het zestig millioen-plan der Regeering
VOORNAAMSTE NIEUWS.
25ste Jaargang
VRIJDAG 16 MAART 1934
No. 7762
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur es
verhuur, koop en verkooü: f 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
V Nu de bewijzen.
Den laatsten tijd heeft nogal veel van
zich doen spreken een zekere heer Roelof-
sen. Op verschillende vergadering heeft hij
grove beschuldigingen geuit aan het adres
van Minister Verschuur en diens vertrou
wenslieden.
Men heeft ons wel 'ns van de zijde der
N. S. B. gevraagd, of wij wel voldoende
aandacht schonken aan wat door „kame
raad" Roelofsen publiekelijk werd ver
klaard. Wij hebben hierop geantwoord, dat
wij het uitspreken van dergelijke beschul
digingen zonder bewijzen in het open
baar als immoreel veroordeelen. In-
tusschen is er van de zijde van de leiding
der N. S. B. een mededeeling verschenen,
dat zij zich niet verantwoordelijk stelt (of
langer blijft stellen?) voor het optre
den van den heer Roelofsen!!
Nu zijn er door Minister Verschuur en.
anderen aanklachten ingediend tegen be
doelden heer Roelofsen wegens beleedi-
ging Deze zal nu moeten bewijzen of
publiekelijk gediskwalificeerd worden.
Zoo hij bewijzen kan, begrijpen wij
niet, dat hij deze bewijzen niet reeds eer
der heeft gegeven. Indien hij niet kan
bewijzen, had hij moeten zwijgen! Wij
wachten met eenige belangstelling de pro
cedure af.
V De aanvullende steun.
De regeering wil de steunnormen verla
gen, omdat de loonen dalen.
Er moet verschil zijn tusschen loon en
steun. Deze stelling kan moeilijk wor
den bestreden, 't Is maatschappelijk onge
zond, als iemand, die, werkloos zijnde,
werk krijgt, er in inkomen niet op vooruit
gaat, misschien zelfs er minder van wordt!
Dit is allemaal waar.
Doch waar is óók, dat, als de loonen al
thans in bepaalde bedrijven of in bepaal
de streken zoo laag worden, dat 't niet la
ger kan, om aan de eischen van het aller
laagste levensonderhoud te voldoen dat
v't dan verschrikkelijk is, om den steun nog
te doen dalen beneden die loonen.
Zal de Regeering tot dit laatste beslui
ten?
In ieder geval: aanvullende steun is
reeds nu in tallooze gevallen noodig.
Daarvan moeten wij allen overtuigd zijn.
Oók als de steun zou blijven op het bedrag
van nu, ook dan moet deze in zeer vele ge
vallen worden aangevuld, om de menschen
te behoeden voor de allerergste armoede
en ellende.
De charitatieve vereenigingen op ver
schillend terrein hebben hier een taak te
vervullen een taak, die dikwijls alleen
met fijne kieschheid naar behooren
kan worden vervuld.
Waar moeten wij den steun uit de Over
heidskas aanvullen? Hoe kunnen wij dat
doen? Dit zijn vragen, die in onze ka
tholieke Armbesturen een onderwerp van
bespreking moeten uitmaken. Om tot een
algemeen bevredigend antwoord op deze
vragen te komen, moet er o.i. in grootere ge
meenten in Leiden b.v. contact en
samenspreking zijn tusschen de verschil
lende katholieke charitatieve vereenigin-
een.
HET DRAMA TE UITGEEST.
Ook het tweede slachtoffer overleden.
Hedenmorgen om 10 uur is in het Roode
Kruis Ziekenhuis te Beverwijk overleden
de 37-jarige P. van den Kommer, die gis
teren bij het drama te Uitgeest zwaar ge
wond werd. (Men zie Gem. Berichten
3de blad).
De regeering heeft een wetsontwerp ingediend, waar
bij een crediet van 60 millioen wordt aangevraagd
voor uitvoering van groote werken ter bestrijding van
de werkloosheid. De regeering noemt: versnelling van
den aanleg der Amsterdam-Rijn verbinding, versnelling
van de Maasverbetering, den aanleg van een nieuwe
haven te Terneuzen, de scheepvaartverbinding T-an
Groningen met de Zuiderzee en het IJselmeer, veer
havens bij Hansweert en Walsoorden, een afwaterings
kanaal voor de Geldersche Vallei en verder verschil
lende wegverbeteringen.
BEROEP OP ALLER MEDEWERKING.
In de toelichting tot het ontwerp, dat is
onderteekend door de ministers Colijn,
Kalff, Verschuur, Slotemaker de Bruine en
De Wilde en Oud, verklaart de regeering,
dat bij de wegverbeteringen ook in het bij
zonder zal worden gedacht aan de belan
gen van Amsterdam en Rotterdam en van
andere gemeenten waar de werkloosheid
abnormaal groot is.
De regeering wil de vrije hand houden
om te beoordeelen welke groote werken
zullen worden uitgevoerd en in welke
volgorde. Een wettelijke band zou hierbij
te belemmerend werken.
In bovenstaande opsomming is niet be
grepen de inpoldering van den N. O. polder
en evenmin de versnelling van den brug
genbouw over de groote rivieren, welke
niet ten laste van het thans aangevraagde
crediet zullen worden gebracht.
Bij de voorbereiding en de uitvoering van
deze werken zijn belangen betrokken, welke
behooren tot het ambtsterxein van verschil
lende ministers. Vandaar, dat de regeering
zich voorstelt voor de voorbereiding en uit
voering een commissie te vormen onder lei
ding van den minister-president en voorts
bestaande uit de hierboven genoemde mi
nisters. Voor de uitvoering zullen op het
stuk der loonbepaling bijzondere voor
waarden moeten worden gesteld. Zou de
regeering zonder meer de werken doen ver
richten tegen de voor het tegenwoordige
bestaande loonen, dan zou zij in menig ge
val het herstel tegenhouden.
Voor de oplossing van dit probleem zal
noodig zijn, dat, met betrekking tot de
voorwaarden, waarop een werk zal kun
nen worden uitgevoerd, overleg wordt ge
pleegd met de organisaties zoowel van
werkgevers als van arbeiders in het betrok
ken bedrijf. De regeering stelt zich voor een
instituut van vertrouwensmannen in het
leven te roepen, die het vereischte overleg
zullen kunnen voeren. Zij doet reeds thans
een beroep op de medewerking van allen,
wier medewerking onmisbaar zal zijn om
het doel te bereiken.
Exposé van het crisisbeleid.
De regeering herinnert er aan, dat de
diepe oorzaak van den noodtoestand ligt op
internationaal terrein en dat haar slechts
beperkte middelen ten dienste staan. Zij
wijst er nog eens op, dat zij zich niet
wenscht te begeven in allerlei gewaagde
experimenten als devaluatie van ons ruil
middel of een met ruwe hand ingrijpen in
op de grondslagen van het privaatrecht ge
vestigde verhoudingen.
De regeering zal niet incidenteel nu eens
dat, dan weer dat middel aangrijpen: alles
wat kan strekken om de economische posi
tie van het bedrijfsleven te versterken moet
zooveel mogelijk in geordend verband den
leidraad vormen van het regeeringsbeleid.
Maatregelen welke de oorzaken van de
werkloosheid kunnen verzwakken of weg
nemen, kunnen ten deele door de overheid
zelfstandig worden tot stand gebracht. De
overheid kan voorts in sommige gevallen
het bedrijfsleven tegemoetkomen door di
recte hulp, hetzij in den vorm van steun-
verleaning, hetzij in dien van concurrentie-
beperking (contingenteering).
Bij voortduring moet voorts worden ge
zorgd, dat een juiste verhouding blijft be
staan tusschen de bedragen van den steun
aan werklooze arbeiders en de loonen, die
in het particuliere bedrijf nog betaald kun
nen worden. Dreigt die verhouding te wor
den verbroken, dan moet de steunregeling
worden herzien. De Regeering is er zich
van bewust, dat door deze maatregelen in
ruimen kring zwaar te dragen offers moeten
worden opgelegd; zij zal harerzijds doen
wat in haar vërmogen ligt om het dragen
dezer offers zooveel mogelijk te verlichten.
In de eerste plaats zullen daartoe strekken
de maatregelen tot vermindering in kosten
van het levensonderhoud. Daartoe zal het
uiterste moeten worden beproefd tot ver
laging van de budgetten van het Rijk en
de gemeenten, die thans nog tezamen aan
het volksinkomen een j aarlij kschen last
opleggen van meer dan 1400 mill.
Maatregelen om langs den weg van vrij
willige conversie te komen tot een verla
ging van den last der publieke schuld, ver-
keeren in een vergevorderd stadium van
voorbereiding.
Voorts zijn bij de regeering maatregelen
in voorbereiding om binnen korten tijd te
komen tot een verlaging van de huur van
arbeiderswoningen alsook tot de productie
I van goedkoope woningen.
EERSTE KAMER
De begrooting van Economische
Zaken.
Critiek op ministerieel beleid.
Minister Verschuur weert zich
met beslistheid.
De Minister van Economische
Zaken, de heer V erschuur, begon
zijn antwoord met enkele detailopmerkin
gen, die door verschillende sprekers waren
gemaakt, om daarna over te gaan tot een
meer algemeene beschouwing van den toe
stand.
Daar zijn vooreerst de vrachtprijzen voor
de binnenschippers, waarin wel in zooverre
is ingegrepen, dat er een regeling tot even
redige bevrachting is gemaakt. Toch werkt
dit stelsel nog niet heelemaal zooals het
moet, had de heer S m e e n g e V.B.) op
gemerkt. Hier en daar moeten nog bevrach
tingsagenten aangesteld worden om rege
lend in te grijpen, b.v. in Hasselt, waar in
korten tijd 1000 schepen met kunstmest
moeten worden bevracht. Dat deze agent
hier zou komen, kon de minister bijna zoo
toezeggen. Maar daarnaast merkte de mi
nister in het algemeen-op dat de verhooging
der vrachtprijzen door 2 factoren geremd
wordt n.l. de prijzen der industrieele pro
ducten en het gevaar, dat men bij te hoog
opvoeren der scheepsvrachtprijzen met
auto- en treinvervoer begint. Maar vast
stond, dat nog sommige vrachtprijzen ver
hoogd moeten worden.
Met de overzeesche scheepvaart is de
toestand nog allertreurigst. Terecht had de
heer Ter Haar (Chr. H.) gezegd, dat de
reeders in een zeer moeilijke positie staan,
daar zij hun productiekosten met den goe
den Nederlandschen gulden moeten betalen,
terwijl hun schepen met gedeprecieerd
geld worden betaald. De toestand in deze
tak van bedrijf werd wel heel somber ge-
teekend door den Minister in zijn ant
woord, toen hij zeide, dat het eenigste be
moedigende teeken is, dat er onder de groo
te maatschappijen slechts één is die....
minder verliest. Een andere, misschien ge
lukkige omstandigheid, is, dat onze koop
vaardijvloot de meest jeugdige ter wereld
is. hetgeen vooral voor de toekomst betee-
kenis kan hebben. Wat door de industrie
gevraagd wordt, komt hier op neer: moge
lijkheid van nieuwe industrialisatie en ex
port-mogelijkheid. In verband met het eer
ste prees de Minister in het bijzonder
het Economisch-Technologisch Instituut,
dat prachtig werk verricht. Ook legde de
minister sterk de nadruk op zijn meening,
dat er voor ons land geen keuze mogelijk
is tusschen autarkie en export-politiek.
Autarkie moet tot groote verarming leiden.
De politiek, die nu wordt gevoerd, is de
eenig mogelijke.
In verband met eenige aanmerkingen,
die o.a. door den heer Ter Haar waren
gemaakt, wees de M i n i s t e£ er op, hoe
groote voordeelen de contingenteering had
gebracht. Dit zou. uit een binnenkort uit te
geven overzicht blijken.
De heer W i b a u t (S.D.) had de aan
dacht gevestigd op de nog steeds vrije prijs
vorming in de grootbedrijven, die hoe lan
ger hoe meer aaneensluiting zoeken in
trusts, kartels enz. De Minister achtte
een wettelijk optreden vooralsnog niet noo
dig, daar ook deze bedrijven door allerlei
mogelijke maatregelen, zooals contingen
teering, van de regeering afhankelijk zijn.
Zoodoende komt men in het bezit van een
aantal gegevens. Daardoor zijn allerlei anti
nationale manipulaties met toegewezen
quotums en opdrijving der prijzen onmo
gelijk geworden.
Met den heer Ter Haar (Chr. H.) was
de Minister het eens, dat de boycot
actie der sociaal-democraten tegen Duitsch-
land dwaas was. De minister bezigde zelfs
net woord on-democratisch als qualificatie
van deze instelling. Toen de heer D a n z (S.
D.) bij de replieken verklaarde, dat deze
term wel een beetje erg hard was, zeide hij
er echter achteraan, dat er in zijn partij
sterk -over opheffing van den boycot werd
gedacht
Nu de handelspolitiek! De heer Blom-
jou s (R.K.) klaagde hierover steen en
been. Men is nog steeds niet sterk genoeg
in zijn optreden tegenover andere landen.
De belastingdruk wordt steeds hooger. Den
gouden standaard handhaven zal ons hee
lemaal financieel machteloos maken. Wij
glijden onherroepelijk bergafwaarts en deze
Regeering zal ons niet tegenhouden. De
Minister diende dezen spreker van een
misschien wel wat ongemotiveerd scherp
antwoord. Hij zeide, dat de tijd van Lamme
Goedzak spelen voor ons voorbij is, maar
dat de Regeering door niemand zal verleid
worden Dolle Dries te worden. De heer
Blomjous paarde aan een verregaande op
pervlakkigheid een even groote vrijmoe
digheid aldus de Minister toen hij be
weerde, dat een land als Zwitserland door
zijn flinke optreden het veel verder had
gebracht dan Nederland. Het tegendeel was
waar! Wij zijn nu door de RegeeringSmaat-
regelen in een positie gebracht waardoor
wij bij de onderhandelingen gunsten kun
nen onthouden als de anderen ze onthou
den. Men moet èn de positie van eigen land
èn de positie van den tegenstander ken
nen om te kunnen onderhandelen. Het ob
ject van onderhandeling zijn onze zwak
heden en de zwakheden der anderen. Bij
de onderhandelingen met Duitschland is tot
driemaal toe met alle moeite een economi-
schen oorlog voorkomen. De loopende on
derhandelingen met Frankrijk en Engeland
worden eveneens voortdurend bedreigd.
Zulk een economische oorlog zou ontzet
tend zijn, maar misschien goed voor de
mentaliteit van den heer Blomjous! Heeft
de encycliek „Quadragesimo Anno" dan
voor niets geweezn op de ethiek tusschen
de naties die ook bij verdragen in het oog
moet worden gehouden? De mentaliteit van
den heer Blomjous wijst meer in de rich
ting van het: homo homini lupus (de eene
mensch is voor den andere een wolf).
Begrijpelijkerwijs liet de heer Blomjous
(R.K.) het hierbij niet zitten, en dien
de den minister van. repliek. Maar de
minister bleek onverzoenlijk, en vergeleek
den heer Blomjous bij den vader die zijn
zoon naar de markt stuurt om een koe te
verkoopen, en den zoon berispt als hij we
gens de lage prijzen de koe niet heeft ver
kocht, en hetzelfde doet als de zoon hem
wel heeft verkocht, maar nu omdat hij hem
voor zoo weinig geld van de hand heeft
gedaan. De heer Blomjous verklaarde
hierna, dat hij de houding van den minister
betreurde.
De landbouw begint langzamerhand tee
kenen van verbetering te toonen. Wel zijn
er nog takken, o.a. de tuinbouw, waarin de
toestand nog bedroevend is. Tegen de be
drijvers van de schandalen zal scherp en
zonder aanzien des persoons opgetreden
worden. In de richting van uitbreiding der
tarwebouw wordt gewerkt, al zijn de plan
nen van den heer R u y t er (R.K.) wel wat
al te grootscheeps. Ook de groote ver
hooging van de monopoliewinst op de gra
nen zou niets helpen, daar de 90 millioen
die hierdoor gewonnen worden, weer weg
gegeven moeten worden aan daardoor be
nadeelde industrieën. De slachtprijs der
baconfabrieken zal in het nieuwe contract
sterk verlaagd worden. Sterk protesteerde
de Minister tegen de tegenwerking der
boeren. Zij moeten begrijpen, dat in hun
belang millioenen en millioenen door de
geheele natie worden geofferd. Tegen het
betoog van den heer Ruyter (R.K.) als zou
den de boerenorganisaties niet genoeg 1
tegenwoordigd zijn, kwam de minister
eveneens sterk op. Niets is minder w
Verreweg de meeste bestuurs- en andere
functies worden door agrariërs bezet. Toen
de heer Ruyter later zeide, dat hij de or
ganisaties als zoodanig bedoelde, bestreed
de minister ook dit. Hier is een bedrijfsor
ganisatie met zooveel medezeggingschap als
nergens anders mogelijk zou kunnen zijn,
Het veenderij-bedrijf zal gesteund worden,
omdat dit voor de toekomst van belang kan
worden.
Met de heeren Ruyter (R.K.), D e V o s
van Steen w ij k (Chr. H.) en Smeen(
g e (V.B.) was de M i n i s t er het eens, dat
er een directeur-generaal van den land
bouw moet komen. Deze zal ook komen,
zoodra een bekwaam man zal gevonden
BUITENLAND.
De conferentie van Drie te Rome. (2e
blad).
De stakingsbeweging in Spanje. (2e blad).
Cycloon aan de Noordkust van Queens
land. Vele dooden. (Buitenl. Ber. 2e blad).
De doodenlijst van de ontploffingsramp
in San Salvador tot 350 gestegen. (Buitenl.
Ber. 2e blad).
BINNENLAND.
Millioenen-plannen der regeering inzake
werkverruiming. (1ste blad).
Minister Verschuur over onze handels
verhoudingen met Engeland en Frankrijk.
(lste blad).
Critiek op Minister Verschuur in de ver
gadering der Eerste Kamer, (lste blad).
Ex-Keizer Wilhelm krijgt geen geld uit
Duitschland, als hij niet zooveel mogelijk
zijn inkoopen in Duitschland doet. Dat
laatste gebeurt reeds (4de blad).
Het drama te Woerden voor het Ge
rechtshof te Amsterdam. (Rechtsz. lste
blad.).
De Crisis-Rundveecentrale geeft een ver
klaring van allerlei, waarover den laatsten
tijd in de pers mededeelingen verschijnen.
(lste blad).
Een beschuldiger van Minister Verschuur
voor den rechter gedaagd, (lste blad).
Bij het drama te Uitgeest zijn twee
dooden te betreuren. (Gem. Ber. 3de blad
en Laatste Ber.).
LEIDEN
De Breestraat-bloemenweek geopend. (Ie
blad).
zijn. Verdere maatregelen zullen zijn: ver
laging der suikerprijzen en andere belang
rijke producten.
Economische Zaken werd z. h. st. aange
nomen.
Na een kort, maar scherp debat over de
wenschelijkheid van contingenteering van
draadnagels tusschen den heer Kn otten-
b e 11 (V.B.) en MinisterVerschuur,
waarin de laatste overwon met zijn mee
ning, dat dit wel moest, werd de vergade
ring verdaagd.
BELEEDIGING
VAN MINISTER VERSCHUUR.
Proces-verbaal tegen Roelofsen opgemaakt.
Naar wij vernemen, is proces-verbaal
opgemaakt tegen den heer Roelofsen alhier
wegens beleediging van den minister van
oeconomische zaken. De vervolging ge
schiedt naar aanleiding van een klacht,
welke genoemde minister bij de justitie
heeft ingediend. De beleediging zou zijn
geuit op een vergadering te Barneveld,
waar de heer R. het woord heeft gevoerd
over de crisis-maatregelen. Op die verga
dering zou de heer R. n.l. hebben gezegd,
dat „de minister er zijn ambtseed heeft ge
schonden, door een groeps-belang boven
het algemeen belang te stellen."
Zooals men weet zijn er meer klachten
ter zake beleediging tegen den heer R.
aanhangig, zooals van den burgemeester
van Oss, den directeur van het slachthuis
te Wageningen en den heer S. Zwanen
burg. Bovendien is er nog een klacht van
den minister van oeconomische zaken naar
aanleiding van uitlatingen van den heer
Roelofsen op een vergadering van slagers
te Rotterdam.
In verband met enkele van deze klach
ten is reeds proces-verbaal opgemaakt, ter
zake van de overige klachten is het voor
onderzoek nog aan den gang.
Er zij hierbij aangeteekend, dat op tal
van vergaderingen de heer R. heeft ge
vraagd te worden vervolgd wegens belee
diging, omdat hij, naar hij dan beweerde,
voor de rechtbank in staat zou zijn, te be
wijzen, dat hij de waarheid had gesproken.
,.N. R. Crt