DAGBLAD VOOR LEDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
25ste Jaargang
ZATERDAG 17 FEBRUARI 1934
No. 7739
S)e £cidócli4(5ou/ft)/ttt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Bet Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF
BLADEN W.O. GEILL. ZONDAGS
BLAD.
Het Fascisme en het Volk.
In ons blad van Donderdag is een com
muniqué van den regeeringspersdienst op
genomen, waarin een nadere verklaring
wordt gegeven van hetgeen minister Colijn
de vorige week in de Eerste Kamer over
de N. S. B. en haar leider heeft gezegd. In
het gisteravond verschenen nummer van
„Volk en Vaderland", dat, zooals men weet
onder de algemeene leiding van ir. A. A.
Mussert staat, wordt daarop een uitvoerig
antwoord gegeven. Wij hebben van eerst
bedoeld communiqué alléén de conclusies
gegeven. Volledigheids- en eerlijkheids
halve willen wij nu ook de conclusies van
Mussert publiceeren. Deze luiden:
le. alleen het citaat omtrent het
openhouden der nummers is juist, doch
heeft met een band met de ambtenaren,
en dus met illegaal, revolutionnair
handelen absoluut niets te maken.
2e. de uitdrukking „corrupte regee
ring" is door Mussert niet gebruikt.
3e. Mussert heeft nooit direct noch
indirect, geschreven of gesuggereerd,
dat de belofte aan de N .S. B. zou prae-
valeeren boven die aan de regeering.
De verdediging door de officieele
regeeringspersdienst is dus op geen en
kel punt geslaagd, maar een droevig
fiasco gebleken.
Wij hebben den officieelen regeering-
persdienst in het onderhavige geval niet
kunnen bewonderen, maar wij zijn het toch
met de eindconclusie van ir. Mussert ook
niet eens. Doch hierop gaan we niet in.
Wij willen vandaag liever wijzen, met
een enkel woord, op een passage in een
ander artikel van hetzelfde nummer van
„Volk en Vaderland", eveneens van ir. Mus
sert, gericht niet tot den minister-president,
zooals het eerst-bedoelde, maar tot minis
ter Slotemaker de Bruine. Wij lezen daar
in n.l. o.m.:
In den fascistischen staat, Excellen
tie, is een Minister verantwoordelijk,
let wel: persoonlijk verantwoordelijk,
via den Minister-President, aan de
Kroon en het Volk, voor alles wat hij
doet en wat hij nalaat.
Een Minister verantwoordelijk aan het
Volk (met een hoofdletter)! Maar dat Volk
moest 'ns een Minister ter verantwoording
durven roepen! Trouwens, hoé kan het dat
doen, op eenigszins effectieve wijze?
Zulk een theorie wordt door de werke
lijkheid ten-onderste-boven gegooid!
Het bezwaar tegen een fascistischen
staat, heer Mussert, is juist: dat het Volk
z w ij g e n moet zwijgen, zooals men dat
wel 'ns zegt: als 'n Mof! wat er ook door
de macht-voerders wordt bepaald en ge
last; dat het Volk zwijgen moet, als droeg
het een sla ven-juk onder wil en wille
keur van een alles-overheerschenden dicta
tor, die aan niemand éénige verantwoor
ding schuldig is!
DE RIJKSMIDDELEN.
Januari bleef ruim 6 millioen beneden de
raming.
Omzetbelasting tegengevallen.
Over Januari hebben de Rijksmiddelen
opgebracht 25.554.075 of 6.122.383 min
der dan geraamd was en 692.344 meer dan
er Januari 1933.
'e omzetbelasting is belangrijk beneden
aming gebleven: raming 6.791.666. op-
.ïgst ƒ3.345.643.
Jit wordt hieraan toegeschreven: de eer-
j maanden van 1934 ondervinden den te-
gslag van den grooten invoer in de laat-
.e maanden van 1933 er zijn bij handelaars
-■oote oude voorraden, welke zonder om-
atbelasting kunnen worden afgeleverd;
en belangrijk deel der belasting wordt vol-
laan in den vorm van een aanslag, welke
per maand of per kwartaal achteraf wordt
/astgesteld; de gebruikte zegels zijn voor
pen deel op crediet ontvangen.
De inkomsten ten bate van het Gemeen-
efönds, dienst 19331934, tot en met Ja-
uari 1934, bedroegen 84.330.195; de in-
'on ten bate van het Wegenfonds over
M f849.979.
EERSTE KAMER
Begrootingen van Justitie en
van Defensie.
De Senaat zette de behandeling van de
Justitie-begrooting voort.
Voordat de minister aan het woord
kwam, voerden de heeren Heerkens
Thijssen (R. K.), Hermans (S. D.
A. P.), Fock (V. B.), Knottenbelt
(V. B.) en B1 o m j o u s (R. K.) het woord.
Een groot aantal kwesties werd door hen
aan de orde gesteld. Zoo spraken de hee
ren Thijssen en Hermans over de verbe
tering van de gevangenistoestanden. De
Katholieke spreker noemde deze inrich
tingen doodsch en troosteloos. De Belgi
sche gevangenissen steken daarbij gunstig
af. De Soc. Dem. zeide weinig waarde te
hechten aan een bezoek van den Minis
ter, als het vooraf wordt aangekondigd.
Hij drong tevens aan op vervr^-ing in de
kruk door den stoel. De kruk beschouwt
hij als een martelwerktuig. De Minister
verklaarde het moeilijk te vinden, gevan
genissen een minder troosteloos aanzien te
geven. Hij zegde toe de kwestie van de
kruk en het water en brood systeem nrg
eens te bekijken, maar zoover dat Je be
woner gaarne in de cel terugkeerd, kan by
niet gaan. De heeren Fock en Blomjous
bespraken de kwestie van het muziek-
auteursrecht. Het monopolie van de Buma
maakt de vermakelijkheidsmuziek zoo duur
dat de belanghebbenden zullen trachten
de Buma uit te schakelen door zich iirect
in verbinding te stellen met de vreemie
bureaux of anders schaffen bioscopen e.d.
de muziek af, waardoor de werkloosheid
onder de musici nog zal worden vergroot.
Minister van Schaik verklaarde zich
met de geschillen van Buma en particulie
ren niet te kunnen bemoeien. Overigens
heeft hij niet den indruk dat de Buma van
haar positie misbruik maakt. De heffingen
zijn in ons land (voor 1934 1 pet. van de
omzet) belangrijk lager dan die in het bui
tenland. De heer Knottenbelt besprak de
kwestie van de unificatie van ons zee
recht. Hij betreurde het dat Nederland nog
niet is toegetreden tot de indertijd te Brus
sel ontworpen verdragen. De internatio
naal aanvaarde regeling betreffende de
aansprakelijkheid van de reeders is beter
dan die van de Nederlandsche wet. De
Minister was van oordeel, dat unificatie
van het zeerecht het Nederlandsche recht
zou verslechten. Pas in 1927 is ons zee
recht na ampele bespreking in de Staten
Gen. vernieuwd. Wat de door prof. Kra
nenburg ter sprake gebrachte administra
tieve rechtspraak betreft, zeide zijn ex
cellentie deze kwestie grondig te zullen
bestudeeren. Zoo ver als de commissie
Kooien heeft voorgesteld zal hij echter
zeker niet gaan. Na eenige repliek werd
de justitiebegrooting tenslotte z. h. s. aan
genomen.
Minister Deckers heeft het, bij de
daarna volgende behandeling der begroo
ting van defensie niet al te moeilijk gehad.
Met veel zwierigheid wist hij zich naar
twee zjjden te weeren. Werd hij door
Mevr. PothuisSmit (S.D.A.P.) ge
drongen in de richting van eenzijdige ont
wapening met behoud alleen van een vei
ligheidswacht, in dé redevoeringen der
heeren Heerkens Thijssen (R.K.) en
de Savornin Lohman (C.H.) klonk
eer de bezorgdheid door een al te groote
bezuiniging, waardoor de weerkracht van
ons leger schade zou kunnen leiden.
Mevr. PothuisSmit gaf in haar rede
voering een zeer zonderling beeld van een
veiligheidspact, zooals zij die zich voor
stelde, een wacht, die aan de grenzen zou
waken tegen het binnendringen van onge
regelde troepen, en die bovendien onze
havens vrij zou moeten houden, dat zoo
wel de C.-H. spreker als de Minister hierin
een gemakkelijk aanvalsobject vonden.
„Excusez du peu", riep de heer de Savornin
Lohman uit ,toen hij deze taak, door mevr.
Pothuis Smit aan de veiligheidswacht toe
gedacht, op de keper ging beschouwen. En
de Minister vroeg, wat er wel gebeuren
zou, als die ongeregelde troepen nu eens
zouden weigeren zich door onze veilig
heidswacht te laten ontwapenen. Dan zou
er gevochten worden; en dit zou oorlog
beteekenen, te meer omdat de ongeregel
de rtoepen natuurlijk door geeregelde zou-
den worden vervolgd. De veiligheidswacht,
1 welke mevr. Pothuis Smit zich voorstelt,
zou, in den grond der zaak, niets anders
zijn dan het leger dat wij nu hebben.
Zeer zonderling was het betoog van
mevr. Pothuis-Smit, dat Nederland door
het treffen van voorbereidende maatrege
len tegen gas-aanvallen de oorlog naar zich
toe zou halen. Als wij dit maar niet deden
j en overigens 'in alle opzichten strikt neu
traal bleven, zou er voor niemand reden
zijn ons lastig te vallen.
De minister toonde hiertegenover aan,
dat in ons land, hoe strikt neutraal en
j weerloos dan ook, toch altijd spoorweg
knooppunten, belangrijke wegen, rivier
mondingen en andere strategische objecten
aanwezig zouden zijn waarop strijdende
partijen prijs zouden stellen. Werden deze
door een dier partijen in bezit genomen,
dan zouden den gasaanvallen van de an
dere partijen zeker .jiet uitblijven. Wij zou
den daardoor zelfs den oorlog in ons eigen
land halen; wellicht zou hij zelfs op ons
gebied worden uitgevochten.
Naar den anderen kant pareerde de Mi
nister bedekte aansporingen om tot hoo-
gere defensie-uitgaven over te gaan, of al
thans geen verdere bezuinigingen aan te
brengen, met groote vaardigheid. Hij stelde
voorop, dat juist het zuiver defensieve doel,
hetwelk wij met ons leger beoogen, mee
bracht, dat de uitgaven tot het uiterste zou
den worden beperkt. Zoolang hij het roer
in handen had zou het echter zeker niet ge
beuren, dat het leger zijne slagvaardigheid
verloor. Een Belgisch generaal moge al ge
zegd hebben, dat Nederland al bijna ont
wapend was, zoo ver was het gelukkig nog
niet; en spreker verheugde zich er over,
dat zijn generaals beter op de hoogte zijn
van de beteekenis van vreemde legers dan
deze vreemde generaal van de beteekenis
van het Nederlandsche.
De Minister gaf ook nog een voortreffe
lijke verdediging van het vooroefenings
instituut. Door dit instituut komt het leger
dichter bij het volk te staan; en de feiten
wijzen uit, dat de door dit instituut opge
leide soldaten in geen enkel opzicht onder
doen voor de overige. Kolonel de Jong, die
toen hij tot inspecteur werd benoemd, te
genstander was van het instituut, is door
eigen ervaring en aanschouwing voorstan
der geworden. Spreker ried den heer De
Savornin Lohman aaw zich ook eens door
eigen aanschouwing up de hoogte te stel
len. Hij zou het instituut niet opheffen
tenzij daaruit zeer aanzienlijke besparin
gen zouden voortvloeien, zóó aanzienlijk,
dat zij zouden op - ^sn tegen de andere
nadeelen der opheffing.
Na een zeer korte repliek van mevr. Pot
huis-Smit, die erkende, dat de Minister
van zijn standpunt uit zeer logisch gerede
neerd had, werd de begrooting van defen
sie z. h. s. aangenomen.
De volgende week komt de Eerste Ka
mer niet bijeen; de eerstvolgende verga
dering zal plaats hebben op Dinsdag 27 of
Woensdag 28 Febr.
BINNENLAND
TEGEN REV OLUTIONN AIRE LEDEN.
Staatscommissie zal de noodzakelijkheid
en doelmatigheid van wettelijke
voorzieningen onderzoeken.
Bij K. B. is thans ingesteld een Staats
commissie met de opdracht de noodzake
lijkheid en doelmatigheid te onderzoeken
van wettelijke en andere voorzieningen
met betrekking tot het bekleeden van het
lidmaatschap van de vertegenwoordigende
lichamen door personen, wier staatkundig
streven kennelijk is gericht op verandering
der staatsinstellingen met toepassing of
bevordering van onwettige middelen.
Bepaald is dat deze commissie bevoegd
zal zijn aan haar aan de Kroon uit te
brengen advies de voorstellen toe te voe
gen, welke zij ter bereiking van de door
haar aanbevolen maatregelen noodig of
wenschelijk acht.
In de commissie zijn benoemd tot lid, te
vens voorzitter mr. dr. D. A. P. N. Koo
ien, lid van den Raad van State te 's-Gra-
venhage; tot leden: mr. dr. J. Donner,
raadsheer in den Hoogen Raad der Ne
derlanden, te 's-Gravenhage; prof. mr. W.
J. A. J. Duynstee C.s.s.R., hoogleeraar aan
de Roomsch Katholieke Universiteit te Nij
megen; mr. dr. J. P. Fockema Andreae,
commissaris van de Koningin in de pro
vincie Groningen; prof. mr. J. H. van
Meurs, hoogleeraar aan de Rijksuniversi
teit te Groningen, te Haren; prof. mr. P.
Scholten, hoogleeraar aan de Gemeente
lijke Universiteit van Amsterdam; jhr. mr.
K. J. Schorer, deken van de Orde van ad
vocaten te Utrecht; tot secretris mr. P.
Meyjes te 's-Gravenhage.
UITSLUITING GAAT DOOR.
In het maatkleedingbedrijf is geen
overeenstemming bereikt.
Gisteren vond onder leiding van den
Rijksbemiddelaar prof. mr. Aalbesre een
bespreking plaats tusschen partijen betref
fende het conflict in het maatkleedingbe
drijf.
Ondanks langdurige besprekingen werd
wederom geen resultaat bereikt, zoodat he
den de uitsluiting zou ingaan.
BEZWAREN TEGEN HOOGER RIJWIEL-
BELASTING.
Wijziging bepleit van de Rijwiel- en
Wegenbelasting.
De A.N.W.B. Toeristenbond voor Neder
land heeft een schrijven gerioht aan den
Minister van Financiën, waarin, onder ver
wijzing naar den reeds eerder door den
Bond, in samenwerking met andere Ver-
keersbonden, kenbaar gemaakt bezwaren
van principieelen en practischen aard tegen
het wetsontwerp tot instelling van een Ver-
keersfonds, de aandacht van den Mindster
gevraagd wordt voor enkele opmerkingen,
waartoe de voorgestelde belastingverhoo-
gingen op zich zelf aanleiding geven.
Opgemerkt wordt, dat de voorgestelde
verhooging der rijwielbelasting, die een
jaarlijksch offer van anderhalf millioen
gulden beteekent, vooral het fin? -cieel
zwakste deel der Nederlandsche bevolking
treft, en waarvan te vreezen is, dat de rij
wiel- en rijwielbanden-industrie er de na
deel ige gevolgen van zullen gevoelen. Drin
gend verzoekt de A.N.W.B. daarom het
voorstel tot verhooging dezer belasting wel
te willen terugnemen.
Voorts wordt aangedrongen op wijziging
van de bestaande rijwielbelasting-wet, door
te bepalen, dat van 1 Augustus de belas-
tingmerken voor halven prijs worden ver
kocht. Hierdoor kan een einde worden ge
maakt aan de onbillijkheid, dat die wet
(anders dan b.v. de wegenbelasting-wet)
geen reductie kent, zoodat degeen die voor
die enkele weken rijdt toch over 'n vol jaar
moet betalen. De praktijk leert bovendien,
dat vele rijwielen die in den zomer aange
schaft worden (vooral voor scholieren en
vacantie-toeristen) thans pas 1 Augustus
in gebruik genomen worden, of voordien
bereden worden met een geleend of tweede
hands gekocht rijwielplaatje, omdat een
uitgaaf van tweemaal een rijksdaalder voor
één zomer den betrokkene te bezwarend
is, of onbillijk voorkomt. Toeneming van
het aantal in den voorzomer verkochte rij
wielplaatjes zal dus ongetwijfeld het ge
volg zijn van de aanbevolen wetswijziging,
zoodat het de vraag is, of de opbrengst daar
voor wel zou dalen.
Inzake de verhooging van de wegenbe
lasting (onder den naam van motorrijtui
gen-belasting) bepleit de A.N.W.B. een ver
dere dan de voorgestelde vereenvoudiging
van het tarief en de invoering van een al
gemeen tarief, met verruiming van de ge-
wichtsgrens tot 150 K.G. voor z.g.n. drie
wielers met hulpmotor, die door duizen
den venters en kleine middenstanders wor
den gebruikt.
Verder wordt er op aangedrongen, alle
twee- en driewielige motorrijtuigen en alle
motorrijtuigen voor personenvervoer (met
maximaal 6 plaatsen) te belasten naar den
zelfden maatstaf per 100 K.G., met een na
der te bepalen minimum (van b.v. 10.
bij een heffing van 8.00 per 100 K.G.)
voor motorrijtuigen tot 60 K.G. en even
tueel ook een minimum (van b.v. 20.
voor motorrijtuigen boven deze 60 K.G.
Ten aanzien van de te heffen bedragen
zelf acht de A.N.W.B. (die zijn bezwaren
tegen de voorgestelde aanzienlijke ver
hooging over de geheele linie reeds elders
heeft uiteengezet) met name het voorge
stelde bedrag te hoog voor rijwielen met
hulpmotor, welke gebruikt worden door de
financieel zwakkeren.
Ten slotte geeft de A.N.W.B. dringend in
overweging, in de wet de mogelijkheid op
te nemen, de wegenbelasting per maand te
voldoen (eventueel met een geringen toe
slag). Vooral in deze tijdsomstandigheden,
waarin ook vele gebruikers van motorrij
tuigen in benarden toestand verkeeren, be
staat er aanleiding tot invoering van maand-
kaarten, ook omdat vele automobilisten hun
auto thans slechts gedurende zes voorjaars-
en zomermaanden gebruiken er van af
zien, daarna, ter wille van slechts één
herfstmaand weer een kaart voor een ge
heel kwartaal aan te vragen.
Invoering van maandkaarten verdient
dus óók aanbeveling omdat dit een verhoo
ging van de opbrengst zal meebrengen.
De Drankwet.
De Ned. Bond van Koffiehuis-, Restau
ranthouders en Slijters verzoekt in een
adres aan de regeering eenig uitstel te ver-
leenen voor het in werking treden van de
drankwet in zijn ganschen omvang.
Het komt adressant voor, dat de sociale
belangen daarmede niet, of zoo goed als
niet worden geschaad. Daartegenover ech
ter is het van groot materieel belang voor
een breede categorie van burgers, voor wie
de tijden toch al zoo slecht zijn. In een
groot aantal gevallen zal niet-verlenging
van de hier bedoelde termijnen de econo
mische ondergang beduiden.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Een pelgrimsreis van Eden om de Ont
wapeningsconferentie te redden. (3de
blad).
De rust in Weenen en in verder Oosten
rijk hersteld. (2de blad).
BINNENLAND.
De opbrengst der Rijksmiddelen In
Januari. (1ste blad).
De Rijkssteun voor den Tuinbouw. (1ste
blad).
Wijziging in den Suikerbietensteun. (1ste
UIT DE OMGEVING.
Doodelijk ongeluk te Woerden. (2de
blad).
EEN GEÏLLUSTREERDE PAGINA OVER
DE VLUCHT NAAR DE STRATOSFEER.
(4de blad).
DE RIJKSSTEUN VOOR DEN
TUINBOUW.
Op vragen van het Tweede Kamerlid van
den Heuvel betreffende het bedrag van
den voor 1933 aan den tuinbouw te verleen
nen Rijkssteun heeft de minister geant
woord:
Voor steun ten behoeve van verbouwers
van fruit en warmoezerijgewassen in het
jaar 1933 is bij de wet van 5 Mei 1933 (St.
bl. No. 255) een bedrag uit 's Rijks schat
kist beschikbaargesteld van pl.m.
5.000.000. 's Lands middelen lieten niet
toe, dit bedrag hooger te stellen, hoewel de
vooruitzichten zoodanig waren, dat wel
licht niet toereikend zou zijn om het ver
schil tusschen de berekende opbrengst
en den richtprijs te dekken. Echter is bij
de gewijzigde omstandigheden, door de in
stelling van het LandbouwCrisisfonds, in
de begrooting van dat fonds voor het jaar
1933 het genoemde bedrag nog kunnen
worden verhoogd tot ƒ6.400.000.
Intusschen kan als zeker worden aange
nomen, dat ook dit bedrag niet voldoende
zal zijn om het bovenbedoelde verschil tus
schen richtprijs en opbrengst te vergoe
den. Hoe groot dit verschil zal zijn, kan
nog niet nauwkeurig worden aangegeven.
Dit zal eerst mogelijk worden, indien alle
gegevens daarover bekend zijn; vast staat
reeds dat dit verschil nog belangrijk zal
zijn. Intusschen heeft de ondergeteekende
besloten, bij wijze van voorschot op de
uitkeering in 1934, voor een aanvullende
uitkeering op basis der productie van 1933
een bedrag van ongeveer 1.5 millioen be
schikbaar te stellen, om aldus den over
gang tot den komenden oogst te vergemak
kelijken.
Toegegeven moet worden, dat zeer vele
tuinbouwbedrijven in groote moeilijkhe
den verkeeren. Echter zal het scheppen
van de mogelijkheid, den eerstvolgenden
oogst te kunnen bereiken, naast de ko
mende teeltbeperking voor dien oogst, den
toestand in de tuinbouwbedrijven voor het
jaar 1934 in niet geringe mate kunnen ver
lichten.
SUIKERBIETENSTEUN 1934.
Welke regeling getroffen zal worden.
Naar wij van bevoegde zijde vernemen,
kan inzake de regeling van den suikerbie
tensteun voor 1934 het volgende worden
medegedeeld:
Het gezamenlijk bietenareaal zal, verge
leken bij 1933 met 10 pet. worden ingekrom
pen.
Aan de boeren zal een bietenprijs moe
ten worden gegarandeerd van 10 per 100
K.G., hetgeen 1.lager is dan thans.
De Minister is van plan met de suikerfa
brieken nader in contact te treden om te
komen tot het vaststellen der voorwaarden,
waaronder de financieele steun zal wor
den verleend.
ONTSLAG LEERAAR GEHANDHAAFD
Gistermiddag deed het ambtenarenge
recht te Utrecht uitspraak in de zaak van
den communistnschen heer J. Lopez Car-
tiozo, oud-leeraar aan de Rijks H.B.S. al
daar, die „wegens ongeschiktheid" was ont
slagen.
I De voorziter van het ambtenarengerecht
j verklaarde den klager niet ontvankelijk.