25ste Jaargang
No. 7742
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
WOENSDAG 21 FEBRUARI 1934
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS EEDRAACT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt i
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE
BLADEN.
V Een zonderling standpunt.
Arbeiders, werknemers zijn te eenzijdig,
om in een onderneming of in een bedrijf een
woordje mee te spreken, zelfs niet door
middel van de meest-begaafden, de geeste
lijke elite onder hen.
Aandeelhouders zijn, natuurlijk, vrij van
elke eenzijdigheid. Zij hebben ook meer
verstand van de zaken, al was 't alleen
reeds omdat zij meer geld hebben!
Zoo s c h ij n t minister Kalff er over te
denken blijkens een geruchtmakende beslis
sing, die hij onlangs heeft genomen.
De minister heeft n.L, naar men zich zal
herinneren, bezwaren gemaakt tegen de be
noeming door Ged. Staten van Noord-Bra
bant van den heer J. J. P. Nivard tot voor-
loopig commissaris der op te richten N.V.
Brabantsche Buurtspoorwegen en Auto
busdiensten.
Waarom?
Enkel en alleen, omdat de heer Nivard
„hoe-vel geen deeluitmakende van het
spocr- en tramwegpersoneeel daaruit is
voortgekomen".
Is dat niet zonderling?
Een lid van de regeering, die bedrijfsra-
den wil, treedt aldus op!
Zal deze botsing tusschen woord en
daad kalm worden geconstateerd en aan
vaard? Of zal daarover nog wel 'n enkel
woord worden gesproken, opdat er wat
meer klaarheid kome in het standpunt
door een der leden van de regeering ten
deze ingenomen. En ook, opdat daartegen
over met beslistheid een andere opvatting
worde gesteld. Wij verwachten van de
Tweede Kamerfractie der R.-K. Staats
partij, dat zij dit niet zal laten passeeren.
TWEEDE KAMER
Een interpellatie.
By het begin van deze vergadering her
dacht de voorzitter plechtig de dood
van den Koning van België. Na hem wijdde
oók de M i n s t e r-P resident eenige
woorden aan deze onverwachte droevige
gebeurtenis. Elders in dit blad kan men de
resp. redevoeringen lezen.
Na deze plechtigheden werd overgegaan
tot de behandeling van de interpellatie van
den heer Schouten (A.R.) over de ver
plaatsing van de N.V. K. -E. M. A. van Arn
hem naar Delft. Om deze geschiedenis te
begrijpen, moet men weten dat de Kema
is gesticht door eer^ aantal directeuren van
electriciteitsbedrijven met het doel de ma
terialen die bij de electro techniek worden
gebruikt vooraf aan een keuring te onder
werpen. Vroeger geschiedde dit bij ieder
bedrijf afzonderlijk, maar dit was noch eco
nomisch, noch goedkoop. Door deze samen
voeging van de keuring van de verschil
lende electriciteitsbedrijven kreeg dit keu-
ringsbedrijf natuurlijk een monopolistisch
karakter, waarvan het misschien misbruik
zou kunnen maken. Dat deze mogelijkheid
bestond, achtte de Regeering een gevaar
voor het algemeen belang. Dus was het de
wensch der Regeering hier invloed te krij
gen. Een geschikte gelegenheid hiertoe
deed zich voor, toen ongeveer drie jaar ge
leden de Kema met een verzoek bij de Re
geering kwam om financieele steun. Voor
deze steun had de Regeering eenige voor
waarden gesteld, waardoor zij invloed zou
krijgen op de gang van zaken in dit be
drijf. De heer Schouten (A.R.) interpel
leerde nu de Regeering over de zijns in
ziens onjuiste, ja zelfs onwettige manier
waarop de Regeering hier was te werk ge
gaan. Toen n.l. de Kema niet op de door de
Regeering gestelde voorwaarden ingang,
trachtte de Regeering de Kema hiertoe te
dwingen door haar te bedreigen met het
afsnijden harer financieele bronnen, de
provincies en gemeenten, waarover de Re
geering zeggingschap heeft Ziehier de
grief van den heer Schouten. Hij
vond deze manier van doen onwettig; dit
zou in een machtsstaat, maar niet in een
rechtsstaat thuishooren.
De Minister van Onderwijs.
Kunsten en Wetenschappen,
de heer Marchant, werpt tegen, dat de
Regeering m deze zaak moest optreden en
doortasten; het recht tot haar daden ont
leende zij aan het algemeen belang dat zij
te behartigen heeft. Daar de Regeering
meent, dat de Kema, althans de keuring
van electrotechnische materialen een pu
bliekrechtelijk lichaam moest zijn, heeft zij
gedaan wat zij kon om dit van de Kema
te maken. De heeren Kortenhorst
(R.K.) en Van der Waerden (S.DA.
P.) sloten zich bij dit betoog aan. De heer
Bongaerts (R.K.) was van meening, dat
de zaak van net begin af aan niet goed was
georganiseerd en dat de Regeering had
moeten en kunnen ingrijpen bij het goed
keuren van de statuten der N.V. K.E.M.A.
De heer Westerman (N.H.) stelde zich
eveneens op het standpunt dat hier het al
gemeen belang de voorrang moest hebben
boven het particulier belang van de be
trokken maatschappij. Dit wettigde de Re
geering om op te treden. De heer Gose-
1 i n g (R.K.) trachtte nog het debat in het
rechte spoor te brengen door te betoogen,
dat het ging over de vraag, of de Regeering
in deze zaak haar eigen gebondenheid aan
het recht het kenmerk van den rechts
staat uit het oog hand verloren; doch
deze poging had geen succes.
De heer Van Braambeek (S.D.A.P.)
sloot zich wel aan bij den heer Schouten,
doch op geheel andere gronden. De Regee
ring moest bedenken, dat de overplaatsing
naar Delft de Kema op een bedrag van
om en nabij de 800.000 gulden zou komen
te staan, welk bedrag, volgens spr., te veel
was. Dat de Regeering voorwaarden stelde
kon spr. begrijpen, maar zulke voorwaar
den zijn wel wat al te zwaar.
De heer Schouten klaagde er in zijn
repliek over, dat de Minis eer de kern der
kwestie, n.l. de wettigheid der middelen,
eigenlijk niet had aangeroerd. Spr. hield
vol, dat de wijze van optreden van de Re
geering in deze zaak hem nog steeds mis
bruik van macht toescheen.
Het antwoord van den Minister
kwam weer op hetzelfde neer, al trachtte
de minister nu de toestand te redden met
allerlei geestigheden die wel geestighe
den waren, maar waarvan verschillende
leden toch niet waren gediend, naar wij
meenden op te merken.
Tenslotte wendde de heer Schouten
nog een laatste poging aan om de Minister
tot kleur bekennen te dwingen, maar ook
dit mocht niet baten, en even merkwaardig
als de interpellatie begonnen en van Re-
geeringswege behandeld was, even merk
waardig doofde het debat, dat nu en dan
tot ware explosies leidde, uit als een nacht
kaarsje
BINNENLAND
HET CONFLICT IN DE KLEEDING-
INDUSTRIE.
Men schrijft ons namens de Samenwer
kende Bonden in de Kleedingindustrie:
Gistermiddag vond een conferentie
plaats tusschen de werkgevers- en werk
nemersbonden in het Kleedingbedrijf, in
zake de maat- en confectiezaken. Door de
werkgeversvertegenwoordigers werden
eenige wijzigingen in hun voorstel betref
fende het z.g. „crisis-costuum" en het voor
stel tot uurloonverlaging (de andere series)
gebracht.
De vertegenwoordigers der werknemers
bonden zegden toe, spoedig hierop het ant
woord van hunne bonden mede te zullen
deelen.
Heden vond in het Maatbedrijf een con
ferentie plaats, de tak van bedrijf, waar
thans uitsluiting en staking is. De onder
handelingen worden hedenmiddag voort
gezet.
Naar aanleiding van een in sommige bla
den verspreid bericht over een incident,
hetwelk tijdens de laatste bemiddelings
poging van den Rijksbemiddelaar heeft
plaats gehad, deelt het Hoofdbestuur van
den Bond van Kleedermakerspatroons ons
mede, dat dit bericht een verkeerden in
druk van het gebeurde moet wekken.
Nadat de voorzitter van den werkgevers-
bond het arbitragevoorstel van den Rijks
bemiddelaar had afgewezen en de werk
nemers verklaard hadden het voorstel van
een tot 10 pet. verminderde loonsverlaging
evenmin te kunnen aanvaarden, kwam de
voorzitter van den werkgeversbond met
een nieuw voorstel dat een bespreking op
nieuwen grondslag inhield. De werkgevers
meenden daarbij arbitrage te kunnen uit
schakelen omdat het voorstel zoo veel een
voudiger was dan dat van den Rijksbemid
delaar, waarbij met allerlei ingewikkelde
bedrijfsverhoudingen rekening moet wor
den gehouden.
Dat de Rijksbemicfdelaar in dit voorstel
een passeering van zijn persoon zag, spijt
het hoofdbestuur zeer, doch het meent, dat
de door hem aangenomen houding uitslui
tend aan een misverstand te wijten moet
zijn geweest.
DE ACTIE IN HET STUCADOORS-
BEDRIJF.
Overeenstemming met den R.-K.
Stucadoorspatroonsbond verkregen.
Zooals reeds in den loop der vorige week
werd medegedeeld, waren de onderhande
lingen over de vernieuwing van het lande
lijk contract voor het Stucadoorsbedrijf
mislukt. Er waren slechts 3 verschilpun
ten overgebleven, waarover overeenstem
ming niet mogelijk bleek.
Door den R.-K. Stucadoorspatroonsbond
was nu het initiatief voor een nieuwe be
spreking met de besturen der arbeiders
organisaties genomen, en in een op 20 Fe
bruari te Utrecht gehouden conferentie is
volledige overeenstemming tusschen deze
organ isatis verkregen..
Overeengekomen is, het compromis van
18 Januar 1934 te aanvaarden met dien ver
stande, dat in Haarlem terzake van arti
kel 20 overleg gepleegd wordt.
Voor Rotterdam zal over de arbeiders-
voorwaarden met de plaatselijke patroons-
vereeniging „Rotterdam en Omstreken"
overleg gepleegd worden. Wordt geen
overeenstemming in deze plaatsen verkre
gen, dan zullen de geschillen in deze plaat
sen aan arbitrage onderworpen worden.
De leden van „St. Antonius" zullen in
Rotterdam tijdens dit overleg geen andere
arbeidsvoorwaarden invoeren dan die, wel
ke vóór het compromis van 18 Januari gol
den.
Het overleg, in de beide eerste alinea's
bedoeld, zal voor of op 15 Maart 1934 ge
ëindigd moeten zijn.
De overeenkomst gaat in op 19 Februari
1934 en eindigt 1 April 1935.
Opzegging kan schieden voor 31 Decem
ber U34.
Hieruit blijkt derhalve, dat de Ned. Stu
cadoorspatroonsbond geen partij bij de
overeenkomst geworden is, terwijl de ar
beidersorganisaties nu den plicht hebben,
de overeenkomst bij de leden van den ge
noemden bond en andere stucadoorspa-
troons door te voeren.
NED. SCHOENINDUSTRIE.
Unie van Werkgevers opgericht.
Te 's-Hertogenbosch is de oprichtings
vergadering gehoudén van de Vereeniging
Unie van Werkgevers in de Nederlandsche
Schoenindustrie.
De Vereeniging, waarbij zich reeds bij de
oprichting een dertigtal fabrikanten aan
sloten, stelt zich ten doel de belangen der
Schoenindustrie in het algemeen te behar
tigen en te waarborgen en in het bijzonder
de belangen van die fabrikanten, welke in
de latere jaren hun bedrijf hebben gesticht,
resp. hebben uitgebreid.
Gestreefd zal worden, zooveel mogelijk
samenwerking te zoeken met de bestaande
organisaties op dit gebied, mede om zoo
doende een goede werking der Centrale
H.L.S. te bevorderen.
In het voorloopig bestuur hebben zitting
genomen de heeren: H. van Wijck, direc
teur N.V. Schoenfabriek Wellen Co. te
Nijmegen, voorzitter; G. van de Rhoer, di-
reoteur der Fa. v. d. Rhoer, Frank Co. te
Rotterdam, onder-voorzitter; H. Otten, di
recteur der N.V. Wotana Schoenfabriek te
Nijmegen, secretaris; P. Prince, directeur
der N.V. Schoenfabriek ,,'t Zuiden" te Til
burg, penningmeester; C. de Rooy, direc
teur der N.V. Schoenfabriek „Sport" te
Waalwijk, lid.
Aan het bestuur werd als waarnemenr
secretaris toegevoegd mr. W. H. Meuwissen
te Nijmegen. Het secretariaat is gevestigd te
Nijmegen, in de Betouwstraat 28a.
GEKNOEI MET VLEESCH IN BLIK?
Onderwicht in A-bussen.
Wij hadden al eenige malen brieven ont
vangen, aldus het Hbld., waarin werd ge
klaagd over een onderwicht van het z.g.
blikvleesch. Er zou tot zelfs 10 procent te
weinig vleesch in sommige blikken zijn aan
getroffen.
De „Vee- en Vleeschhandel" deelt thans
die zelfde klachten mee, doch voegt er een
waardevolle aanwijzing bij, n.l. dat deze
„tekorten" zijn ontdekt in blikken, gemerkt
met de letter A, dus afkomstig van één be
paalde groote firma. Ook aan de justitie,
die thans op zoo velerlei gebied rondom de
uitvoering der Varkens wet aan het speuren
is, o.a. te Oss en te Rotterdam, zal het dus
nieit moeilijk vallen deze fabriek te deter
mineer en en ook hiernaar een minutieus
onderzoek im te stellen.
Invoerbeperking.
De Staatscourant van Dinsdag bevat de
uitvoeringsbesluiten en beschikkingen van
de wetsontwerpen tot contingenteering van
den invoer van pluche, fluweel en trijp;
schoeisel en leestklaar schoenwerk; brood
en deeg; meubelen.
KAPELAAN H. J. BANGERT.
Als vlcotaalmoezenier benoemd.
By Koninklijk besluit van 17 Februari
1934 is, met ingang vain 1 Maart 1934, be
noemd tot vlootaalmoezenier in vasten
dienst de weleerw. heer H. J. Bangert, ka
pelaan te Amsterdam.
IR. MUSSERT BLIJFT ALS LEIDER
DER N.S.B.
Propagandistisch verweer tegenover
Prov. Staten van Utrecht.
Het ontslag, dat den ambtenaar A. A.
Mussert per 1 Mei te wachten staat als
hoofd-inigenieur van den Provincialen Wa-^
terstaat in de -provincie Utrecht, daar hij
geen afstand wenscht te doen van het lei
derschap der N.S.B., is voor hem aanlei
ding geweest zich met een adres tot de
Provinciale Staten dier provincie te richten.
In dit schrijven merkt hij op, dat hij ge
durende de zes en een half jaar, dat hij
bovengenoemde functie vervulde, steeds
zijn plichten nauwgezet heeft vervuld. Hij
geeft daarbij een opsomming van hetgeen
hij in dat tijdperk tot stand heeft kunnen
brengen.
Alleen doet het hem leed, niet in staat te
zijn de voortzetting van den weg Uit
hoornVreeland door de Vinkeveensche
plassen tot een goed einde te brengen.
De combinatie van hoofdingenieur van
den Provincialen Waterstaat en leider van
de N.S.B. eischt zooveel van zijn persoon,
dat dit samengaan meer en meer bezwaar
lijk wórdt.
Ir. Mussert had er daarom reeds aan ge
dacht, zijn ambt op te geven, doch vermoe
delijk zou hij dat pas gedaan hebben, als
het laatste groote probleem, de weg door
de Vinkeveensche plassen, tot een oplossing
zou zijn gebracht.
Met nadruk verklaart hij nog eens, dat
de N.S.B. bij haar streven nog nimmer den
wettigen weg heeft verlaten of pogingen
daartoe heeft gedaan.
WEERMACHT BIJ DE N.S.B.?
Vragen van het Kamerlid Polak aan den
Minister van Justitie.
Het Sociaal-Democratisch Kamerlid Po
lak heeft aan den Minister van Justitie de
volgende vragen gesteld:
Is het Zijne Excellentie den Minister van
Justitie bekend, dat de Nationaal-Socialis-
tische Beweging, algemeen leider de heer
Ir. A. A. Mussert, Weer-Afdeelingen en
Weer-Opleidingen in het leven heeft ge
roepen?
Zoo ja, is het Z. E. dan verder bekend,
dat in het weekblad „Oorlog of Vrede" van
17 Februari 1934 afgedrukt is een uittrek
sel uit de voorschriften, die gezegde alge-
meene leider der N.S.B. betreffende deze
W.A. en W.O. heeft uitgevaardigd en heeft
Z. E. daaraan zijn aandacht gewijd?
Zoo ja, is Z. E. dan niet van meen ing, dat
de N.S.B. bezig is een particuliere leger
macht te organiseeren, van gelijken aard
als de S.A. in Duitschland en met gelijke
oogmerken, zooals trouwens in „De Daad",
een van de plaatselijke N.S.B.-bladen, de
zer dagen openlijk werd erkend?
Indien Z. E. van oordeel is, dat de N.S.B.
inderdaad doende is een particuliere leger
macht te organiseeren, acht Z. E. dit als
dan oirbaar, wettig geoorloofd en bevor
derlijk voor orde en rust?
Zoo ja, wil Z. E. dan mededeel en, op
welke gronden hij deze meening is toege
daan?
Zoo neen, wil Z. E. dan mededeelen, of
hij maatregelen zal nemen, en zoo ja, om
een einde te maken aan de particuliere mi
litair organisatie van den heer Ir. Mussert?
NU DE BEWIJZEN OP TAFEL!
Het gemeentebestuur van Oss acht zich
beleedigd door den N.S.B.-er Roelofsen.
De Burgemeester van Oss heeft namens
het college van B. en W. dier gemeente bij
de Justitie een klacht ingediend wegens
beleediging van het gemeentebestuur van
Oss, tegen A. Roelofsen te Rotterdam.
Genoemde heer Roelofsen heeft in een
openbare vergadering van de Slagejscorpo-
ratie in oprichting van de N.S.B. in het ge
bouw „Lybelle" te Rotterdam op Dinsdag
avond 13 Feburari j.l. volgens het verslag
der vergadering in het ochtendblad van de
„Nieuwe Rotterdaimsche Courant" van
Woensdag 14 Febr. 1934, onder meer be
toogd, dat het gemeentebestuur van Oss een
keurmeester heeft weggewerkt, omdat deze
keurmeester zich niet door den heer Zwa
nenberg wilde laten omkoopen om in strijd
met zijn plioht te handelen.
De heer Roelofsen zal dus nu met bewij
zen moeten komen.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
In onafzienbare rijen defileerden de Bel
gen langs de baar van hun verongelukten
koning. (2de blad).
De strijd om de Duitsche jeugd. (2de
blad).
Opnieuw arrestaties van geestelijken in
Duitschland. (2de blad).
Rouwdag te Weenen. (2de blad).
Sneeuwstorm in de Vereen. Staten. Ver
scheidene dooden. (Buitenl. Ber., 2de blad)
BINNENLAND.
Liefdesdrama te Woensel. Meisje door
Duitschers doodgeschoten. (1ste blad).
Overval cp oen vrouw te Oss. De dader
gegrepen. (Gen. Ber.. 3de blad).
Aangeteckende stukken uit postzak te
Enkhuizen vermist. (Laatste Ber.).
DUITSCHER SCHIET ZIJN
VROEGERE VERLOOFDE NEER
Drama te Woensel.
Gisterenavond is te Woensel te ongeveer
10 uur in de Keldermanstraat 104 de 23-
jarige mejuffrouw Trachten die voor
eenige jaren omgang had met den Duit-
scher T. H. P., woonachtig te Eindhoven,
doch deze kennismaking had verbroken
in haar woning door haar vroegeren min
naar met een revolverschot in het hoofd en
een in den voet doodelijk getroffen.
Het lijk is naar het politiebureau overge
bracht. De dader is voortvluchtig.
De nadeelen van de Winkelsluitingswet
voor de banketbakkers.
De Nederlandsche Banketbakkers Ver
eeniging heeft een adres aan de Tweede
Kamer toegezonden naar aanleiding van
het bij deze Kamer ingediende ontwerp van
wijziging der Winkelsluitingswet 1930,
waarin zij wijst op de ernstige gevolgen van
deze wet voor haar bedrijf.
Het is gebleken, dat de gevolgen veel
ernstiger waren dan men verwachten kon,
omdat zij zelf nog in de meening verkeerd
heeft, dat het publiek zich aan zou passen
aan de bepaalde uren.
Dit is echter een totale vergissing ge
bleken en de reeds spoedig na de invoe
ring en later nog eens herhaalde enquête,
heeft aangetoond, dat de Zondagverkoop
met 4070 pet. is verminderd.
Waar vele banketbakkers, zooals de en
quête welke aan alle Kamerleden is gezon
den, duidelijk heeft aangetoond op Zon
dag van 4065 pet. van den geheelen
weekomzet ontvangen, is het duidelijk, dat
ret bedrijf deze 8 uren beslist noodig heeft.
De enorme schade, door de invoering der
Winkelsluitingswet veroorzaakt, waardoor
vele ijverige patroons hun bedrijf zagen
teniet gaan, omdat zij voor het grootste
deel van de Zondagsontvangst moeten be
staan, is wel het beste bewijs voor de fa
tale gevolgen der verkoopsbeperking.
Het publiek past zich nu eenmaal ten
opzichte van de genotmiddelen en vooral
van onze artikelen niet aan bepaalde uren,
omdat deze voor het overgroote deel in de
behoefte van het oogenblik voorzien.
Naar betrouwbare berekening is het ver
bruik in de banketbakkerij in ons land
per jaar: van eieren minstens 60 millioen;
van boter minstens 9 millioen K.G.; van
room minstens 21/4 millioen liter; van
melk minstens 6 1/2 millioen liter.
Wanneer men weet, dat alleen op reke
ning van de Winkelsluitingswet in vele za
ken eer daling in den omzet is gekomen
tot 20 pet. dan kan ieder nagaan hoeveel
producten van eigen bodem in de banket-
I bakkerij minder worden verbruikt.
De gevolgen van het aannemen der Win-
kelsluitingswet zijn daarom van veel ern-
i stiger aard dan men denkt.
I Er is daarom maar één goede oplossing
volgens meening van adressanten.
I 1. Een minimum van acht uren verkoop
op Zondag voor winkels waar koek en ban-
i ket enz. verkocht worden.
I 2. Bevoegdheid van den Directeur-Ge-
neraal van den Arbeid, om, onder nadere
goedkeuring van den Minister, voor be
paalde gemeenten of voor het geheele land,
of voor bepaalde bedrijven de winkelslui
tingswet gedeeltelijk of geheel tijdelijk bui-
1 ten werking te kunnen stellen.