DINSDAG 13 MAART 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 De couponbelasting. Artikel 5 der wet van 29 December 1933, S. 780, tot heffing van een couponbelasting, bepaalt, dat de belasting is verschuldigd door den schuldenaar van de rente, doch dat de schuldenaar bevoegd is bij de uit betaling van de rente de belasting af te houden. De gemeente mag derhalve de be lasting, die thans over een vol jaar pl.m. 9.400.zou bedragen, op de obligatiehou- ders verhalen. Aangezien het in overeenstemming met de bedoeling van de wet is, dat de belas ting door de genothebbenden van de rente wordt gedragen en er ook overigens, met het oog op den financieelen toestand der gemeente, geen aanleiding bestaat de be lasting voor rekening van de gemeente te nemen, geven B. en W. den Raad, in over eenstemming met het advies van de Com missie van Financiën, in overweging daar toe te besluiten. Samenwerking van grootere gemeenten inzake personeelsaangelegenheden. De overtuiging, dat de ambtenaren- en werkliedenreglementen van de onderschei dene gemeenten onderlinge verschillen vertoonen, die noch uit verscheidenheid van beginsel, noch uit uiteenloopende plaatselijke omstandigheden kunnen wor den verklaard, heeft het denkbeeld doen geboren worden een samenwerking van ge meenten tot stand te brengen, teneinde op dit gebied tot grootere uniformiteit te komen. Uit practische overwegingen werd deze samenwerking beperkt tot de 26 ge meenten van 40.000 en meer inwoners, die ons land telt. In een in Mei 1931 door vertegenwoordi gers dier gemeenten gehouden vergadering werd een studiecommissie benoemd, welke met het ontwerpen van een regeling te de zer zake werd belast. Zij diende voor de hierbedoelde samenwerking een ontwerp voor een gemeenschappelijke regeling in, geschoeid op de leest van de artt. 129 en volgende der Gemeentewet, met welk ont werp, nadat daarin eenige redactiewijzigin gen van ondergeschikten aard waren ge bracht, de vertegenwoordigers der gemeen ten zich konden vereenigen. Blijkens art. .2 van het ontwerp beoogt de samenwerking een drieledig doel, te weten: lc. het verzamelen, bewerken en beschik baarstellen van gegevens betreffende de arbeids- en dienstvoorwaarden van het ge- meentepersoneel; 2o. het geven van adviezen op dit gebied;. 3o. het plegen van overleg met algemeene landelijke vereenigingen van gemeenteper- soneel. Voor de behartiging van deze taak wordt een uit ten,hoogste 9 leden bestaande com missie, „centraal orgaan" genoemd, inge steld, welke haar zetel te 's Gravenhage heeft. De leden van dit centraal orgaan worden voor drie jaren gekozen door de jaarlijksche vergadering, bestaande uit ten hoogste twee vertegenwoordigers (leden van het College van Burgemeester en Wet houders) van elke der bij de regeling aan gesloten gemeenten. Met het oog op de hierboven sub 3o. ge noemde taak heeft de studiecommissie overleg gepleegd met de bestaande alge meene landelijke organisaties van gemeen te-personeel, die zich, althans in groote meerderheid, tot medewerking aan dezen nieuwen vorm van georganiseerd overleg bereid verklaarden. Ter bestrijding van de uiteeraard niet te vermijden kosten zullen de aangesloten ge meenten een jaarlijksche bijdrage van 1.50 per 1000 inwoners moeten betalen, betgeen voor Leiden, gerekend naar het aantal inwoners op 1 Januari 1934 (72.413) een uitgave beteekent van 72 x 1.50 108. B. en W. stellen den Raad voor, tot aan gaan der gemeenschappelijke regeling. Wijziging openingsuren „Lakenhal". De Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" verzoekt B. en W., te be vorderen, dat de verordening, regelende de voorwaarden voor het bezoek van het Ste delijk Museum „de Lakenhal", op eén drie tal in dat schrijven genoemde punten wordt gewijzigd. B. en W. kunnen zich met dat verzoek vereenigen. In de eerste plaats zou de Commissie het Museum in de maand Februari willen open stellen tot des namiddags 4 uur in plaats van tot 3 uur. In de tweede plaats zouden zij het aan- vangsuur op Zondagen en algemeen erken de Christelijke feestdagen willen brengen van 12 y» op 1 uur. liet bezoek aan het Museum, dat op die dagen toch zeer gering is, vangt gewoon lijk eerst te 1 uur aan, zoodat tegen deze latere openstelling wel geen bezwaar kan bestaan. Bovendien worden alle Rijksinstellingen op Zondagen en algemeen erkende Christe lijke feestdagen ook eerst te 1 uur openge steld. En ten slotte zouden zij het Museum op den derden October den geheelen dag wil len sluiten. Volgens de thans geldende verordening is het Museum op 3 October geopend van ai 12 y3 uur. Deze openstelling heeft eigenlijk geen zin, aangezien bijna niemand op dien dag het Museum bezoekt. Ai t. 11 der Algemeene Salarisverordening. Ingevolge de bij de behandeling van de begrooting 1934 door hen gedane toezeg ging, bieden B. -en W. den Raad een voor stel aan tot het doen vervallen van art. 11 der Algemeene Salarisverordening, welk ar tikel bepaalt, dat ten minste eenmaal in de vijf jaren door een daartoe te benoemen Raadscommissie wordt overwogen of en zoo ja, in hoeverre termen aanwezig zijn tot herziening dier verordening. Benoeming Hoofd eener o. 1. school. Tengevolge van de overplaatsing van den heer j. noiuteiing, nooid van ae o. 1. scnool aan de Meausasnaat B, naar ae opieiamgs- scnool voor Gymnasium en H.B.b. aan ie BoommarKi zai met 1 April a.s. de vaca ture ontstaan van hoofd van eerstgenoem de school. B. en W. doen de volgende voordracht: lo. P. A. Wisse, onderwijzer aan de aon- geiisschool voor U.L.O., aihier; 2o. J. v. d. Wane, hoofd eener openoare lagere school te Noordwolde; 3o. D. Janssen, hoofd eener openbare lagere sohool te Zalt-Bommel. Geen ambulant Hoofd meer. Krachtens de indertijd door den Minis ter van Onderwijs, ivunsten en Weten schappen verieenae dispensatie is de heer P. hioma, hooid der j ongensscnool voor U. L. O. vrijgesteld van de verplichting, dat aan het hooid eener school tevens het on derwijs eener klasse is opgedragen. Aangezien B. en W. het niet noodzake lijk, en met het oog op de gemeentefinan- ciën derhalve niet raadzaam, achten voor den door den Raad benoemden opvolger van den heer Hibma vrijstelling van die verplichting te vragen, zal, indien de Raad zich met deze zienswijze kan vereenigen, het nieuwe hoofd der Jongensschool voor U. L. O. derhalve niet ambulant zijn. Dit brengt mede, dat alsdan een onderwijzer kan worden gemist. Ontslag onderwijzeres. B. en W. stellen voor aan mejuffrouw J B. van Hèuven op haar verzoek eervol ont slag te verleenen uit hare betrekking van onderwijzeres aan de opleidingsschool voor u.l.o. aan de Langebrug A. Ver. Bev. Bouw van Werkmanswoningen. Prof. mr. R. Kranenburg heeft ontslag genomen als lid van het Bestuur der Ver- ecmging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen. Ter voorziening in de daardoor thans ontstane vacature wordt namens genoemd Bestuur aanbevolen: lo. Prof. mr. H. G. P. Duyfjes, hoogleeraar, Lammenschansweg No. 5 en 2o. Mr. C. J. Goudsmit, Regentes- selaan 33, Oegstgeest. Verhuring van een oud schoolgebouw. Bij raadsbesluit van 24 Januari 1927 werd aan de Leidsche Afdeeling der Vereenigmg de "Christelijke Jongemannen Vereeniging- Fadvinders in Nederland een viertal loka len van het voormalige schoolgebouw aan de Mare verhuurd. De laatste jaren echter heeft dit gebouw meerdere malen gediend voor tijdelijke huisvesting bij verbouwing van scholen; o.a. heeft de Hoogere Burgerschool voor Meisjes er gebruik van gemaakt tijdens de verbouwing van de H.B.S. aan de Garen- markt. In verband hiermdee werd aan de C.J M.V.-Padvinders het gebruik van de vier lokalen opgezegd, aanvankelijk tijde lijk en later definitief, teneinde bij voor komende gelegenheden terstond over het gebouw te kunnen beschikken. De vereeniging verzoekt nu gebruik te mogen maken van de school met de kleine speelplaats aan de van der Werfstraa*, waarin de openbare bewaarschool gevestigd was, welke ingevolge het raadsbesluit van 24 Juli 1933 is opgeheven. Zij is bereid hier voor een huur van ƒ300.per jaar te be talen, welke prijs aannemelijk kan worden geacht,aldus B. en W. Verhuring woning. Van den heer W. Noppe, huurder van het bovenhuis Drie Octoberstraat 27a, is een verzoek om huurvermindering ingekomen. Deze woning werd aan hem bij raadsbesluit van 30 November 1931 verhuurd voor den prijs van 336.per jaar, onder bepaling, dat de straatbelasting voor rekening van den huurder kwam. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en W. van oordeel, dat er in dit geval aan leiding is, den huurprijs te verlagen tot 318.per jaar, met inbegrip van de straatbelasting ad rond 18.welke be lasting, overeenkomstig het tegenwoordig gevolgd systeem, niet meer afzonderlijk in rekening wordt gebracht, doch voortaan in den huurprijs wordt opgenomen. Heffing tolgeld bij „Leidsche Hek". Bij raadsbesluit van 11 April 1932 werd het recht tot heffing van den weg- en wa- tertol tegenover den Rijnsburgschen Vliet, bij het z.g. „Leidsche Hek" voor den tijd van twee jaren, ingaande 1 Mei 1932, ver pacht aan P. Ciggaar, te Oegstgeest, voor de som van 1,500.per jaar. De pacht eindigt derhalve op 30 April a.s. De heer Ciggaar is na gevoerde bespre kingen bereid gevonden den tol wederom te pachten, echter slechts voor één jaar te gen een pachtsom van 1200. B. en W. stellen den Raad voor, hiermede genoegen te nemen. Overname openbare straat. B. en W. geven den Raad in overweging te besluiten tot het in eigendom en on derhoud bij de geemente overnemen, om niet, van eenige gedeelten openbare straat, deel uitmakende van de Oosterstraat en Oosterdwarsstraat. rijden kan bij uitzon dering geen kwaad; VEILIG rijden is echter altijd goed en dus beter! Veraart over de Tweede Kamer. De katholieke hoogleeraar Veraart is eenige jaren lid van de Tweede Kamer ge weest. Hij getuigt nu in het Roomsche tijdschrift „Vox Carolina" dat hij er nauwelijks „één dag van bevrediging" had en er met zijn politiek vrijwel machteloos stond. Maar dan schrijft hij toch ook nog het volgende: „En toch: altijd zal diep in mij blijven leven oprechte bewondering voor den par lementairen arbeid. Vooral: voor de twin tig, die schitterend en voor de veertig, die op z'n minst zeer goed werk leverden. Wat voor stapels materiaal werden daar' door uiterst kundige mannen doorgezocht. Hoe groote scherpzinnigheid werd daar aan de wetsontwerpen besteed. Hoe ver nuftig werd de moeilijkste belastingtech niek, het complex van vraagstukken bij het Nederland-België tractaat, werden de in gewikkelde regelingen voor onderwijs, de zaken van Indië en Waterstaat het is maar een povere greep daar ontleed. Wat waren zij op hun post bij alle bedrei ging van eenig werkelijk of vermeend volksbelang de kampvechters van alle par tijen. En hoe ongelooflijk hard was het werken daar. Meer dan iemand anders ben ik in die jaren rapporteur geweest; behalve in één week ziekte heb ik alle zittingen, de minst belangrijke: de openbare, de af- deslingsvergaderingen, de fractie- en rap porteurs-bijeenkomsten, meegemaakt: nooit heb ik mij zoo bek-af door werken gevoeld. Men praat over de fraseurs der Kamer Het mocht wat! Bazelpraat! Ik heb nooit een milieu gezien, waar de frase minder in eere was dan in de Kamer; waar meer en onbarmhartiger werd gespot met den fraseur; waar zulk een reputatie meer ver nietigend was; waar oneerbiediger langs den „prater" werd heengeloopen. Geen be lachelijker dienst kan men dan ook aan een wel aardig pratend vriendje bewij zen dan hem het lidmaatschap der Tweede Kamer aan te dragen; talloozen vinden er hun graf, ook al blijven zij dan levend lijk...." TWEEDE KAMER EN VARKENS CENTRALE. Vragen in Voorloopig Verslag i.z. Landbouwcrisisfonds. Uit het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de begrooting van het Land bouwcrisisfonds citeeren wij nog het vol gende: „Sommige leden stelden de vraag, of het oogenblik niet is gekomen om opheffing van de Varkenscentrale te overwegen. Nu de kansen op export van bacon naar En geland steeds geringer worden, meenden deze leden, dat de Varkenscentrale in haar tegenwordigen vorm weinig reden van be staan meer heeft. Dit lichaam heeft h,i. trouwens allerminst bevredigend gewerkt. De beperking van den varkensstapel schijnt een mislukking te zijn geworden. Andere leden deelden de hier geuite meening niet. Wel zouden sommigen hun ner gaarne meer inzicht verkrijgen in de werkwijze dezer centrale, mede omdat zij in sterke mate in opspraak gekomen is. Een uiteenzetting van die werkwijze zouden zij op prijs stellen. Weer andere leden meenden, nu de Re geering de Commissie-Beumer heeft be noemd om een onderzoek in te stellen, zich van beschouwingen omtrent allerlei onder- deelen van de uitvoering der Crisis Var- kenswet te moeten onthouden. Gevraagd werd, waarom bij deze afdee ling de personeelslasten niet vermeld zijn. Eenigen leden betoogden, dat door hooge heffingen op buitenlandsche vleesch de binnenlandsche heffing op varkens zou kunnen worden verminderd, waardoor de crisisregeling in dit opzicht zou worden vereenvoudigd. Kan, zoo vroegen sommige leden, nu de Varkenscentrale 't uitvoermonopolie heeft gekregen voor varkensvleesch, niet een to tale verandering worden gebracht in de overeenkomst met de baconbedrijven? Eenige leden zouden voorts gaarne ant woord ontvangen op de volgende vragen: Hoe is de ontwikkeling van het binnen- landsch verbruik van varkensvleesch? Hoeveel is in de afgeloopen maanden we kelijks bijgepast (uitgaande van den direc- ten kostprijs) op den baconexport naar Engeland? En hoe zijn de vooruitzichten van dezen export? In hoeverre zyn de kos ten, gemaakt voor teeltverbetering, ren- deerend gebleken door vermindering van het prijsverschil tusschen Nederlandsche en bijv. Deensche baoon? Welke lasten zijn in overeenstemming met wat in 1933 werd uitgegeven in de begroting voor 1934 verwerkt als vergoedingen aan de bacon-fabrikanten naar de verschillende grondslagen (goodwül, afschrijvingen, sala rissen, enz.)? Welke verdere kosten zijn, op grond van de laatstbekende gegevens in de raming van uitgaven begrepen voor de verliezen bij den export naar Duitsch- land (van spek), Frankrijk en België? Zijn er voornemens de heffingen belangrijk te verlagen? Eenige lederf vroegen voorts nog, of bij het bepalen der schadevergoeding aan de varkenshandelaren, die door* de invoering der Crisis-Varkenswet zijn gedupeerd, wel voldoende rekening wordt gehouden met de schade, welke door een bepaalde groep van handelaren in het bijzonder wordt ge leden. Sommige handelaren kochten n.l. niet tegen commissieloon de varkens op, doch droegen bij den handel een deel van het risico en werkten dientengevolge ook tegen hoogere belooning. Men meende, dat deze groep een hoogere uitkeering behoort te ontvangen dan thans geschiedt. Voorts gaven een aantal leden als hun meening te kennen, dat de Varkenscentra le zich zooveel mogelijk behoort te onthou den van bemoeiingen met den binnen- landschen varkenshandel. Zij keurden het af, dat de centrale aan een aantal fabrie ken en slachterijen, die voornamelijk voor den uitvoer werken, tevens een aantal var kens levert voor de eveneens door deze fa brieken gedreven binnenlandsche grossier- derij. Het spreekt wel vanzelf, dat het aan tal varkens, dat aan deze fabrieken gele verd wordt, niet steeds geheel kan klop pen met hetgeen voor uitvoer noodig is, doch deze verschillen kunnen toch zeker binnen enge grenzen blijven, terwijl thans de hoeveelheid dezer te veel geleverde var kens overeenkomt met 10 pet. van de bin nenlandsche consumptie. Dit heeft een he vige concurrentie op het gebied van het grossiersbedrijf ten gevolge; omdat in kleine plaatsen geen grossiers bestaan, con centreert deze concurrentie zich op de le verantie aan de grootere plaatsen. Daarbij komt, dat de Varkenseentrale aan de hier bedoelde fabrieken levert tegen aanmer kelijk lagere prijzen dan die, welke zy zelf bij inkoop heeft betaald en dus ook door de grossiers moeten worden betaald; zoo luidt althans de klacht der grossiers. Is dit juist, dan behoort daaraan naar de meening dezer leden een einde gemaakt te worden. Desnoods moeten h.i. deze fabrie ken het geheele binnenlandsche grossiers- bedrijf opgeven." BONNETJES VOOR DEN HEMEL. Ouders, hoort u ook tot die gelukkige strevelingen, die eens in de zooveel weken verblijd worden door het glundere en stra lende gezicht van uw spruit, wanneer die wéér een gedrukt briefje meebrengt van sohool: 25 maal de H. Mis bijgewoond? Of geldt wellicht bij u het knipkaartensys- teem? Of wordt de braafheid van uw kind statistisch aangetoond door middel van het stempelbonnenstelsel? Nietwaar, de wedijver is een zeer schoon iets en reeds de Jezuieten (en die wisten het wel) hebben deze prikkel vroegtijdig als een niet te versmaden factor der op voeding gewaardeerd. Maar deze wedloop in het geestelijke, deze naijver naar de vol maaktheid lijkt më toch niet zonder be denkingen. Hoe gemakkelijk wordt hier door niet de farizeïsche houding in de hand gewerkt van: „Heer ik dank U, dat ik niet ben zooals deze, die niet zooveel bonnetjes verzameld heeft. Het is nli toch duidelijk dat ik braaf ben, de papieren wijzen 't uit". Wantrouw dit braafheidsvertoon, ouders, en geef de opvoeders van uw kind te ken nen, dat ge van deze wijze van waardee ring niet gediend zijt. Wat maakt het im mers uit, of uw kind 25 maal de H. Mis heeft bijgewoond, wanneer gij het er 20 maal naar toe hebt gestuurd en wanneer ge niet weet of het de H. Mis eerbiedig heeft bijgewoond? Straks komt er nog een foto van hem of haar in de rubriek „Het rijke Roomsche leven" als kampioen-bon netjes-verzamelaar, maar tegen dien tijd kunt ge rustig beginnen na te denken over het Bijbelwoord of niet het laatste van de zen mensch erger zal zijn dan het eerste. Uit „Onze Kinderen". SPORT BILJARTEN LEIDSCHE BILJARTBOND. De personeele competitie. De uitslagen der gespeelde wedstrijden van de vorige week luiden: Eerste afdeeling. J. Bruinincks ((250) B. Teegelaar (250) 250 153 17 16 45 39 14.70 9.56 G. M. Teegelaar (160) W. F. Karstens (135) 135 135 16 16 27 25 8.43 8.43 Tweede afdeeling. A. L. Iterson (125) J. Chrispijn (140) 121 140 45 45 12 25 2.66 3.11 Joh. Bouman (150) C. J. Paauw (135) 122 135 54 54 15 17 2.25 2.50 H. Rietbergen (140) M. Sierat (130) 140 120 59 58 15 8 2.37 2.06 Derde afdeeling. L. v. d. Heijden (125) P. Meijers (125) 111 125 39 39 23 38 2.84 3.20 Ph. Verstraaten (125) I. Neuteboom (125) 125 118 44 43 17 10 2.84 2.74 Vierde afdeeling. J. J. Mulder (125) F. Kerkvliet (125) 125 91 44 43 12 10 2.84 2.11 G. Teegelaar (125) F. v. Wijngaarden (125) 115 125 50 50 9 16 2.30 2.50 Vijfde afdeeling. H. Stol (100) D. Verplanken (95) 100 68 51 50 10 11 1.96 1.36 Zesde afdeeling. P. Lagas (100) N. N. (100) 100 58 44 43 9 8 2.27 1.34 D. Zirkzee (100) D. Roest (100) 88 100 66 66 7 10 1.33 1.51 PAARDENSPORT DE COURES ÓP DUINDGIT. Blijkens het O. B. in Het Paard is het draverijcomité voor Duindigt als volgt sa mengesteld: G. v. d. Akker, P. Eon, G. J. v. d. Elshout en K. Hille. Voorts de volgen de betrekkingen: rechter dr. G. G. v. d. Ak ker, baancommisssaris P. Bon, starter en handicaper P. Oly. De commissie van eigenaren tot voortzet ting van de courses te Duindigt heeft voorts de volgende programma's voor de drie eer ste coursedagen uitgeschreven: Maandag 2 April. I. (2.15 uur). Albatrosprijs: Prijzendrave rij 4e kl., 1740 m. Prijzen: 300 en 25. Be lasting voor iedere gewonnen 300 20 m. Ontheffing volgens de bepalingen. II. Ave Caesarprijs: Serieprijzendraverij le kl., te loopen in twee series. Om 2.40 uur voor allen, om 3.30 uur voor allen behalve den winnaar der eerste serie. Afstand 1700 m. Prijzen: le serie 250, 2e serie 250 en 25.Paarden, welke 4000 of minder hebben gewonnen, gaan van start. Belasting voor iedere meerdere gewonnen 2000 20 m III Astra Romanaprijs: Prij zendraverij 2de en 3de klasse, over 2000 m. Prijzen: ƒ250 en 25. Paarden welke 300 of minder hebben gewonnen gaan van start. Belasting voor iedere meerdere gewonnen 800 20 m. IV. Alcantareprijs: 'Prij zendraverij 4de klasse over 2040 m. Prijzen: 300 en 25. Belasting voor iedere gewonnen 300 20 m. V. Eerste Heerrijderssprijs: Handicap le kl. voor paarden, welke het eigendom zijn van leden aer Ned. Heerrijdersclub, te rij den door werkende leden dier club. Afstand 2000 m. Prijzen: 250 en 25. Minimum ge wicht 77%kg. Sluitinng der inschrijvingen Vrijdag 16 Maart. Zondag 15 April. I. (2.15 uur). Balsamineprijs: Serieprij- zendraverij 3e en 4de kl., te loopen in twee series, om 2.15 voor allen en om 3.05 uur voor allen. Afstand 1700 m. Prijzen: le se rie 100, 2e serie 250 en 25. Belasting voor iedere gewonnen 500 20 m. II. Bella Fortunaprijs: Prij zendraverij le kl. over 2020 m. Prijzen: 250 en 25. Paarden, welke 300 of minder gewonnen hebben gaan van start. Belasting voor iede- remeerder gewonnen 1500 20 m en voor iedere gewonnen serie of len prijs in 1934 20 m. Hl. Tweede Heerrij dersprijs: Serieprij - zendraverij le kl., te loopen in twee series; om 3.30 voor allen en om 4.20 uur voor al len met uitzondering van den winner der eerste serie. Afstand 1700 m. Prijzen: le se rie 250, 2e serie 250 en 25. Heerrijders- course. Paarden, welke 6000 of minder hebben gewonnen, gaan van start. Belasting voor iedere meerdere gewonnen 1500 20 m en voor iedere gewonnen serie of len pr. in 19344 20 m. Minimum gewicht 77 y3 kg. IV. Butterfluprijs: Prij zendraverij 4e kl. over 1740 m. PPrijzen: 300 en 25. Belas ting voor iedere gewonnen 300 20 m. Sluiting der inschrijvingen Vrijdag 30 Maart Zondag 22 April. I. (2.15 uur). Cleopatraprijs: Pryzendra- verij 4e kl. Afstand 1740 m. PPrijzen: 300 en 25. Belasting voor iedere gewonnen 300 20 meter. n. Casa D.Ororoprijs: Serieprij zendrave rij 2e kl., te loopen in twee series. Om 2.40 uur voor allen, om 3.30 uur voor allen be halve den winner der eerste serie. Afstand 1700 m. Prijzen: le serie 250, 2e serie 250 en 25. Paarden, welke 4000 of minder hebben gewonnen gaan van start. Belasting voor iedere meerdere gewonnen 2000 20 m en voor iedere gewonnen serie len prijs in 1934 20 m. III. Cloccinaprijs: Prij zendraverij 2e en 3e kl. over 2000 m. Prijzen: 250 en 25. Paarden, welke 300 of minder hebben gewonnen gaan van start. Belasting voor iedere meerdere gewonnen 800 20 m en voor iedere gewonnen serie of len prijs in 1934 20 m. IV. Consuelaprijs: Prij zendraverij 4e kl. over 2040 m. Prijzen: 300 en 25. Belas ting voor iedere gewonnen 300 20. m. V. Derde Heerrijdersprijs: Handicap le kl. voor heerrijders. Afstand 2000 m. Prij zen: 250 en 25. Minimum gewicht 77)4 kg. Sluiting der inschrijvingen Vrijdag 6 April. Door de Ned. Heerrijders Club worden uitgeloofd: vier prijzen (kunstvoorwer pen) voor de best geplaatste vier heerrij ders, gerekend over 2, 15 en 22 April in den lsten ,2den en 3den heerrijdersprijs. De onderlinge snelheidsproeven. Maandag 2 April: 3.05 uur. Onderlinge snelheidsproef voor rijpaarden. Te rijden door officieren .reserve-officieren en Ne- derl. heerrijders. Afstand 1700 m. Handi cap. Prijzen: 60, 40, 20. ƒ10 en 10. Sluiting der inschrijvingen Vrijdag 16 Maart. Zondag 15 April: 3.55 uur. Onderlinge snelheidsproeven voor rypaarden. Te rij den door dames. Afstand 1000 m. (In vol gende damesnummers wordt de afstand voor dames die in 1934 reeds een eersten prijs met hetzelfde paard wonnen, met 20 m belast.) Pryzen: f 40, 15, 10 en 10. Sluiting der inschrijvingen Vrijdag 30 Maart. Zondag 22 April: 3.05 uur Herhaling van het programma van 2 April, doch nu over 1800 m. Sluiting der inschrijvingen 6 April. Qoede weyeH bce*ityth, wdvood

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 7