ZATERDAG 3 MAART 1934 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND DIMITROF EN DE ANDERE BULGAREN NAAR MOSKOU. CRISIS IN HET SPAANSCHE LAND. GAAT DE LAATSTE HOOP VOOR DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE VERVLIEGEN? EEN KEI ZERSKRONING IN HET VERRE OOSTEN. Vrij doorde lucht. De afgeloopen week is minder sensationeel geweest dan de vorige, maar toch heeft er een gebeur tenis plaats gegrepen, waarover veel ge sproken is, n.l. de vrijlating van de drie Bulgaren Dimitrof, Popof en Tanef. Precies een jaar na den brand in den Rijksdag, die zulke geweldige gevolgen na zich heeft gesleept en de oorzaak werd van hun gevangenneming en hun proces, werd hun medegedeeld, dat zij eindelijk vrij ge laten werden. Twee maanden hebben zij geleefd in angst en vreezet zij waren vrijgesproken, maar steeds werd het natuurlijk gevolg van die vrijspraak n.l. hun ontslag uit de ge vangenis, verschoven. Over Torgler, die in Schutzhaft geno men was, hoorde men niet meer spreken, maar wel over de vasthouding van Dimi trof, die zich door zijn strijdbare verdedi ging voor het Hof te Leipzig een zekere po pulariteit had verworven. Hoe langer de vrijlating uitbleef, des te sterker uitte zich in het buitenland de verontwaardiging over een dergelijke rechtsverkrachting. Wat moest dat beteekenen? Zou Goering, die tijdens het Leipziger proces zoo grof te gen de Bulgaarsche communisten was uit gevallen en gezegd had, hen toch wel te zullen krijgen, hoe ook de uitspraak van het Hof zou zijn, toch zijn zin hebben ge kregen ondanks de verzekering van Hitler dat het vonnis zou worden nageleefd? Het heeft lang geduurd, de Duitsche re geering heeft zich niet gehaast, maar 't is er toch van gekomen. Nadat de Sovjet-re geering de drie Bulgaren als staatsburgers had aangenomen, zijn zij op aandringen van hun nieuwe vaderland („mijn proletarisch vaderland", zooals Dimitrof zeide) over de grens naar Rusland vervoerd. Om alle de monstratie te vermijden werd het drietal in alle vroegte, in een vliegtuigverpakt, naar Moskou gedirigeerd. Daar stond een delegatie van proletarische hoogwaardig- heidsbekleeders voor de ontvangst gereed en werden de Bulgaren als helden verwel komd. ~^ij werden officieel gehuldigd en Dimitrof werd zelfs „professor", 't Is be grijpelijk, maar de Sovjet-regeering, die te genwoordig al haar best doet om de buiten wereld te doen vergeten, dat zij een bolsje- wieksche is, zal goed doen ter wille van haar eigen politiek om niet te veel reclame te maken voor deze aartsrevolutionairen teneinde de wereld er niet aan te herinne ren, dat het eigenlijke doel der Sovjet-re publiek is en blijft: de wereldrevolutie. Spanjein crisistijd. Het Spaan- sche volk heeft na de revolutie, waarbij het z'n koning heeft weggejaagd, nog steeds zijn evenwicht niet teruggevonden. Het grauw heeft de revolutie gevierd met aller lei uitspattingen tegen kerken en kloos ters, daarbij waardig bijgestaan door een parlement, dat de meest tyrannieke wetten maakte tegen de geestelijkheid. Dit opende de oogen van het geloovige Katholieke volk in Spanje; de stemming sloeg om, maar door gebrek aan eenheid onder de Katho lieken tenopzichte van de kwestie: monar- De radicale leider Lerroux vormde toen op 16 Decmber een nieuw kabinet, dat op 20 December met 265 tegen 53 stemmen een vertrouwensvotum kreeg. Op 23 Januari j.l. werd overgegaan tot een reconstructie van het kabinet, doch daardoor schijnt de eens gezindheid niet vergroot te zijn, want reeds begin der vorige maand bleek het, dat drie ministers van meening waren, dat Lerroux te gematigd was en zich te veel liet leiden door de rechtsche partijen en speciaal door de Accion Popular (Katholieken) welke hem echter juist te links-georiënteerd vond. Zoodra laatstgenoemde partij had ver klaard, dat zij Lerroux niet meer wensch- te te steunen, was het lot der regeering be zegeld. Dezer dagen is Lerroux afgetreden. Wij zullen nu afwachten, of thans de tijd rijper is geworden voor de Katholieken om de vruchten van hun stembus-overwinning te plukken. Waarschijnlijk is dit niet, want naar bericht wordt, is Lerroux opnieuw tot formateur benoemd. Het nacht pitje gaat uit. Wij springen wel een beetje van de hak op de tak, wanneer wij via Duitschland, Rusland en Spanje in Frankrijk arriveeren, maar wij volgen het voorbeeld van den Engel- schen lord privy seal Eden, wiens pelgrims- reize ten voordeele van de Ontwapening thans is geëindigd. Volgens de berichten, zou Eden in Duitschland en Italië wel een gunstig ont haal hebben gevonden, maar zou het alweer Frankrijk zijn, dat zich blijft verzetten te gen de Engelsche voorstellen. Hiermede zou het laatste nachtpitje, dat nog eenig schijnsel van hoop wierp op de Ontwapeningsconferentie, zijn uitgedoofd. De „sterke" regeering, welke thans te Parijs de leiding in handen heeft geno men, bereidt zich dan ook voor om de con sequenties te trekken uit de nauwelijks nog te vermijden mislukking van deze confe rentie. De groeiende toenadering van War schau tot Berlijn doet in Frankrijk onge twijfeld mede de overtuiging toenemen, dat het zaak Wordt meer en meer de mogelijk heid onder het oog te zien, dat Frankrijk in grooter mate dan tot dusver het geval was, op eigen krachten zal worden aangewezen om zijn positie op den duur te kunnen handhaven tegenover een zich bewapenend Duitschland. Men mag weliswaar aanne men, dat het voeren van een preventieven oorlog niet in de bedoeling van Parijs ligt; maar wel moet erop worden gerekend, dat Frankrijk zich tot het uiterste zal inspan nen om den bestaanden bewapeningsvoor- sprong te handhaven. Het vertrouwen in de macht van de Volkenbondsgedachte begint aardig te ta nen; men gaat z'n kracht weer zoeken in bewapening. Het voorbeeld van Japan heeft daaraan natuurlijk geen goed gedaan. Of zal het nieuwe idee van een dertien- mogendheden-conferentie het flikkerende vlammetje kunnen doen opleven? In ver band met het getal 13 vreezen wij het ergste! De nieuwste keizer. Japan heeft het klaar gespeeld om met verach ting van de heele wereld-opinie in Noord- China een stuk grondgebied van een groot nabuurland af te scheuren en er een vazal staat van te maken. Op 1 Maart j.l. is Mandsjoekwo als het ware plechtig ge ïnstalleerd en bevestigd als staat door de kroning van den bestuurder Poe Ji tot keizer. De troonsbestijging heeft met groote pracht en praal en met de noodige gods dienstige ceremoniën plaats gehad, maar keizer of niet, Poe Ji had niets te zeggen en heeft het nu nog niet. Practisch is en blijft deze „keizer" een werktuig in de handen van Japan; hij is slechts een versie ring van de Japansche politiek, waarop de Noordelijke Chineezen zich blind moeten staren; hij is niets anders dan een pion op het Japansche schaakbord. Dertig jaar ge leden heeft Japan iets dergelijks uitgehaald toen het Korea tot vazal-staat maakte, thans heeft het dit gedaan met Mand sjoekwo. Wat is nu de volgende zet in die richting? Het was overigens wel een eigenaardige plechtigheid. Volgens oud-heidenschen ri tus, besteeg de keizer de trappen van het altaar en wierp zich plat ter aarde om met de geesten van zijn voorvaderen te spreken. Hij bracht een aantal offers, waaronder een witten stier, welke door de priesters werd gedood, terwijl de keizer bad. Vóór den Keizer lag een rood-gelakt paneel, waarop de naam van zijn eersten stamva der stond geschreven. Acht beambten over handigden hem de offergaven, wierook, een amulet van jade, een rol inlandsch weefsel, en een kelk met rijstwijn. Elk van deze offergaven hief de Keizer naar den hemel: vervolgens wendde hij zich naar het Zuiden en ontstak het heilige vuur, waarvan de rook zijn gebeden naar den hemel moest dragen. Na het offer ontving de Keizer zijn ambtszegel. Daarop werden 101 saluutscho ten gelost. Een typisch contrast met deze eeuwen oude ceremonie vormden het maken van klankfilms, de vliegtuigen, die in de lucht cirkelden, en het radio-verslag, dat van de plechtigheid werd gegeven. Omtrent de troonsbestijging van Poe-Ji wordt verder nog medegedeeld, dat hij ge kleed was in een mantel, waarop met goud draad draken en andere Chineesche symbo len waren geborduurd. In oud-Chineesche letters waren bovendien de woorden: „ih joeeh wan sjou" erop geborduurd, hetgeen wil zeggen: „zonder leeftijd, zooals zon en maan". SPORT VOETBAL UIT HET KATHOLIEKE KAMP. DE MISSIE-WEDSTRIJD TE DONGEN. Haarlem gaat morgen op bezoek te Don gen, waar de traditie der missie-vóetbal- wedstrijden van de Federatie van R. K. Voetbalbonden in Nederland wordt voort gezet. De „Sport 111." meldt over deze wedstrijd nog de volgende bijzonderheden. Het Bredasche diocees geniet de eer van de organisatie en de Federatie vertrouwde chie of republiek? konden zij de leiding niet in handen nemen, toen er in December j.l. een nieuw en veel meer rechtsch parle ment was gekozen. FEUILLETON. DE TWEELINGZUSTERS Uit het Engelsch van PATRICIA WENTWORTH. (Nadruk verboden). 36) „Ik ben weer in orde. Ik moet naar huis." „Maar ik wil je absoluut even spreken." „Hier? Het lijkt me toe „Neen, niet hier natuurlijk. Maar ik moet je heusch spreken. Mrs. Fossick Ya tes is uit;; ik heb haar zien weggaan. Is de kleine baas thuis?" „Ja". „Ga dan vragen of je een half uurtje uit mag. Ik zal verderop bij de winkels op je wachten." Anne boog het hoofd en ging terug naar huis. Haar hoofd duizelde. John Maurice Waveney! hoe was het mogelijk! Ze had gehoord, dat ze hem gisteravond „Sir John" noemden. Hoe had hij haar gevon den en waarom had hij getracht haar te vinden? En hoeveel menschen hier in de buurt hadden haar in haar schort en muts, daar bij die brievenbus met een man zien praten? John liep eveneens den heuvel af en keek op zijn horloge. Als ze binnen een kwartier niet op de afgesproken plaats was, dan zou hij naar het dichtstbijzijnde postkantoor gaan om haar op te bellen. Het moest nu maar uit zijn met dat verstoppertje spe len. Hij had haar gevonden en hij zou haar spreken, terwijl de kust veilig was. Het duurde lang, maar Anne kwam, in een grijs mantelpak met een zwart hoedje op, precies zooas hij haar beschreven had aan Messing. Anne zelf kan je eigenlijk niet beschrij ven; alleen haar kleeren. De manier, waar op zij haar mondhoeken optrok en waarop haar oogleden zich over haar oogen leg den, waarop ze keek als ze boos was en wanneer ze verdriet had neen, dat was allemaal niet te beschrijven. Niemand kon dat. Het was alsof hij dat altijd van haar gekend had en het verborg een mysterie, dat hij met al zijn kracht verlangde ont sluierd te zien. Dit alles met elkaar was Anne Belinda. Ze kwam naar hem toe met een kleur op de wangen. „Ik hoefde het niet te vragen hij vroeg of ik een pakje voor hem naar het post kantoor wilde brengen; hij verontschuldig de zich wel een keer of drie omdat hij me ook al met dien brief had weggestuurd." „Waar zullen we heen gaan?" „I k moet naar het postkantoor." John fronste de wenkbrauwen. „Ik kan straks dat ding wel afgeven. La ten we een rustige lunchroom opzoeken, waar we kunnen praten." „Neen,", verzette Anne zich. „Ik heb maar een half uurtje tijd en moet het pak je zelf versturen." „Onzin." „Ik heb gezegd, dat ik het zelf zou doen. Waarom wil je me eigenlijk spreken?" „Ik heb gezocht van het oogenblik af, dat ik terug ben." De smartelijke schaduw, die over haar oogen trok, deed hem pijn. „Waarom?" „Nu, in de eerste plaats omdat ik je wil de vinden; ten tweede och, ik heb nu eenmaal een obstinate natuur. Het scheen alsof ze allemaal samenspanden om mij niet te vertellen, waar je was....'' Hij brak abrupt den zin af, een beetje verlegen. Dit was eigenlijk heelemaal niet wat hij had willen zeggen. Anne's helderen blik bleef een oogenblik op hem rusten toen zei ze met een stem, vol weemoed, maar toch ook met een gede cideerde klank er in: „Ze hadden groot gelijk. Ik wilde ook niet gevonden worden. Je moet me belo ven aan niemand te zullen vertellen, dat je mijn schuilplaats ontdekt hebt. Je moet me heusch met rust laten." Een oogenblik liepen ze zwijgend ver der. Dit gedeelte van Malmesbury Terrace was heel stil een rij deftige, oude hui zen met zware gordijnen voor de hooge ra men. Daarna kwam de drukke High Street waar in beide richtingen trams met luid belgerinkel en schurend metaalgeluid voor bijgleden, en auto's en vrachtwagens bene vens een onophoudelijke wedren van fiet sen, die de rest van den rijweg vulden. „Ik k a n je niet met rust laten", weer streefde John norsch. „Och, alsjeblieft!" Het werd op smee kenden toon, nog bedroefder dan zooeven gezegd. „Neen, ik kan het niet." Een lange pauze. Toen: „Waarom niet?" John bleef het antwoord schuldig; hij wist niet wat hij zeggen moest. Dit was wel de manier om haar te prikkelen: vrou wen vinden nu eenmaal niets verschrikke lijker dan hun ejgen woorden in een lang zwijgen te hooren bezinken. „H o e heb je me gevonden?" viel ze on geduldig uit. „Niemand wist het en ik ben pas twee dagen bij mrs. Fossick Yates." „Ik heb al den tijd, dat ik in Londen ben, mijn best gedaan om je te vinden. Ik ben deze toe aan de R. K. Voetbalvereeniging Dongen, die eerst bij den aanvang der com petitie, na het episcopale schrijven, uit den K.N.V.B. trad en lid werd van den Breda- schen R.K.V.B., en den Interdiocesanen Competitie-Voetbalbond. De ontmoeting te Dordrecht voor twee jaar was te eenzijdig om een sportief suc ces te zijn. Het werd tenslotte een spel van kat en muis, waarbij Haarlem ver de meer dere was. Maar sedert dien is er in Breda veel ver anderd, Dongen, MEVO, Nieuw-Borgvliet, kwamen den bond versterken, naast vele kleine vereenigingen. En het zal niemand verbazen dat in de samenstelling van het elftal daardoor een geduchte wijziging is gekomen. Met graagte werd natuurlijk gebruik ge maakt van de uitmuntende krachten van de nieuwe vereenigingen. Zoo zien we niet minder dan vijf spelers van Dongen in de nieuwe Bredasche ploeg opgenomen en twee spelers van MEVO. Nieuw Borgvliet levert twee reservespelers. Het peil van de Bredasche ploeg is naar ons oordeel daardoor een klasse gestegen en zal met twee spelers van R.A.C. en één van Lachapelle en Gilze aan Haarlem waar schijnlijk de handen vol geven. Want ook Haarlem heeft eenige wijzi gingen in het elftal aangebracht. Van het elftal dat bij den aanvang der competitie tegen Utrecht speelde bij gele genheid van de opening van het sportpark te Heemstede, zijn de goalgetter van H.B.C. Ruygrok en v. d. Geer gehandhaafd. Doch men is teruggekeerd tot de oude verdedi ging van het Haarlemsche elftal die in de zelfde samenstelling de Federatdekleuren droeg. En met succes. Op de spilplaats staat nu de uitmunten de G.D.A.-spil van der Zalm, die vroeger in den K.N.V.B.-er V.U.C. speelde en eens het oranjeshirt droeg. Kamer is in de middenlinie gehandhaafd terwijl een nieuweling, Keizer van Wils kracht, gelegenheid geboden wordt zijn ca paciteiten te toonen als tweede kanthalf. Wij verwachten dus een spannenden wed strijd, waarbij het verrassende element ab soluut niet uitgesloten is. Op de kracht van het huidige Bredasche elftal tegenover de Haarlemsche ploeg is het moeilijk peil te trekken. 11.30 uur: Aankomst van het Haarlemsche elftal met officials aan het clublokaal van Dongen. 12.15 uur: Vertrek naar het Raadhuis be geleid door de Kon. Harmonie Musis Sacrum. 12.30 uur: Officieele ontvangst van spe lers en officials ten raadhuize door het da- gelijksch bestuur der gemeente Dongen. Na de ontvangst: défilé der R. K. Jeugd- vereenigingen. Dat défilé wordt gadegesla gen vanaf het bordes van het raadhuis. Aantreden voor het défilé om kwart over twaalf precies op het Geerplein. 1 uur: Rondrit van dagelijksch bestuur der gemeente Dongen, spelers en officials door Dongen. 2.15 uur: De K.R.O. geeft doorverbinding met het voetbalterrein, waar de weleerw. heer A. van Lierop zal beginnen met een een praatje over spelers, terrein, aanwezi gen enz. en even later een ooggetuige-ver slag geeft van den wedstrijd. 2.30 uur: Ontvangst van Mgr. Mattias Brans O.M. Capucijnen, Vicaris van Padang, Sumatra, op het voetbalveld. 2.30 uur: De wedstrijd. De samenstelling der elftallen is als volgt: BREDA. A. Geerts C. de Groot A. Peeters A. Ghijs L. Brenders J. v. Dongen A. v. d. Veek G. Martens A. Roestenberg A. v. d. Oudenhoven W. Schwartmans O A. v. d. Geer A. v. d. Sande C. Alsemgeest C. Ruijgrok H. B. Vlek J. Keizer C. v. d. Zalm R. Kamer M. Gigengack J. Strieder HAARLEM. W. Alsemgeest. engerust over je geweest, Ik wilde weten of je het goed maakte." „Hoe ben je er achter gekomen, waar ik was?" De klank van haar stem werd steeds scherper. Tot haar groote verbazing begon hfj plotseling te lachen. „Dat was puur toeval! Ik heb alles in het werk gesteld om je te vinden; heb Jan en alleman aan het hoofd gezeurd om wat over je te weten te komen. Maar zonder succes! En toen ik ten slotte begon te vree zen, dat ik voor een blinden muur stond wel, toen zag ik je onverwacht. De kleine Fossick Yates hield net zoo lang aan, tot ik eindelijk beloofde bij hem te komen om zijn collectie te zien. Het was niet bepaald een amusement, zooals je begrijpt. En opeens vond ik jou." „Maar hoe wist je ik begrijp niet hoe wist je dan hoe k o n je weten, dat ik het was?" „Ik zag het aan je hand." „Aan mijn hand?" „Ja, toen die langs mijn schouder reikte en je zei: „Gerstewater." „Maar hoe is het mogelijk, dat je mijn hand' kende? Je hebt die nooit gezien je hebt mij nooit gezien?" „Toch wel eens." Ze waren nu aan het eind van Malmes bury Terrace. Het drukke verkeer van High Street golfde voorbij als een bewegelijke, snelstroomende rivier. Bij het laatste dei- deftige huizen bleef Anne staan. „Wanneer?" vroeg ze nieuwsgierig. „Wanneer heb je me gezien? Ik ben vree- selijk benieuwd." John voelde een eigenaardige tegenzin om het te vertellen. Hij bloosde licht; toen schitterde er iets in zijn oogen. DE COMPETITIE. Het programma in het Westen is morgen al zeer klein, eensdeels door den vastge- stelden Missiewedstrijd, anderdeels door--. ,dat de competitie ten einde raakt. De 2e klasse A van West I heeft echter nog vier wedstrijden op het programma. De strijd om het kampioenschap wordt hier door echter nog niet beslecht, want SDO, LVV en Zwaluwen Vooruit hebben alle drie nog goede kansen. Ook onder aan de ranglijst kan het nog gaan spannen, maar 't is toch wel bijna zeker dat óf HMS II öf Semper Avanti voor de laatste plaats in aanmerking komt. VEP krijgt bezoek van Amersfoort en kan haar positie op de ranglijst weer ver beteren. In de le klasse van West n vindt de strijd plaats tusschen de hekkesluiter Donk en het leidende Santpoort, 't Zou toch al sterk verwonderen, indien de Santpoorters niet beide punten binnen haalden. In de 2e klasse A was slechts één wed strijd vastgesteld, n.l. LisseTeylingen. Deze is eveneens afgelast. In 2B kan Excelsior morgen kampioen zijn, indien van Lenig en Snel wordt ge wonnen. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. ZUID AFDEELING I. le klasse: KNVKerkrade; Chèvre- montRKONS; KimbriaValkenburg; RK WLCaesar; VolhardingSit.. Boys. ZUID AFDEELING II. le klasse: MuloVenlo; Venl. Boys Best Vooruit; WilhelminaKolping; Gen nepSVB. OOST AFDEELING I. le klasse: AltiorUnion; GrolWG. OOST AFDEELING II. le klasse: VostaNeo; PHZwolle. WEST AFDEELING I le klasse: De MeerHMS; Fortitudo WZ; Volendam—VIC; VVY—EMM. 2e klasse: Zwaluwen VooruitOlym- pit; HMS HMSVVEP—Amersfoort; SDO—VVY H. WEST AFDEELING IL le klasse: DONKSantpoort. 2e klasse B: L. en Sn.Excelsior; Gr. FlorisOliveo. DIOC. HAARL. VOETBALBOND Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag Afdeeling Centrum, le klasse C: D.O.S.—D.S.S.. Res. 2e kl. D.: Leiden II—Geel Wit II. 3e klasse D: A.S.C.Adolf Kolping; K. R. V.—R. W. D.; N. V. C. II—Foreholte; MeerburgD.O.S. II. Res. 3e klasse H.: Concordia nS. J.C. III. 4e klasse C: D.O.S. III—Leiden III (12.30 u.); R.W.D. II—S.N.A. 'I (12.30 u.); O.D.I.v. Nispen II; Kolping BoysSt. Hooger (terr. St. H V.V.L. II—S.M.C. II. Res. 4eklasse M.: Adolf Kolping II D.O.S. TV; St. Bernardus II—K.R.V. III. Res. 4e klasse W: MajellaForeholte III; Adolf Kolping III—Majella II (12.30 u.) St. Hooger II—S.M.C. II (12.30 u.). Na-competitie C. B.S.M.—v. Nispen V.V.S.B.—O.I.V. (2 uur); E: Foreholte IID.S.O. (1.30 uur). Afdeeling Zuid 2e kliasse G: Alphensche BoysUnie; V.E.P. II—D.O.N.K. II. 3e klasse G: W.S.E. II—D.O.N.K. III; Unio II—Trekvogels III; Unio III—V.E.P. III (12.30 uur). Res. 3e klasse K: Valkeniers IIWil helmus II; S.D.C. II—Gr. Floris II; V.V.P. II—A.V .II. Res. 3e klasse L: Blauw Zwart II— L. en Sn .III. Na-competitie A. A.V.V.Valkeniers. „Je hebt me beloofd te zullen huilen, als ik sneuvelde." „Heb ik dat gezegd?" „Negen jaar geleden, op Waveney." „Maar voor vandaag, had ik je nog nooit gezien." „Je vergeet gisteren en nog een keer en dan voor negen jaar op Waveney, toen je zoo plechtig beloofde te zullen schreien." „Ik. Beloofde ik dat? OhVerre heugenis begon in haar geest te schemeren. „Was je was je gewond?" John knikte. „Ik liep nog moeilijk. Ik had een ver wonding gehad. Het was in 1917. Ik moest binnen een week weer naar het front te rug maar eerst wilde ik Waveney eens zien; ik was er nog nooit geweest. We raakten aan het praten en je vroeg of ik geen familie had, en toen ik „neen" zei, deed je erg in je nopjes en beweerde, dat het schitterend was, want dan hinderde het ook niet als ik zou sneuvelen." „Dat kan ik toch niet gezegd hebben!" „Ja, zeker, dat heb je heusch. Je zei het in volle ernst. En toen was je toch wel een beetje bang, dat je mij verdriet met je woorden gedaan had en je beloofde, dat je het erg naar zou vinden, als ik gedood werd."- Anne's gezichtje klaarde op in bekoren de herinnering. Ze zag er nu jonger uit verwarmd en verlegen; maar in haar oogen was een schalksche twinkeling. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 13