ZATERDAG 3 MAART 1934
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
DIMITROF EN DE ANDERE BULGAREN NAAR MOSKOU. CRISIS
IN HET SPAANSCHE LAND. GAAT DE LAATSTE HOOP VOOR
DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE VERVLIEGEN? EEN KEI
ZERSKRONING IN HET VERRE OOSTEN.
Vrij doorde lucht. De afgeloopen
week is minder sensationeel geweest dan
de vorige, maar toch heeft er een gebeur
tenis plaats gegrepen, waarover veel ge
sproken is, n.l. de vrijlating van de drie
Bulgaren Dimitrof, Popof en Tanef.
Precies een jaar na den brand in den
Rijksdag, die zulke geweldige gevolgen na
zich heeft gesleept en de oorzaak werd van
hun gevangenneming en hun proces, werd
hun medegedeeld, dat zij eindelijk vrij ge
laten werden.
Twee maanden hebben zij geleefd in
angst en vreezet zij waren vrijgesproken,
maar steeds werd het natuurlijk gevolg van
die vrijspraak n.l. hun ontslag uit de ge
vangenis, verschoven.
Over Torgler, die in Schutzhaft geno
men was, hoorde men niet meer spreken,
maar wel over de vasthouding van Dimi
trof, die zich door zijn strijdbare verdedi
ging voor het Hof te Leipzig een zekere po
pulariteit had verworven. Hoe langer de
vrijlating uitbleef, des te sterker uitte zich
in het buitenland de verontwaardiging over
een dergelijke rechtsverkrachting. Wat
moest dat beteekenen? Zou Goering, die
tijdens het Leipziger proces zoo grof te
gen de Bulgaarsche communisten was uit
gevallen en gezegd had, hen toch wel te
zullen krijgen, hoe ook de uitspraak van
het Hof zou zijn, toch zijn zin hebben ge
kregen ondanks de verzekering van Hitler
dat het vonnis zou worden nageleefd?
Het heeft lang geduurd, de Duitsche re
geering heeft zich niet gehaast, maar 't is
er toch van gekomen. Nadat de Sovjet-re
geering de drie Bulgaren als staatsburgers
had aangenomen, zijn zij op aandringen van
hun nieuwe vaderland („mijn proletarisch
vaderland", zooals Dimitrof zeide) over de
grens naar Rusland vervoerd. Om alle de
monstratie te vermijden werd het drietal
in alle vroegte, in een vliegtuigverpakt,
naar Moskou gedirigeerd. Daar stond een
delegatie van proletarische hoogwaardig-
heidsbekleeders voor de ontvangst gereed
en werden de Bulgaren als helden verwel
komd. ~^ij werden officieel gehuldigd en
Dimitrof werd zelfs „professor", 't Is be
grijpelijk, maar de Sovjet-regeering, die te
genwoordig al haar best doet om de buiten
wereld te doen vergeten, dat zij een bolsje-
wieksche is, zal goed doen ter wille van
haar eigen politiek om niet te veel reclame
te maken voor deze aartsrevolutionairen
teneinde de wereld er niet aan te herinne
ren, dat het eigenlijke doel der Sovjet-re
publiek is en blijft: de wereldrevolutie.
Spanjein crisistijd. Het Spaan-
sche volk heeft na de revolutie, waarbij het
z'n koning heeft weggejaagd, nog steeds
zijn evenwicht niet teruggevonden. Het
grauw heeft de revolutie gevierd met aller
lei uitspattingen tegen kerken en kloos
ters, daarbij waardig bijgestaan door een
parlement, dat de meest tyrannieke wetten
maakte tegen de geestelijkheid. Dit opende
de oogen van het geloovige Katholieke volk
in Spanje; de stemming sloeg om, maar
door gebrek aan eenheid onder de Katho
lieken tenopzichte van de kwestie: monar-
De radicale leider Lerroux vormde toen
op 16 Decmber een nieuw kabinet, dat op
20 December met 265 tegen 53 stemmen een
vertrouwensvotum kreeg. Op 23 Januari j.l.
werd overgegaan tot een reconstructie van
het kabinet, doch daardoor schijnt de eens
gezindheid niet vergroot te zijn, want reeds
begin der vorige maand bleek het, dat drie
ministers van meening waren, dat Lerroux
te gematigd was en zich te veel liet leiden
door de rechtsche partijen en speciaal door
de Accion Popular (Katholieken) welke
hem echter juist te links-georiënteerd vond.
Zoodra laatstgenoemde partij had ver
klaard, dat zij Lerroux niet meer wensch-
te te steunen, was het lot der regeering be
zegeld. Dezer dagen is Lerroux afgetreden.
Wij zullen nu afwachten, of thans de tijd
rijper is geworden voor de Katholieken om
de vruchten van hun stembus-overwinning
te plukken. Waarschijnlijk is dit niet, want
naar bericht wordt, is Lerroux opnieuw tot
formateur benoemd.
Het nacht pitje gaat uit. Wij
springen wel een beetje van de hak op de
tak, wanneer wij via Duitschland, Rusland
en Spanje in Frankrijk arriveeren, maar
wij volgen het voorbeeld van den Engel-
schen lord privy seal Eden, wiens pelgrims-
reize ten voordeele van de Ontwapening
thans is geëindigd.
Volgens de berichten, zou Eden in
Duitschland en Italië wel een gunstig ont
haal hebben gevonden, maar zou het alweer
Frankrijk zijn, dat zich blijft verzetten te
gen de Engelsche voorstellen.
Hiermede zou het laatste nachtpitje, dat
nog eenig schijnsel van hoop wierp op de
Ontwapeningsconferentie, zijn uitgedoofd.
De „sterke" regeering, welke thans te
Parijs de leiding in handen heeft geno
men, bereidt zich dan ook voor om de con
sequenties te trekken uit de nauwelijks nog
te vermijden mislukking van deze confe
rentie. De groeiende toenadering van War
schau tot Berlijn doet in Frankrijk onge
twijfeld mede de overtuiging toenemen, dat
het zaak Wordt meer en meer de mogelijk
heid onder het oog te zien, dat Frankrijk in
grooter mate dan tot dusver het geval was,
op eigen krachten zal worden aangewezen
om zijn positie op den duur te kunnen
handhaven tegenover een zich bewapenend
Duitschland. Men mag weliswaar aanne
men, dat het voeren van een preventieven
oorlog niet in de bedoeling van Parijs ligt;
maar wel moet erop worden gerekend, dat
Frankrijk zich tot het uiterste zal inspan
nen om den bestaanden bewapeningsvoor-
sprong te handhaven.
Het vertrouwen in de macht van de
Volkenbondsgedachte begint aardig te ta
nen; men gaat z'n kracht weer zoeken in
bewapening. Het voorbeeld van Japan
heeft daaraan natuurlijk geen goed gedaan.
Of zal het nieuwe idee van een dertien-
mogendheden-conferentie het flikkerende
vlammetje kunnen doen opleven? In ver
band met het getal 13 vreezen wij het
ergste!
De nieuwste keizer. Japan
heeft het klaar gespeeld om met verach
ting van de heele wereld-opinie in Noord-
China een stuk grondgebied van een groot
nabuurland af te scheuren en er een vazal
staat van te maken. Op 1 Maart j.l. is
Mandsjoekwo als het ware plechtig ge
ïnstalleerd en bevestigd als staat door de
kroning van den bestuurder Poe Ji tot
keizer.
De troonsbestijging heeft met groote
pracht en praal en met de noodige gods
dienstige ceremoniën plaats gehad, maar
keizer of niet, Poe Ji had niets te zeggen
en heeft het nu nog niet. Practisch is en
blijft deze „keizer" een werktuig in de
handen van Japan; hij is slechts een versie
ring van de Japansche politiek, waarop de
Noordelijke Chineezen zich blind moeten
staren; hij is niets anders dan een pion op
het Japansche schaakbord. Dertig jaar ge
leden heeft Japan iets dergelijks uitgehaald
toen het Korea tot vazal-staat maakte,
thans heeft het dit gedaan met Mand
sjoekwo. Wat is nu de volgende zet in die
richting?
Het was overigens wel een eigenaardige
plechtigheid. Volgens oud-heidenschen ri
tus, besteeg de keizer de trappen van het
altaar en wierp zich plat ter aarde om met
de geesten van zijn voorvaderen te spreken.
Hij bracht een aantal offers, waaronder
een witten stier, welke door de priesters
werd gedood, terwijl de keizer bad. Vóór
den Keizer lag een rood-gelakt paneel,
waarop de naam van zijn eersten stamva
der stond geschreven. Acht beambten over
handigden hem de offergaven, wierook,
een amulet van jade, een rol inlandsch
weefsel, en een kelk met rijstwijn. Elk van
deze offergaven hief de Keizer naar den
hemel: vervolgens wendde hij zich naar
het Zuiden en ontstak het heilige vuur,
waarvan de rook zijn gebeden naar den
hemel moest dragen.
Na het offer ontving de Keizer zijn
ambtszegel. Daarop werden 101 saluutscho
ten gelost.
Een typisch contrast met deze eeuwen
oude ceremonie vormden het maken van
klankfilms, de vliegtuigen, die in de lucht
cirkelden, en het radio-verslag, dat van de
plechtigheid werd gegeven.
Omtrent de troonsbestijging van Poe-Ji
wordt verder nog medegedeeld, dat hij ge
kleed was in een mantel, waarop met goud
draad draken en andere Chineesche symbo
len waren geborduurd. In oud-Chineesche
letters waren bovendien de woorden: „ih
joeeh wan sjou" erop geborduurd, hetgeen
wil zeggen: „zonder leeftijd, zooals zon en
maan".
SPORT
VOETBAL
UIT HET KATHOLIEKE KAMP.
DE MISSIE-WEDSTRIJD TE DONGEN.
Haarlem gaat morgen op bezoek te Don
gen, waar de traditie der missie-vóetbal-
wedstrijden van de Federatie van R. K.
Voetbalbonden in Nederland wordt voort
gezet.
De „Sport 111." meldt over deze wedstrijd
nog de volgende bijzonderheden.
Het Bredasche diocees geniet de eer van
de organisatie en de Federatie vertrouwde
chie of republiek? konden zij de leiding
niet in handen nemen, toen er in December
j.l. een nieuw en veel meer rechtsch parle
ment was gekozen.
FEUILLETON.
DE TWEELINGZUSTERS
Uit het Engelsch van
PATRICIA WENTWORTH.
(Nadruk verboden).
36)
„Ik ben weer in orde. Ik moet naar huis."
„Maar ik wil je absoluut even spreken."
„Hier? Het lijkt me toe
„Neen, niet hier natuurlijk. Maar ik
moet je heusch spreken. Mrs. Fossick Ya
tes is uit;; ik heb haar zien weggaan. Is
de kleine baas thuis?"
„Ja".
„Ga dan vragen of je een half uurtje uit
mag. Ik zal verderop bij de winkels op je
wachten."
Anne boog het hoofd en ging terug naar
huis. Haar hoofd duizelde. John Maurice
Waveney! hoe was het mogelijk! Ze had
gehoord, dat ze hem gisteravond „Sir
John" noemden. Hoe had hij haar gevon
den en waarom had hij getracht haar
te vinden? En hoeveel menschen hier in
de buurt hadden haar in haar schort en
muts, daar bij die brievenbus met een man
zien praten?
John liep eveneens den heuvel af en keek
op zijn horloge. Als ze binnen een kwartier
niet op de afgesproken plaats was, dan zou
hij naar het dichtstbijzijnde postkantoor
gaan om haar op te bellen. Het moest nu
maar uit zijn met dat verstoppertje spe
len. Hij had haar gevonden en hij zou haar
spreken, terwijl de kust veilig was.
Het duurde lang, maar Anne kwam, in
een grijs mantelpak met een zwart hoedje
op, precies zooas hij haar beschreven had
aan Messing.
Anne zelf kan je eigenlijk niet beschrij
ven; alleen haar kleeren. De manier, waar
op zij haar mondhoeken optrok en waarop
haar oogleden zich over haar oogen leg
den, waarop ze keek als ze boos was en
wanneer ze verdriet had neen, dat was
allemaal niet te beschrijven. Niemand kon
dat. Het was alsof hij dat altijd van haar
gekend had en het verborg een mysterie,
dat hij met al zijn kracht verlangde ont
sluierd te zien. Dit alles met elkaar was
Anne Belinda.
Ze kwam naar hem toe met een kleur op
de wangen.
„Ik hoefde het niet te vragen hij vroeg
of ik een pakje voor hem naar het post
kantoor wilde brengen; hij verontschuldig
de zich wel een keer of drie omdat hij
me ook al met dien brief had weggestuurd."
„Waar zullen we heen gaan?"
„I k moet naar het postkantoor."
John fronste de wenkbrauwen.
„Ik kan straks dat ding wel afgeven. La
ten we een rustige lunchroom opzoeken,
waar we kunnen praten."
„Neen,", verzette Anne zich. „Ik heb
maar een half uurtje tijd en moet het pak
je zelf versturen."
„Onzin."
„Ik heb gezegd, dat ik het zelf zou doen.
Waarom wil je me eigenlijk spreken?"
„Ik heb gezocht van het oogenblik af,
dat ik terug ben." De smartelijke schaduw,
die over haar oogen trok, deed hem pijn.
„Waarom?"
„Nu, in de eerste plaats omdat ik je wil
de vinden; ten tweede och, ik heb nu
eenmaal een obstinate natuur. Het scheen
alsof ze allemaal samenspanden om mij
niet te vertellen, waar je was....''
Hij brak abrupt den zin af, een beetje
verlegen. Dit was eigenlijk heelemaal niet
wat hij had willen zeggen.
Anne's helderen blik bleef een oogenblik
op hem rusten toen zei ze met een stem,
vol weemoed, maar toch ook met een gede
cideerde klank er in:
„Ze hadden groot gelijk. Ik wilde ook
niet gevonden worden. Je moet me belo
ven aan niemand te zullen vertellen, dat
je mijn schuilplaats ontdekt hebt. Je moet
me heusch met rust laten."
Een oogenblik liepen ze zwijgend ver
der. Dit gedeelte van Malmesbury Terrace
was heel stil een rij deftige, oude hui
zen met zware gordijnen voor de hooge ra
men. Daarna kwam de drukke High Street
waar in beide richtingen trams met luid
belgerinkel en schurend metaalgeluid voor
bijgleden, en auto's en vrachtwagens bene
vens een onophoudelijke wedren van fiet
sen, die de rest van den rijweg vulden.
„Ik k a n je niet met rust laten", weer
streefde John norsch.
„Och, alsjeblieft!" Het werd op smee
kenden toon, nog bedroefder dan zooeven
gezegd.
„Neen, ik kan het niet."
Een lange pauze. Toen:
„Waarom niet?"
John bleef het antwoord schuldig; hij
wist niet wat hij zeggen moest. Dit was
wel de manier om haar te prikkelen: vrou
wen vinden nu eenmaal niets verschrikke
lijker dan hun ejgen woorden in een lang
zwijgen te hooren bezinken.
„H o e heb je me gevonden?" viel ze on
geduldig uit. „Niemand wist het en ik ben
pas twee dagen bij mrs. Fossick Yates."
„Ik heb al den tijd, dat ik in Londen ben,
mijn best gedaan om je te vinden. Ik ben
deze toe aan de R. K. Voetbalvereeniging
Dongen, die eerst bij den aanvang der com
petitie, na het episcopale schrijven, uit den
K.N.V.B. trad en lid werd van den Breda-
schen R.K.V.B., en den Interdiocesanen
Competitie-Voetbalbond.
De ontmoeting te Dordrecht voor twee
jaar was te eenzijdig om een sportief suc
ces te zijn. Het werd tenslotte een spel van
kat en muis, waarbij Haarlem ver de meer
dere was.
Maar sedert dien is er in Breda veel ver
anderd, Dongen, MEVO, Nieuw-Borgvliet,
kwamen den bond versterken, naast vele
kleine vereenigingen.
En het zal niemand verbazen dat in de
samenstelling van het elftal daardoor een
geduchte wijziging is gekomen.
Met graagte werd natuurlijk gebruik ge
maakt van de uitmuntende krachten van
de nieuwe vereenigingen. Zoo zien we niet
minder dan vijf spelers van Dongen in de
nieuwe Bredasche ploeg opgenomen en
twee spelers van MEVO. Nieuw Borgvliet
levert twee reservespelers.
Het peil van de Bredasche ploeg is naar
ons oordeel daardoor een klasse gestegen
en zal met twee spelers van R.A.C. en één
van Lachapelle en Gilze aan Haarlem waar
schijnlijk de handen vol geven.
Want ook Haarlem heeft eenige wijzi
gingen in het elftal aangebracht.
Van het elftal dat bij den aanvang der
competitie tegen Utrecht speelde bij gele
genheid van de opening van het sportpark
te Heemstede, zijn de goalgetter van H.B.C.
Ruygrok en v. d. Geer gehandhaafd. Doch
men is teruggekeerd tot de oude verdedi
ging van het Haarlemsche elftal die in de
zelfde samenstelling de Federatdekleuren
droeg. En met succes.
Op de spilplaats staat nu de uitmunten
de G.D.A.-spil van der Zalm, die vroeger
in den K.N.V.B.-er V.U.C. speelde en eens
het oranjeshirt droeg.
Kamer is in de middenlinie gehandhaafd
terwijl een nieuweling, Keizer van Wils
kracht, gelegenheid geboden wordt zijn ca
paciteiten te toonen als tweede kanthalf.
Wij verwachten dus een spannenden wed
strijd, waarbij het verrassende element ab
soluut niet uitgesloten is. Op de kracht van
het huidige Bredasche elftal tegenover de
Haarlemsche ploeg is het moeilijk peil te
trekken.
11.30 uur: Aankomst van het Haarlemsche
elftal met officials aan het clublokaal van
Dongen.
12.15 uur: Vertrek naar het Raadhuis be
geleid door de Kon. Harmonie Musis
Sacrum.
12.30 uur: Officieele ontvangst van spe
lers en officials ten raadhuize door het da-
gelijksch bestuur der gemeente Dongen.
Na de ontvangst: défilé der R. K. Jeugd-
vereenigingen. Dat défilé wordt gadegesla
gen vanaf het bordes van het raadhuis.
Aantreden voor het défilé om kwart over
twaalf precies op het Geerplein.
1 uur: Rondrit van dagelijksch bestuur
der gemeente Dongen, spelers en officials
door Dongen.
2.15 uur: De K.R.O. geeft doorverbinding
met het voetbalterrein, waar de weleerw.
heer A. van Lierop zal beginnen met een
een praatje over spelers, terrein, aanwezi
gen enz. en even later een ooggetuige-ver
slag geeft van den wedstrijd.
2.30 uur: Ontvangst van Mgr. Mattias
Brans O.M. Capucijnen, Vicaris van Padang,
Sumatra, op het voetbalveld.
2.30 uur: De wedstrijd.
De samenstelling der elftallen is als volgt:
BREDA. A. Geerts
C. de Groot A. Peeters
A. Ghijs L. Brenders J. v. Dongen
A. v. d. Veek G. Martens A. Roestenberg
A. v. d. Oudenhoven W. Schwartmans
O
A. v. d. Geer A. v. d. Sande
C. Alsemgeest C. Ruijgrok H. B. Vlek
J. Keizer C. v. d. Zalm R. Kamer
M. Gigengack J. Strieder
HAARLEM. W. Alsemgeest.
engerust over je geweest, Ik wilde weten
of je het goed maakte."
„Hoe ben je er achter gekomen, waar ik
was?" De klank van haar stem werd steeds
scherper.
Tot haar groote verbazing begon hfj
plotseling te lachen.
„Dat was puur toeval! Ik heb alles in het
werk gesteld om je te vinden; heb Jan en
alleman aan het hoofd gezeurd om wat
over je te weten te komen. Maar zonder
succes! En toen ik ten slotte begon te vree
zen, dat ik voor een blinden muur stond
wel, toen zag ik je onverwacht. De
kleine Fossick Yates hield net zoo lang
aan, tot ik eindelijk beloofde bij hem te
komen om zijn collectie te zien. Het was
niet bepaald een amusement, zooals je
begrijpt. En opeens vond ik jou."
„Maar hoe wist je ik begrijp niet
hoe wist je dan hoe k o n je weten, dat
ik het was?"
„Ik zag het aan je hand."
„Aan mijn hand?"
„Ja, toen die langs mijn schouder reikte
en je zei: „Gerstewater."
„Maar hoe is het mogelijk, dat je mijn
hand' kende? Je hebt die nooit gezien
je hebt mij nooit gezien?"
„Toch wel eens."
Ze waren nu aan het eind van Malmes
bury Terrace. Het drukke verkeer van High
Street golfde voorbij als een bewegelijke,
snelstroomende rivier. Bij het laatste dei-
deftige huizen bleef Anne staan.
„Wanneer?" vroeg ze nieuwsgierig.
„Wanneer heb je me gezien? Ik ben vree-
selijk benieuwd."
John voelde een eigenaardige tegenzin
om het te vertellen. Hij bloosde licht; toen
schitterde er iets in zijn oogen.
DE COMPETITIE.
Het programma in het Westen is morgen
al zeer klein, eensdeels door den vastge-
stelden Missiewedstrijd, anderdeels door--.
,dat de competitie ten einde raakt.
De 2e klasse A van West I heeft echter
nog vier wedstrijden op het programma. De
strijd om het kampioenschap wordt hier
door echter nog niet beslecht, want SDO,
LVV en Zwaluwen Vooruit hebben alle
drie nog goede kansen. Ook onder aan de
ranglijst kan het nog gaan spannen, maar
't is toch wel bijna zeker dat óf HMS II öf
Semper Avanti voor de laatste plaats in
aanmerking komt.
VEP krijgt bezoek van Amersfoort en
kan haar positie op de ranglijst weer ver
beteren.
In de le klasse van West n vindt de
strijd plaats tusschen de hekkesluiter Donk
en het leidende Santpoort, 't Zou toch al
sterk verwonderen, indien de Santpoorters
niet beide punten binnen haalden.
In de 2e klasse A was slechts één wed
strijd vastgesteld, n.l. LisseTeylingen.
Deze is eveneens afgelast.
In 2B kan Excelsior morgen kampioen
zijn, indien van Lenig en Snel wordt ge
wonnen.
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag.
ZUID AFDEELING I.
le klasse: KNVKerkrade; Chèvre-
montRKONS; KimbriaValkenburg; RK
WLCaesar; VolhardingSit.. Boys.
ZUID AFDEELING II.
le klasse: MuloVenlo; Venl. Boys
Best Vooruit; WilhelminaKolping; Gen
nepSVB.
OOST AFDEELING I.
le klasse: AltiorUnion; GrolWG.
OOST AFDEELING II.
le klasse: VostaNeo; PHZwolle.
WEST AFDEELING I
le klasse: De MeerHMS; Fortitudo
WZ; Volendam—VIC; VVY—EMM.
2e klasse: Zwaluwen VooruitOlym-
pit; HMS HMSVVEP—Amersfoort;
SDO—VVY H.
WEST AFDEELING IL
le klasse: DONKSantpoort.
2e klasse B: L. en Sn.Excelsior; Gr.
FlorisOliveo.
DIOC. HAARL. VOETBALBOND
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag
Afdeeling Centrum,
le klasse C: D.O.S.—D.S.S..
Res. 2e kl. D.: Leiden II—Geel Wit II.
3e klasse D: A.S.C.Adolf Kolping;
K. R. V.—R. W. D.; N. V. C. II—Foreholte;
MeerburgD.O.S. II.
Res. 3e klasse H.: Concordia nS.
J.C. III.
4e klasse C: D.O.S. III—Leiden III
(12.30 u.); R.W.D. II—S.N.A. 'I (12.30 u.);
O.D.I.v. Nispen II; Kolping BoysSt.
Hooger (terr. St. H V.V.L. II—S.M.C. II.
Res. 4eklasse M.: Adolf Kolping II
D.O.S. TV; St. Bernardus II—K.R.V. III.
Res. 4e klasse W: MajellaForeholte
III; Adolf Kolping III—Majella II (12.30 u.)
St. Hooger II—S.M.C. II (12.30 u.).
Na-competitie
C. B.S.M.—v. Nispen V.V.S.B.—O.I.V. (2
uur); E: Foreholte IID.S.O. (1.30 uur).
Afdeeling Zuid
2e kliasse G: Alphensche BoysUnie;
V.E.P. II—D.O.N.K. II.
3e klasse G: W.S.E. II—D.O.N.K. III;
Unio II—Trekvogels III; Unio III—V.E.P.
III (12.30 uur).
Res. 3e klasse K: Valkeniers IIWil
helmus II; S.D.C. II—Gr. Floris II; V.V.P.
II—A.V .II.
Res. 3e klasse L: Blauw Zwart II—
L. en Sn .III.
Na-competitie
A. A.V.V.Valkeniers.
„Je hebt me beloofd te zullen huilen, als
ik sneuvelde."
„Heb ik dat gezegd?"
„Negen jaar geleden, op Waveney."
„Maar voor vandaag, had ik je nog nooit
gezien."
„Je vergeet gisteren en nog een keer
en dan voor negen jaar op Waveney, toen
je zoo plechtig beloofde te zullen schreien."
„Ik. Beloofde ik dat? OhVerre
heugenis begon in haar geest te schemeren.
„Was je was je gewond?"
John knikte.
„Ik liep nog moeilijk. Ik had een ver
wonding gehad. Het was in 1917. Ik moest
binnen een week weer naar het front te
rug maar eerst wilde ik Waveney eens
zien; ik was er nog nooit geweest. We
raakten aan het praten en je vroeg of ik
geen familie had, en toen ik „neen" zei,
deed je erg in je nopjes en beweerde, dat
het schitterend was, want dan hinderde
het ook niet als ik zou sneuvelen."
„Dat kan ik toch niet gezegd hebben!"
„Ja, zeker, dat heb je heusch. Je zei het
in volle ernst. En toen was je toch wel
een beetje bang, dat je mij verdriet met
je woorden gedaan had en je beloofde, dat
je het erg naar zou vinden, als ik gedood
werd."-
Anne's gezichtje klaarde op in bekoren
de herinnering. Ze zag er nu jonger uit
verwarmd en verlegen; maar in haar oogen
was een schalksche twinkeling.
(Wordt vervolgd).